öuitcnlaiui.
ÉjmtMsbmcIjtm.
beter te betalen, terwijl beroep der uitspraken op den
hoogenraad kon worden toegelaten.
De beer Oldenhuis Gratatna acht de wet van 1861,
waarvan de uitvoering steeds gesehorst is gebleven, ver
ouderd, en stelt de volgende motie van orde voor:
„De kamer, overwegende dat de wet van 29 Mei 1861,
houdende eene nieuwe rechterlijke indeeling (Staats
blad n". 49) moet worden herzien, gaat over tot de orde
van den dag."
Hij bespreekt de vele gebreken die deze wet in
zijn oog beeft en vooral het niet invoeren van eene jury}
waartoe Nederland eenmaal in navolging van aile be
schaafde landen zal moeten komen.
De heer Cornells betreurt het dat bij deze gelegenheid
niet voorat voldoende gebleken is van de gezindheid der
meerderheid van de kamer om de wet van 1861 op de
rechterlijke indeeling al dan niet in te voeren. Dat ware
een richtsnoer geweest voor den minister van justitie.
Hij is een voorstander van de uitbreiding der rechts
macht van de kantonrechters, maar hij verlangt slechts
éen hof van appèl in burgerlijke zaken, waardoor
meer eenheid in de rechtspraak zal verkregen worden.
Het appèl in strafzaken acht hij onnoodig. De hooge
raad is daar om toe te zien op verkeerde toepassing
der wet. Hij wenscht de bevoegdheid der rechtbanken
uitgebreid te zien, maar verlangt ook als waarborg een
staatsexamen om als rechter te kunnen benoemd worden;
dat niet door professoren, maar door gedelegeerde
advocaten uit den raad van discipline zou behooren
afgenomen te worden.
De heer van Akerlaken zou het betreuren indien de
in 1861 aangenomen rechterlijke inrichting nu werd op
zijde gesteld. Dan zal, volgens hem, nooit iets goeds
tot stand komen.
De heer van Eek bestrijdt de motie van den heer
Gratama; volgens zijne meening zou zij, door eene com
binatie van minderheden die grieven hebben tegen do
wet van 1861, kunnen aangenomen worden, zonder dat
zuiver van het gevoelen over de hoofdbeginsels bleek.
De heeren Heydenrijk en van Beyma verklaren zich
mede tegen de motie, terwijl de heer van Blom breed
voerig zijne bedenkingen tegen de uitvoering der wet
van 1861 mededeelt.
De verdere beraadslaging wordt verdaagd tot den
volgenden dag.
De heer de Casembroot interpelleert den minister van
justitie over de adressen bij de kamer ingekomen om
trent het vaststellen van wettelijke bepalingen tot be
scherming van dieren tegen mishandeling.
De minister antwoordt dat bij het vaststellen van
een nieuwe wet op de strafvordering dit punt in over
weging zal worden genomen.
De heer van Goltstein vraagt verlof en bekomt dit, om
op een nader te bepalen dag de regeering te interpel-
leeren over het in de dagbladen medegedeelde betrekke
lijk het opbrengen van een Nederlandsch schip in
Venezuela.
Een wetsontwerp is ingediend tot wijziging en ver
hooging van hoofdstuk 1 Va der staatsbegrooting voor
1869 met 1,3000. Hoofdzakelijk is de verhooging
een gevolg van de noodzakelijke herstelling aan het
correctiebuis te Hoorn na de daar plaats gehad hebbende
brand en ten anderen, wegens meerdere premiën voor
bekeuringen, tengevolge van buitengewone maatregelen
van toezicht tot het bedwingen der op groote schaal ten
nadeelc der visch vangst gedreven strooperijen op onze
rivieren.
Ook ter verhooging der begrooting wegens den arbeid
der gevangenen voor 1869 is een wetsontwerp voorge
dragen, strekkende om het bij den brand in het huis
van correctie te Iïoorn geleden verlies aan goederen,
ad 16.267, te herstellen.
Aan de leden der kamer is gedrukt rondgedeeld een door
den heer van Eek voorgesteld amendement op art. 2 van
het wetsontwerp houdende wijzigingen in het wetboek
van burgerlijke rechtsvordering, strekkende om in
het 2e lid van art. 8 van dat wetboek het woord provin
cie te veranderen in arrondissement en den termijn van
zes vrije dagen, bepaald bij art. 301 voor gedaagden in
een ander arrondissement woonachtig, te brengen op
tien.
Algemeen overzicht.
Terwijl een der hoofd-argumenten voor het behoud
der doodstraf het afschrikwekkend karakter der executie
is, heeft het Fransch wetgevend lichaam eergisteren de
beide eerste artikelen van een wetsvoorstel der heeren
Steenackers en Nogent Saint-Laurens aangenomen
houdende bepaling dat voortaan de executiën binnen
de gevangenissen en niet in het openbaar zullen plaats
hebben. Yoor den heer Steenackers was dit wetsvoorstel,
gelijk hij dan ook verklaarde, eene schrede op den weg
naar de afschaffing der doodstraf. Hierover ontstond
een niet onbelangrijk debat, waarin de heer Laroche
Joubert zich juist om die reden tegen het wetsvoorstel
verklaarde. Ook hij zag daarin eene schrede naar de
door hem gewenschte afschaffing der doodstraf, maar
meende die afschaffing veel spoediger te zullen erlangen,
als men niet met de doodstraf transigeerde, maar haar
ten uitvoer bleef leggen als tot dusverre geschiedde.
„Hoe m^er schandaal zeide de heer Laroche Joubert
des te spoediger zal de doodstraf afgeschaft worden."
Overmorgen zal in het wetgevend lichaam, naar aan
leiding eener ingekomen petitie tot wederinvoering der
echtscheiding in Frankrijk, eene redevoering gehouden
worden door den heer Crcmieux, die, gelijk men weet,
onder de republiek minister van justitie is geweest.
Gisteren is voor de correctioneele Seine-rechtbank de
behandeling der zaak aangevangen tegen acht en dertig
leden der internationale arbeidersvereeniging ter
zake van deelneming aan eene „geheime vereeniging."
Le Journal de Paris wijst op het zonderlinge dezer ver
volging. Verschillende der thans als beklaagden op
tredende personen zijn toch reeds in Maart 1868
veroordeeld als hebbende deel uitgemaakt van een „niet
geautoriseerde" vereeniging,gelijk toen de internationale
arbeidersvereeniging werd beschouwd, terwijl te dier
tijde bij het vonnis werd uitgemaakt dat „de publiciteit
der internationale arbeidersvereeniging de noodzakelijk
heid der regeeringsautoriaatie niet uitsloot." Thans
schijnt men de internationale arbeidersvereeniging weder
tot eene „geheime vereeniging" te willen maken.
Uit Verviers wordt gemeld dat aldaar gisteren nacht
wel samenscholingen hebben plaats gehad en voor he tstad-
huis op de markt veel oproerige kreten werden gehoord,
maar overigens geenerlei hotsing meer is voorgevallen.
Onder de incidenten der laatste dagen in die stad be
hoort ook een aanval van een vijftal personen op een
der in den omtrek- van het stadhuis uitgezette schild
wachten. Een dezer personen werd door den schildwacht
neergeschoten en bleef op de plaats dood, terwijl de
overigen op het aanrukken van een peloton der wacht
op het stadhuis de vlucht namen.
L'Echo du parlement, het orgaan van het afgetreden
ministerie, brengt de ongeregeldheden te Verviers in
verband met de aftreding van het kabinet, waaruit aller
lei rampen voor het land zullen voortvloeien. Zoolang
de doctrinairen aan het bestuur waren ging alles uit
muntend, maar nu zal weldra de demon der revolutie Bel
gië in den afgrond storten! L'Indépendance beschouwt
echter het voorgevallene te Verviers slechts weder als
het gevolg van den te grooten ijver der politie, en meent
dat men beter zou hebben gedaan om aan ben, die deel
uitmaakten van den optocht, het vrij onschuldig genoe
gen te laten van een paar vlaggen rond te dragen.
Maar, zou meu terecht kunnen beweren, er bestond een
politie-reglement, waarbij dit verboden werd en de poli-
tie-beambten waren alzoo niet bevoegd om dergelijke
delicten straffeloos te laten plegen, ofschoon zij zich wel
licht hadden kunnen bepalen tot het opmaken van
procesverbaal tegen de drie vlaggendragers. Het eenige
wat l'Indépendance misschien als moraal te dien opzichte
kcid kunnen aanvoeren, zou eene waarschuwing wezen
om toch niet in zijne reglementeerwoede tot al te kleine
bijzonderheden af to dalen en de vrijheid op zulk eene
wijze te beperken dat men zich niet alleen bespottelijk
maakt, maar onder sommige omstandigheden nog tot
bloedige tooneelen aanleiding geeft.
De Spaansche cortes hebben met 91 tegen 41 stemmen
besloten tot 1 November uiteen te gaan, nadat zij in
hare zitting van eergisterengnet 7S tegen 48 stemmen
een voorstel van den heer Castelar hadden verworpen
om onmiddellijk tot de afschaffing der slavernij over te
gaan. Gedurende de volgende vier maanden zal de maar
schalk Prim al/.oo tijd hebben om zijne naspo.ingen ten
aanzien van ecu koning voort te zetten. Indien hij dan
ook op 1 November daarin niet geslaagd is zou men aau
zijn goeden wil moeten gaan twijfelen. In dergelijke
omstandigheden moet men overigens niet te veel verlan
gen, indien men werkelijk slagen wil in het vinden vaneen
candidaat. Intusschen heeft koningin Isabella de ver
wachte abdicatie gedaan ten behoeve van haren zoon,
den prins der Asturiën, onder uitdrukkelijke toezegging
datzij indien hij tot koning mocht worden gekozen, nim
mer in Spanje zal terugkomen, hetzij alleeu, hetzij met de
overige leden harer familie.
Graanmarkten enz.
Oostburg, 22 Juni. De aanvoer van tarwo, rogge en
gerst was heden tamelijk groot en de vraag levendig.
In tarwe en rogge werd echter weinig gedaan door te
hooge vraagprijzen, doch van gerst werd bijna al het ter
veil zijnde verkocht. Haver, erwten en paardenboonen
bijna niet getoond en alleen van eerstgenoemd artikel
eenige partijtjes afgedaan. De besteedde prijzen waren
Voor tarwe, enkele 11.50, voorts ƒ11, f 10.75, 10.50
k 10 Daar qualiteit. Rogge op ƒ8 gehouden, doch hoog
stens 7.50 betaald. Wintergerst /"7, 7.25 a 7.40.
Zomer dito 6.75 a ƒ7. Haver 4, 4.25 a 4.50. Erwten
ƒ9. Paardenboonen /8a/8.50.
St. Nicolaas, 23 Juni. Tarwe fr. 25.30; rogge
fr. 18.40; boekweit fr. 21.30; haver fr. 10.70; gerst
fr. 14.20; boonen fr. 21.50 lijnzaad fr. 24.00.
Middelburg, 23 Juni. Puike Walchersche tarwe f 0 25
a f 0.50 hooger, f 10.75 a f 11; afwijkende soorten f 10
tot f 10.25. Puike rogge bracht voor de consumtie
f 0.75 hooger en alzoo f 8.50 op. Wintergerst werd op
ƒ7.25 en Walchersche zomergerst op ƒ6.75 a 7 gehou
den. In de overige artikelen ging weinig om, zoodat de
prijzen daarvan zonder verandering genoteerd blijven.
Raapolie f 49; patentolie ƒ51; lijnolie 39 per vat op
zes weken, a contant 1 lager.
gemiddelde. marktprijzen.
Middelprijzen van bakbare tarwe 10.75 en rogge
8.00. Nieuwe aardappelen 8.00 a 8.30 per hektoliter*
Versche boter 1.00 a 1.10 per kilogram.
Prijzen van effecten,
Amsterdam 23 Juni 1870.
Nederland. *Certific. Werkelijke schuld 2} pet. 55
♦dito dito dito 8 67$
♦dito dito dito 4 86$
♦Aand. Handelmaatschappij 4$
dito exploitatie Ned. staatssp. 91
België. ♦Certificaten bij Rothschild 2$ --
Rusland. ♦Obligation 1798/1816 5 94$
♦Certific. adm. Hamburg 5 69$
*dito Hope Co. 1855, 6e serie 5 78|
♦dito ƒ1000 1864 5 „92$
*dito 1000 1866 5 „92$
♦Loten 1866 5 r
♦Oblig. Hope Co. Leening 1860 4$ 82$
♦Certific. dito 4 651
*Inscript.StiegHtz&Co.2,!a4eL. 4 66
♦Obligatiën 1867 4 68$
♦dito 1869 4 67 A
♦Certificaten 6 41 f
♦Aand, spoorweg Gr. Maafcseh. 5 223$
♦Oblig. dito 4
♦dito dito 4}
dito spoorweg Poti-Tiflis 5 86-1
dito dito Jelez Orel 5 86$
dito dito Charkow Azow. 5 84$
Polen. ♦Schatkistobligatiën4 67$
Pruisen. ♦Obligatiën5
Oostenrijk. ♦Oblig. metall. in zilver Jan.Juli 5 55$
♦dito dito April Oct. 5 56 A
♦dito in papier Mei/Nov. 5 49$
♦dito dito Febr./Aug. 5
Italië. Leening 18615 534
♦Certific. bij Lamaison c. s. 5
Spanje. ♦Obligatiën.2thans 3 29r«
♦dito 18673 30 A
♦dito Binnenlandsche3 26$
Portugal. Obl. 1856—1863 3 32$
♦dito 18673 32 A
Turkije. dito (binnenl.)5 49$
Griekenl. dito (blauwe)5 9$
Egypte. dito 1868 7 79
Amerika. ♦Obl. Vereenigde Staten (1874) 5
♦dito dito dito (1904) 5 32$
♦dito dito dito (1882) 6 35$
♦dito dito dito (1885) 6 35
♦dito Illinois7
♦dito dito Rederation 6
Oblig. Atl.Gr.W.Spw.0hioseCo(p)7 66$
dito dito geconsolideerde .7
dito dito debentures 8
dito St.Paul Pac. Spw. le sec. 7
dito dito dito 2e sec. 7 66$
dito dito 1869 dito 7 68$
Brazilië. *Obl. 1863 4$ 79j.
♦dito 1865 5 r 83$
Mexico. dito 1851 3 14]-$
Grenada, dito afgestempeld6 24
Ecuador. dito1
Venezuela, dito3
Russen. 1870 5 85$
Prijzen van coupons.
Amsterdam, 22 Juni. Metall. 20.50; Dito zilver
ƒ24.15; Dito Eng. per 11.82$: Eng. Russen per
11.82$; Eng. Portugal per ƒ11.80; Fransche/56$
Belg. 56$; Pruis, 34$; Hamb. Kussen 27$; Kussen
in Z. R. I 30; Pools, in Fl. 27$; Spaans Amerik,
Dollars 2.40dito papier öpaans.-Frans. 56$.