a Fransch-Duitsche oorlog. Men leest in le Gaulois: Parijs15 Juli. „Sedert gisteren middag zijn 1200 wagons van den Ooster-spoorweg ter beschikking gesteld oqj koren en beschuit naar de grenzen te vervoeren. 254 kisten voor den heelkundigen dienst zijn 's avonds met grooten spoed door den Ooster-spoorweg naar de grenzen vervoerd. Het is zeer zeker dat al de paarden en het oorlogsdienst- personeelvan den keizer naar de grenzen zijn vertrokken. „De Ooster-spoorweg heeft aangenomen om in 16 uur al de troepen uit het kamp van Chalons met alle oorlogs- materieel, paarden, kannonnen en kruitwagens te ver voeren. Al de voor dit transport noodige wagons zijn in het kamp. „In den volgenden nacht is een zeer sterk convooi van paarden naar de grenzen gezonden. Aan de noorder oostzijde heeft den ganschen dag en nacht een voortdu rende beweging van troepen plaats gehad. Tegen tien uur trok een regiment linietroepen met muziek aan 'thoofd naar de noordergrenzen. „Op het goederenbureau van de Ooster-spoorweg - maatschappij heeft men wagons voor de militaire toerusting, beladen met levensmiddelen en amunitie, doen vertrekken. Evenzoo zag men een zekere hoeveel heid paarden van die zijde vertrekken. Aan het station van Petite Rolette zijn in bijzondere treinen de linie- troepenver voerd." De Moniteur universel deelt het volgende mede: „Het ministerie van oorlog heeft alle mogelijke maatregelen genomen om honderd bataljons van de nationale garde der departementen van de Seine en het Oosten strijdvaardig te maken. Bij oorlog zullen deze bataljons, te zamen ongeveer 50,000 man uitmakende, in minder dan acht dagen zijn opgeko men en naar het kamp van Chalons vervoerd. „Hetzelfde blad geeft ook een afschrift van het formu lier, waarbij de nationale garde wordt opgeroepen, terwijl het Paris-Journal van zijne zijde den tekst mededeelt van de dagorder, die aan officieren en sergeant-majoors der nationale garde is toegezonden, en vermeldt voorts dat al de officieren van dat wapen zich Zondag morgen bij hun kolonel moeten aanmelden.1' De Figaro meldt dat te Muhlhouse eene bestelling is ontvangen van honderd duizend el calicot voor rekening van het minisierie van oorlog, te leveren in acht dagen te Straatsburg en Metz. Dat blad had ook uit Algerië tijding ontvangen, mel dende dat de korpsen, die voortdurend in Algerië ver toeven, het bevel hadden ontvangen hun bataljons en escadrons op oorlogsvoet samen te stellen. De Turcos en Zouaven zullen zes regimenten van drie bataljons leveren, het vreemdenlegioen een regiment van vijf batal jons en de Afrikaansche jagers vier regimenten van vier escadrons. De georganiseerde regimenten hebben bevel ontvan gen zich te begeven naar de havens voor de inscheping bestemd en aldaar orders af te wachten. L'Indépendant de la Moselle zegt„De grootst moge lijke voorbereidingen worden zoowel hier als langs ge heel de grens gemaakt. Verzendingen van beschuit hadden plaats te Bitche en te Montmédez en het bijeen brengen van levensbehoeften staat niet stil. Behalve de generaals de Coffinières en de Rochebois, die hier voor inspectiën zijn, verwacht men binnen weinige dagen de generaal Canu, die zich met de wapening der forten zal belasten. De waterbakken van het fort St. Quentin zijn reeds met water gevuld. Al onze militaire magazijnen zijn voldoende van levensmiddelen voorzien." De officieren der Pruisische landweer, die te Havre gevestigd zijn, hebben hun marschwijzers ontvangen, doch de soldaten waren nog niet opgeroepen. Volgens le Constitutionnel zendt de geschutgieterij te Saint Marcellin (Trère) talrijke stukken van zwaar kaliber naar het oosten. Het .arsenaal van Toulon bevat een groot aantal van nieuwe stukken. De Fransche troepen, welke het eerst de Duitsche grenzen zullen overtrekken, vormen een legerkorps van 160,000 man. Men schrijft uit Luxemburg dat bij het ontstaan der oorlogsgernchten de groothertogelijke regeering uit Parijs aanschrijving heeft gekregeu om te zorgen voor het bespoedigen der ontmanteling van de ves ting. Men vreest in Frankrijk, dat deze bij het eerste kanonschot opnieuw door de Pruisen bezet worde, die daar bekend zijn met den weg, en men wil dat zij buiten staat van verdediging gebracht worde. Zulke aanzoeken zijn niet nieuw; men is er ge woon aan, en het antwoord is altijd eensluidend: „wij doen wat wij kunnen; maar wij kunnen niet veel, bij gebrek aan geld." Dezen keer spreekt Frankrijk op zóo dreigenden toon, dat bezwaarlijk met gemeenplaatsen geantwoord kan worden. Reeds eenige dagen zijn dan ook zeer vele werklieden in dienst gesteld, om de wallen te slechten en de gronden te effenen. Bij eene wet van 2 Juli dus pas eenige dagen oud worden 100,000 franken ter beschikking van de regeering gesteld voor de sloopingswerken. Waarschijnlijk zal dit beding bij een Amsterdamscken bankier opgenomen worden, die vrij goede voorwaarden stelt, mits men hem een groote uitgestrektheid terrein afsta, behoorende tot het domein der vesting. Heden heeft de heer Ollivier in het Fransch wet gevend lichaam de verklaring voorgelezen, waarbij ge zegd wordt dat Frankrijk niets heeft gevraagd aan Spanje, wiens teergevoeligheid men niet heeft willen krenken „Wij hebben ons niet gewend zoo vervolgde de minister tot den prins von Hohenzollern, omdat wij hem beschouwden als onder bescherming van den koning van Pruisen. De Pruisische minister van buiten- Iandsche zaken gaf ons een ontwijkend antwoord, be werende dat hij de zaak niet kende en dat het ministerie te Berlijn daaraan geheel en al vreemd was. Vervolgens hebben wij ons tot den koning zelf gewend. De koning, erkennende dat hij den prins von Hohenzollern verlof had gegeven om de candidatuur aan te nemen, heeft beweerd dat hij geheel en al vreemd gebleven was aan de onder handelingen tusschen prins Leopold von Hohenzollern en Spanje, terwijl hij alleen als familiehoofd, maar niet als souverein daarmede iets te maken had gehad. Hij erkende evenwel dat hij de zaak aan den heer von Bis marck had medegedeeld. Deze fijne onderscheiding tus schen het familiehoofd en den souverein konden wij niet toegeven. Intusschen ontvingen wij door den Spaan- schen ambassadeur mededeeling van den candidatuur- afstand van den prins von Hohenzollern. Wij verzochten aan den koning om zich met dien afstand te vereenigen en zich te verbinden om, voor het geval dat de kroon op nieuw aan prins Leopold mocht worden aangebo den, zijn verlof te weigeren. Ons gematigd verzoek was in gematigde termen vervat. Wij schreven tevens aan den heer Benedetti dat wij geenerlei bijbedoelingen koesterden en geen voorwendselen zochten inde Hohen zollern -quaestie. De koning weigerde echter om zich op de verlangde wijze te verbinden en het gesprek met den heer Benedetti eindigde met de woorden dat hij zich de bevoegdheid wenschte voor te behouden om te handelen naar omstandigheden. Ondanks dit alles en ge leid door het verlangen naar het behoud des vredes, braken wij de onderhandelingen niet af. Onze verbazing was dan ook zeer groot toen wij vernamen dat de koning ge weigerd had om den heer Benedetti te ontvangenwelke laatste dit feit officieel aan zijne regeering heeft medege deeld. Wij vernamen daarop dat de Pruisische ambassa deur bevel had ontvangen om Parijs te verlaten,terwijl Pruisen zich wapende. Onder deze omstandigheden zou het in strijd zijn geweest met onze waardigheid en tevens met de voorzichtigheid om niet alle maatregelen te nemen 1 tot het voeren van een oorlog, waarvan wij de verant woordelijkheid overlaten aan elk die dit verdient. [Dave rende en herhaalde toejuichingen.] Sedert gisteren hebben wij de reserve opgeroepen en wij zullen de noodige maatregelen nemen om de belangen, de veiligheid en de eer van Frankrijk te handhaven. [Nieuwe toejuichingen.] De heer Ollivier vroeg voorts ten behoeve van het departement van oorlog een krediet van vijftig millioen franken en de heer Segris zestien millioen voor het de partement van marine. De heer Thiers voerde het woord tegen een oorlog, doch werd met ongeduld door de kamer aangehoord en door den heer Ollivier beantwoord met eene verwijzing naar de houding van Pruisen, welke niet langer geduld kan worden en beleedigend is. Te Londen ishet publiek,dat aanvankelijk meer sym pathie voor Frankrijk koesterde dan voor Pruisen, na den tweeden tot koning Wilhelm gericht-en eisch geheel en al omgekeerd. De Engelsche regeeriug zal onzijdig blij ven zoolang de Belgische neutraliteit zal worden geëerbiedigd. Gisteren avond (Vrijdag) is koning Wilhelm te Berlijn op het paleis aangekomen en met groote geest drift begroet. Meer dan honderd duizend personen be vonden zich aan het station, terwijl de bekende wandel plaats Unter den Linden geïllumineerd en met vlaggen versierd was. De koning beeft zich herhaaldelijk aan de menigte op het balkon vertoond en nog denzelfden avond eene commissie van handelaars uit Bremen en Stettin ontvangen, welke verklaarde tot alle opoffe ringen bereid te zijn ter krachtige verdedigingvan de eer des vaderlands. De Zwitsersche bondsraad heeft aan de vertegen woordiging medegedeeld dat hij spoedig de noodige volmacht zal vragen tot het nemen van maatregelen ter verzekering van Zwitserland's neutraliteit en onafhan kelijkheid. Uit Straatsburg wordt gemeld dat een groot aantal inwoners van Kehl die stad reeds verlaten heeft. De forten in den omtrek van Kehl zijn vol troepen. Volgens Paris-Journal zou het Fransch gouverne ment bevel hebben gegeven om „tengevolge der aanne ming van het onfeilbaarheidsdogma" de troepen uit Rome terug te doen komen. Dit bericht vereischt echter, even als zoovele andere in deze dagen, nadere bevestiging. Laatste berichten. Volgens een heden avond door ons ontvangen tele-, gram zijn de spoorweglijnen van Noordelijk Pruisen naar Straatsburg voor het publiek gesloten. Parijs. Het wetgevend lichaam heeft gisteren avond na een levendige discussie, waarin Gambetta en de ge- heele linkerzijde aandrong op de mededeeling der Pruisische nota, welke de oorlogsverklaring tengevolge had het aangevraagd krediet van vijftig millioen franken toegestaan en voorts de wetsontwerpen aange nomen, waarbij de nationale garde wordt mobiel ver klaard en verlof wordt verleend tot het aanwerven van vrijwilligers. Berlijn. Het Noordduitsch bondsparlement is tegen Dinsdag 19 Juli bijeengeroepen. Volgens hier in de regeeringskringen in omloop zijnde berichten zou de Fransche minister van buiten- landsche zaken, de Gramont, van den koning hebben ge- eischt dat hij een brief zou schrijven aan keizer Napoleon met excuses over het voorgevallene. Erheerscht in alle Pruisische steden een woedende verontwaardiging tegen Frankrijk en de grootst moge lijke geestdrift voor den oorlog. In het koninkrijk Saksen is het leger mobiel ver klaard. Luxemburg. De Pruisische troepen hebben de spoor wegrails aan de Pruisische grenzen opgebroken. Een Pruisisch legerkorps kampeert te Wasserbiüig. Alle com municatie tusschen Luxemburg en Trier is verbroken. Brussel. Er zijn hier veel geruchten in omloop omtrent de krijgsbewegingen der Fransche en Pruisische troepen, doch met zekerheid is daaromtrent niets bekend. In een heden gehouden ministerraad, waaraan de ministers van staat deelnamen, is besloten dat de ver kiezingen voor leden van de kamer van afgevaardigden toch zullen plaats hebben en de zitting in de eerste dagen van Augustus zal worden geopend. België. Brussel15 Juli. Het zwaard van Damocles, dat reeds gedurende zoo* vele jaren boven het hoofd van Europa heeft gehangen, is nedergevallen. De oorlog is verklaardHet is verschrikkelijk, maar wat baten thans alle uitingen van verontwaardiging? Wij staan voor het jait accompli. Heden morgen te 5 uren heeft onze regeering de tij ding der oorlogsverklaring reeds ontvangen. Onmiddel lijk weiden voorts van het departement van oorlog naar alle zijden order3 uitgezonden om alle lichtingen en de reserve onder de wapenen te roepen. Binnen tweemaal 24 uren zullen verscheidene duizende manschappen te Antwerpen geconcentreerd zijn, terwijl 60,000 man in het veld zullen worden gebracht. Pruisen en Frankrijk hebben hier doen verzekeren dat zij de onzijdigheid van België zonden eerbiedigen, en Engeland heeft insgelijks zijn eerbied voor de onzij digheid van België te kennen gegeven. 40,000 Franschen zijn te Givet. Men denkt dat zij naar het groothertogdom Luxemburg zullen oprukken. Wij laten hier nog eenige heden ontvangen of aan de Belgische dagbladen ontleende berichten volgen De cadetten der militaire academie zullen waarschijn lijk bij het leger worden ingedeeld in verschillenden iang of graad naarmate van hunne studiejaren. Met het oog op den ernsti'gen toestand is er sprake eener intrekking van het besluit tot ontbinding der ka mer van afgevaardigden. Tengevolge van een verkeerd begrepen order beeft een officier der genie de spoorwegbrug tusschen Blandin en Bezieux op de lijn van Doornik naar Rijssel doen springen; de overtocht geschiedt thans langs een door de genie aangelegde hulpbrug. In de eergisteren gehouden zitting der provinciale staten van Brabant heeft de president Picard, die niet de gouverneur der provincie is, voorgesteld om de werk zaamheden te staken met het oog op het ernstige van den toestand. Onder meer zeide hij „Geen verdeeldheid, onder ons op dit oogenblik! Thans moeten er in België slechts Belgen zijn die evenveel liefde hebben voor het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 3