MÏDDELBURGSCHE COURANT. N°- 164. 1870. Woensdag 13 Juli. Middelburg 12 Juli. Art. 101 van de kieswet bepaalt dat de verkiezing ter vervulling der plaatsen die in de tweede kamfrr^door ontslag openvallen, binnen dertig dagen na dat open vallen moet geschieden. Nu heeft de heer Fokker bij missive van 30 Juni zijn ontslag genomen met den dag waarop de tegenwoordige zitting der staten-generaal zal worden gesloten. De dag dei- verkiezing kan dus niet wel worden vastgesteld voordat het koninklijk besluit tot sluiting dezer zitting in de Staats courant zal zijn opgenomen. Wij^bl^ven dus waar schijnlijk omtrent de vaststelling van dienftag hogeeni- gen tijd in het onzekere. Neemt men echter in aanmer king dat de vergadering gewoonlijk omstreeks half Sep tember wordt gesloten, dan is het duidelijk dat inen nog ruim tijd heeft om zich op het doen eener goede keuze voor te bereiden.Deredenen waarom wij den tegenwoordigen commies griffier der tweede kamer, mr. J. P. R. Tak, op wien wij reeds eenigen tijd geleden de aandacht hebben gevestigd, bij uitnemendheid geschikt achten om den beer Fokker te vervangen, zullen wij ter geschikter tijd breedvoerig bespreken. Intusschen houdt men zich in onderscheidene deelen dezer provincie ook met andere verkiezingen bezig, of zal men er zich weldra mede moeten bezighouden. Yoor een lid van de provinciale staten ter vervanging van den heer F. L. Benteijn heeft heden de stemming plaats in de gemeenten van het kiesdistrict Slnis. Voorts moeten, ingevolge het reglement-van den pol der Walcheren, onlangs door de provinciale staten van Zeeland vastgesteld, achttien commissarissen voor het bestuur van dien polder gekozen worden, waartoe te Middelburg den 2pa, te Meliskerke den 22«« en te Seroos- kerke den 23e" dezer door de stemgerechtigde ingelanden zal moeten gestemd worden. Eindelijk doet de benoeming van den heer van Deinse tot lid van gedeputeerde staten, in den gemeenteraad van Middelburg waar reeds een vacture bestond, tengevolge van het overlijden van den heer Magielse een tweede vacature ontstaan. In deze vacature behoeft volgens art. 8 der gemeentewet eerst binnen zes maanden na het openvallen der plaatsen voorzien te worden. Het is echter te verwachten dat burgemeester en wethouders, die den dag der verkiezing moeten vaststellen, deu uitersten termijn niet zullen afwachten, maar integendeel zullen zorgen dat de gemeenteraad zoo spoedig mogelijk voltallig zij. De eerste kamer heeft gisteren, onder tijdelijk voorzit terschap van den heer Cost Jordens, eene zitting gehou den, waarin mededeeling is gedaan van een aantal regeeringsstukken en door de tweede kamer aangenomen wetsontwerpen,alsmede onderscheidene adressen vöor en tegen de afschaffing van de doodstraf. De wetsontwerpen zijn naar de afdeelingen verzonden. In het Weekblad van het recht van jl. Donderdag maakte X de volgende opmerking. „De installatie van den nieuwbenoemden procureur- generaal bij het hef van appel te Brussel, heeft dezer dagen zonder de daarbij gebruikelijke aanspraken plaats gehad en ieder zal wel den tact waardeeren, waarvan de Belgische magistratuur ten deze heett blijk gegeven. „Maar bestond er voor dit stilzwijgen een bepaalde reden, was het derhalve eene uitzondering, toch blijkt er in het algemeen uit, dat het aan het prestige der magi stratuur geen nadeel doet, al worden dejudicieele toasten achterwege gelaten, die men daar, evenals bij ons, op de zoogenaamd plechtige zittingen, steeds hoort uitbrengen. „Werd nu dergelijke oratoriebij ons nog bij het regle ment voorgeschreven, men zou er in kunnen berusten, in vertrouwen, dat eene dergelijke bepaling toch einde lijk zou worden ingetrokken, maar het reglement zwijgt hiervan, en de woorden plechtige zitting, in art. 4, al. 2, vermeld, kunnen, in tegenstelling, met de eerste alinea, anders of verder beteekenen, dan eene buitengewone ter installatie bestemde zitting. „Het is dus niets anders dan een ingeslopen gebruik, om, ter gelegenheid der installatie van sommige rechter lijke ambtenaren (b. v. wel bij die van substituut-griffier, maar komt het bij het zooveel gewichtiger ambt van kan tonrechter weer per se niet te pas?) eenige groote woorden en beloften ten beste te geveneen gebruik waarschijnlijk daaruit ontstaan, dat bij deze of gene gele genheid het spreken eens gewenscht is geweest, of in alle gevalle raison d'etre heeft gehad, en men dienten gevolge heeft gemeend, dat dit nu ook overal en ten allen tijde hetzelfde effect zou sorteeren. „Alzoo worden nu telkens, ja, bij eene groote mutatie in een college, herhaaldelijk achter elkander, de meest opge schroefde betuigingen van vriendschap, .bekwaamheid, zijn best doen en welwillendheid, zoo tot vervelens toe in de plechtige zittingen gedebiteerd, dat men al een zeer zonderling begrip aan het woord„plechtig" moet hechten, om op deze wijze eenige stichting te verwachten. „Het ware in allen ernst te wenschen,dat de presidenten en leden van het openbaar ministerie bij de colleges, zich tot vasten regel stelden (uitzonderingen in buitengewone gevallen natuurlijk daargelaten) bij de installatiën geene proeven van welsprekendheid, hetzij van het papier, hetzij zoogenaamd,voor de vuist, meer af te leggen;geeu nieuw be noemde zon zich dan in het vervolg verongelijkt kunnen rekenen, en de rechterlijke macht zou op deze wijze zich niet meer, door een bij frequentie onzinnig en in wezen toch niets beteekeneud gebrtiik, van eene in waarheid belachelijke zijde behoeven te vertoonen." Renoemingen en besluiten. TELEGRAFuiE. Op verzoek eervol uit '8 lands dienst ontslagen de telegrafist 3C kh\s9e jonkheer A. J. B. H. Nahuys, met ingang van 1 Augustus a. leger. Benoemd bij het wapen der infanterie, tot le» luitenant (naar ouderdom van rang), de 2C luitenant H. van Herwerden, van het wapen, thans op nonactivi teit; bij bet le regiment de 2C luitenant H. A. Brocx, van bet 6e regiment; bij het 2C regiment, de 2C luitenants G. C. Arntzenius en F. L. J. Battaerd, van het korps; bij bet 3e regiment, de 2C luitenant F. B. A. Carré, van het korps; bij het 4« regiment, de 2c luitenants A. D. Petter, van het 6C regiment, benevens J.Hamming en J. II. Alma, van het korps; en bij het 8C regiment, de 2e luitenant W. E. Klapp, van het korps. Benoemd bij het personeel der militaire administratie, tot Ie" luitenant-kwartiermeester (naar ouderdom van rang) bij het regiment grenadiers en jagers, de 2e luite nant-kwartiermeester J. C. Vaupel Kleyn, van het le regiment infanterie, gedetacheerd bij het koloniaal werf depot. Benoemd tot Zr. Ms. ordonnance-officier, de D luite nant S. M. 8. de Ilanitz, van den staf' der infanterie, werkzaam bij de normaal schietschool. Onderwijs. Men schrijft uit's-Gravenhage aan het Leidsch dag blad, dat bet plan zou bestaan om het examen A voor de Indische ambtenaren af te schaffen. Kerknieuws. Beroepen tot predikant bij de Nederduitsche her vormde gemeente te Koudekerkede heer F. 0. Magendans, thans te Baambrugge. Onder de leden van bette Rome vergaderd concilie gaat een poslulalum ter onderteekening rond van den volgenden inhoud„Het is niemand onbekend, dat de H. Jozef door de bijzondere voorzienigheid Gods over alle overige stervelingen uitverkoren is geworden om de cchtgeuoot te zijn der maagd, moeder Gods, en de vader vau het vleesch geworden woord, niet naar het vleesch, maar door de liefde, door aanneming en door het huwelijksrecht. Wij zien dan ook, dat hij niet slechts op verscheidene plaatsen in de H. evangeliën de vader van Christus genoemd en hem door de H. maagd zelve die naam gegeven wordt, maar wij lezen, dat onze heer Jezus Christus zelf, gedurende zijne omwandeling in het vleesch, zich verwaardigde, hem de onderdanighei te bewijzen, die men aan een vader verschuldigd is. De ondergeteekende bisschoppen, dit aandach- tiglijk in aanmerking nemende, en te gelijkertijd over wegende, dat sedert lang in de geheele wereld eene vurige begeerte bestaat om op eene rechtmatige wijze de openlijke vereering van den H. Jozef te zien toene men, richten met biddenden aandrang bet verzoek tot het H. Oecumenisch concilie, dat het zich, door het levendig verlangen van zoovelen, late bewegen, van zijn gezag gebruik te maken om plechtiglijk tegelasten: 1®. dat, daar de H. Jozef, in zijne hoedanigheid van vader van Christus, zoo ver boven alle creaturen geplaatst is, dat hem een naam is gegeven, veel uitnemender dan die van anderen, de congregatie van den H. Ritus hem voortaan in de catholieke kerk en in de heilige liturgie eene hoogere vereering toekenne dan aan al de overige heiligen, de gelukzalige moeder Gods alleen uitgezon derd, wordt toegebracht; 2°. dat dezelfde II. Jozef, aan wieft weleer de hoede van het heilige gezin werd toe vertrouwd, na de H. maagd tot eerste bescherm-heilige der algemeene kerk worde verklaard." Dit adres droeg Woensdag (gelijk door een te Rome gevestigd correspondent der Parjsche Univers gemeld wordt) reeds 153 onderteekeningen zoowel van cardi- nalen, patriarchen en primaten, als van aartsbisschoppen en bisschoppen uit alle lauden, o. a. die van Donnet en van Cullen. Mat ine en leger. De luitenant ter zee 2« klasse jonkheer S. F.T. de Vaynes van Brakell, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Iudië, en van daar den 16*" dezer in Nederland teruggekeerd, wordt met dien datum op nonactiviteit gesteld. VandeöOadspiranten die tot eene dienstverbintenis bij het instrnctiebataljon te Kampen waren opgeroepen, zijn 41 opgekomen. Van deze zijn 4 om verschillende redenen afgekeurd, zoodat 37 zijn ingelijfd. Tegen het laatst der volgende maand verwacht men weder eene oproeping. Rechtzaken. Het provinciaal gerechtshof in Zeeland heeft gisteren de volgende arresten uitgesproken. Jan Slabbekoorn, winkelier, wonende laatstelijk te Yerseke, thans voorvluehtig; Helena Remijnse, vrouw van J. Slabbekoorn, wonende te Yerseke; AdriaanNagel- kerke, wonende te Yerseke; Cornelia van Hoven, vrouw van Domiuicus Nagelkerke, wonende te Kloetinge; en Marinus Leijs, wonende te Kloetinge, waren beklaagd ter zake als zou de eerste beklaagde opeigen aangifte bij vonnis der arrondissements rechtbank te Goes, dd°. 26 October 1869, zijn verklaard te zijn in staat van faillis sement en bj het opmaken van den inventaris zijner goederen bepaald hebben opgegeven geen goederen te hebben achtergehouden; als zou bj in 1868 en 1869 een aantal tot zijn boedel beboorende goederen, tot een ge zamenlijk bedrag van f 121.50, hebben verpand in de bank van leening te Goes, welke tijdens zijne faillietver klaring nog niet waren gelost; als zou hij eenige dagen vóór en ook na zijn faillissement bij zjne schoonmoeder, de vierde beklaagde, hebben gebracht een later teruggeno men zilveren horloge, alsmede 3 zakken met winkelgoe deren, eene doos met petten en eenige andere góederen, welke hij in den nacht van 18 op 19 Januari dezes jaars van daar heimelijk heeft weggehaald, met behulp van den vijfden beklaagde en met diens voorweten en toestemming in diens woning overgebracht en geborgen; als zoude hij daags vóór zijne faillietverklaring hebben gebracht en 'geborgen in de woning van den derden beklaagde een zak met verschillende goederen; als zou hij in December 1869 aan de tweede beklaagde, zijne huisvrouw, hebben ter hand gesteld een zilveren horloge, waarvan het bezit was verzwegen bij de inventarisatie zijns boedels, en als zou die tweede beklaagde, bekend met deu staat van fail lissement, waarin de eerste beklaagde verkeerde, het ten eigen bate hebben verkocht op 15 December 1869, bij den horlogemaker de Wijs, te Goes, voor f 3.50; als

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1