öuitcnlanïf. Tkerniometerstaiid. 28 Mei. 'sav. 11 u. 53 gr. 29 'smorg. 7u. 58 gr. 'smidi. 1 u. 72 gr.'sav. 6 u. 64 gr. 'say. 11 u. 56 gr. 30 -.'smorg. 7 U..52 gr. 'smidd. 1 u. 59 gr. 'sav. 6 u. 55 gr. Stateu-generaal. EERSTE KAMER. Zitting van Zaterdag 28 Mei. Afdoening van verschillende wetsontwerpenreces. De minister van binnenlandsche zaken verdedigt uit een oogpunt van algemeen nut.de haven verbetering van Harlingen. Daarbij komt dat op de regeering de ver plichting rust om daartoe over te gaan, tengevolge van de richting die a,an den spoorweg is gegeven. De heer tie Vos van Steenwijk heeftfinancieele bezwa ren, en acht het voorstel, ontijdig omdat de aansluiting met het D.uitsche spoorwegnet nog niet tot stand ge bracht is. De heer van Beeclc Vollenhoven sluit zich daarbij aan, terwijl de heer Stork de voordracht verdedigt en 'meent dat desnoods voor zulke nuttige werken,leeningen kunnen gesloten woiden. De heer Geeitsema wederlegt het financieel bezwaar, en de heer Schot meent, dat, waar men het nut der zaak erkent, men ook over die bezwaren moet heen stappen. De minister van binnenlandsche zaken geeft te kennen dat eene aansluiting aan de Pruisische westbaan van regeeringswege twee en een halt millioen zou kosten men zal dus alleen door subsidie te verleenen trachten daartoe te geraken. De heer Huydecoper blijft de uitvoerbaarheid der haven verbetering betwijfelen. De minister wijst andermaal op het advies van den waterstaat. Na repliek van verschillende sprekers wordt de som voor de baveuverbetering van Harlingen toegestaan met 24 tegen-9 stemmen. Over de wetsontwerpen tot vereeniging der gemeenten Eeeuwijk en Sluipwijk, met opheffing van de gemeente Stein, en van de gemeenten Noord- en Zuid-Waddinx- veen, met opheffing van de gemeente Broek, ontstaat een korte discussie over de al of niet wenschelijkheid der.opheffing van de bedoelde kleine gemeenten, welke Yoor de uitbreiding van het spoorwegstation te Gouda aan die gemeente zullen toegevoegd worden. Ten slotte woiden beide wetsontwerpen aangenomen, het eerste met 18 tegen 13, het tweede met 25 tegen 6 stemmen. Daarna is de vergadering op reces gescheiden. Bij de vermelding der tegenstemmers tegen de armen wet is abusievelijk de naam van den heer Joost van Vollenhoven niet vermeld. TWEEDE KAMER. Zitting van Zaterdag 28 Mei. Behandeling der suiker- wet. De beraadslaging over art. 1 der suikerwet wordt voortgezet. De heer van Goltstein kan zich met deze voordracht vereenigen ea ontraadt den minister zich door de voor atellen van de liberale partij tot verdere stappen dan nu worden voorgesteld te laten verlokken. Wanneer door den minister concessies worden gedaan aan de uiterste libe rale zijde, zal spreker tegen de wet zijn. De heer Mirandolle wenscht wijziging der wet. De dwang bij de suikercultuur moet eerder opgeheven wor den om de bevolking met die opheffing te verzoenen en vrijen arbeid mogelijk te maken. Volgens spreker-hecht de minister nog te veel aan de financieele voordeelen die aan het bestaande verkeerde stelsel zijn verbonden. De heer 's Jacob acht deze alinea (n°. 2 van art. 1) waarbij de overgang van verplichte in vrije cultuur wordt geregeld, de voornaamste der wet. Hij bestrijdt het beweren dat bij deze cultuur dwang bestaat; hij acht de opheffing eene inconsequentie wanneer men de koffie cultuur wil behouden. Bovendien wordt bij deze regeling te veel overgelaten aan het uitvoerend gezag; het is eene satire op de inmenging der staten-generaal in kolo niale zaken. De heer van Kerkwijk meent dat men te veel het be lang der suikercontractanten op het oog heeft gehad, in strijd met dc beginsels die de stichters dezer cultuur op Java op den voorgrond stelden in de eerste plaats vrij willige overeenkomsten met de bevolking. De termijnen van de gedwongen werklevering wil hij dus vroeger doen eindigen dan nu is voorgesteld. De heer Fransen van de Putte zegt dat, wanneer er vol gens den heer 's Jacob geen dwang bestaat bijdesuiker- caltuar, er dan ook volstiekt geen gevaar is om onmid dellijk bij deze wet allen dwang af te schaffen. Hij acht het verkeerd dat de minister eerst wil afschaffen de gedwon gen levering van grond; hij acht den dwang tot arbeid veel nadeeliger; Deu tijd tot voorbereiding door de re geering voorgesteld acht hij te lang. Wat de klachten van de suikerfabrikanten betreft, ligt het, vraagt spre ker, wel niet eens aan die heeren zelven?Gaat Ket met hen niet als met de mevrouwen, waarvan de èerieïSjarèn lang dezelfde dienstbode heeft en de andere er 13 in een jaar verslijt? De heer van Voorthuijsen betreurt het dat de liberale partij geen amendementen wil voorstellen; het wordt nu moeilijk te beslissen, wanneer de minister con cessies gaat doen aan de eischen dergenen die met meer spoed deze gouvernements cultuur willen opheffen. De positie van den heer van der Hucht acht hij zonder ling: een conservatief die de verdeelde liberalen wil ver zoenen. De minister van koloniën wil gaarne concilieeren. Hij stelt al dadelijk eene gewijzigde redactie van dit artikel voor, naar aanleiding van eene opmerking van den heer Heemskerk Az., waardoor de tekst der wet meer in over eenstemming wordt gebracht met het regecrings-regle- ment. Verder zal hij afwachten of er aannemelijke voor stellen worden gedaan door degenen die verder wen- schen te gaan dan dit voorstel nu luidt. De tijdelijke tusschenkomst van het gouvernement blijft de minister echter verdedigen, met aanhaling der adviesen van autoriteiten en belanghebbenden. De heer van Kerkwijk stelt een amendement voor om de termijnen, die nu op 1878 en 1890 gesteld zijn, voor de verplichte levering van grond en werkvolk in te korten tot 1878 en 1885. Door de vergadering wordt, op voorstel des voorzitters, besloten na afloop van de behandeling van dit wetsont werp aan de orde te stellen dat omtrent de calamiteuze polders. Bij de beantwoording van het verslag der tweede ka mer over het wetsontwerp betreffende de regeling van het toezicht op fabrieken enz., verklaart de minister van binnenlandsche zaken.dat hij niet kan toegeven aan het verlangen om ook voorafgaande vergunning te bepalen voor fabrieken enz., die alleen hinder kunnen veroorza ken. Daardoor zou de vrije uitoefening van dc nijverheid te zeer en niet in het algemeen belang worden beperkt. Elke geraasmakende inrichting aan eene voorafgaande vergunning te onderwerpen, gelijk verlangd wordt., is onmogelijk; dan zou men ook het gebruik van mangels en het bespelen van blaasinstrumenten ten gerieve der- buren moeten kunnen verbieden. Eene beslissing over het al of niet schadelijke of hinderlijke rüoet aan dc ge meentebesturen opgedragen blijven, ook in het belang van eeu spoedige afdoening. Uit de inlichtingen van den minister van financiën op een adres van H. van Wylech te Hessel óver een beweerde onregelmatigheid bij een openbare aanbeste ding, blijkt dat een biljet, dat tijdig op de post was ge daan maar te laat bezorgd, nog als geldig is aangenomen. Gemeenteraad yan Goes. Jl. Vrijdag is een openbare vergadering gehouden, waaraan 10 leden deelnamen. Nadat de notulen der vorige vergadering waren ge lezen en goedgekeurd, deed de voorzitter mededeeling van de volgende ingekomen stukken a verslagen van de gemeenten 's-Hertogenbosch en 's-Gravenhage over 1869; b programma van het XXIVe landhuishoudkundig congres te Arnhem c verslag der Maatschappij tot exploitatie van staats spoorwegen d voorwaarden van geld'eening bij de maatschappij van gemeente-krediet. Deze stukken zullen ter secretarie worden nederge- legd ter inzage voor de leden. Vervolgens worden in behandeling gebracht: Het kohier van den hoofdelijken omslag over 1870, hetwelk met eene vermindering van 11.50 wordt vast gesteld op 27557.55, alzoo gewijzigd nog 8 dagen ter secretarie ter inzage zal liggen. Het kohier der belasting op de honden, waartegen geene reclamaties zijn ingekomen, wordt vastgesteld op 531 en zal mede acht dagen ter secretarie ter inzage worden nedergelegd. Eenu missive van de commissie voor de nieuwjaarsbe-. deeling, met daarbijgevoegde verantwoording en rapport van de bedeeling, gehouden op 1 Januari 1870, welke verantwoording wordt goedgekeurd, ouder dankbetui ging aan de commissie voor hare bemoeiingen. Deze stukken zullen worden geplaatst in de Goessche courant. De rekening der gemeente-apotheek over 1869 wordt goedgekeurd en vastgesteld in ontvang op 1293 en in uitgaaf op 1191.39, terwijl een voorraad van genees middelen op 31 "December 1869 voorhanden was tot een bedrag van 8;12.£ eh het getal recepten 6637 bedroeg. De begrooting voor 1871 werd mede goedgékëurd. De rekening van de openbare gezondheidscommissie werd goedgekeurd en vastgesteld in ontvang op 76.66 en in uitgaaf op 90 alzoo met een tekort van f 13.34. Burgemeester en wethouders zijn gemachtigd voor die commissie een mandaat te slaan van 70, zoo tot vol doening van dat tekort, als der reeds aangevangen reke ning over 1870. Op een adres van A. C. de Jonge SJz., boekhandelaar en uitgever der Nieuwe Goesche courant, verzoekende om ook hem de publicatiën die ter openbare kennis ge bracht worden te wilien toezenden, teneinde ze in het eerstvolgende nummer zijner courant op te nemen, wordt besloten, dit, als niet behoorende bij dezen raad, te ver zenden aan burgemeester en wethouders. Een adres..van B. M Wijtenburg, concierge der hoogere burgerschool, houdende verzoek tot verhooging van traktement, is om advies verzonden aan de schoolcom missie; nog niet terugontvangen zijnde is de beslissing daarover aangehouden. Burgemees teren wethouders worden, onder goedkeu ring van gedeputeerde staten, gemachtigd tot wijziging der begrooting voor 1870, alsmede tot het doen eener af- en overschrijving op de begrootiug voor 1870, waarna de vergadering wordt gesloten. Gemeenteraad yan Zicrikzee. In eene Vrijdag gehouden zitting is onder anderen door burgemeester en wethouders medegedeeld, dat ten gevolge van het overlijden van den gemeente ontvanger de tijdelijke waarneming dier betrekking door hen is opgedragen aan den heer M. F. van den Thoorn. Op voorstel van burgemeester en wethouders werd besloten de erven van den voormaligen gemeente ont-, vanger te dechargeeren, daar op den dag van het over lijden de kas en boeken van den gemeente-ontvauger door hen waren opgenomen en in orde bevonden. Het voorstel van burgemeester en wethouders om het bedrag en den aard vast te stellen van den borgtocht door den te benoemen ontvanger te stellen, en de jaar wedde van den gemeente-ontvanger met ƒ200 te ver- hoogen, is aangehouden tot de volgende vergadering. Aan den commies ter secretarie Loewer is een gratifi catie verleend van ƒ25 voor buitengewone werkzaam- hedën in zake de verkiezingen over het eerste halfjaar van 1869. Aan den bediende van de hoogere burgerschool is overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wet houders eene toelage verstrekt voor het eerste halfjaar van 1870, ten bedrage van ƒ25, en ƒ200 'sjaars van den len Juli 1870, om zich de nóodige hulp te kunnen ver schaffen. Op eene vraag van den heer Koole naar aanleiding eener interpellatie in den gemeenteraad van Middelburg, om inlichting nopens de verzekering van eigendommen der gemeente bij de Brusselsche assurantiemaatschappij, antwoordt de voorzitter, dat hij onderzoek bij den te ZiëHkzee gevestigden agent heeft gedaan en de gunstig ste médedeelingen heeft ontvangen, zoodat bij het dage- lijksch bestuur geène bezwaren tegen de verzekering bij gemelde maatschappij bestaan. Algemeen overzicht. Nadat het Fransch ministerie Vrij dag omtrent de voor gestelde motie van afkeuring een kleine overwinning had behaald, begon Zaterdag de zitting van het wet gevend licbaam onder de meest kalme voorteekenen, en zonder dat iets een zoo spoedig naderenden storm voor spelde. Die. storm stak op naar aanleiding eener vraag van den heer Glais Bizoin, ora tegen heden de discussie over het wetsontwerp tot afschaffing van.het zegelrecht op de dagbladen aan de orde te stellen. De minister van financiën Segr.is verklaarde, in antwoord hierop, dat hij met het oog op financieele overwegingen moest aandrin gen op het uitstellen der behandeling van dit ontwerp. Daarop ontstond een levendig debat tusschen den heer Haentjes van bet linkercentrum en den minister Segris, waarbij eerstgenoemde aan den minister verweet dat hij het door beiden als afgevaardigden onderteekend pro gramma ontrouw werd, en het ministerie niet voldeed aan de beloften, bij zijne optreding afgelegd. Tot ver-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 2