OÜRANT.
Vrijdag
22 April.
i\°- 95.
Bij deze courant behoort een bijvoegsel.
-x
ïïiddelbnrg 21 April.
De provinciale staten van Zeeland hebben in hunne
heden gehouden zitting de beraadslaging over het ont-
werp reglement voor het waterschap der sluis aan de
Wielingen ten einde gebracht. Het reglement is met
algemeene stemmen goedgekeurd.
Morgen ochtend te 10 uren worden de werkzaamheden
voortgezet.
De Staats-courant van heden bevat de wet van den
5CD dezer, waarbij kredieten worden toegestaan ten be
hoeve van tot het dienstjaar 1S67 behoorende onver-
evende vorderingen ten laste der begrooting van Neder-
landsch-Indië.
De Staats courant van heden bevat het verslag over
den staat van 's rijks herbarium te Leiden en de aldaar
verrichte werkzaamheden, gedurende het jaar 1869.
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan monsignor
A. J. Pluym, bisschop van Nicopolis, tot het aannemen
en dragen der versierselen van ridder-grootkruis der
orde van Frans-Joseph.
Benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen>
leeuw m«'. G. J. G. Sclmeither, laatstelijk vice-president
van het provinciaal gerechtshof in Gelderland.
eer et zeken en. Verleend aan de inlanders van Java
Keran en Enan,de bronzen medalje, ingesteld bij konink
lijk besluit van 22 September 1855, n°. 64, alsmede een
loffelijk getuigschrift, wegens de redding van een Euro
peaan uit de Djambattan-Boesoekrivier, ter hoofdplaats
Batavia, op den 4cn November 1869.
posterijen. Benoemd tot commies der posterijen 3e
klasse H. A. Monhemius, thans surnumerair der poste
rijen.
belastingen. Beboemd, na afgelegd exameD, tot sur
numerair bij de administratie der directe belastingen en
van het kadaster: M. M. J. Colen, wonende to 's-Graven-
hage, en H. S. Smits, wonende te 's-Hertogenbosch.
consulaten. Erkend en toegel aten L. Hoyack, als
consul van den Noordduitschen bond te Amsterdam,
en zulks op den voet van Nederlandsch onderdaan.
marine. Bepaald dat de bij art. 21 van bet reglement
voor de opleiding van cadetten bij het korps mariniers
bedoelde commissie tot het afnemen van het examen
voor den rang van 2en luitenant van de cadetten van het
derde studiejaar, in dit jaar zal bestaan uit: denkom-
mandant en inspecteur van liet korps mariniers, als
voorzitter; den kapitein-luitenant ter zee G. H. Bakker
en den kapitein der 1* klasse bij voorschreven korps
J. Gautier, als leden.
leger. Op verzoek eervol ontslag uit den militairen
dienst verleend aan den kapitein bij het korps ingenieurs
mineurs en sapeurs W. T. Koster, en met ingang van
dien datum benoemd tot referendaris bij het departement
van binnenlandsche zaken.
Op verzoek op nonactiviteit gesteld voor den tijd van
éen jaar en zonder bezwaar der schatkist de kapitein
A. James van het 5e regiment infanterie.
Benoemd bij bet wapen der infanterie, bij het le regi
ment, tot le luitenant (naar ouderdom van rang), de
2e luitenant C. J. Vaillant, van het korps; bij het 3C re
giment, tot kapitein 3c klasse (naar ouderdom vau rang),
de le luitenant A. S. C. Saurel, van het regiment grena
diers en jagers; bij het 5* regiment, tot kapitein 3e klasse
(naar ouderdom van rang), de le luitenant J. C. Santha-
gens, van het regiment grenadiers en jagers; bij het
8« regiment, tot Icn luitenant (naar ouderdom van rang),
de 2e luitenant W. F. P. J. Happé, van het korps.
Overgeplaatst in zijnen rang, bij het regiment grena
diers en jagers, de kapitein jonkheer W. L. van Spengler
.van het 7C regiment infanterie.
Benoemd bij het wapen der infanterie tot luitenant
kolonel, de majoor L. K. Kirsch, van het wapen, thans
tijdelijk gedetacheerd bij de landmacht in West-Indië.
Op nonactiviteit gesteld in afwachting dat omtrent
hem nader zal worden beslist de le luitenant-administra
teur van kleeding en wapening F. W. Eckenhausen, van
het regiment rijdende artillerie.
Benoemd bij het personeel van den geneeskundigen
dienst der landmacht in Nederlandscb-Indië, tot officier
van gezondheid 3e klasse A. P. C. Steinau.
Gedetacheerd voor den tijd van 3 jaren de officier van
gezondheid 3e klasse E. Edema, van bet leger hier te
lande, bij de landmacht in West-Indië, en meer bepaalde
lijk bij het garnizoen in Suriname.
Onderwijs.
De gemeenteraad van Arnhem beeft besloten tot op
richting eener boogere burgerschool voor meisjes. Het
voornemen bestaat om die school met den aanvang van
1871 te openen.
Marino en leger.
De commissie tot het afnemen van het examen als
cadet aan de Koninklijke militaire academie te Breda
bestaat uit: den luitenant-kolonel der artillerie A. J. A.
Gerlach, als voorzitter; de hooirleeraren in de taal- en
letterkunde d«\ A. A. van Heusden en dr. J. J. de Hollan
der; den leeraar le klasse in de taal-en letterkunde
jonkheer B. L. Teding van Berkhout; den kapitein
ingenieur A. Baud; den kapitein der artillerie M. C. F.
Simon; de kapiteins der infanterie R. T. M. Muschart
en W. Bannier; den len luitenant der artillerie P. A.
Scheltus; den len luitenant der infanterie F. L. Carré,
als leden; en den len luitenant der artillerie P. J. te
Winkel en den len luitenant-ingenieur G. J. Biaauw, als
plaatsvervangende ledeu.
Do luitenant t§r zee 2c klasse S. n. Binkes wordt
met den len Mei a. geplaatst op Ze. Ms. wachtschip te
Willemsoord.
De officier van administratie lc klasse B. A. Stieler
laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië
en van daar den ÏL™ dezer in Nederland teruggekeerd,
wordt met dien datum op nonactiviteit gesteld.
De luitenant ter zee le klasse C. F. T. van Woelde-
ren wordt met den le Mei a, als lc officier geplaatst aan
boord van Zr. Ms. raderstoomschip de Valk.
De officier van administratie 2e klasse F. W. L. A.
Hirschraann wordt met dén 16tn Mei a. geplaatst op
Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord.
Aan de Heldersche courant wordt medegedeeld, dat
Zr. Ms. schroefstoomschip le klasse Zoutman, liggende op
's rijks werf te Nieuwediep, voor den dienst is afgekeurd.
Genoemd schip, in 1859 op stapel gezet, werd in 1861
te water gelaten.
De schoenerbrik Ternate, onder bevel van den
luitenant ter zee lc klasse N. Mac Leod, zal in het jaatst
dezer week van het Nieuwediep vertrekken tot het doen
eener instructie-reis iu de Zuiderzee met de bootsmans
leerlingen.
Gemengde berichten.
Heden morgen hadden twee schildersknechts, Robart
en Tavenier, werkzaam zijnde aan den gevel van een
huis in de Giststraat, hét ongeluk naar beneden te
storten, door het verschuiven van een planK der stellage
waarop zij stonden. Eerstgenoemde brak zijn rechter
arm en been,terwijl de andere zware kneuzingen bekwam.
Beiden zijn daarop naar het gasthuis vervoerd. Hun toe
stand is echter, de omstandigheden in aanmerking geno
men, tamelijk bevredigend.
De Fransche administratie der spoorwegen beeft
een maatregel genomen die voorzeker strekken kan om
vele onaangenaamheden te voorkomen en daarom navol
genswaardig is. Ieder reiziger is wei eens om de een of
andere reden genoodzaakt geweest zijne plaats in een
wagon bij eenig station voor een oogenblik te verlaten.
Bij zijne terugkomst zal hij zijne plaats wel eens bezet
gevonden hebben door iemand die maar in het geheel
niet wilde opstaan. In zulk een geval hielp het weinig
of de van zijne plaats beroofde reiziger de hulp vau een
1870.
of ander beambte inriep, want geene bepaling in het
reglement voorzag in deze omstandigheid.
Bedoelde maatregel nu bestaat hierin dat iedere rei
ziger die in bovengenoemde orastaudigheid verkeert, de
tusschenkomst van den stationschef of een ander beambte
zal kunnen inroepen. Het recht van den reiziger op zijne
plaats kan door dezen aangetoond worden hetzij door de
aanwijzing van eenig door hem achtergelaten voorwerp,
hetzij door de getuigenis van zijne medereizigers. Indien
het nu geconstateerd wordt dat iemand wederrechtelijk
eene plaats ingenomen heeft en dat bij deze aan den
rechthebbende niet wil afstaan, zal onmiddelijk proces
verbaal opgemaakt worden.
Het schijnt waarlijk dat het voorbeeld door eenige
gevangenen te Toulon gegeven om tegen hunne be
wakers in opstand te komen, aanstekelijk is. Korten tijd
daarop toch brak onder een 200tal gevangenen te Smyrna
een opstand uit die tot een bloedig gevecht met hunne
bewakers aanleiding gaf. Thans worden berichten mede
gedeeld uit Finalmarina (aan de golf van Genua)omtrent
een verzet der gevangenen in de gevangenis te Final-
borgo. 600 van hen zijn tegen hunne bewakers in verzet
gekomen en trachtten te ontvluchten. Hoewel zij zich
nog in hunne vertrekken achter de grendels bevonden,
veroorzaakten zij toch een gvooten schrik onder de be
volking omdat zij alle mogelijke middelen in het werk
stelden om hun doel te bereiken. Daar zij niet tot bedaren
waren te brengen, werd een piket soldaten gehaald die
tot. schrikinboezeming hunne geweren eerst in de lucht
afschoten. Dit was echter olie in het vuurdaarom werd
door de soldaten, ten getale vau dertien, een salvo door
de traliën op do dichtopeengehoopte gevangenen gelost.
Een veertigtal van deze werd meer of minder zwaar
gekwetst.
Uit New-York zijn berichten aangebracht omtrent
een verschrikkelijken storm die aldaar en over een
groot gedeelte der omliggende streken gewoed heeft.
Verscheidene daken zijn afgewaaid en muren omgeslagen
Men herinnert zich niet dat ooit zulk een hevige storm
de stad geteisterd heeft. Terwijl de orkaan het hevigst
was ontlastte zich een hevige regen, die als een ware
zondvloed de lager gelegen wijken overstroomde. Er
had een geheele stemtniüg in het verkeer plaats. De
straten waren verlaten en vele openbare en particuliere
inrichtingen gesloten. Verscheidene schepen ook hebben
zware schade bekomen. Bij het afzenden der berichten
waren nog geene tijdingen uit het binnenland aange
bracht; men verwacht dat ook daar de schade enorm
zal zijn.
Men weet dat de onlangs overleden schatrijke
Amerikaan Georges Peabody met zeer groote eerbewijzen
ter aarde besteld is. Geheel overeenkomstig het onmeet
baar vermogen van den overledene, was de ljjkkist met
zilveren bauden en platen versierd. Deze schijnen de
begeerigheid van eenige personen opgewekt te hebben,
althans op het laatst der vorige maand zijn dieven den
grafkelder binnengedrongen en hebben zich van het
zilver meester gemaakt. Ongelukkig voor hen echter
werden zij den volgenden dag in hechtenis genomen.
Dit is niet de eerste maal dat in het graf gelaten voor
werpen van waarde de begeerlijkheid opgewekt en tot
zulke daden aanleiding gegeven hebben.
Eenigen tijd geleden meldden wij dat bii te Parijs
gedane opgravingen een Romeisck amphitheater ontdekt
was geworden. Uit nadere mededeelingen blijkt dat de
groote as van de arena 55, de kleine 4S meter is. Het
gebouw, welks middellijn in bet geheel 130 meter is, moet
ongeveer 15,000 meuschen hebben kunnen bevatten. Ook
zeer oude bronzen muntstukken ziju bij de opgravingen
gevonden. Meer en meer blijkt het dat dit het oudste
gebouw van Parijs is, maar tevens blijkt er uit dat Parijs
reeds ïu overoude tijden een zeer bevolkte plaats ge
weest is.
Aan de medico-chirurgiscke academie te St. Peters-
burg wordt eene speciale afdeeling gevormd tot opleiding
van dames-artsen. Om aan die inrichting als leerlinge te
worden toegelaten, is het voldoende een diploma ver
kregen te hebben op een der gymnasiën voor meisjes.