„De ter Burgen zijn meer portretten dan wel tableau
de genre te noemen, en den meester waardig vooral door
onnavolgbaar fijnen toon, terwijl de Gerard Dou, een j
portret van hemzelven, zittende aan een raam, rustig
zijn pijpje te rooken, onwillekenrig boeit door fijnheid,
lichteffect en hooge natuurlijkheid.
„Van Mieris, A. de Vois, N. Maes, wie zal ik het eerst
noemen. Voorzeker, wie van warme tinten, kracbtig-
Rembrandtieke behandeling houdt, hij zal aan het oude
spinstertje van Maes de voorkeur geven, doch de paneel
tjes der beide andere artistes, die elkander in opvatting
vrij sterk naderen, maken groote aanspraak op waardee
ring. Beiden stellen een jonge vrouw voor. Waar de
eene echter, misschien wat sentimenteel, op een doods
hoofd wijst, terwijl een bellenblazend kind en de ern
stige uitdrukking van het gelaat der vrouw ons schijnen
aan te duiden, dat een memento mori is bedoeld, vindt men
hij de andere, die van een schaal met vruchten iets aan
biedt aan een papegaai, slechts levenslust wedergegeven.
Vooral het laatstgenoemde, van do Vois, is verwonderlijk
fraai behandeld zoowel wat de figuur als de onderdeelen
betreft. Ook een kermis van üusart is werkelijk voor
treffelijk. Voeg daarbij nog de ^«reschilderijen van H. M.
Sorgh en Th. Wijck, meesters vau mindere bekendheid,
doch, blijkens deze stalen, van zeer groot talent, en voor
zeker, men zal moeten erkennen dat het tableaux de genre
zeer veel merkwaardigs aanbiedt.
„Doch daarmede zijn wij, wat de figuurschilders betreft,
nog lang niet aan een einde. Zoo is het levensgroote
kniebeeld van den nar van Frans Hals, vol frischheid en
geest, dat groot talent volkomen waardig. Zoo zijn zoo
wel Wouwerman als Lingelbach uitmuntend vertegen
woordigd beide door een versierd kamp met ruiters en
militairen. Een zelfde sujet door twee meesters en
evenwel hoe verschillend van opvatting Zoo is er van
Asselijn, bijgenaamd Crabbetje, een fiksch geschilderd
ruitergevecht, en, wanneer wij meer het landschap nade
ren, dan mag men er op wijzen, hoe gelukkig verscheiden
oude meesters het landschap met het genre wisten te
Yereenigen, adres aan het recht zonnige, meesterlijke
schilderijtje van K. du Jardinaan het laantje van
Hackaert, gestoffeerd door Lingelbach, weinig minder
fraai dan het andere, in het museum zich bevindende,
zoo beroemde, en door van de Velde gestoffeerde laantje
van Hackaert. Ook Romein en Pijnacker mogen niet
vergeten worden.
„En nu het landschap. Alweder gevraagd, aan wie
onzer oude meesters denkt men het eerst? Immers aan
Hobbema, aan Ruisdael, aan Both, aan Cuijp. Welnu, de
Hobbema, een watermolen in een bosch, is een zeldzaam
doek van groote kunstwaarde, wellicht niet minder dien
vorst der landschapschilders in al zijne eigenschappen
karakteriseerende, als de beroemde schilderij in het
museum van der Hoop. Van J. Ruisdael zijn er drie
doeken, allen meesterlijk en in karakter zeer onder
scheiden. Een vergezicht, een bosch en een winter-
gezicht. Vooral het boschgezicht is een juweel. Het
Italiaancche landschap van J. en A. Both is een kapitaal
stuk, vol poëzie, terwijl ook het landschap van Cuijp een
groot doek is, waarin fraaie partijen, ofschoon het geheel
mij minder aantrekt. Reken bij dat alles nog een kapi
taal landschap van den weelderigen Berghem, prachtig
gestoffeerd met beeldende figuren door J. van den
Haagen.
„Als zeer verdienstelijk werk van minder bekende
meesters in het landschapgenrc noem ik nog een land
schap met vee van van den Berge, een boschgezicht van
I. van Kessel, een groot vergezicht van van Goijen, de
gelukkige navolger van Hobbema, terwijl er eindelijk
nog een klein landschapje van minder beteekenis is van
den terecht zoo beroemden A. van de Velde. Van diens
broederW. van deVeldc, de waterschilder, en van Berk-
heijde, de stadsgezichtschilder, is er ook goed werk te
vinden.
„Het mag niet ontkend worden, dat Amsterdam steeds
rijker wordt aan prachtige publieke kunstverzamelingen.
Het Trippenhuis genaamd het Rijks-museum waar vele
zeer kostbare stukken behooren aan de stad bevat
alleen zoowel in olieverf als in prent, een nog te weinig
gewaardeerden schat van zeldzame kunst. Reken daarbij
het museum ran der Hoop, en een groot aantal meester
stukken op het stadhuis en in andere publieke gebouwen,
om nu van het museum Fodor, hetgeen altijd op zichzelf
zal moeten blijven en ook een geheel eigenaardig karak
ter bezit, niet te gewagen. De middelen zijn dus voor
handen om een echt Ncderlar.dsch museum tot stand te
brengen, dat door volledigheid op ons eigen terrein, eenig
in zijne soort zou mogen worden genoemd. Daartoe zou
echter een gebouw noodig zijn, waardig om zoovele
schatten te bevatten. Hoe vele jaren zijn wij daarmede
niet bezig geweest! Hoe lang is het geleden dat Thor-
becke ons beloofde, mits de Amsterdammers ook blijk
gaven daaraan te willen medewerken, het te zullen tot
stand brengen. Waarlijk, aan de hoofdstad heeft het niet
gelegen! Voortvarende en kuappo mannen hebben er
zich voorgespannen, en meer dan eene tonne gouds had
men aau toezeggingen van dons gratuits bijeen. Geene klei
nigheid voorzeker als men bedenkt hoezeer men onophou
delijk hier weetaan te kloppen, dau om een Nijverheidspa
leis, dan om een wandelpark, dan om een Amstelhotel,
dan om een Noordzeekanaal, de zuiver philantropische
bijdragen niet medegerekend!- Zijn wij echter in al die
jaren iets gevorderd! Misschien juist in do laatste dagen
eenigszins, doch naar mijne wijze van zien, op een geheel
verkeerden weg. Men wil namelijk ons tegenwoordig
academiegebouw, in de wandeling Oudemannenhuis ge
naamd, tot een museum verhanselen! Iets zou daarvoor
pleiten, namelijk dat men de gelegenheid heeft overal goed
licht aan te brengen. Maar, afgescheiden dat men op die
wijze nooit iets schoons zal stichten, is er eene afdoende
reden, waarom, dunkt mij, dat planten eenemale afgekeurd
moet worden. Bij een gebouw toch waarin een schat be
waard moet worden, bij verlies uiteen aestetisch oogpunt
nimmer te vergoeden, en ook, materieel gesproken, van zóo
groote waarde dat men er niet aan denken durft, uit
hoofde van het te betalen premiebedrag, het tegen brand
te verzekeren, is een allereerst vereischte dat het van
alle zijden onbelemmerd en ook niet in eene volkrijke
buurt staat. Van die zijde beschouwd, is er nauwelijk
een ongeschikter gebouw te bedenken dan dat Oude
mannenhuis
Blijkens door het departement van buitenlandsche
zaken uit Venezuela ontvangen berichten, heeft het tegen
woordig hoofd der onlangs uit Caracas verdreven regee
ring eene proclamatie uitgevaardigd, waarbij de ha
vens van la Guaira en-Porto Cabello worden geblokkeerd
verklaard.
Voor schepen komende van Curasao wórdt eene tijd
ruimte gelaten van tien dagen; vijftien voor die uit de
Antilles of Columbia; dertig voor die uit Noord-Amerika
en zestig voor die, welke uit eenige haven van Europa
komen, na welken tijd zij geacht zullen worden met
dezen maatregel bekend te zijn.
Daarbij wordt medegedeeld dat de blokkade effectiof
*zal zijn, en zal uitgevoerd worden door de oorlogschepen
dier regeering, welke Maracaibo tot zetel des bestuurs
heeft. Staats-cour
Bij koninklijk besluit van den 27e» Juni j], js de bij
besluit van 9 Februari 1867 ingestelde staatscommissie
voor de herziening der wetgeving op de eigendoms over
dracht van onroerende goederen, het hypoteekstelsel en
het notariaat, onder betuiging van 's konings bijzonderen
dank en hooge tevredenheid, ontbonden.
De minister van financiën brengt in de Staats courant
van Donderdag in herinnering dat, te rekenen van den
pn Juli aanstaande, het navolgende porttarief in wer
king treedt voor de verzending van gedrukte stukken,
alsmede van akten en andere geschrevene bescheiden
bestemd voor Groot-Britannie
1». nieuwspapieren, tijdschriften, ingebonden boeken,
verbeterde drukproeven met of zonder de kopij,plaat- en
steendrukken, geautographeerde stukken, photogra-
phiën, enz. enz., zijn onderworpen aan eene gedwongene
frankeering van twee en een halve cent, voor elke 40
grammen of gedeelte van 40 grammen
2». akten, papieren en geschrevene bescheiden in het
algemeen, niet het kenmerk van persoonlijke briefwis
seling bezittende, waaronder stukken van koophandel,
als polissen van assurantie en andere deels gedrukte,
deels geschrevene formulieren, assurantiezaken betref
fende, als voren aan eene gedwongene frankeering van
vijftien cent voor elke 40 grammen of gedeelte van 40
grammen.
Bij ontoereikende frankeering door middel van post
zegels worden de gedrukte en andere stukken boven
vermeld met een port van tweemaal het ontbrekende
bedrag belast.
Benoemingen en besluiten.
notarissen. Benoemd tot notaris in het arrondisse
ment Middelburg, ter standplaats Sluis, de heer K. F.
Koksma, candidaat-notaris, plaatsvervangend kanton
rechter en lid van den gemeenteraad aldaar.
sta ats-commissi en. Benoemd tot leden der interna
tionale commissie voor de vervaardiging van een
nieuwen standaardmeter, welke in den loop dezes jaars
te Parijs zal bijeenkomen, voor Nederland: dr. F. Kaiser,
hoogleeraar aan de hoogeschool te Leiden, en dr. F. J.
Starakart, hoogleeraar aan de Polytechnische school te
Delft, leden der koninklijke academie van wetenschap
pen en tot hunne plaatsvervangers dr. L. Cohen Stuart,
directeur der Polytechnische school te Delft en dr. J.
Bosscha jr., inspecteur van het middelbaar onderwijs
te 's-Gravenhage, leden der koninklijke academie van
wetenschappen.
rekenkamer. Benoemd tot adjunct-commie» bij de
algemeene rekenkamer II. Wins en J. T. Flücker, thans
eerste klerken bij dat college.
TELEGRAmiiE. Benoemd bij de rijks-telegraaf: tot
onderdirecteur 1^ klasse, G. J. Fruythoff en D. A. Kets,
thans onderdirecteuren 2« klassetot telegrafist le klasse,
G. P. Zalm, thans telegrafist der 2« klasse; tot tele
grafist 3e klasse, A. C. Hissink, C. W. van Bijlevelt,
J. A. Schwaauhuyser, F. II. Dangremond, H. W. van
Pesch, C. A. Spruyt, G. L. Crietee, A. C. van Heelsber-
gen, H. D. Monkhoist, F. K. C. Kahle, F. A. van Suchte-
len jr., L. de Veer, F. Allen en J. C. van der Wijk, allen
thans leerling-telegrafist.
Onderwijs.
Tot gewestelijk vertegenwoordiger voor de provincie
Zeeland bij de algemeeue vergadering van het Neder-
landsch onderwijzersgenootschap, den 20c» dezer en
volgende dagen te Kampen te houden, is afgevaardigd
de heer J. M. de Ruijter, hoofdonderwijzer te St. Lau
rens.
Kerknieuws.
De heer L. Kan de Beer, predikant bij de Neder-
duitsche hervormde gemeente te Arnemuiden, is beroe
pen tot predikant bij die gemeente te Scheveningen.
Gemengde berichten.
De beambte op het spoorwegtelcgraafkantoor op de
lijntusschen Parijs en Orleans wiens arm, zooals onze
lezers zich zullen herinneren, bij het verrichten zijner
bezigheden door den bliksem getroffen werd heeft de
door hem tegen de spoorwegmaatschappij ingestelde
procedure gewonnen. Hij ontvangt alzoo als vergoeding
voor de verlamming vanzijn rechterarm en tevens als be
looning voor het met gevaar zijus levens redden eener
passagierstrein, eene som van 3000 franken
De gezamenlijke opbrengst der teekeningen uit de
collectie van wijlen den heer L. Duppcr Wz. te Dordrecht,
dezer' dagen verkocht, is ruim f 22,000. De verkoop van
gravures enz. is eergisteren aangevangen.
In het kerkgebouw der Engelsche episcopaalsche
gemeente te Amsterdam is in den wand bij den predik
stoel een wit marmeren gedenksteen met opschrift aan
gebracht' ter eere van den onlangs overleden predikant
dier gemeente William Jamieson.
De droogte blijft te Parijs zoozeer aanhouden dat
het stedelijk bestuur gemeend heeft te moeteu waken
opdat men met matigheid gebruik zou maken van de
hoeveelheid water die aan iederen geabonneerde op de
waterleidingen verstrekt wordt. De beambten van politie
en der maatschappij, die bij het reglement gemachtigd
zijn om binnenshuis toezicht te houden op de verdeeling
van het water, hebben dientengevolge bevel gekregen
de kraan te sluiten in ieder huis waar misbruiken gecon
stateerd worden.
De Parijsche politie heeft zich wederom meester
gemaakt van een der talrijke speelholen, waartegen zij
zulk een hardnekkigen strijd voert. Op het oogenblik
dat de politie de zaal binnendrong hadden de houders
der-inrichting de voorzichtigheid alle lichten uit te
dooven. De verwarring die toen in de diepste duisternis
ontstond was onbeschrijfelijk; te midden van een gewel
dig leven hoorde men vrouwenkreten en het geraas van
gebroken glas- en aardewerk. De politie ontstak echter
spoedig licht en nam de houders en croupiers in hech
tenis.
Omtrent den brand teBeauvais, waarvan wij in een
vorig nommer melding maakten, wordt nog bericht dat
de schade ruim een millioen franken zal bedragen. Op
merking verdient dat bij het ontstaan van den brand de
toevoer van gas in de stad gestaakt werd.
Dezer dagen is den keizer der Franschen het eerste
deel van een Chineesch-Franschen dictionnaire aange
boden. De vervaardiger, de apostolische vicaris in het
hemelsche rijk Perny, is er na het overwinnen van on
gehoorde moeilijkheden in geslaagd dat reuzenwerk te
voltooien. Zonder nog de intellectueele moeilijkheden
te tellen, waren de materieele van dien aard dat zij zelfs
den moedigsten taalkundige afgeschrikt zouden heb
ben. Met eigen hand toch heeft hij de 80,000 meer of
minder samengestelde karakters der Chineesche taal
moeten gieten, en ten slotte heeft hij zelf den tekst van
het werk moeten zetten,
- Gedurende de eerste vijf maanden van dit jaar
werden te Parijs ter consumptie geslacht 1626 paarden,
leverende 325,200 kilogram vleesch, of 94,600 kilogram