MIDDELBURGSCHE COURANT. l\° 9.5. Zaterdag 1870. 23 April. Bij deze couranl behoort een bijvoegsel. Middelburg 22 April. Da provinciale staten van Zeelanti hebben in hunne zitting van heden een aanvang gemaakt met de behan deling van het ontwerpreglcment op het bestuur van den polder Walcheren. De beraadslaging is gevorderd totird. 29 en wordt morgen ochtend te 10 uren voortge zet. Met 25 tegen 4 stemmen is verworpen het amende ment van den heer de Jonge van Ellemeet, om art 8 te lezen als volgt „De voorzitter en verdere leden van het dagelijksch bestuur worden, op voordracht der vergadering van commissarissen, door den koning benoemd. De benoe ming der raden geschiedt voor den tijd van vijfjaren. „Commissariscn zijn verplicht, als voorzitter voor te dragen actieve of nonactieve leden van het korps van 8' rijks waterstaat of waterbouwkundigen, die het diploma van civiel ingenieur hebben erlangd, bedoeld bij art. 61 der wet op het middelbaar onderwijs, van 2 Mei 1863." Met 18 tegen 11 stemmen is verworpen het amende ment van den heer Verhagen om artt. 8 en 9 aldus te lezen: De voorzitter wordt door den koning benoemd, voor den tijd van vijf jaren, uit eene voordracht van twee personen, door commissarissen te doen. „De raden worden, mede voor den tijd van vijfjaren door de algemeene vergadering uit commissarissen benoemd." Mede is verworpen, en wel met 23 tegen 6 stemmen, het subsidiaire amen dement van den beer de Jonge van Ellemeet op hetzelfde artikel, strekkende om achter het woord „bestuur" te lezen „met uitzondering van den ingenieur". Het onveranderd artikel 8 is aangenomen met 27 tegen 2 stemmen. Eindelijk is met 22 tegen 7 stemmen verworpen het door den heer de Jonge van Ellemeet bij art. 11 voorgestelde art.-116(«, hetwelk de strekking heeft „om een ingenieur, lid vau het dagelijksch bestuur, doch slechts met een adviseerende stem, te doen benoemen door de algemeene vergadering, op voordracht van twee personen, door voorzitter en raden, in overleg met twee commissarissen, de oudste in leeftijd, opgemaakt," met verdere omschrij ving van de vereisckten voorde betrekking van ingenieur Het rijks-telegraafkantoor te Tholcn zal op de werk dagen van 9 tot 1 en van 3 tot 7 uren geopend zijn. Des Zondags blijft de dienst onveranderd. Benoemingen en beslniten. marine. Benoemd tot luitenant ter zee le klasse Z. K. H. prins Alexander. leger. Benoemd tot kapitein a la suile bij de grenadiers en jagers, rijdende artillerie en huzaren, Z. K. H. prins Alexand er. Gemengde berichten. Als een op zoölogisch gebied geheel nieuw ver schijnsel wordt gemeld dat de hippopotamus van de diergaarde van het genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam eergisteren namiddag twee levende jongen ter wereld gebracht heeft. Te Leeuwarden hebben zich voor de betrekking van „directeur der stadsreiniging," waaraan een trakte ment van 1200 verbonden is, 212 sollicitanten aange meld. Dat men soms voorzichtig moet zijn met het ge bruik van wat in den handel vei kocht wordt ender den naam van aar dbeien- of aalbessensiroop blijkt hieruit dat Yandevijvere te Brussel heeft bevonden dat dergelijke siropen of ook likeuren met aniline gekleurd waren. Sommige personen die er van gebruikt hadden ondervon den nadeelige gevolgen. Y erscheidene door hem onder zochte siropen bevatten geen spoor van de vruchten waarnaar zij genoemd werden. De Elberfelder Zeitung heeft eene opgave gedaan van de in 1869 uitgegeven staatsschuldbrieven, acties en obligatiën, welk een totaal bedrag geeft van ongeveer f 1,456,902,971. Onder deze leeningen komen geen der groote staten van Europa voor, daar Rusland, Oostenrijk) Frankrijk, Pruisen en Engeland in dat jaar geen leenin gen hebben gesloten. Italië heeft tot een bedrag van 130,000,000 francs op de kerkelijke goederen opgenomen en voor 23,700,000 francs tabakacties uitgegeven. Spanje heeft 50,000,000 piasters van de Europesche geldmarkt gevraagd en Portugal 12,000,000 pd. st.; daarop volgt Turkije tot een bedrag van 705,556,500 franken, Beieren f 18,000,000, Saksen 4,000,000 th. en Gotha 1,400,000 th. Terecht acht hetblad het bedenkelijk of de kapitaalmarkt nog lang aan zoodanige eischen zal kunnen voldoen. ProtóWctaTe staten van Zeeland. [Veroolg van het bijvoegsel.) en van wethouders het recht geven stem uittebrengen in de vergaderingen van provinciale staten en gemeente raden, en die colleges het recht geven mede te werken om politieverordeningen en keuren vast te stellen. Hij ziet er daarom ook geen bezwaar in de leden van bet bestuur op de algemeene vergadering stem te doen uit brengen. Hij heeft nergens bezwaar tegen de bepalingen der organieke wetten hooien opgeven, en ziedaar de jreden waarom hij zijn amendement voorstelt. De heer Buteux geeft rekenschap van de redactie van dit artikel door gedeputeerde staten. Het bestuur zooals het bij het tegenwoordige ontwerp wordt geregeld, heeft minder overeenkomst net de colleges waarmede de vorige spreker het vergelijkt, maar meer met die van de minis ters en de staten-generaal. Doch de groote reden waarom dit artikel aldus is voorgesteld is het gevoelen van ver schillende polders die hebben te kennen gegeven, dat de bestuurders geen leden der algemeene vergadering moeten zijn. De heer Snouck Hurgronje meent dat het voorstel van gedeputeerde staten op een misverstand berust. Hij is tegenwoordig geweest op eene vergadering in het 4<'dis- drict en wel van ingelanden van Cadzand, alwaar een amendement werd voorgesteld ongeveer in denzelfden zin als het thans door gedeputeerde staten voorgestelde artikel. Hij deed toen opmerken dat het voorgestelde amendement niet juist de bedoeling der voorstellers, althans naar zijne meening, uitdrukte van hetgeen zij verlangden, en toen hij hun dat deed opmerken, erken den zij de juistheid daarvan en evenzeer dat zij aan ge deputeerde staten iets anders hadden gevraagd dan hunne bedoeling was. liet was niet hunne meening de leden van het bestuur als zoodanig geen stem te geven op de algemeene vergadering, maar zij vreesden dat door som mige leden een dubbele stem zou worden uitgebracht èn als bestuurder èn als afgevaardigde van een of anderen polder, en daarvoor wenschten zij dat zou worden ge waakt. De heer Verhagen zal zich niet met het voorgestelde amendement kunnen verecnigen. Door de verwerping van het amendement van den heer Vader om in art. 6 het woord „toezicht" te veranderen in beheer", is uit gemaakt dat de algemeene. vergadering toezicht zal uit oefenen op het bestuur. Die bepaling staat in verband met dit artikel, en daarom is hij tegen bet voorgestelde amendement. De beraadslagingen over dit artikel gesloten zijnde gaat men over tot de stemming over het amendement van den heer Hennequin tot verandering van het 1« en 3C lid'van dit artikel. Het wordt aangenomen met 16 tegen 12 stemmen. Tegen steraden deheeren Buteux, van der Bilt, öprenger, Verhagen, Becius, Vis, de Jonge van Ellemeet, van der Vliet, Risseeuw, de Smidt, Dron- kers en van Citters; afwezig de heer Fransen van de Putte. Het geamendeerde artikel 8 wordt aangenomen met 27 stemmen tegen 1, die van den heer de Smidt; ook bij deze stemming was de beer Fransen vau de Putte af wezig. Achtereenvolgens worden zonder beraadslaging cu zonder hoofdelijke stemming aangenomen de vol gende artikelen met de daarbij vermelde door gedepu teerde staten voorgestelde wijzigingen Art. 9. (oud art. 8.) Art. 10. (oud art. 9). Jn regel 4 van dit artikel iu plaats van „vijfde" te lezen „zesde" en in de zevende alinea in plaats van „de aard en het" te lezen „het." Art. 11. (oud art. 10) achter het laatste woord van dit art. te voegen „de leden kunnen zich niet door gemach tigden doen vertegenwoordigen." Art 12. (oud art. II) tusschen al. 1 en 2 een nieuw lid te plaatsen: „Geen lid brengt meer dan éen stem uit" en aan het slot „in elk geval die des voorzitters" te lezen „de voorzitter." Art. 13. (oud art. 12) te lezen van het woord „of" in de tiende alinea fot het einde te lezen „Wanneer bij de tweede stemming meer dan twee personen een getal stemmen hebben verkregen waardoor zij voor de derde stemming in aanmerking komen, wordt door eene tus- schenstemming over hen die een gelijk getal steramen verkregen vooraf beslist wie hunner op het tweetal voor de derde stemming zal worden gebracht. „"Wanneer bij de tusschensteraming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist het lot." Art. 14. (oud art. 13.) Art. 15. (oud art. 14 Art. 16. (oud art. 15)te lezen in 7» „art. 17" in plaats van „art. 14." Art. 17. (oud art. 16) achter „bestuur" in de 4« alinea van dit artikel te lezen: „of de secretaris penningmeester." Art. 18. (oud art 17) hetl* er. 2c lid te vervangen door bet volgende: „De begrooting der inkomsten en uitga ven van het waterschap wordt jaarlijks door het uitvoe rend bestuur ontworpen en in de algemeene vergade ring van Maart vastgesteld, nadat ten minste veertien dagen te voren een afdruk aan ieder der leden is toege- zouden. „Zij wordt in afdruk voor de ingelanden van het wa terschap verkrijgbaar gesteld, tegen betaling der kosten". lil alinea 3 te doen vervallen het tvoord „hoogstens." De heer de Jonge van Ellemeet z^gt dat, als hij zich niet bedriegt, bij dit artikel een beginsel zal moeten uit gemaakt worden, hetwelk van toepassing kan zijn bij latere polderreglementen. Hij gelooft dat de voorgestelde wijziging het gevolg is van de zienswijze dat deze verga dering niet bevoegd is tot bepaling der traktementen. Hoe meer hij echter over die bevoegdheid ot onbevoegdheid nadenkt hoe meer hij overtuigd wordt dat dit weder een dier rekbare uitdrukkingen is, welke men maar al te vaak boort bezigen. Hij zon aan ben die de bevoegdheid ontkennen, willen vragen welk verschil er bestaat tus- schen de bepaling dat men zich niet mag doen vertegen woordigen en liet vaststellen eener bezoldiging. Hij vindt het goed te bepalen dat men zicli alleen onder zekere voorwaarden kan doen vertegenwoordigen, doch dan acht hij ook de vergadering bevoegd om de bezol digingen te bepalen. Er is toegegeven aan het verlan gen van polderbesturen, cn de veranderde cijfers door gedeputeerde staten voorgesteld zijn in overeenstem ming met het uitgedrukte vei langen en met de belan gen der polders, en bij wil die belangen niet prijs geven aan rekbare uitdrukkingen, De heer Verhagen vraagt het woord om te verklaren dat hoewel hij persoonlijk tegen de opname der salarissen in dit artikel is, hij echter niet van oordeel is dat de staten onbevoegd zijn een zoodanige bepaling te maken. Hij kent geen enkel voorschrift dat die bevoegdheid betwist. Hec komt hem echter voor dat. het niet wen- schelijk en raadzaam is de salarissen voor de dignita rissen vooruit vast te bepalen van een bestuur dat zijn eigen kosten betaald. Als er tekort kwam en uit de alge meene kas betaald moest worden dan zou hij een der gelijke bepaling aanbevelingswaardig vinden. Nu is zij volst:ekt niet raadzaam. De lieer Bybau meent dat de qnaestie van al of niet bevoegdheid niet op den voorgrond behoeft te treden. In de aldeeling waartoe bij behoorde was ook het begin sel aangegeven geen salarissen te bepalen, doch dat over te laten aan de algemeene vergadering. Ter verdediging van dat beginsel bad men aangevoeld, dat die vergade ring beter op de hoogte van de belangen is, doch men heelt, volstrekt niet op onbevoegdheid gewezen. De heer Vader kan zich met de voorgestelde wijziging volstrekt niet vereenigen. Hij acht de vergadering niet alleen volkomen bevoegd om de traktementen te bepalen, maar hij acht ze er toe verplicht. De regeling der trakte menten zal een integreerend deel van het reglement uitmaken. Hij vergelijkt het op te richten waterschap bij eene machine die door de staten in werking zal wor den gebracht. Alvorens die te kunnen doen werken zal er gevraagd worden welke belooningen daartoe verbon den zijn, en daarop zal een bepaald antwoord noodig zijn, anders zal de machine blijven stilstaan. Wat bet bioed is in het dierlijk lichaam, dat is het geld in de maatschappij. Heeft hij eerst getwijfeld aan de. be voegdheid der staten om traktementen vast te stellen, hij is van meening veranderd nadat hij heeft ingezien dat een waterschap iets anders is als een polder. Ten aanzien van een polder zou hij aan de bevoegdheid der staten twijfelen voor zoodanige bepaling, doch niet ten opzichte van een waterschap. Op deze gronden wil hij een amendement voorstellen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1