i)anöclsucrici;tcn.
■wikkelde bevolking, door de geestelijkheid opgeruid,
reeds schoolonderwijzers en schoolopzieners weggejaagd,
en men mag verwachten dat deze agitatie ijverig zal
worden onderhouden. De ultramontaansche en reactio
naire partijen zijn toch overtuigd dat alle onderwijs en
ontwikkeling een doodelijk wapen tegen haren invloed is.
Men ziét het uit de grief, welke te Home tegen de
Duitsche bisschoppen wordt aangevoerd door de Itali-
aansche en Spaansche voorstanders van de pauselijke
onfeilbaarheid. De Duitsche bisschoppen hadden be
weerd dat de proclamatie van dit dogma in Duitschland
velen van de kerk zou vervreemden. Dat komt er niet
op aan voerde men hun tegemoet want de Duit
schers zijn toch over het algemeen slechts halve catho-
lieken. Ziet eens naar onze Sicilianen, Napolitauen en
Spanjaarden onder hen heerscht een zuiver geloof. In
Duitschland blijft u overigens nog uw invloed op de
vrouwen en plattelandsbewoners over. Waarom hebt gij
bovendien ook zoovele scholen Neemt een voorbeeld aan
onze lieden, waaronder slechts een van de tien lezen kan
en men liéver in het levende onfeilbare boek: den paus,
gelooft! Waar dergelijke gevoelens ter goeder trouw
worden voorgestaan, behooren zelfs zij onder zekere
eerbiediging te worden aangehoord. Toch moet echter
die eerbiediging wel gepaard gaan met de hoogste ver
bazing ten aanzien eener omgeving, waarover de drie
laatste eeuwen blijken te zijn heengegaan zonder eenige
sporen achter te laten.
In Hanover bfijft de ontevredenheid over het verlies
der onafhankelijkheid onder een niet gering deel der
bevolking nog vrij groot, en de houding der Pruisische
burgerlijke en militaire ambtenaren is niet geschikt om
spoedig eene verandering in dien toestand te doen
voorzien. Onder de ontevredenen zijn er echter eenigen,
wier gevoelens van vijandschap tegen Pruisen niet ge
heel en al belangeloos worden geacht. Daartoe behoort
een deel van den Hanoverscben adel, hetwelk met
koning George tevens de hoogbezoldigde hof waardig
heden zag verdwijnen, waarvan zij de voordeden genoten.
Een aantal dezer heeren zijn thans naar Dresden uitge
weken, alwaar zij eene kolonie vormen van heftige anti-
Pruisischgezinden en niets liever zouden zien dan een
oorlog tusschen Pruisen en Frankrijk, in de hoop eener
restauratie in hun vaderland met de gevolgen daarvan
ten hunnen behoeve. Indien zij het echter den heer von
Bismarck door hun verblijf in Saksen te lastig beginnen
te maken, zullen zij wel'spoedig genoopt worden om het
gebied van den Noord-Duitschen bond te verlaten.
Te Parijs houdt het publiek zich overtuigd van den
spoedigen val des heeren Ollivier en zijne lotgenooten
aan de ministerieel© tafel. Reeds worden namen van
opvolgers genoemd. Of echter de aftreding van het
ministerie reeds zoo nabij is als men meent, valt zeer te
betwijfelen. Zijne politieke elasticiteit, veel grooter dan
die van het ministerie Rouher, komt den keizer voor het
oogenblik te zeer te stade.
Tot de kleine diplomatieke conflicten welke dezer
dagen op don voorgrond treden, behooren er twee, waarin
de Italiaansche regeering optreedt. Zij heeft grieven tegen
Zwitserland en tegen Portugal. De verwikkeling met
Zwitserland staat in verband met de laatste verschijning
van republikeinscbe afdeelingen op de Zxvitsersch-Itali-
aansche grenzen, naar aanleiding waarvan vertoogen bij
de bondsregeering zijn ingediend welke niet geheel en
al ongegrond zijn. Een der officieele organen van het
Zwitsersch gouvernement erkent dat de kantonnale re
geering van Ticino haar plicht niet heeft betracht, dooi
de vorming van dergelijke afdeelingen op haar gebied
toe te laten, zoodat het bondsgouvernement, zco noodig,
in het vervolg zal zorg dragen dat de republiek niet meer
tegenover een buitenlandsche mogendheid worde ge
compromitteerd. De tweede bedoelde internationale
verwikkeling tusschen Florence en Lissabon is het ge
volg der houding van den nieuwen president-minister
Saldanha, die geweigerd heeft om audiëntie teverleenen
aan den Italiaanschen vertegenwoordiger. Dereden dezer
weigering wordt nog niet duidelijk medegedeeld. Trou
wens alle mededeelingen omtrent de fails el gestes van
het pretorianen-ministerie te Lissabon zijn vrij duister.
Niet duister alleen is het plan om de getalsterkte van
het leger aanzienlijk te vermeerderen. Het schijnt wel
dat de reactie in het Iberisch schiereiland, na hare tijde
lijke verdrijving uit Spanje, een toevluchtsoord in Por
tugal beeft gevonden.
Verschillende berichten uit Florence spreken van
nieuwe afdeelingen revolutionairen, welke op verschil
lende punten des lands zich hebben vertoond. Eene dier
afdeelingen zou in de nabijheid van Pisa eene poging
hebben aangewend om de spoorwegrails op te breken,
waarbij eene botsing bad plaats gehad. Omtrent de be
langrijkheid dezer agitatie verkeert men echter nog in
het onzekere.
De regeering te Bucharest heeft per telegraaf aan
Europa bekend gemaakt dat de beweerde vervolging
der Israëlieten te Botocbani slechts van zeer weinig
beteekenis is geweest. Sommige dagbladen, waaronder
1' Indépendance beige, hechten geloof aan deze officieele
verzekering en waarschuwen zelfs de Israëlietische alli
antie te Parijs, om voortaan eerst beter te onderzoeken
alvorens grieven tegen het Romaansch gouvernement te
formuleeren. 1' Indépendance schijnt dus vergeten te zijn,
hoe ook bij vorige gewelddadigheden tegen Israëlietische
ingezetenen in Romanië de zaak als onbeteekenend
werd voorgesteld. De lichtgeloovigheid van het Brus
sel sch orgaan wordt echter wel eens aan andere oorzaken
toegeschreven, in verband waarmede het krediet van
dat blad in België zelf dan ook niet groot is.
JLaatstc berichten.
Brussel. De Moniteur bevat heden de koninklijke be.
sluiten waarbij de procureur-generaal de Bavay wordt
ontslagen, de advocaat-generaal de Hody tot administra
tieve functiën wordt geroepen, en aan den rechter van
instructie Delecourt ontslag wordt verleend.
Brieven uit België.
Gent, 17 Mei.
Wij zijn dan nu in volle kiesworsteling, en het is nu
zeker dat de twee partijen: liberalen en catholieken, in
het strijdperk gaan treden.
De liberale grondwettelijke vereeniging heeft Vrijdag
hare algemeene vergadering gehouden tot het aanduiden
der definitieve kandidaten voorde kiezing. Aan de stem
ming gingen voorat verscheidene redevoeringen waarin
de nieuwe zoowel als de oude kandidaten, hunne ziens
wijze hebben doen kennen over de voornaamste punten
welke tegenwoordig aan de orde zijn, zoowel van stoffe-
iijken als politieken aard.
Bij den aanvang der zitting heeft de voorzitter
een voorstel doen voorlezen, door een twintigtal leden,
tot de geavanceerden behoorende, onderteekend, waarbij
zij aan de kandidaten uitlegging vroegen over hunne
denkwijze nopens de volgende quaestien1° uitbreiding
van het stemrecht; 2° vermindering van de militaire
lasten; 3° scheiding van kerk en staat, en vervolgens dat
de minister van buitenlandsche zaken zijne stem
ming zon uitleggen in de quaestie der vrijstelling van
de militie ten voordeele der priesters en kloosterlingen,
en aangaande de zweepslagen door den lakkei van den
nuntius aan een Belgisch soldaat gegeven, tijdens eene
officieele plechtigheid te Brussel.
Ik moet zeggen dat al de kandidaten vrijmoedig op de
gedane ondervragingen hebben geantwoord, de eenen
willen natuurlijk wat meer vooruit dan de anderen, maar
allen hebben zich toch eensgezind verklaard over de
uitbreiding van het stemrecht. Dc minister Van-
derstichelen hij voorbeeld, is voor het algemeen stemrecht
niet, noch voor eene verandering aan de grondwet, maar
hij is voorstander van een uitbreiding voor wat de be
kwaamheden betreft. Wat de wet van 1842 op bet lager
onderwijs aangaat,welke de geestelijkheid in onze scholen
een gezag toekent, de minister is bereid de afschaffing
er van te stemmen, maar tot hiertoe bestaat er geene
voldoende liberale meerderheid in de kamer en nog min
der in den senaat om die afschaffing te verkrijgen. Over
de quaestie der zweepslagen beeft de heer Vandersticbe-
len gezegd, dat de nuntius zich op eene wijze heeft
verontschuldigd dat de militaire overheid zich als geheel
voldaan heeft verklaard. Verder heeft dezelfde redenaar
al aangehaald wat er onder het stoffelijk gebied sedert
de aankomst vaD het liberaal bestuur aan het bewind in
het land en voornamelijk voor Gent is gedaan. Hij heeft
geantwoord op een ondervraging van den beerde Smet,
fabrikant, die in naam der Gentscho nijverheid gevraagd
heeft, dat de kandidaten zich zonden verbinden, om uit
al hunne macht op de verbetering van he; kanaal van
Ternouzen aan te dringen, dat het gouvernement zijne
beloften zal houden welke het in het vertoog heeft ge
daan, en dat behalve de drie raillioen, die daarvoor
gestemd zijn, men de overigen als het noodig is zal
toestaan; in een woord, spreker beeft al de quaestien,
die men hem heeft gesteld en andere welke eenig belang
hadden behandeld, en te oordeelen naar de toejuichingen
die hem te beurt zijn gevallen, moet men nog al voldaan
zijn geweest over zijne uitleggingen.
Vervolgens heeft de heer Rolin-Jaequemyns het woord
gevoerd om de hem aangebodene candidatunr te weige
ren, uithoofde dat zijn schoonvader, dc heer Jacquemyns
uittredend lid, zelf op den rang behoudt. Hij neemt de
gelegenheid te haat om de kandidaten die op rang staan
aan te sporen hun talent en invloed te gebruiken tot het
verspreiden der democratie en ten voordeele der Vlaam-
sche taal in al wat de bestuurszaken betreft.
De heer Groverman, een der nieuwe kandidaten, heeft
ook zyne zienswijze doen kennen, en, zich in zijne hoe
danigheid van secretaris van de koophandelkamer als de
vertegenwoordiger van handel en nijverheid beschou
wende, vooral aangedrongen op de stoffelijke verbete
ringen, om onze stad, zeide hij, uit het verval op te
heffen waarin zij sedert de katoencrisis zich bevindt,
en daartoe ziet hij als voornaamste middel de spoedige
voltrekking der verbreeding en verdieping van het
kanaal van Terneuzen.
De tweede nieuwe candidaat de heer is PaulVoituron, een
gewezene schepeoe. Die kandidaat belijdt zeer progres-
sistiscbe gedachte en verklaart zich een voorstander van
de scheiding van kerk en staat en der afschaffing van
het budget van de eerediensten. Hij dringt vooral aan
dat men ijverig moet werken aan de volksopbeuring, bij
middel van het verplichtend onderwijs en eene groote
uitbreiding van het stemrecht, in Óen woord, hij ontwik
kelt een echt democratisch programma, dat niettemin
de goedkeuring van de algemeene vergadering verwerft.
De laatste redenaar is de heer d'Elhoungne, de wel
sprekende advocaat, die met zijne sympathieke stem en
machtig talent de vergadering weet mede te sleepen. Hij
ook is voorstander van de afschaffing der wet van 1842,
van de uitbreiding van het stemrecht en van de breedste
verspreiding van het onderwijs. Die redevoering, die
van geest fonkelde en in een rijke en vloeiende taal uit
gesproken werd, heeft de geestdrift van geheel de verga
dering opgewekt.
De indruk dien,deze vergadering gemaakt heeft, kan
men alzoo een zeer gunstige noemen, en de liberalen gaan
met veel moed en volle vertrouwen den uitslag te gëmoet.
De poll is onmiddellijk geopend, en gisteren avond te
10 uren heeft men er den uitslag van geproclameerd.
Hij is de volgende :Er waren 557 stemmen, 14 vernietigde
briefjes. De volstrekte meerderheid was 273 stemmen.
De heeren de Kerchove bekwam 474 stemmen, d'El
houngne 467; A. de Maere, 423; Ed. Jaequemyns 469;
A. Lippens 471; Jules Vanderstichelen 412, allen aftre
dende leden.
De heer P. Voituron maar 247 en de heer Groverman
195 stemmen bekomen hebbende, moest er heden morgen
te 10 uren een balloteering plaats hebben, welke den
volgenden uitslag heeft opgeleverd:
De heer Voituron 284 en de heer Groverman 137 stem
men,zoqdatzes uittredende leden en de heer Voituron tot
definitieve kandidaten van de liberale associatie zijn
uitgeroepen.
Wat de clericalen betreft, Maandag aanstaande komen
zij bijeen, maar zij doen geen voorloopige kandidaten
kennen, omdat zij als gedragslijn genomen hebben de
kandidaten aan te nemen, die hen door eenige leiders
van de clericale partij worden aangeduid. Zie hier de
lijst welke men mij verzekert dat morgen zal worden
aangenomen: de heeren Delehaije, gewezen voorzitter
der kamer, oud burgemeester van Gent, liberale overloo-
per en reeds in twee of drie kiezingen door de mand ge
vallen de heer Casier-de Hemptinne, fanatiekde heer
Colle, onbeduidend advocaat; de heer Cruijt, idem; de
heer Kervyn de Volkaersbeke, eeuwigdurend kandidaat
der clericalen de heer Leger, een advocaat zonder zaken,
en de heer de Smet de Lange, ontvanger. Onder deze
kandidaten bevinden zich twee bestuurders van de maat
schappijen Langrand, en ik behoef u niet meer te zeggen
wat indruk het proces Mandel ook in onze stad heeft
gemaakt en wat uitwerksel dit op de kiezingen zal maken.
ifoctijötugm.
Volgens schrijven van den gezagv. D. H. van der Heijde
was hij den Rn Mei met het barkschip Susanna Eiisabeth
St. Helena gepasseerd. Schip en equipage in goeden
staat.
Volgens schrijven van den gezagv. S. Onwehand was
hij den 3«n Juni met het barkschip Regina Maris in goeden
staat zeilende in het Engelsch kanaal bfj Landsend.
Alles wel aan boord.
Uit Friesland meldt men als een bewijs van den be
langrijken boterhandel in die provincie, dat in de vorige
maand op de acht hoofdmarkten zijn verhandeld 17001
vierde, 3640 achtste en 183 zestiende vaten boter, ter
waarde van ongeveer f 850,000 of f 46.50 gemiddeld
voor een vierde vat (40 kilo). De hoogste prijs werd
besteed te Woudsend, namelijk f 52.50 voor genoemde
hoeveelheid.