MIDDELBURGSCHE
COURANT.
r 85.
Zaterdag
1870.
9 April.
Ötmmütmi}
Bij deze courant behoort een bijvoegsel.
sr.v(iiiRij.
De Burgemeester en Wethouders van Ylissingen,
Gezien het adres yan J. A. Wisse, houdende verzoek
om vergunning tot het inrichten van het pand wijk G,
n°. 37, tot slagerij
Gelet op Zijner Majesteits besluit van den 31e" Ja
nuari 1824 (Staatsblad n". 19)
Maken bekend
dat de bij genoemd koninklijk besluit voorgeschreven
informatie de commodo et incommodo zal plaats hebben op
Zaterdag den 9tn April 1870, des namiddags te 2 uren,
ten raadhuize der gemeente;
en roepon bij deze op, om daarbij tegenwoordig te zijn,
teneinde in hun belang te worden gehoord, alle eige
naars of gebruikers van de hiervoren bedoelde of daar
aan grenzende gebouwen of erven, en in het algemeen
ieder, die verineenen mocht tegen de gevraagde vergun
ning eenig bezwaar te moeten inbrengen.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort,
den 2e« April 1870.
De Burgemeester en Wethouders voorn.,
WINKELMAN.
De Secretaris,
F. FORBES WELS.
NATIONALE MILITIE.
De Burgemeester en Wethouders van Ylissingen,
Brengen ter kennis van de lotelingen dezer gemeente,
behoorende tot de lichting van het jaar 1870, die door
den militieraad voor den dienst der militie zijn aangewe
zen of omtrent welke nog geene uitspraak is gedaan,
dat die raad op Maandag den 11 April 1870, des voor
middags te 91 uren, te Middelburg in de Abtlijeene
tweede zitting zal houden, om uitspraak te doen omtrent
alle in de eerste zitting nL-t afgedane zaken, alsmede
omtrent hen, die als plaatsvervangers of nummerverwis
selaars verlangen op te treden, en dat, bijaldien nopens
hunne redenen van vrijstelling nog geene uitspraak is
gedaan of zij zich in den dienst der militie wenschen te
doen vervangen, zij op gemelden tijd voor den militieraad
moeten verschijnen, vergezeld van de personen, die als
plaatsvervangers of nummer verwisselaars voor hen ver
langen op te treden, en voorzien van de navolgende
stukken:
1°. Wat den plaatsvervanger betreft:
a. van een getuigschrift, dat hij is ingezeten, onge
huwd of kinderloos weduwnaar, niet beneden de
21 jaren oud, en dat hij een goed gedrag heeft ge
leid. (Dit getuigschrift wordt afgegeven door den
Burgemeester.)
b. van het bewijs, dat hij zijne plichten ten aanzien
van de militie heeft volbracht, of dat hij er geene
te volbrengen had;
c. indien hij vroeger als militair op 's lands vloot
mocht hebben gediend, van een bewijs van ontslag en
een getuigschrift van goed gedrag, afgegeven door
den kommandant van het korps, waarbij hij laat
stelijk heeft gediend. (Dit getuigschrift kan bij
dien komma;.dant worden aangevraagd).
d. zoo hij minderjarig is, van een bewijs van de toe
stemming van zijn vader of voogd, om als plaats
vervanger op te treden.
2°. Wat den numinerverwisselaar betreft:
a. van een bewijs, afgegeven door den burgemeester
der gemeente, waar bij voor de militie is ingeschre-
ven en onder anderen inhoudende, dat hij tot dus
verre tot geenen dieost bij de militie is verplicht
geweest.
b. van de hierboven onder letter c en d vermelde
stukken;
c. zoo hij voor de militie is ingeschreven binneneene
gemeente van een ander militie-district, dan waar
toe de loteling behoort, wiens dienst hij verlangt
waar te nemen, van een door den voorzitter van
den militieraad van dat district afgegeven uittrek
sel uit het lotingsregister, waarop hij voorkomt,
bevattende de daarin ten zijnen aanzien vermelde
opgaven.
Nadat de persoon, die als plaatsvervanger of nummer-
verwisselaar zal optreden, als zoodanig is toegelaten, zal
door of~"vanwege den loteiing, die zich doet vervangen,
aan den militieraad moeten worden overgelegd een af
schrift van de notariëele akte van overeenkomst over
de vervanging in den dienst.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 2en April 1870.
De Burgemeester en Wethouders voorn.,
WINKELMAN.
De Secretaris,
P. FORBES WELS.
Middelburg 8 April.
In de zitting der tweede kamer van heden is het wets
voorstel tot wijziging der armenwet met 54 tegen 14
stemmen aangenomen. Voorts zijn nog de wetsontwer
pen tot verhooging van hoofdstukken VIII (aanschaffing
Beaumont-geweren) en VI (aanschaffing gebogen toren
platen) het eerste met 55 tegen 13, het laatste met een
parige steramen aangenomen. De beslissing omtrent de
conclusie in zake de suikerconventiën tusschen Neder
land, België, Frankrijk en Engeland is uitgesteldandere
conclusiën zijn daarentegen aangenomen.
De kamer is hierna op reces uiteengegaan.
De Staats-courant van heften bevat de wet van den
SO™ Maart jl., tot onteigening van perceelen, noodig
voor den bouw van de tweede schutsluis te Hansweert,
ter voltooiing van het kanaal door Zuid-Beveland.
In de Staats-courant van heden is opgenomen het
koninklijk besluit van den 28cu Maart jl., houdende
classificatie van nieuwe vestingwerken.
De minister van binnenlandsche zaken heeft onder
dagteekening van 29 Maart aan de commissarissen des
konings in de provinciën een circulaire gericht, teneinde
hen aan de burgemeesters te doen aanschrijven, dat, zoo
wel wat betreft bet plaatsen van stoommachines, als het
voor het toezicht toegankelijk maken daarvan, de wette
lijke bepalingen strenger moeten gehandhaafd worden.
De burgemeesters zullen aangeschreven worden ooi van
iedere vergunning tot het plaatsen van stoommachines
kennis te geven aan den betrokken ingenieur der lc
klasse voor het stoomwezen, zijnde voor de Noordelijke
provinciën de ingenieur A. A. C. de Vries Robbé, te
Ede, en voor Noord-Brabant, Zeeland en Limburg de
ingenieur P. J. J. Bogaert, te Maastricht.
De president derVereenigde staten van Noord-Amerika
heeft den heer Root benoemd tot minister-resident bij
het Nederlandsche hof.
Benoemingen en besluiteu.
foldekbesturen. Op verzoek eervol ontslag verleend
aan J. de Feyter Wz., als beheerder van den Noordpol
der bij Neuzen, en aan L. A. Dierikx, als gezworen van
de polders Johanna Susanna.
ministerieele departementen. Pensioen verleend»
ten bedrage van L758 's jaars, aan den heer L. Arts,
laatst referendaris bij bet departement van buitenland-
sche zaken.
kadaster. Benoemd tot bewaarder van de hypothe
ken, het kadaster en de scheepsbewijzen te Amsterdam
J. van Diest, thans directeur der registratie en domei
nen voor de provinciën Groningen en Drenthe.
belastingen. Benoemd tot ontvanger der registratie
en domeinen: te Lemmer D.C. H. Smits, thans surnu
merair der registratie en domeinen en commies ter
directie der registratie en domeinen te Amsterdamte
Heerlen J. S. P. W. Eerens, thans ontvanger der regis
tratie en domeinen te Oirschotte Oirschot G. Mulder,
thans ontvanger der registratie en domeinen te Goor;,
te Goor P. J. Idema Greidanus, thans surnumerair der
registratie en domeinen.
Marine en leger.
De minister van marine heeft ter kennis van belang
hebbenden gebracht, dat, ter voorkoming van mogelijke
vergissing met het kustlicht van Westkapelle, het voorne
men bestaat om eerstdaags het licht van hetOosterhoofd
nabij Domburg, te veranderen van wit in rood. Van
den datum, waarop deze kleurverandering heeft plaats
gehad, zal in de Staaats-courant nadere aankondiging
geschieden.
De minister van marine brengt in de Staats-courant
van heden ter kennis van belanghebbenden, dat, krach
tens bepaling des konings, in dit jaar'achttien jongelin
gen als adelborst 3e klasse voor deri zeedienst (na be
hoorlijk afgelegd examen) op het koninklijk instituut
voor de marine te Willemsoord kunnen worden aange
nomen.
De admissie heeft plaats op den 1"' September a.
Ouders of voogden, die verlangen dat hunne zonen of
pupillen in dit jaar worden geplaatst, moeten voor of
uiterlijk op den 31«n Mei a. aan den minister van marine
een op zegel geschreven verzoekschrift indienen.
Rechtzaken.
De arrondiasements rechtbank alhier heeft gisteren de
volgende vonnissen uitgesproken.
Helena Maria Theodora Frederika Kesteloo, oud 31 ja
ren, naaister alhier, was beklaagd1° dat zij drie hem
den, welke haar door E. de Smit, buisvrouw van Spits,
waren toevertrouwd, om tegen loon van 25 cent per stuk.
te naaien, heeft verduisterd dóór ze voor f 1.50 in de
bank van leeuing te doen belecnen2° dat zij zich bij
verschillende goud- en zilverkashouders onder valsche
voorgevens onderscheidene voorwerpen heeft doen af
geven, welke zij verduisterd heeft. Bij den getuige J. A.
Nederveen kreeg zij op haar verzoek een paar gouden
oorbellen opbeziens mede, naar zij zeide voor eene vrouw
uit Vlissingen, aan wie zij die wellicht zou kunnen ver-,
koopen, doch wier naam zij niet noemde; daar zij kortte
voren bij dien getuige een gouden slotje gekocht en be
taald had, werd door hem ook ditmaal aan haar goede
trouw niet getwijfeld. Bij den getuige M. Hackenberg
heeft zij een gouden slotje op beziens gevraagd en rae-
degekregen, zeggende dat dit was voor haar en anderen,
met bestemming om als cadeautje te dienen. Dit slotje
is niet betaald, doch eenige dagen later kwam de be
klaagde terug met een ander gouden slotje, teneinde dat te
laten waardeeren, hetwelk zij achterliet, zeggende dat zij
later bescheid zou doen op het vroeger ter bezichtiging
medegenomene, op welk bescheid de getuige echter
tevergeefs heeft gewacht. Hétzelfde lot viel te beurt aan
den getuige J. E. de Groot, die aan de beklaagde twee
gouden slotjes ter bezichtiging heeft medegegeven, onder
voorgeven dat zij een cadeautje wilde geven aan de
dienstmeid van den heer Dronkers. De getuige J. H.
Hackenberg heeft een gouden slot voor f 5 gekocht van
eene door de beklaagde gezonden vrouw. Bij den ge
tuige G. Esink eindelijk heeft de beklaagde een gouden
oorhanger en een slot gekocht.
De rechtbank heeft haar bij verstek schuldig verklaard
aan het eerste haar ten laste gelegde feit, zijnde gequali-
ficeerd als misbruik van vertrouwen, en haar veroordeeld
tot drie maanden gevangenisstraf, in eenzame opsluiting
te ondergaan, alsmede in de kosten. Ten aanzien van de
overige haar ten laste gelegde feiten is zij van alle
rechtsvervolging ontslagen, als zijnde der rechtbank niet
gebleken dat de beklaagde in den zin der wet zich van
bedrieg el ij ke middelen heeft bediend om zich goederen
te doen afgeven, zoodat die feiten noch misdaad, noch
wanbedrijf, noch overtreding opleveren.
Abraham Walkier, oud 27 jaren, arbeider alhier
beklaagd dat hij op den 14«n Maart jl. aan A. de Koning,
in diens tapperij alhier, met een glas slagen op het hoofd
toegebracht heeft, daar deze weigerde hem zonder beta
ling te tappen is schuldig verklaard aan het moed-