Ml DDELBURGSCHE COURANT. ,v°- 146. 1870. Woensdag 22 Juni. ÖÜtmenUinö PATESSTEH. De burgemeester van Ylissfngen maakt bekend: dat op heden bij hem ontvangen en aan den rijks ontvanger ter invordering is gezonden, het executoir •verklaarde kohier wegens het patentrecht, n°. 1 dienst 1Q7 n AÖTTJ en noodigt mitsdien de daarop voorkomende belasting schuldigen uit om, ter voorkoming van vervolging, hunne aanslagen op don daarbij bepaalden tijd aan te zuiveren, En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort den 4 Juni 1870. De Burgemeester voornoemd, WINKELMAN. JAAR¥ËR§LAG. De Burgemeester en Wethouders vknYllsslng-en, maken bekend: dat het gedrukte verslag van den toestand der ge meente over 1860, tegen betaling der kosten, ter gemeente, secretarie verkrijgbaar is gesteld. En is hiervan afkondiging geschied ,waar het behoort, den 4 Juni 1870. De Burgemeester en Wethouders voornoemd WINKELMAN. De Secretaris, P. FORBES WELS. Middelburg 21 Juni. De lijst van de te behandelen zaken in de zomerver gadering der provinciale staten van Zeeland welke den 5C|' Juli a. zal worden geopend bevat, behalve een vijftal koninklijke besluiten en een ministerieele kennisgeving, de volgende mededeelingen van gedepu teerde staten: a dat niets is aangewezen op den post ter beschikking van hun college van f 500 voor onvoor ziene uitgaven, gebracht in de enkel provinciale en huishoudelijke begrootingen van 1869 en 1870, voor behoeften van enkel provincialen en huishondelijken aard, voor zoover die hare omschrijving niet vinden in de artikels dier begrootingenb nopens de uitvoering van het besluit der staten van 5 November jl. tot bevor dering en aanmoediging van het schoolgaan en meer getrouw schoolbezoek, zoowel op de openbare als bijzon dere scholen,- c van den uitslag van het onderzoek om trent de verhooging van den steiger te Kortgene; d van den uitslag van het onderzoek omtrent het maken van een steiger te Walsoorden, en e betreffende den uitslag van het onderzoek omtrent het maken van een steiger te Kattend ij ke aan het Katscho veer. Voorts komen daarop voor zes voorstellen van gede puteerde staten, betreffende de inrichting der notulen van het verhandelde in de provinciale staten-vergade- ringen en de uitgifte van een afzonderlijk verslag daar van; tot verpachting van het overzetveer aan hetSIoe; tot wijziging van de begrooting van enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven voor 1870; tot opneming van den Oranjepolder (Biervliet), voor het zuidelijk gedeelte, in het waterschap der sluis aan de Wielingen; eindelijk een voorstel met nieuw ontwerp, voor een reglement op het berijden der wegen bij dooi- weder. Verder moeten behandeld worden de verantwoording van gedeputeerde staten wegens de enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven over 1868, benevens de begrootingen yoor 1871 en het daarmede gepaard gaande voorstel van gedeputeerde staten om trent de te heffen opcenten op de grond-en personeele belasting. Het rapport der commissie in zake de grensscheiding tnsschen Noord-Brabant en Zeeland. Vijf adressen, met daartoe betrekkelijke voorstellen van gedeputeerde staten, zijnde van: het bestuur'der Spoorbootmaatschappij te Middelburg om voortdurend subsidie; vandeMiddelburgschemaatschappij vanstoom vaart en van Verweij Cie te Rotterdam, om verminde ring der heffing van rechten voor het gebruik van de provinciale steigers; van den gemeenteraad van Brui nis- se, om een provinciaal subsidie voor de verbetering van de haven dier gemeente; van den gemeenteraad van Haamstede, houdende verzoek oin een renteloos voor schot uit de provinciale fondsen voor do vernieuwing der haven te Burghsluis; van den gemeenteraad van Yerseke, houdende verzoek om een renteloos voorschot uit de provinciale fondsen voor den aanleg eener nieuwe haven; en, eindelijk, een adres van het hoofdbestuur der Maatschappij ter bevordering van landbouw en vee teelt in Zeeland, om ondersteuning van een namens hen aan den minister van justitie gericht verzoek tot wijzi ging der jachtwet. Tevens moet de benoeming plaats hebben van een lid en van een buitengewoon lid van gedeputeerde staten. Het bestuur der Spoorbootmaatschappij van Middel burg heeft zich -den 31en Mei jl. bij adres tot de staten dezer provincie gewend, met verzoek om verlenging van liet tot ult° December a. aan die maatschappij verleende subsidie op den bestaanden voet over 1871. Daar de waarschijnlijkheid bestaat dat de spoorweg tot Middelburg tegen het einde van 1871 zal worden geopend, bij de toeneming van het verkeer zoowel van Zierikzee op den spoorweg als van Middelburg en Zie- rikzee onderling, en bij de uitbreiding welke dat twee ledig verkeer door den spoorweg zal erlangen, verzoekt het tevens om te willen voorzien in mogelijke eventueele uitbreiding van den dienst door een tweede stoomboot, zoodat deze het dubbele aantal reizen zou kunnen doen, namelijk twee- a driemaal dr,.xgs, naar seizoen, van elke plaats, Middelburg en Zierikzee. Indien de maatschappij daartoe gesteund wordt door subsidie gedurende zes jaren, zou zij trachten in staat te komen om met 1872 een tweede boot in de vaart te brengen, en vraagt zij alsdan daartoe eene subsidie van f 12.50 per reis tot een maximum van f 20,000 'sjaars en tegen korting der helft van hetgeen als bruto vracht-ontvangst zal bevaren worden boven f 32,000 in het jaar. Het vermoeden wordt hierbij geuit, dat laatstgenoemde som spoedig zou bereikt wordenindien eene aanleg plaats te Katsche veer werd gemaakt, waardoor aan Zierikzee voor personen, vee en goederen een doelmatige verbinding met den spoorweg zou verzekerd zijn. Naar aanleiding van dit adres wordt door gedepu teerde staten aan de provinciale staten voorgesteld, aan de Spoorbootmaatschappij over 1871, onder de tegen woordige bepalingen, weder eene bijdrage toe te zeggen van teij hoogste f 12,000. Wat echter de gevraagde mede werking betreft, om met 1872 aan den dienst uitbreiding te geven, in de verwachting dat alsdan de spoorweg tot Middelburg zal geopend zijn, achten gedeputeerde staten, evenals ten vorigen jare, het niet raadzaam ten deze beschikkingen te nemen, wier werking van langeren duur dan ëen jaar zou zijn. Ter aanvulling van het reeds gisteren door ons mede gedeeld bericht, dat den 21™ Juli ten behoeve der staats spoorwegen zal worden aanbesteed het maken van een gedeelte van den Middelbtirg-Nieuwlandschen en van den Nieuwlandschen watergang met bijbehoorende kunstwerken, diene dat aanwijzing op het terrein zal worden gedaan op 11 en 14 Juli a., telkens des voormid dags te 11 uren, aanvangende te Middelburg. Omtrent de aanhouding van een Hollandsch schip in Venezuela vernemen wij nader het volgende. Een te Curasao gevestigd handelshuis is door overeenkomsten mét de regeeringen van Venezuela en van Curasao ver plicht tot het vervoer der brievenmalen tnsschen het eiland St. Thomas, de in Venezuela gelegen havens La Guaira en Poato Cabello, en het eiland Curasao. Een van de schepen dezer firma, de pakketboot Le Honfleur, met een brievenmaal aan boord, op weg naar Porto Cabello en Curasao, is te La Guaira op last van het gouvernement van Venezuela in het voortzetten van zijn reis belet; dé voor die plaats bestemde brieven zijn echter rondgedeeld. De gouverneur van Curasao heeft aan de regeering van Venezuela gevraagd welke de reden dezer handel wijze was. Wij kennen die reden niet, maar vermoeden dat zij daarin bestaan heeft dat het aangehouden schip oorlogs contrabande aan boord had. Venezuela verkeert n. 1. voortdurend in politieke beroering en op het oogenblik dat het verdachte schip werd tegengehouden was de ha ven La Guaira, waar het zich bevond, in handen van dea tegen-president Gusman Blanco, die thans president is, terwijl de haven Porto Cabello, waarheen het schip zich wilde begeven; in banden was van de vroegere geves tigde regeering. (Bet Vaderland De heer graaf van Zuylen van Nijevelt, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van Nederland bij het Russische hof, heeft eenige dagen te 's-Gra ven ha ge door gebracht, is bij Z. M. den koning ten gehoore ontvangen en is reeds uit de hofstad vertrokken, om naar Peters burg terug te keereu. Jl. Donderdag is door Z. M. den koning in een bijzon der gehoor ontvangen de heer Bertinatti, ter overhan diging zijner geloofsbrieven als buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van Z. M. den koning van Italië. Benoemingen en besluiten. leger. Eervol ontslag verleend aan den referendaris J. W. A. Naber en aan den commies A. P. van Aarem, ambtenaren bij het bureau, van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht, eerstgenoemden op verzoek, behoudeus hunne aanspraken op pensioen. Benoemd op genoemd bureautot commies, de adjunct commies ff. S, Pret; tot adjunct-commies cle schrijver 1° klasse bij het departement van oorlog J. P. Wenteler en de schrijver 2e klasse bij dat departement J. Errens; alles ingaande den l°n Juli a. Benoemd bij het personeel der militaire administratie: tot militairen intendant lc klasse de militaire intendant 2e klasse F. C. R. Boers; tot militairen intendant 2° klasse de militaire onder-intendant 1® klasse M. de Ras» Kerknieuws. De heer A. Littooij, predikant bij de Christelijke gere formeerde gemeente te Middelburg, heeft voor een be roep naar die gemeente te Ylaardingen bedankt. De vergaderingen der Waalsche reünie,te Utrecht, zouden heden op de gebruikelijke wijze gesloten worden. Onder de verschillende besluiten, in de vergadering van gisteren genomen, verdient vooral vermelding dat betref fende het synodale voorstel omtrent het verplichtend gebruik der doopsformule. Met 22 tegen 14 stemmen is na langdurige discussie besloten, de synode te adviseeren het bedoelde voorstel niet tot wet te verheffen. Marine en leger. De scheepsklerk W. van der Meer wordt met den 21™ dezer geplaatst op Zr. M3. raderstoomschip de Valk. Rechtzaken. In het Weekblad van het recht leest men het volgende „Het provinciaal gerechtshof in Noord-Holland heeft, bij een zeer uitvoerig arrest van 13 Juni 11., den heer Elders vrijgesproken. Hoezeer het hof zich heeft verdiept in eene menigte zaken, die hadden kunnen en wellicht liever hadden behooren te zijn achterwege ge laten, is de vrijspraak ten slotte daarop gegrond, dat de schuld van den beschuldigde aan de hem ten laste ge legde feiten niet is bewezen, en hij derhalve in den zin der wet niet schuldig is. Dat is al dadelijk een nieuw bewijs van de onwettigheid der voorloopige aan houding. Gebrek aan bewijs toch, na grondig rechterlijk onderzoek en ontdekking op heeterdaad in den waren zin van het woord, en zelfs in den zin van dat gedeelte van art. 38 van het wetboek van strafvordering, waarmede men die hier heefttrachten te verdedigen, zijn twee met

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1