welke hem tot onderkoning- zou maken. De minister
Ollivier zou met deze combinatie aanvankelijk volstrekt
niet tevreden zijn geweest, doch tenslotte hebben toege
geven als concessie aan de Bonapartistisehe partij.
Sedert den terugkeer van den zoo bekend geworden
geestelijke Hyacinthe uit Amerika vernam men weinig
van liem, zoodat er reeds geruchten in omloop werden
gebracht en vau zekere zijde met ijver geëxploiteerd,
dat hij eerlang zijne dwalingen zou erkennen. Thans
verneemt men echter dat nog in den loop dezer maand
te Parijs een dagblad zal verschijnen onder hoofdredactie
van hem en zijn broeder.
Onder de leden van het Belgisch ministerie bestaat
volgens Brusselsche dagbladen verschil van opinie
omtrent de quaestie of aan den ter dood veroordeelden
Dessous-le-Moustier gratie zial worden verleend of niet.
De minister van justitie Bara helt zeer over tot het
eerste, terwijl ook de verdedigers van den veroordeelde
al hunne pogingen in het werk stellen om dit te ver
krijgen. Volgens het meer bepaaldelijk in Frankrijk
gevolgd gebruik hebben de beide raadslieden in verband
hiermede eene audiëntie bij den koning gevraagd.
De voorstanders der oprichting van een Zuid-Duit-
schen bond die, gelijk wij reeds mededeelden, de
bestaande omstaudigheclen guustig geacht hebben om
hun plan weder op den voorgrond te stellen gaan
voort met pogingen aan te wenden om aanhangers, te
winnen. De meest onpartijdige berichten dienaangaande
stellen zich van deze pogingen geenerlei resultaat voor.
Zelfs de ministerieele organen te Berlijn zijn hiervan
zoo overtuigd dat zij het plan der Zuid-Duitsche confe
deratie met de meeste kalmte bespreken en het onvol
doende daarvan in het belang der belanghebbende staten
Beieren, Wurtemberg, Baden en Hessen doen voorkomen.
Als bijdrage tot de juiste kennis der Spaanscbe Cortes
meldt de telegraaf twee merkwaardige feiten. Zaterdag
verscheen onverwachts in de vergaderzaal de afgevaar
digde Sïïner y Capdevilla, uitgeweken lid der republi-
keinsche partij en tengevolge zijner houding bij de laatste
republikc-insche beweging ter dood veroordeeld. Dit
bracht eene algemeene sensatie teweeg, waarop de ter
dood veroordeelde afgevaardigde, op aandringen zijner
vrienden, de zaal weder verliet. Het tweede feit,
weder uit een ander oogpunt merkwaardig, is dat een
votum van afkeuring is uitgebracht tegen den minister
van openbaar onderwijs, ter zake van zijn voornemen
om alle godsdienst-onderricht van de scholen te weren.
Dit votum van afkeuring werd uitgebracht met 78 tegen
75 stemmen.
Ïïoord-Amerika.
Aan een brief uit New-York van 8 Maart ontkenen
wij het volgende:
De opstand in de Engelsche kolonie aan de Red-rivier
ia, nadat hij bijna gedempt was doordien de partijen zich
met elkander verzoend hadden, wederom uitgebroken.
De vijandelijkheden zijn opnieuw aangevangener heeft
bloed gevloeid. De meeste opstaudelingen zijn van
Franschen oorsprong, en hunne geschiedenis werpt wel
eeDig licht op de vreemde zeden dier pionniers der be
schaving, op die eenvoudige en rechtgeaarde manneg
verzot op het wilde leven, niet in staat om het juk van
eenige wet te dragen en geen anderen regel kennende
dan dien der billijkheid.
Indien ge de oogen slaat op een kaart van Noord-
Amerika zult gij tusschen Engelsck-Columbië en de Ca-
nadasche provinciën, ten noorden van Minnesota en aan
de andere zijde van de grens der Vereenigde staten,
een uitgestrekt grondgebied vinden, waarin omstreeks
in bet midden drie groote meren liggen (Winnipeg,
Winuipegos en Manitoubab) die in grootte en in andere
opzichten overeenkomen met de groote meren aan de
Canadasche grens. Deze streek noemt men Rupert's
land, een land liggende tusschen 'den 50CI> en den 60cn
breedte- en den 95<n en llO" lengtegraad, welks opper
vlakte nagenoeg gelijk is aan tweederden van Frank
rijk en dat nog geen 20,000 bewoners van Caucasisch
ras heeft.
De Red-river die uit het meer Ottertail in de Minnesota
stroomt niet ver van de bronnen der Mississippi, richt zich
plotseling naar het Noorden, snijdt de Amerikaansclie
grens rechthoekig en werpt zich op 80 mijlen van daar
in het meer Winnipeg. Langs deze rivier, tusschen Pem
bina de laatste Atnerikaansehe stad, en den mond der
rivier in het meer, liggen de woningen verspreid van
de kolonisten der Roode rivier. Zij zijn daar ongeveer
ten getale van 15000 manIeren, Schotten, Franschen,
■Canadeezen, en vooral mestiezen, want de Celt is, geheel
in zijne zelfbeschouwing verloren als hij is, een goed
aardig persoon en vermengt zich gaarne met de zooge
naamde lagere rassen. Al die lieden spreken Fransch en
Engelscb, of iets dat daarop gelijkt. In een land levend
waar handenarbeid en niet de eigendom ontbreekt, waar
men om zijne bezittingen te vergrooten slechts zijn sloot
iets verder behoeft te graven, zijn die lieden geluk
kig genoeg om noch administratie, noch regeering, in
welken vorm ook, te kennen.
Ieder verdedigt zijn goed op eigen kosten en gevaar.
Deze oorspronkelijke handelwijze is hem voldoende. Zij
betalen geen belasting. Des zomers dalen zij met troepen
in de prairies af en blijven er drie maanden om op
buffels te jagen, wier vleesch zij rooken, en dat voor
hen van evenveel waarde is als de huid. Des winters
jagen zij ook op beren, herten, vossen of marters, en
drijven een grooten handel in bontwerken. Twee for
ten, het fort Garry en het fort Stone, beschermen hunne
gezinnen tegen de Indianen, die, wanucer zij onder elkan
der oorlog voeren, geneigd zijn allen te bestrijden die zij
ontmoeten. Ilun handel met de Vereenigde staten ge
schiedt door middel van de rivier die zij tot Pembina
opvaren, of met de posten der ïludsonsbaai-compagnie
door de prairiën.
Deze compagnie bezit dit grondgebied krachtens een
Charter haar door Karei II in 1670 verleend. Haro
agenten leven te midden van dit nomadenvolk, hebben
er geen ander gezag dan dat hetwelk men hun wel wilt
toekennen en bemoeien zich slechts met hunnen handel.
Alleen de jezuïeten, die de Franschen en Ieren in de
Nieuwe werelcl overal als op de hielen gevolgd zijn, heb
ben eenigen invloed op dit naieve volk, dat in een staat
van eerste ontwikkeling verkeert, De gehechtheid van
den landverhuizer aan zijn godsdienst in eenkettersland,
is een soort van nationaal punt van eer. De jezuïeten
hebben in Canada dat gevoel met onbegrensde behendig
heid geëxploiteerd, doch hun gezag op de afstammelin
gen onzer oude kolonisten leeft nog.
Eens op een morgen vernamen nu de kolonisten der
Roode rivier met verbazing dat de Ilundsonsbaai-eom-
pagnie hen, zonder z ete raadplegen als hare bezitting
aan het Canadasch gouvernement voor 75000 pond ster
ling verkocht had. Tot overmaat van verrassing verna
men zij tezelfdertijd dat de gouverneur van Canada met
den laatsten trein een gouverneur in zijn geest, den heer
Mac Dougall, naar hen gezouden had, belast om een
administratie en een regeeringstelsel onder hen te
vëstigen. De verontwaardiging onder dat troepje vrije
mannen was zóo groot dat zij, zelfs zonder den tijd te
nemen met elkander te overleggen, allen oogenblikkelijlc
den heer Mac Dougall tegemoet snelden en hem in gezel
schap van zijn état-mnjor zonder uitstel weder aan het
adres van ZE. den gouverneur van Canada terug-
expediëerden.
De toeleg gelukte, maar toen liet eerste oogenblik van
geestdrift voorbij was, was iedereen toch een weinig
verbaasd over zijn eigen stoutmoedigheid. Men moest
tot het een of ander besluiten. Terwijl de heer Mac
Dougall met kleine dagreizen den terugweg aflegde,
nadenkende over zijn rampspoed, begon men zich, zoo
goed en zoo kwaad als het kon, te orgar.iseeren en op
wederstand voor te bereiden. Men nam een vaandel aan
dat men, ter herinnering aan het vaderland, met leliën
bestrooide, want de Canadasche boer waant zich nog
steeds onder Lodewijk XV en beeft nooit iets van de
Fransche omwenteling vernomen. Men kiest een presi
dent, deu heer Bruce, en een geueraal, den heer Rielle,
een jongman die zijne studiën bij de jezuïeten te Mont
real gedaan heeft. Ieder werd soldaat; men herstelde
de forten, men bemachtigde een voorraadmagazijn der
Hudsor.sbaai-compagnie, en van eenig geld dat men
daar vond kocht meu munitie, en men wachtte. Geen
leger, maar een parlementair zond het hierin wijs han
delend Canadasch gouvernement in du eerste plaatsnaar
de opstandelingen.
Dezen verkozen eene conventie welke eene „verkla
ring der rechten" {hill of rightsaannam waarin de kolo
nisten de voorwaarden mededeelden waarop zij bewil
ligden in den Canadaschen bond te treden, welke laatste
echter gehouden was te eerbiedigen hetgeen zij als
hunne onvervreemdbare rechten beschouwden. Dit stuk
bepaalde ook welke de lasten van het nieuwe bestuur
zouden zijn. Van weerszijden begon men te gelooven
dat op dezen grondslag eene verstandhouding moeilijk
zou zijn, toen de compagnie der Hudsonsbaai, die hare
75000 pond sterling nog niet ontvangen heeft, een poging
deed om door een coup de main den schijn van gezag,
waarvan het zichzelf'beroofd had, terug te winnen. Zij
wapende eenige lionderde manschappen en gaf hun tot
hoofd een oud officier van het Engelsch leger, den majoor
Boulton. Deze trokken tegen de opstandelingen op,
doch Rielle, aan het hoofd van 500 zijner beste
riflemenheeft hen tota.il verslagen. Omstreeks honderd
man met den majoor Boulton aan het hoofd moesten
zich onvoorwaardelijk overgeven. Een telegram aan een
i dagblad van Toronto meldde dat majoor Boulton gefu-
i silleerd was.
Het is moeilijk te voorzien op welke wijze deze zaak
een einde zal nemen, doch zeker is het dat niet minder
dan vijf of zes duizend man'Engelsche troepen noodig
i zullen zijn om de koloDie der Roode rivier te onderwer
pen en dan moeten nog de Indianen er zich niet in
mengen.
Het gouvernement der Vereenigde staten heeft zich tot
heden onthouden van tusschen beide te komen, en zich
bepaald tot het zenden van een garnizoen naar Pembina.
In den senaat is eenige weken geleden een voorstel ge
daan; waarbij den president verzocht werd zijne bemid
deling aan te bieden. Daarna hebben de zaken een
vreedzame wending genomen, en heeft men er niet ver
der over gedacht. Dat denkbeeld kon echter wel eens
weder opgevat worden.
De president beeft den bill tot wederopneming van
Mississippi in de Unie geteekend. Wederom hebben nu
de vertegenwoordigers en senaatsleden van dien staat
zitting in het capitool. Zooals ik reeds gemeld heb is de
opvolger van den heer Jefferson Davis als senaatslid
voor Mississippi, de heer Revels, een kleurling. Texas
heeft het vijftiende amendement bekrachtigd, hetwelk
dus nu een integreerend deel der grondwet uitmaakt.
Eene proclamatie van den president zal eerstdaags dit
feit officieel aankondigen.
Men meldt dat het comité voor buitenlandsche zaken
in den senaat zich weinig gunstig gezind toont voor de
annexatie van de republiek St. Domingo. Het is niette
min waarschijnlijk dat het met Baëz gesloten verdrag
ten slotte wel bekrachtigd zal worden. Het behoort tot
de tradition van den senaat dat deze weinig smaak toont
voor de annexatie-politiek die in de Vereenigde staten
in zulk een koogen gunst staat, maar de opinie heeft
hem steeds in dergelijk geval genoodzaakt toe te geven
Dit zelfde is nog onlangs geschied ten opzichte van
Russisch-Amerika.
Ik heb opgemerkt dat admiraal Poor, die bevel voert
over het Amerikaansch eskader in de Antillen, zich
naar Port-au-prince begeven heeft en het voorloopig
bestuur van Haïti heeft medegedeeld dat iedere hulp
aan Cabral tegen Baëz verschaft, door het Amerikaansch
bestuur als een casus belli zal beschouwd worden.
De Mexicaansche opstand is nagenoeg geëindigd. De
regeeringstroepen hebben zich van San Louis en Zacatecas
meester gemaakt.
De toestand der Cubaansche opstandelingen is niet
gewijzigd. Achttien personen zijn zonder vonnis te
Santiago de Cuba gefusilleerd. Zij waren beschuldigd
van deel uitgemaakt te hebben eener geheime junta,
wier doel was den opstand te hulp te komen. Twee
Amerikaansclie burgers, in de beschuldiging begrepen,
hebben ook dat lot gedeeld. De moordenaar van den
Amerikaan Griinwald is gearresteerd, ter dood veroor
deeld en geëxecuteerd. Hij was een vrijwilliger, Zamora
genaamd.
Men koestert hier de levendigste ongerustheid over
het lot van de post-paketboot der Inmanline City of
Boston, die den 25t'n Januari New-York e» den 28eo Ha
lifax verlaten heeft, zonder dat men sedert bericht van
haar ontvangen heeft. De stoomboot Drmd, door de
Engelsche regeering ter barer opsporing uitgezonden,
is onverrichterzake teruggekomen.
t}(mürlsbmc!;tcn.
Graanmarkten enz.
Axel, 2 April. Tarwe /"7.45 a 7.95rogge ƒ5.90
a ƒ6.25; wintergerst 5.80 a ƒ6.05; zomer dito 5.25
a ƒ5.40; haver ƒ3.55 a 4.20; paardenboonen ƒ6.70
a 7.20; duivenboonen ƒ7.45 h f 7.95; groene erwten
7.00 a 7.70; gele dito 70.0 a 7.45.
Rotterdam 4 April. Bij ruimen toevoer van alle arti
kelen ging schier alles tot vorige noteering van de hand,
alleen gerst ondervond eene verlaging in prijs van
10 cent. Puike nieuwe Zeemvscbe, Vlaamsche, Flakkee-
sche en Overmaaselie tarwe 8.50 a 9.10, middelsoorten
ƒ7.50 a ƒ8.25, mindere ƒ6.80 a 7.50. Vlaamsche en
Zeeuwsche rogge ƒ6.20 a 6.70, Overmaaselie en Noord -
Brabantsche f 5.90 a ƒ6.50. Puike wintergerst ƒ5.30 a
ƒ5.70, mindere dito ƒ4.20 a ƒ5; zomer ƒ4.40 a 5.60.
Haver: nieuwe korte 3.60 a ƒ5, lange ƒ3.20 ii ƒ4.30.
Paardenboonen ƒ6.50 a ƒ7.40. Walchersche bruine-
boonen 13 a ƒ13.50, puike Zeeuwsche ƒ11.25 a ƒ11.75,
mindere ƒ9.50 a ƒ11. Walchersche witteboonen 13.75
a ƒ14.50; Zeeuwsche ƒ11 a 13. Erwten: Walchersche
en puike Zeeuwsche 9 a 9.50, gewone Zeeuwsche
8.50 a 8.75, mindere ƒ7.50 8.25.
Amsterdam, 4 April.Raapolie op 6 weken 46jl, Lijn
olie op 6 weken 35