aanleiding van het laatst door den vorigen spreker aan
gevoerde, dat hij, een uur geleden sprekende over het
verschil in waterstand met betrekking tot de steigers,
niet gewaagd heeft van 4 maar van 3 meter, en hij dit
niet wil veranderd zien. Iets anders is het echter als
men het werkelijk gesprokene en juist opgenomene in
het verslag verandert.
De heer van der Bilt wil de denkbeelden die tegen
het voorstel van gedeputeerde staten zijn aangevoerd
niet sterk bestrijden maar alleen de redenen uiteenzet
ten waarom gedeputeerde staten dit voorstel hebben
gedaan. Ook bij hen heeft het financieel bezwaar ge
wogen, en zij zijn geschrikt van het cijfer van f1200.
Maar in der tijd heeft deze vergadering zelve verlangd
een verslag waarin de leden het door hen gesprokene
konden nazien en veranderen. Zoodanig verslag is hier
gedurende eenigen tijd uitgegeven. Hij erkent dat dit
buiten de vergadering weinig gelezen werd, maar de
vergadering had de uitgave bepaald. In de vorige zomer
vergadering is aan gedeputeerde staten opgedragen een
onderzoek te deen naar de mogelijkheid van een steno-
graphisch verslag. Dit levert echter moeilijkheden op
en is te kostbaar. Toen hebben zij met De gebroeders
Abrahams gesproken, die zich bereid verklaarden eene
proef te nemen met de uitgave van een afzonderlijk
verslag, en dit ook in de jongste najaars- en buitenge
wone vergaderingen der staten hebben gedaan. Thans
moesten gedeputeerde staten een voorstel doen. Zij had
den daarbij deze keuzeóf de notulen evenals vroeger
samen te stellen en afzien van het afzonderlijk verslag, óf
de notulen beperken en een afzonderlijk verslag te doen
uitgeven. De som voor zoodanig verslag heeft, spreker her
haalt het, bij gedeputeerde staten zwaar gewogen, en
terecht, want het cijfer is hoog. Zelfs de spreker uit
Goes heeft daarop gewezen. Gelukkig dat in het voor
stel het woord „hoogstens" staat. Maar de vraag is, of
uitgebreide notulen goedkooper zouden zijn, hetgeen
te betwijfelen valt, want de ondervinding heeft geleerd
dat dan voor die notulen een speciaal ambtenaar moet
aangesteld worden. Gaarne brengt hij hulde aan den
ambtenaar die bij de jongste buitengewone zitting, toen
hij (spreker) als tijdelijk griffier werkzaam was, naast
hem was gezeten en zijne taak veel vergemakkelijkt
heeft, maar bij moet verklaren dat zoodanig werk voor
éen mensch eenige vergaderingen achtereen schier niet
is vol te houden. Die notulen nu moeten volgens het
reglement van orde in iedere volgende vergadering ge
lezen worden, en daardoor wordt ook het houden van
avondvergaderingen belet. Daarom hebben gedeputeerde
staten een voorstel gedaan, waardoor aan het verlangen
der vergadering wordt tegemoet gekomen.
De heer de Jonge van Ellemeet verklaart dat al het
gesprokene niet alleen zijne overtuiging niet wankelen
doet, maar die zelfs bevestigt. Juist den aangegeven mid
delweg wensebt hij te volgen het is een feit dat men
daarbij niet streeft naar het onbereikbare, want het be
wijs is geleverd, dat,als de griffier wordt ter zijde gestaan
door een buitengewoon ambtenaar der griffie, men notu
len kan verwachten die billijke wenschen bevredigen.
Kent men zoodanigen ambtenaar f 600toe,d.i. ƒ300 voor
iedere zitting der staten, dan acht hij dit voldoende voor
drie, vier ot vijt dagen die iedere zitting in den regel
duurt. Ilij eindigt met den wensch dat beide voorstellen
van gedeputeerde- staten worden verworpen, en in de
volgende najaarsvergadering door gedeputeerde staten
een voorstel worde gedaan tot wijziging van het regle
ment van orde.
De heer F. van Deinse releveert dat de heer Verhagen
gezegd heeft dat hij zich heeft verheugd dat in de afdec-
lingeD slechts twee leden zich tegen het voorstel hebben
verklaard. Het spijt spreker daarom thans dubbel, dat
familieomstandigheden hem belet hebben in de afdeelin-
geu de behandeling van dit onderwerp bij te wonen. Ook
hij gevoelt behoefte om te verklaren dat hij geheel in
stemt met de motieven der heeren de Jonge van Ellemeet
en Vader. Ook hij is volkomen overtuigd dat de uitvoe
rige bijzondere notulen van de Middelburgsche courant
het gesprokene niet wedergeven. Weinig moeite zou het
hem kosten, bij eeue vergelijking van het verslag in de
Middelburgsche courant en het afzonderlijk verslag, het
verschil aan te loonen. Voor het nazien der drukproeveu
zijn slechts 24 uren beschikbaar gesteld, en van den heer
de Jonge van Ellemeet heeft men geboord hoe veel
moeite de correctie oplevert Hij zal dus tegen het voor
stel stemmen.
De heer van Eek wenscht ditmaal zoo bijzonder dui
delijk te spreken dat het onmogelijk is om bijvoorbeeld
voor Willem Willemstad en voor Klaas Klundert te
verstaan. En, hoe vreemd dat schijne, nog erger zou het
zijn als het verslag der jongste zitting hem niet ter
verbetering ware toegezonden. Het verheugt hem dat de
Middelburgsche courant, die vroeger verschijnt dan het
afzonderlijk verslag, de gelegenheid opent om zich reeds
vooraf op deze of gene misstelling voor te bereiden, die
anders wellicht, de aandacht zou kunnen ontgaan. Hij is
hier gekomen met het plan te trachten datgene te ver
krijgen wat hij verlangde, en hij heeft gevraagd of niet
iets in eigen huishouding zou aanwezig zijn wat men nu
door hulp van vreemden zoekt. Daarop is evenwel ge>
antwoord, dat de financieele toestand der provincie dit
niet gedoogt. Om die reden is hij er voor dat eenigen tijd
met de genomene proef worde voortgegaan.
De heer Snonck Hurgronje vereenigt zich over het
algemeen met de gemaakte bezwaren tegen het voorstel.
Ook hij vindt de zaak nog gebrekkig, doch vreest tevens
dat het niet gemakkelijk zal zijn iets volmaakt te ver
krijgen, en hij zou het betreuren indien men de gelegen
heid moest missen om in een uitvoerig verslag het
gesprokene na te slaan. Daarom is bij vóór het voorstel.
Zijn grootste grief is deze, dat het afzonderlijk verslag
niet gelezen wordt, omdat vooraf in de courant een
verslag voorkomt dat wel gelezen wordt. Dat verslag
in de courant is gebrekkig, doch dat kan niet anders, en
men moet daarvan geen grief tegen de verslaggevers
maken. Maar hij geeft in overweging, om bij het aangaan
eener overeenkomst de uitgevers der Middelburgsche
courant uit te noodigen, het gesprokene in de courant
minder uitvoerig op te nemen, opdat de belangstellende
lezers zich dan niet met het gebrekkige zouden te
behelpen, maar later het verbeterd verslag zouden lezen.
De heer J. L. de Jonge zegt dat, als hij het wel be
grijpt, men in 't algemeen de notulen niet verlangt te
beperken, en hij kan zich hiermede vereenigen. .Maar
hij moet wijzen op de practijk der zaak. De heer Vader
heeft gezegd dat bij het lezen der notulen gelegenheid
tot rectificatie bestaat, maar de practijk leert dat dit
weinig beteekent. Dikwijls is bet gebeurd en gebeurt
het nog, dat het gaat als bij een scène voor en achter de
coulissen, waar men vóór de coulissen zegt: wat is dat
mooi! om naderhand zijn oordeel weder te wijzigen. Het
geopperde bezwaar omtrent de in een verslag te maken
wijzigingen bestaat zijns inziens niet, en het daarvoor
aangevoerde argument noemt hij niet pvactisch. Bij het
gezegde omtrent het gebrekkige van het ve rslag legt
hij zich overigens neer.
De heer Verhagen merkt op dat de heer Snouck Hur
gronje een wensch heeft uitgesproken die ook in de
afdeelingen is geuit en in het algemeen verslag is opge
nomen. Dat lid beeft er op gewezen dat de kennisneming
van het uitvoerig verbeterd verslag belemmerd wordt
door het verslag in de courant. Spreker vereenigt zich
met den wensch, om met de uitgevers der Middelburg
sche courant in overleg te treden ten aanzien eener be
perking van dat verslag tot na de uitgave van het ge
rectificeerde afzonderlijk verslag. Het toeval heeft hem
in de gelegenheid gesteld hierover reeds met de uitge
vers te spreken, die hem hebben verklaard dat dit letter
lijk onmogelijk was, omdat, wat de verslaggevers nu
schrijven reeds heden avond gedrukt wordt, en daar
op in druk aan de leden ter rectificatie toegezonden
wordt. Spreker verzekert dus den heer de Jonge van
Ellemeet, naar aanleiding van het door dezen aange
voerde omtrent den tijd dien hy noodig heeft gehad tot
rectificatie, dat al dat „abrakadabra" dan ook in de
courant heeft gestaan. De uitgevers der Middelburgsche
courant hebben hem te kennen gegeven, dat zij, indien
in de courant een afzonderlijk beknopter verslag werd
geplaatst, zij dit dan niet voor dezelfde som zouden kun
nen doen, aangezien zij dan nog een persoon meer zou
den moeten aanstellen.
Er is echter meer, zegt spreker. Men wijst op de
voorgestelde 1200, maar men ziet daarbij over 't hoofd
de vroegere kosten der provinciale griffie, die men i
eerst van die som behoort af te trekken. Neemt men I
nu een ambtenaar voor de notulen, dan wijst hij op de
practijk: het bezwaarlijke om by het hooren lezen der
notulen dadelijk voor begane onnauwkeurigheden een
nieuwe redactie aan te geven. Hij acht overigens den tijd
nabij dat een artikel dat thans nog duur is goedkooper
zal worden. Er is eene school voor stenographie geopend,
en binnen weinige jaren zal men stenographen kunnen be
komen. Daarom wil hij het contract voor niet langer dan
tot 1871 aangaan, terwijl anderen dit willen doen met
recht van opzeg op zes maanden.
De beraadslaging wordt alsnu gesloten, en het voorstel
tot bet aangaan van een contract voor de uitgifte van
een afzonderlijk verslag in stemming gebracht en aan
genomen met 32 tegen 6 stemmen. Tegen stemden de
heeren de Jonge van Ellemeet, Snijder, Vader, Vis, F. van
Deinse en Kroon.
Daarna is aan de orde het eerste voorstel van gedepu
teerde staten tot het inkrimpen van den inhoud der
notulen van het verhandelde in de vergaderingen der
staten.
Hierover wordt geen beraadslaging gevoerd. Het is
met 34 tegen 4stemmen aangenomen. Tegen stemden
de heeren de Jonge van Ellemeet, Snijder, Vader en
F. van Deinse.
Vervolgens komt in behandeling bet voorstel van ge
deputeerde staten tot wijziging der provinciale begroo
ting voor den dienst van 1870 en het hieromtrent uitge
bracht verslag der afdeelingen. (Zie het verslag der
vorige zitting).
De voorzitter deelt mede dat het algemeen verslag van
gedeputeerde staten geen aanleiding heeft gegeven tot
wijziging van hun voorstel.
De heer van der Bilt stelt, naar aanleiding van de ge
nomen besluiten, eenige wijzigingen in de cijfers der
begrooting voor, te weten: hoofdst. Vart.2 der uitgaven:
„kosten van drukwerk" van 2700 te brengen op ƒ2400)
en een nieuw art. 3 op te nemen„kosten van het ver
slag van het verhandelde in de vergaderingen der staten
ƒ1200", en den post voor onvoorzien te verminderen
met ƒ900.
De heer de Jonge van Ellemeet voert het woord, niet
om te spreken over het voorstel tot wijziging der begroo
ting, maar om terug te komen op een sinds lang han
gende zaak, waarop hij reeds meermalen heeft gewezen.
IIy leest een uittreksel uit de notulen voor, betreffende
hetgeen hij in der tijd heeft gesproken, dat namelijk een
einde moest worden gemaakt aan de moeilijkheden die
gedeputeerde staten ondervinden ten opzichte van de
aanbesteding van fcet maken van een nieuwe aanlegplaats
voor de veerschuiten, ten dienste van passagiers
en vee, en van eeu vliedberg in de nabijheid van den
steiger te Cortgene. Hij wil de vergadering niet ophou
den met eene herinnering van hetgeen in de jaren 1863,
'64 en '65 is verricht, maar vraagt nu, in 1870, alleen:
of er geen reden bestaat om te verwachten dat die
moeilijkheden eindelijk zullen ophouden.
De heer van der Bilt antwoordt dat de bedoelde be
zwaren zijn opgeheven en de aanbesteding in den loop
dezer maand zal plaats hebben.
De heer de Jonge van Ellemeet betuigt zijn dank voor
de ontvangen inlichting, die voor hem voldoende is. De
door hem dezer dagen ingewonnen berichten, die hij ook
van naar hij meende bevoegde zijde had, luidden anders.
Het voorstel van gedeputeerdJ. staten wordt in stem
ming gebracht eu met algemeene stemmen aange
nomen.
De zitting wordt voor eeu kwartier uurs geschorst.
De werkzaamheden hervat zijnde, gaat de vergadering
over tot de benoeming van een lid van gedeputeerde
staten.
Op verzoek van den voorzitter bestaat het stembureau
uit dezelfde heeren als gisteren: Blaaubeen, llenneqnin,
Droukers en Wagtho.
De uitslag der stemming isdat zijn ingekomen 38
stembriefjes, overeenkomende met het aantal aanwezige
leden, en dat hebben verkregende heeren H. J. van
Deinse en O. Verhagen ieder 12, H. P. Winkelman 4,
mr. J. Snijder 3 stemmen,'en mr. W. C. M. de Jonge van
Ellemeet, mr. N. J. C. Snouck Hurgronje en mr. G. Moo-
lenburgh ieder 1 stem, terwijl vier oningevulde biljetten
zijn ingeleverd.
Daar alzoo door niemand de volstrekte meerderheid is
verkregen, gaat de vergadering tot een tweede vrije
stemming over,waarbij weer 38 briefjes, overeenkomende
met het aantal leden, zijn ingekomen alsnu zijn uitge
bracht op de heeren H. J. van Deinse 16,0. Verhagen 15,
H. P. Winkelman 4 stemmen en ra»-. W. O. M. de Jonge
van Ellemeet 1 stem, zijnde twee oningevulde briefjes
ingeleverd.
Wederom geen volstrekte meerderheid verkregen
zijnde, wordt tot eene herstemming overgegaan tusschen
de heeren H. J. van Deinse en O. Verhagen, die zich ge
durende de stemming verwijderen. Het aantal ingeko
men stembriefjes is 36, gelijk aan dat der tegenwoordige
leden. De heer H. J. van Deinse verkrijgt 17 en de heer
O. Verhagen 16 stemmen, terwijl 3 oningevulde briefjes
zijn ingekomen.
De heer H. J. van Deinse, alzoo met volstrekte meer
derheid van stemmen gekozen zijnde, wordt tot lid van
gedeputeerde staten geproclameerd; en daar die heer
zich ter vergadering bevindt wordt hem door den voor
zitter gevraagd of hij bereid is zich deze benoeming te
laten welgevallen.
De heer van Deinse, verklaart zich zeer vereerd te ge
voelen door de op hem uitgebrachte keuze en dankt de
vergadering voor het bewijs van vertrouwen hem daar
door geschonken. De welwillende, ja zelfs vriendschappe
lijke bejegening die hij steeds van de leden van de staten
en van den voorzitter heeft ondervonden, niet alleen in
zijne betrekking als lid van de provinciale staten maar
ook in zoo menige andere maatschappelijke betrekking,