aannemer Kampschreur, weggenomen beeft is schul dig verklaard aan eenvoudigen diefstal en, onder aanne ming van verzachtende omstandigheden, veroordeeld tot eene geldboete van f 8, alsmede in de kosten. Anna Jozina de Ruytere, werkvrouw te Vlissingen> was beklaagd dat zij in de maanden April en Mei jl. in dienst zijnde bij P. Christiaanse, huisvrouw van Faas, uit eene kist in die woning arglistig weggenomen en zich toegeëigend heefteen rood katoenen zakdoek, een zijden das, een flacon met zilveren stop, cn een zwart satijnen vest. De rechtbank heeft haar vrijgesproken van den diefstal van een katoenen zakdoek, als zijnde niet wettig en overtuigend bewezen; doch haar schuldig verklaard aan de overige feiten, zijnde diefstal door een loonbe diende ten nadeele van haar meester, en haar veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf en in de kosten. De in deze zaak gedagvaarde, doch niet verschenen getuige Jacob Tellier, oud 28 jaren, polderwerker te Ylissingen, is ter zake zijner niet-verschijning veroor deeld tot eene geldboete van 3. Francies Daane, oud 32 jaren, tolgaarder te Water vliet (België), is bij verstek schuldig verklaard aan de hein ten laste gelegde feiten: dat hij den 23«> Mei jl. onder de gemeente Yzeudijkc zich buiten de openbare voetpaden in het veld heeft bevonden in het bezit van wildstrikken; dat hij zich feitelijk en gewelddadig heeft verzet tegen bedienende beambten in de waarneming hunner bediening, en deze moedwillig slagen toege bracht heeft, waardoor bloedstorting is ontstaan. Hij is te dier zake veroordeeld tot een geldboete van 20 en twee maanden gevangenisstraf, alsmede in de kosten. Finautius de Smet, oud 32 jaren, zonder beroep, wonende te Eede, is schuldig verklaard aan bedelarij, op den 2C« Juni jl. te Sluis, en zulks na reeds vroeger wegens bedelarij veroordeeld te zijn geweest. Hij is tot veertien dagen gevangenisstraf en in de kosten veroordeeld, met bevel dat hij na het einde dier straf naar een bedelarrs- gesticht of werkhuis zal worden overgebracht. Theodorus Sponslé, oud 33 jaren, werkman te Oost- Souburg beklaagd dat hij den 7*n Jnni jl. in een her berg te Souburg A. Jorens moedwillig aangevallen en slagen met verwonding aan het hoofd toegebracht heeft is aan dit feit schuldig verklaard, en, onder aan neming van verzachteude omstandigheden, tot f 12 boete alsmede in de kosten veroordeeld. Dominicus Josephus Lansen, sjouwer alhier, was beklaagd dat liij den 5en Juni jl. zijn vrouws zuster Johanna van de Gazelle, huisvrouw van M. Schuilwerve, in hare woning moedwilliggeslagen en haar beleedigende woorden, als: „dief, smeerlap, h r" en dergelijke, toe gevoegd, en voorts een ijzeren ketel stuk geworpen heeft alsmede dat hij den 6cn Juni zijn zwager Schuilwerve eerst in zijne woning en later op de straat slagen toege bracht heeft, met toevoeging der woorden„smeerlap, huwelijksschenner." De beklaagde is vrijgesproken van de tegen hem ingebrachte klacht, dat hij vrouw Schuil werve zou geslagen hebben, als zijnde dit niet bewezen; doch schuldig verklaard aan de overige feiten, zijnde: het moedwillig toebrengen van slagen en stooten, zon der dat daardoor ziekte of beletsel om te werken is ont staan; het in 't openbaar uiten van smaad- en scheld woorden, welke geene tenlastlegging eener bepaalde omschreven daad, maar van een aangeduide ondeugd be helzen, en het opzettelijk toebrengen van schade aan eens anders roerend eigendom; een en ander gepleegd onder verzachtende omstandigheden. Hij is te dier zake veroordeeld tot acht dagen gevangenisstraf en vijf geld boeten, elk van /'2,50, benevens in de kosten. Willem Bekkcr, ond 14 jaren, en Jacob de Pagter, oud 16 jaren, beiden kanaalarbeiders, en Adriana van Drongelen, oud 55 jaren, allen wonende te Vlissingen, waren beklaagd: de beide eersten dat zij den 28en Maart te zaraen pn de eerste beklaagde ook op den 4fcn April jl. cenig lood hebben ontvreemd van het dak der afgesloten smederij op de marinewerf te Vlissingen, waartoe zij zich den toegang hebben verschaft door een zich in het afsluitingshck bevindend gat; en de derde beklaagde dat zij het gestolene heeft gekocht, wetende dat het door diefstal verkregen was. De derde beklaagde is bij ver stek, wegens gebrek aan bewijs, vrijgesproken; doch de beide eerste beklaagden schuldig verklaard aan diefstal op plaatsen die niet als bewoond worden aangemerkt of daarmede gelyk gesteld, gepleegd door meer dan éen persoon, en, onder aanneming van verzachtende omstan digheden, veroordeeld tot acht dagen gevangenisstraf, in eenzame opsluiting te ondergaan, alsmede in de kosten- Jacobus Montenari, oud 57jaren, koopman alhier beklaagd dat hij den 4™ Juni jl. in zijne woning zijn zwager J. van den Broeke moedwillig aangevallen en geslagen heeft is aan dit feit schuldig verklaard en, onder aanneming van verzachtende omstandigheden, veroordeeld tot eene geldboete van f16 en in de kosten Sophia Seraphina Vlaeminck, wonende te Eede beklaagd dat zij in de maand Februari jl. in den winkel van M. Nunnink te Eede ongeveer 34 meter katoen van de toonbank heeft medegenomen, welke gekocht en daar achtergelaten was door A. Herman is schuldig ver klaard aan eenvoudigen diefstal en, met aanneming van verzachtende omstandigheden, veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf, alsmede in de kosten. Gemengde Berichten. Na de verkiezingen, die trouwens nu grootendeels zijn afgeloopen, zonder dat alsnog het eindresultaat ge heel bekend is, wordt zeker geen onderwerp in Oosten- rijk's hoofdstad zoo besproken als het avontuur met de 80,000 th. der Brnnswijker loterij. De politiek verstomt, de twist tusschen de „ouden" en „jongen" is voor een oogenblik gestaakt, en alle kringen wijden hun gansche aandacht arn de behendigheid, waarmede een chevalier a'industrie zonder een duit op zak, 80,000 thai, in Oostenr. fl. betaald wist te krijgen. Ziehier cle zaak in weinige woorden: Op 23 Juni kwam een slecht gekleed jongmensch. met een onbeduidend voorkomen, in het wisselkantoor dei' heeren Sothen c°., en gaf den wensch te kennen den hoogsten prijs der Brunswijksche loten, dien hij bij zich had, te discontee- ren. De heeren aldaar bekeken het lot van alle kanten: er was niets aan te zien. liet voorstel van een onbekende, die zich als „Scholz" opgaf, werd dus aangenomen. Toe vallig zat toen in het wisselkantoor de president der Handelsbank, de heer Bachmayr.IIij deed opmerken, dat men beter zou doen het lot aan de firma Dutschka c°., vertegenwoordigers der Damstadter Bank (contractant der lotcrijleening) te overhandigen, opdat deze vóór de uitbetaling de echtheid van het stuk zou kunnen consta- teeren. De raad werd opgevolgd. Ook Dutschka c°. be keken bet lot van alle kanten en inspecteerden het tegen het licht. Het was in orde: er was niets aan te zien. De heeren zeiden dus, dat het papier echt was en gerust kon worden gedisconteerd. Het document ging van Dutsch ka c°. weer terug naar Sothen c°. Daar werd het doorboord, in een couvert gesloten en met de eerstvol gende post naar Darmstadt gezonden, opdat de Bank fin- Handel nnd Industrie aldaar (kortweg Darmstadter Bank genoemd) de heeren Sothen c°. kon crediteeren en hun het bedrag remitteeren. Gedurende den tijd, dat bet lot door de Weener straten dwaalde, om te worden geve- 1 rifieerd, bleef de jonge „Scholz" zeer bedaard in het kan- 1 toor van Sothen e<>. zitten. Tegen 1 uur kreeg het j jongemensch honger; beleefd en met gratie noodigdc lij een der kantoorklerken uit, om met hem een dejeuner a la fourchetle in een der naburigerrestauraties te nuttigen De ander liet zich dit voorstel, dat hem niet dagelijks werd gedaan, welgevallen en alzoo gebruikten zj zamen een goed stevig maaltje in het Gasthaus zur Ffeife- Scholz betaalde en gaf den kellner een kreuzer als fooi, hem lachend zeggende: „Dit is vooiloopig mijn laatste penning." Toen de kantoorklerk met zjn gastheer weer bj de heeren Sothen c°. was teruggekeerd, vond de laatste de rekening al gereed. Het lot had 80,000 thalers, uit makende lot den koers van den dag: 141,600 fl. Het escompto bedroeg 3907 fl. en 40 kr„ bovendien stemde Scholz met buitengewone edelmoedigheid er in toe aan het personeel der wisselbank 10,000 fl. te schenken als een buitenkansje. Scholz kreeg dus uitbetaald de som van 128,692 florijnen en 60 kreutzers, grootendeels in bankbiljetten der Handelsbank. De gelukkige winner stak al dat papier in zijn zak en vertrok. Den 24sten Jnni echter had de ontknooping van het drama plaats. Telegram uit Darmstadt: „Het uitbetaalde lot is valsch. De prijs van 80,000 fl. is reeds twee maan den geleden uitbetaald!" Laconiek was de depêche, zooals trouwens alle depe- ches, maar geheel juist was zij niet. Het lot zelf toch was niet valsch, het was echt.. Het cijfer der serie was ook ongeschonden, maar in het nommer der serie (elke serie is ingedeeld in 50 nummers) had de verval- sching plaats gevonden. Men kon de werking van een fijne stalen pen door een vergrootglas aanstonds nagaan. Hoewel stipte geheimhouding verzocht werd, mocht het niet baten: de zaak lekte uit en verspreidde zich met bliksemsnelheid door de geheele stad. De politie werd verwittigd en deze ging aan het werk. Wat. deed zij De jonge Scholz was dadelijk naar het wisselkantoor van den heer Mayer junior gegaan, waar hij 100,000 florijnen in papier ter inwisseling aanbood. Daar zooveel niet aan wezig was, werd hij naar de wisselbank der Escorapte- Anstalt verwezen. Hier ontving hj voor het papier goud en zilver en betaalde 400 fl. voor de moeite als provisie. Van dat tijdstip heeft men alle spoor van den bedrieger verloren. Alle Scholzen in Weenen heeft men er te ver geefs op aangezien. (Handelsblad.) Dezer dagen werd voor een der Fransche hoven van assises eene zaak behandeld welke eenigermate aan die van de Krakauer non herinnert. Op het laatst van April van dit jaar kreeg de justitie kennis van het feit dat bij een der landlieden te Romagny, ,in het departe ment la Manche, een krankzinnige door "zijne familie opgesloten werd gehouden Bij het daarop ingesteld onderzoek vond men in een klein vertrek, grenzende aan. de keuken, op een bed waarin slechts stroo en morsig heid te vinden was, een grijsaard van drie en zestig jaren uitgestrekt.Hij hacl lakens noch ander deksel en verkeerde in den meest afzichtelijken toestanddaarbij was hij schier geheel naakt, en zijne armen en beenen waren ineengegroeid en stram. Niet minder dan 40 jaren was de man dan ook opgesloten geweest. Uit het gerech telijk onderzoek bleek daaromtrent het volgende. De echtgenooten Bouillaud bewoonden in hun leven de hoeve la lïiflandois. Vier kinderen hielpen hunne ouders in hun bedrijf. De familie genoot een schier on gestoord geluk toen in den loop van het jaar 1830 de jongste der kinderen, Julien, die zijn 22« jaar bereikt had, teekeoen van verstandsverbijstering gaf, waarvan een schrik de oorzaak was. De vader besloot toen den jonge ling op te sluiten in het kamertje waar hij nu onlangs gevonden werd. Met behulp van een zijner zonen bond hij den ongelukkige met koorden op een bed vast. Eenige jaren later, in 1845, verdeelden de echtgenoo ten Bouillaud, oud geworden, hunne goederen onder hunne drie kinderen, waarbij bepaald werd dat bij den dood der ouders de erfgenamen aan hun broeder Julien eene lijfrente van 200 franken zouden verstrekken. Toen Julien Bouillaud, de vader, in 1852 overleed, was zijn zoon reeds gedurende twee en twintig jaren opgesloten geweest. Na den dood van het hoofd der familie ging de oudste zoon, Jacques, voort met de opsluiting en vast binding van zijn broeder. Eerst in 1864, toen de onge lukkige niet meer in staat was een enkele beweging te maken, werd lij van zijne boeien bevrijd, doch steeds nog opgesloten gehouden. Het gerechtelijk geneeskundig verslag omtrent den toestand van den opgeslotene bij zijne ontdekking uitge bracht, verklaart dat de ongelukkige door eene verstands verbijstering getroffen en deze onder den invloed zijner langdurige opsluiting toegenomen was, terwijl het gemis van beweging een verstijving in de hoogere en lagere deelen des lichaams teweeggebracht had, zoodat de toe stand thans ongeneeslijk was. De oudste zoon werd onmiddellijk in hechtenis geno men. Bij zijn verhoor bekende hij zijn misdaad, doch trachtte haar te verzachten door te zeggen dat hij slechts voortgezet had wat zijn vader begonnen was, terwijl hij overigens verklaarde daartoe genoodzaakt te zijn door dien de krankzinnigheid vanzijn broeder een gevaarlijken aard had. Na bet verhoor der getuigen op do terechtzitting heeft de procureur des keizers in een merkwaardig requisi toir de beschuldiging ontwikkeld, waarbij hij ten slotte de bescherming inriep voor het groote beginsel der menschelijke vrijheid. De beschuldigde werd verdedigd door den advocaat Delang, die trachtte te betoogen dat in deze zaak geen arglist aanwezig was. De pleitrede, kort maar schitterend, heeft op de ge zworenen een diepen indruk gemaakt. Het verdict luidde dan ook: niet-schuldig, waarop hij door het hot vrijgesproken werd. Jacques Bouillaud, onmiddellijk in vrijheid gesteld, werd door de bevolking, onder welke hij zeer geacht is, met de levendigste gelukwenschen ontvangen. Verkoopingen en «aanbestedingen. Heden had alhier aan het gebouw van het provinciaal bestuur de aanbesteding plaats tot het dempen van een gedeelte der stadshavcn, het bouwen van een bazaltmuur en bijkomende werken te Neuzen, waarvoor het minst is ingeschreven door den heer A. E. Stubbé, te Sas van Gent, voor f 10,923. Tkermomeierstawl. 30 Juni 'sav. 11 u. 57 gr. 1 Juli 'smorg.7u. 60 gr. 'smidJ. 1 u.64 gr.'sav. 6u. 62 gr. buitenland. Algemeen overzicht. Gisteren is inliet nongaarsch huis van afgevaardig den de aangekondigde interpellatie tot het ministerie Andrassy gericht omtrent het aan den rijkskanselier vonBeust door den „koning" Frans Jozef verleend recht

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 2