MIDDELBURGSCHE
COURANT.
Maandag
20 Juni.
\°- 144.
1870.
Bij deze coiiraut behoort een bijvoegsel.
SCHIITTEKM.
De Burgemeester en Wethouders van Wlissinges»,
maken bij deze aan de belanghebbenden bekend, dat
dealphabetische naamlijsten van de ingeschrevenen voor
de schutterij ter inzage voor een iegelijk zullen liggen
op het raadhuis dezer gemeente, van Zaterdag den
18cn Juni 1870 tot Zaterdag den 25c» Juni daaraan vol:
gende, teneinde een ieder in staat zoude zijn, om, inge
val hem eenige personen of omstandigheden mochten
bekend zijn, die op dezelve nog zouden behooren te
worden aangeteekend of daarvan moeten worden weg
gelaten, zulks aan het bestuur kennelijk te maken
dat de loting voor de schutterij tusschen de ingeschre
venen van dit jaar, zal plaats hebben onder toezicht
eener commissie uit het bestuur, ten raadhuize dezer
gemeente, op Maandag den 27«n Juni 1870, des voormid
dags te 10 uren precies, wordende de belanghebbenden
bij deze gelast, zich ter plaatse en op dato voormeld te
laten vinden, teneinde aldaar voor den dienst der schut
terij te loten, of zulks door behoorlijke, bij de gedachte
commissie bekende, gemachtigden te laten doen, zullende
voor hen, die persoonlijk afwezig mochten blijven en
zich niet op vorenstaande wijze hebben doen vertegen
woordigen, door ben der leden van de commissie worden
getrokken;
dat dadelijk na den afloop der loting, op voorschreven
wijze, eene naloting zal plaats hebben, ten behoeve van
diegenen, welke tot de loting verplicht zijnde, buiten
hun toedoen niet onder dezelve mochten zijn begrepen
geworden, alsmede ten behoeve dergenen, welke, of
schoon in andere gemeenten reeds geloot hebbende,
sedert de laatstvoórgaande inschrijving, in de gemeente
zijn komen inwonen, en der vreemdelingen, welke sedert
de inschrijving in de termen zijn gevallen, om als inge
zetenen te worden aangemerkt;
cn dat eindelijk den belanghebbenden personen bij de
loting de gelegenheid zal worden opengesteld, om de
redenen van vrijstelling, waarop sommigen aanspraak
zouden mogen maken, ter kenuisse van de genoemde
commissie te brengen, met aanduiding van het artikel
der wet en het onderdeel van dien waarop zij hunne
reclame hebben gegrond.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
bet behoort, den 8 Juni 1870.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WINKELMAN.
De Secretaris,
P. FORBES WELS.
©innmlanir
Middelburg 18 Juni.
Daar het wetsontwerp betrekkelijk de calamiteuze
polders in Zeeland, hetwelk onlangs door de tweede
kamer is aangenomen en ongetwijfeld ook door de eerste
kamer zal worden goedgekeurd, voor onze provincie van
het uiterste belang is, ineenen wij velen onzer lezers ge
noegen te doen met de mededeeling der daarover in de
tweede kamer gevoerde discussie gelijk zij in hetBijblad
is weergegeven. Deze discussies hebben toch geenszins
kun belang verloren zoodra het ontwerp tot wet is ver
heven; zoowel bij de verdere regeling dezer zaak welke
aan de provinciale staten is overgelaten, als later bij
verschil van de toepassing van sommige bepalingen, zal
menigeen die discussies nog wel eens willen raadplegen.
Bij het nommer van heden ontvangen de geabonneer-
den de eerste helft, bij een volgend nommer zal hun de
tweede helft van genoemd verslag worden toegezonden.
Te IJzendijke is met 46 van de 57 uitgebrachte stem
men tot lid van den gemeenteraad gekozen de heer C. A.
Carpreau.
In de eergisteren te Leiden gehouden vergadering
van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde zijn
tot leden benoemd: uithet binnenland de beeren jonkheer
W. J. van Eys, te Amsterdam, P. J. van derNoordaa
te 's-Gravenhage, J. H. Scheffer, archivaris van Rotter
dam, W. J. de Voogt, te Amsterdam, dr A. van der Linde,
te 's-Gravenhage, dr W. B. J. van Eyk, predikant te
Deventer, J. Pb. van der Keilen, graveur aan 's rijks
munt te Utrecht, E. Masdorp, te Alkmaar, J. Hartog,
predikant te Utrecht, mr. J. -b. Banck, tc 's-Gravenhage,
jonkheer J. E. II. Hooft van Tddekinge, directeur van
het munt- en penningkabinet der hoogeschool te Leiden,
F. ïïaverschmidt, predikant te Schiedam, T. J. Stieltjes,
lid van de tweede kamer der staten-generaal, te Delft,
J. Knappert, predikant te Leiden, P. J. B. C. Robidé van
der Aa, te 's Gravenhage, d1' P. L. Muller te Leiden, J. F.
W. Conrad, hoofdingenieur van den waterstaat, te Mid
delburg, A. Réville, predikant te Rotterdam, J.Ph. Koel
man, directeur van de teeken-academie te 's-Gravenhage,
dr. W. Doorenbos, leeraar aan de hoogere burgerschool te
Amsterdam.
Uit het buitenland de heerendr Woldemar Harless,
koninklijk provinciaal archivaris en bibliothecaris teBus-
seldorf, d>' Roderich von Stjnfzigm, hoogleeraar in de
rechten te Heidelberg, dr. Ernst Martin, hoogleeraar te
Freiburg, E. B. 0'Callaghan,te Albany, dr. Louis de Cossa,
hooglecraar in de staatshuishoudkunde aan de hooge
school te Pavia, dr. Karl Frommann, bibliothecaris
van het Gcrmaansche museum te Niirnberg, Al-
phonse Willeras, te Brussel, dr. Joseph Maria Wag
ner, te Weenen, dr. R. Wilmans, Archivrath te
Munster, dr. Wilhelm Scherer, hoogleeraar te Weenen,
J. H. Mooren, te Wachtendonk, dr. Albert Hoefer, hcog-
leeraar in de letteren te Greifswald, J. M. B. C. baron
Kervyn de Lettenhove, te Brugge, dr. W. Crecelius,
Gymnasial-lebrer te Elberfeid..
Omstreeks een jaar geleden heeft het bestuur der
schippersvereniging „Sehuttevaer" te Zwolle zoowel
mondeling als schriftelijk onder de aandacht van den
mi uister van binnenlandsche zaken gebracht, dat een
extra heffing voor schutting bij nacht, zooals op sommige
kanalen werd gedaan, onbillijk was, en verzocht dat deze
mocht vervallen.
Genoemd bestuur heeft dezer dagen daarop een gunstig
antwoord ontvangen bij missive van den commissaris
des konings in Overijsel, die namens den minister aan
adressanten te kennen geeft: „dat hoezeer in het alge
meen eeneextra heffingbij nachtelijke vaart on bill ij k is
te achten, hieraan, waar ze thans bestaat, niet op een
maal een einde kan worden gemaakt; dat intusschen reeds
in het bij koninklijk besluit van 11 Mei jl. nader vast
gesteld reglement van politie voor de schutsluis te Sint-
Andries, hare havens eu verdere werken, die vroeger
daarin voorkwamen, buitengewone vergoeding voor
nachtelijke schutting is weggelaten; dat de minister,
op dien weg voortgaande, zich voorstelt bij verdere
herzieningen van rijkstolheffingen en bij het overwegen
van nieuwe of gewijzigde concessiën en aanvragen tot
heffing op het bezwaar van adressanten te letten; wor
dende hierbij opgemerkt, dat volgens bericht van gede
puteerde staten van Groningen het tarief op het vaar
water van Groningen naar Drachten geene verhoogde
nachtelijke beffing toelaat."
In de Staats-courant van heden is opgenomen het aan
den koning uitgebracht verslag van de Koninklijke
academie van wetenschappen over 18G9/70.
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan dr. M. P.
Lindo, inspecteur van het lager onderwijs in de provin
cie Zuid-Holland te 's-Gravenhage, tot het aannemen en
dragen der versierselen van officier der orde van de
Kroon, hem door zijne majesteit den koning van Italië
geschonken.
mtnisterieele departementen.Bevorderd met 1 Julia,
bij het departement van marine tot referendaris, de
hoofdcommies L. J. T. Broekhoff; tot hoofdcommies, de
commies 8. Straatman; tot commies, de adjunct-com
miezen J. W. van den Berg enS. Wolfson; tot adjunct
commies, de eerste klerk A. van Loenen en tot eersten
klerk J. A. Sillevis.
algemeene rekenkamer. Eervol ontslag uit's rijks
dienst verleend, behoudens aanspraak op pensioen, aan
M. van Vliet, commies met den personeelen titel van
hoofdcommies bij de algemeene rekenkameren bevor
derd tot commies de adjunct-commiezen J.H. van Brand
wijk en J. A. Appel.
Kerknieuws.
De lieeren H. Boonen, E. J. W. Koch en J. -J. L. Luti,
predikanten alhier, hebben in vereeniging met eenige
anderen een adres aan de synode ontworpen, waarin
deze zóo beslist mogelijk ontraden wordt de voorgestelde
toevoeging aan ar. 14 R van het synodaal reglement
voor de kerkeraden, betreflende de bediening van den
doop, tot wet te verheffen. De redenen biervoor zijn
onder anderen de volgende.
Gesteld dat de door de synode verlangde eenparigheid
der doopsbediening door het vaststellen en verbindend
verklaren van eene formule verworven kan worden, dan
achten adressanten de gebruikelijke woorden aan
Matth. 28 19 ontleend, daartoe ten een en male onge
schikt. Zij zijn voor bet grootste gedeelte der gemeente
onverstaanbaar en laten groote ruimte voorverschil van
opvatting toe, zoodat de verkregen eenheid zich hoog
stens tot den klank der voorden zou bepalen.
Voorts moet huns inziens een synodaal besluit om
't gebruik van genoemde formule verplichtend te maken,
een nadeelige uitwerking hebben op de gemeente.Velen
zullen in den bijgeloovigen waan wordcri' gebracht, dat
de beteekenis des doops alleeD, of vooral, afhangt van
het uitspreken van eenige bepaalde duistere woorden.
Voor velen zal de plechtigheid des doops daardoor alleen
een sacramenteele formaliteit worden. En zijn zulke
gevolgen te wachten waar het de minder ontwikkelde
leden der gemeente betreft, een synodaal besluit, dat in
strijd is met de steeds algemeener wordende behoefte
naar vrijheid, en dat een eerste schrede is op een door
de wetenschap veroordeelden weg. kan niet anders dan
een onaangenamen indruk maken op de meer ontwik
kelde leden der gemeente. De breuk die nu reeds tus
schen de kerk en velen bestaat zal daardoor voor altijd
onheelbaar worden gemaakt, terwijl het bovendien te
vreezen is dat anderen zich gedwongen zullen gevoelen
om der Nederlandsche hervormde kerk, in wier edele
roeping en macht zij nog geloofden, hunne belangstel
ling en liefde te onthouden.
Ook met. het oog op het recht en de positie der predi
kanten ontraden zij de aanneming van gemelde bijvoe
ging, omdat daardoor inbreuk zou worden gemaakt op
de steeds gewaarborgde vrijheid op liturgisch gebied in
de Nederlandsche hervormde kerk.
Eindelijk geven zij hun diep leedwezen te kennen over
bet feit dat eene synode van ovengenoemde kerk een
voorstel beeft kunnen doen, waarbij een beginsel gehul
digd wordt, dat bet hart van het protestantisme en dus
ook dat van de Nederlandsche hervormde kerk raakt,
een beginsel waarbij aan kerkbesturen het recht wordt
verleend, om de overtuiging van gemeenteleden en leer
aren te beheerschen.
Adressanten verzoeken daarom ernstig dringend: om
den evangeliedienaren in de Nederlandsche hervormde
kerk geen juk op te leggen, hetwelk zeer velen onder
ben öf niet óf niet dan met tegenzin zouden kunnen
dragen; om aan de kerk zelve de vrijheid, die zij feitelijk
geniet en die haar rechtens toekomt, volstrekt onverlet
te laten, en ten dien einde in dit beslissend oogenblik
nog bijtijds te zorgen, dat de ontworpen wijziging van
art. 14 van bet synodaal reglement voor de kerkeraden
niet aangenomen, maar ter zijde gelegd worde.
Bedoeld adres was heden avond zijnde het heden
de laatste der drie ter teekening beschikbaar gestelde
dagen met 77 bandteekeDingeD voorzien.
.Ook te Zierikzee circuleert een adres van dezelfde
strekking.