MIDDELBURGSCHE COURANT. N°- 168. Maandag 1870. 18 Juli MIDDELBAAR OUDERWIJS' BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, maken bekend, dat de Commissie van toezigt op de fckolen voor middelbaar onderyvijs in deze gemeente op Woensdag den 24 Augustus 1870, des middags van 12 tot 1 ure, in haar lokaal bij de school eene ZITTING zal hou den tot het inschrijven van jongelieden, die voor het leerjaar 1870IS71 als leerlin gen op de Hïoogere Burgerschool of Bur ger- avondschool ïrenschen te worden toe gelaten, waarbij van de leerlingen, die buiten de ge meente geboren en Igevaccineerd zijn, de overlegging eener geboorte-akte en bewijs van ondergane inenting ot natuurlijke kinderziekte zal worden gevorderd; dat voor al de ingeschrevenen een examen van toe lating zal worden gehouden, in plaats van op den 12 September zooals vroeger was bepaald en aangekondigd, Op Maandag den 29 Augustus 1870 en dat de LESSEN op de beide inrigtingen zullen aanvangen mede op Maan dag den 29 Augustus 1870. Goes, den 2 Julij 1870. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H A RTM AN. ÖHmtrnUxnö Middelburg 16 Juli. Een deel der oplage van ons vorig noinmer was reeds afgedrukt toen wij uit den Haag het bericht ontvingen dat de kening van Pruisen aan onze regeering het aan bod had gedaan om de Nederlandsche neutraliteit te helpen handhaven. Nader vernemen wij daaromtrent dat met name het 6« Noordduitsche legerkorps, bestaande uit ongeveer 40,000 man, is aangeboden tot bescherming der Nederlandsche grenzen.Het is iiatuurlijk dat dit aanbod in den beleefdsten vorm is van de hand gewezen. Een aanneming zou voor Nederland het grootste gevaar opleveien, en op de onzijdigheid welke men voorstelde te willen helpen bewaren, reeds feitelijk inbreuk ge maakt hebben. De uiterste pogingen om onze neutrali teit te bewaren zal wel de eerste zorg zijn eener re- gecring die het goed met het land meent. Vrij algemeen werd verwacht dat de Staats-courant van lieden een koninklijk besluit zou bevatten, waarbij verschillende lichtingen der nationale militie zouden worden opgeroepen. De Staats courant bevat zoodanig besluit niet. Nogtans is de oproeping een feit. De com missarissen des konings zijn heden per telegraaf aange schreven om de gemeentebesturen per telegraaf of esta fette kennis te geven, dat de miliciens der lichtingen van 1806,1867. 1868 en 1869 onmiddellijk moeten opge roepen worden, voor de provincie Zeeland met de bepa ling dat zij uiterlijk op Woensdag 20 dezer in de stand plaats van hun korps aanwezig moeten zijn. Gelijk bekend is moet het besluit tot buitengewone "bijeenroeping der militie gepaard gaan met de bijeen roeping der staten generaal, op grond van de volgende artikels der grondwet: „Art 184. Ingeval van oorlog of andere buitengewone omstandigheden, kan de koning de militie te land, betzij geheel, hetzij ten deele, buitengewoon bijeenroepen. „Tenzelfden tijd roept de koning de staten-generaal bijeen, opdat eene wet het samenblijven der militie, zoo weel noodig, bepale." De tweede kamer is dan ook reeds tegen Dinsdag 19 dezer, 's middags te een uur, bijeengeroepen. Morgen vertrekken van bier de staf en vier compag- niën van het 3c regiment infanterie, twee met bestem ming naar Brielle en twee met bestemming naar Ilelle- voetsluis. De Rotterdamsche stoomboot die morgen te 6 uren van hier vaart, is gerequireerd, om in de allereerste plaats deze troepen naar Hellevoetsluis te brengen, waarna zij eerst de reis naar Rotterdam zal kunnen voortzetten. Alleen het depot en de vijfde compagnie blijven alzoo hier achter. Uit den Haag, 15 Juli, meldt men ons „Heden en gisteren zijn druk ministerraden gehouden. Zooeven werd hier liet telegram bekend dat door Frank rijk aan Pruisen den oorlog is verklaard. Men beweert dat reeds maatregelen genomen worden om krijgsrnate- rieel naar de grenzen te transporteeren. Pruisen moet ons hebben gevraagd of wij in staat waren onze neutra liteit te handhaven, en anders een paar regimenten aan den IJsel tot onze hulp te zullen zenden. Daarvoor is voorloopig bedankt. Alles is hier in groote spanning." De Staatscourant van heden bevat het volgende „Bij de ernstige verwikkelingen tusschen twee be vriende naburige mogendheden heeft's konings regeering aan de verschillende kabinetten doen weten, dat zij, mocht een oorlog uitbreken, besloten heeft een strikte neutra liteit aan te riemen en te handhaven." Volgens Het Noorden zouden de kweekelingen aan de militaire geneeskundige school te Amsterdam order ontvangen hebben, zich met dy vacantie voorloopig niet uit die geme'ente tc verwijderen. Het Dagblad verneemt dat twee bataljons van het regiment grenadiers en jagers, in den Haag in garnizoen in de kazerne zijn geconsigneerd. Op eene interpellatie van den heer van Nispen heeft de minister Fock in de eerste kamer hede'n verklaard dat het voor het oogenblik onraadzaam is nadere mede- deelingen-te doen omtrent onzeneutraliteits verklaring. Voorstellen betrekkelijk de handhaving uer neutraliteit zullen echter spoedig inkomen. Het wetsontwerp betrekkelijk de calamiteuze polders in Zeeland is heden door de eerste kamer aangenomen. Het Nieuws van den dag overweegt de voor-ennadeelen aan de positie van een klein land verbonden, dat bij de groote natiën zeer weinig van die eigenaardige achting en invloed kan opwekken, die het getal der soldaten en pautscrschepen en de volbrachte „wonderen" van achter laders en getrokken kanonnen kunnen doen ontstaan. Zulke landen als wij worden ter nainvernood medegeteld; de groote natiën hebben onze bandteekening niet noo dig op hunne protocollen, en wanneer wij een bescheiden woordje willen meespreken, zooals indertijd ten gunste van het getrapte Polen bij Rusland, of onze bemiddeling aanbieden, zooals in zekere ruzie in de hoogere kringen door een onzer staatslieden is geschied, dan zetten prins Gortschakoff en graaf Otto von Bismarck Schönhausen oogen op als de leeuw die een petitionneerend muisje aan zijn voet ontdekt. Dergelijke ondervindingen zijn wel niet aangenaam, vooral niet bij de herinnering aan de glorierijke tijden waarin het zoo geheel anders was, maar daartegenover staan echter ook voordeden, die wij niet mogen voorbj- zien, en waarin het besef onzer kleinheid meer dan ver goeding vindt. Het Nieuws van den dag noemt het zelfs een zegen, dat wij geen groote mogendheid zijn. „Welk een zegen, zegt het, dat de welvaarten voorspoed van België of Beieren ons geluk niet behoeven tevergallen en dat wij niet gehouden zijn om den waan te koesteren; alsof onze grootheid van anderer minderheid afhangen zou. Welk een zegen, dat wij geen leger hebben, op onzen rang van eerste of groote mogendheid overmoe dig, twistziek en vechtlustig, zijn krijgsgeschreeuw ten onrechte voor de volksstem uitgevende, zeer gehoor zaam en trouw, maar nu en dan toch naar de oogen te zien En zoo wij onzes ondanks in het strijdgewoel mochten- worden gesleept en onze zonen op vele slagvelden moes ten vallen, ja zelfs onze onafhankelijkheid ten gronde gaan, dan zal het, volgens genoemd blad, een zegen zijn dat wij die jammer niet te wijten zullen hebben aan roekelooze ijdelbeid, onmenscbelijke verachting van bet menscbenleven, aan volksbarbaarscliheid en vorsten-- grillen. Eeuocmiiigen en Besluiten. polderbesturen. Benoemd tot gezworen van den Jo hanna- en van den Suzanuapolder, H. A. Dierikx tot gezworen van den Maagspolder, J. Bloktot gezworen van den polder de Brcede watering bewesten Yerseke, H. van Koeveringe; tot dijkgraaf van den Oostpolder (Krabbendijke), J. Waboke; fot beheerder van den Ema- nuelpolder, L. van Doorn. nedbklandschb adel. Erkend als te behooren tot den Nederlandscben adel W. K. J. van Dedera, generaal-ma- joor, bevelhebber in de tweede militaire afdeeling te 's-IIertogenbosch, met het recht, zoo voor zich als voor zijne wettige, zoo mannelijke als vrouwelijke afstamme lingen, tot het voeren van de titels van baron en barones. Haiine en leger. Gisteren hebben de verschillende troepen het. kamp bij Milligen verlaten, om naar hunne korpsen terug te keeren. De officier van gezondheid 2e klasse E. M. van Lier wordt heden geplaatst op het koloniaal stoomvaartuig Argus. Dezer dagen is bij het bureau van den geneeskun digen dienst der landmacht een allerbelangrijkste en ongetwijfeld alleinuttigste arbeid tot stand gekomen. Aan de garnizoenen is namelijk toegezonden een com plete inventaris van het materieel van den geneeskun digen dienst te velde. Vroeger bestond dienaangaande hij niemand eenige zekerheid, en was niemand der offi- van gezondheid met den toestand van genoemd materieel bekend. Thans is echter elke officier van gezondheid in staat gesteld, ten volle te beoordeel en, welke hulp middelen hem te velde ten dienste staan, om zich daarnaar te regelen. Gemengde berichten. Eergisteren middag is Z. K. H. de Russische groot vorst Wladimir op het Loo door Z.M.den koning ontvan gen. Des avonds is de grootvorst naar Arnhem en van daar langs Utrecht naar Amsterdam vertrokken. De bekende Duitsche tooneelschrijver Roderich Benedix, van wiens hand ongeveer 100 blijspelen zijn ge komen, verkeert thans, op*71 jarigen leeftijd, in behoef tige omstandigheden. De Gartenlaube heeft eeneinschrij ving geopend om den auteur gedurende zijne laatste levensjaren die gemakken te verschaffen, waarop hij, met het oog op de diensten welke hij aan het Duitsche tooneel heeft bewezen, zooveel aanspraak heeft. Bij de feesten van het congres te Tilburg heeft Dinsdag bij de volksvermaken een paard van een mare chaussee zijn ruiter afgeworpen eu is in vollen ren door de menigte heengehold, waarvoor vier a vijf personen erg gekwetst zijn. j Zekere B. van der Kan, zich noemende éïèce van het blinden-iustitiint te Amsterdam; eu voorzien van aanbevelingen 'van eenige geachte predikanten, zou Dinsdag avond in de Groote kerk te Ti el een orgel con cert geven, eu door vele intcekenaars was de entréepijjs a 50 cents vooruitbetaald. De virtuoos was echter met de noorderzon vertrokken en zij die het orgel concert wensehten bij te wonen, vonden op den vustgestelden tijd de kerkdeur gesloten. (Nteuiks v. d. dag.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1