en zich daarnaar wijzigt. Verheft zich de gedachte, gaat
de hartstocht tot meer kalme redeneering over, dan
verandert het recitatief in melodische phrases. Die
melodie wordt door Wagner echter anders opgevat dan
met de gewoonte in de muziek overeenkomt. Hij stelt
het motief, zonder zich om begeleiding of contre-sujet
te bekommeren, bij hem nooit reprise of da capo. Zoo
nadert de wijze waarop de koning in het stuk zich uit,
meer het recitatief. De harde en stootende muzikale
taal van Frederik en Ortrnde kwam ons weinig melodisch
voor, want men zon daarin te vergeefs afgeronde perio
des zoeken, zonder welke de gewoonte ons nog belet om
de melodie behoorlijk te begrijpen. Elsa en de ridder
met de zwaan bezigen daarentegen bijna nooit het reci- j
taticf. Vooral de zang der eerste is betooverend door
gratie, teederheid en zachtheid. De muzikale taal van j
den ridder met de zwaan draagt een zeer mystiek karak- i
ter. Ik herhaal het overigens, voor eene analyse is het
stuk niet vatbaar."
Volgens het officieus blad l'Echo du parlement zou I
de Belgische regeering aan de stad Gent het fort met i
bijbehoorende gronden voor éen millioen franken ver-
kocht hebben.
Gisteren is voor het hof van assises der Seine de
zaak behandeld van Francois Lalhauvers, den be
diende die op het laatst van het vorig jaar zijne mees
teres, mevrouw Lombard, door messteken om het leven
gebracht heeft. De beschuldigde is door het hof ter dood
veroordeeld.
Toen de hertog van Edimburg zich gedurende zijn
laatste reis te Lahore in Britsch-Indië bevond, heeft de
Maharajah van Cacheraire hem een voor de Engelsche
koningin bestemde shawl geschonken welke zijne we
dergade niet heeft. Driehonderd borduurders hebben er
onafgebroken drie jaren lang aan gewerkt, en verschei
dene hebben het gezicht verloren tengevolge van de
fijnheid van den arbeid! Te Cachemire heeft deze
shawl 25000 harrisingha gekostde harrisingha geldt
10 anna's, een anna nagenoeg 12^ cent, dus f 31,250.
Tengevolge van de te Parijs heerschende pokken
epidemie, die echter in de afgeloopen week iets minder
was dan in de voorgaande, is het inenten daar aan de
orde van den dag. De arts die daarmede het meest ver
diend heeft is d'-. Lanoix. Deze heeft namelijk sedert het
uitbreken der epidemie, volgens zijne eigene opgave,
ruim 700,000 franken ontvangen.
Een zeer romantisch plan is op onmeedoogende
wijze in zijne uitvoering gestoord. Een handelaar te
Leeds verblijdde zich in het bezit van twee dochters.
Eens op een morgen wordt tevergeefs op de verschijning
der meisjes gewacht. De ouders hebben een onbestemd
voorgevoel van eene of andere gebeurtenis. Zij doen
onderzoek, en het blijkt dat uit de geldkist van het hoofd
der fcypilie eene som van 60 pond sterling ontvreemd is.
Voorts verneemt men dat twee, met de aangeduidejveel
overeenkomst hebbende, meisjes met den trein naar
Liverpool gereisd zijn, en ook dat een uur later twee
jongelieden uit de buurt eveneens dien weg zijn gegaan.
Haastig neemt de oude heer den eerstvolgenden trein naar
Liverpool - bij zijne aankomst ziet hij een schip gereed
om te vertrekken. Geen minuut is te verliezen. Hij gaat
aan boord en vindt in een verscholen hoekje de vier
gezochte jongelieden, welke onmiddellijk in hechtenis
genomen worden, twee onder beschuldiging van ont
vreemding van geldswaarden, de anderen van ont
voering van minderjarigen. De geldswaarden waren
reeds vrij verminderd, daar de vracht vooruit betaald
moest worden.
ïïet hof van assises te Bergen in Henegouwen
heeft gisteren uitspraak gedaan in de zaak van Dessous-
le-Moustier. De jury had hem schuldig verklaard aan de
moorden gepleegd op de personen van de drie broeders
Thirion, aan de vergiftiging van zijne echtgenoot Havrez,
aan de diefstallen en de valschheden in geschrifte, hem
in de akte van beschuldiging ten laste gelegd, doch hem
niet schuldig verklaard aan den moord op zijn schoon
vader Havrez de quaestie van de voorbedachtheid bij het
plegen der misdaden heeft zij, in strijd met de bewering
van den verdediger, in bevestigenden zin opgelost. Na
dit verdict der jury heeft het hof den beschuldigde tot
de straf des doods veroordeeld. Gedurende de gansche
zitting, ook bij het uitspreken van het vonnis, gedroeg
de beschuldigde zich op de onbeschaamdste wijze. Verdict
en vonnis hoorde hij lachende aan.
Yerkoopingen en aanbestedingen.
Bij de gisteren door den ontvanger der registratie
en domeinen te Tholen gehouden verpachting van
de rijks-tollen op het eiland Tholen, voor zes jaren,
ingaande 1 Mei a., zijn deze in massa verpacht aan den
heer P. L. Eist te Tholen, voor de som van f 1306 per
jaar.
Thermometerstand.
27 Maart.'sav. 11 u. 36 gr.
28 'smorg. 7 u. 37 gr. 'smidd. 1 u.42gr. 'sav. 6 u. 40 gr.
Staten-generaal.
EERSTE KAMER.
Zitting van Maandag 28 Maart. Behandeling van verschillende
wetsontwerpen.
Ingekomen is een mededeeling van mevrouw Forstner
van Dambenoy van het overlijden van haar echtgenoot,
oud-minister. Wordt besloten een brief van rouwbeklag
te zenden.
Na mededeeling der benoeming van rapporteurs over
verschillende wetsontwerpen, en het uitbrengen van rap
port over een verzoekschrift betrekkelijk het wetsont
werp tot grensverandering van Dordrecht en Dubbeldam,
wordt op voorstel des voorzitters besloten, eene verande
ring in de orde der werkzaamheden te maken, uithoofde
de minister van financiën in de andere kamer moet
tegenwoordig zijn.
De beide onteigeningswetten voor het Noordzeekanaal
en voor eene tweede schutsluis te Hansweert worden
zonder discussie met eenparige stemmen goedgekeurd.
Bij de behandeling van het wetsontwerp tot verande
ring der grens tusschen de gemeenten Dordrecht en
Dubbeldam geeft de heer Messchert van Vollenhoven te
kennen dat hij tegen deze voordracht overwegend be
zwaar heeft. Dubbeldam wordt als het ware beroofd van
een aanzienlijk deel van haar territoir zonder behoorlijke
schadeloosstelling en zulks alleen omdat dit voor Dord
recht wenschelijk is.
De heeren van Bylandt, Smit, Fransen van de Putte,
van Nispen van Pannerdcn en Huydencoper, deelen in
dat bezwaar; de verandering geschiedt zonder toestem
ming van Dubbeldam, en bovendien wordt hier 470 hek-
taren gronds aan Dordt afgestaan, waar slechts de nood
zakelijkheid eener uitbreiding dier stad met hoogstens
100 hektaren is aangetoond.
De minister van binnenlanclsche zaken zegt, dat de
tegenkanting van Dubbeldam ongegrond is. Dordt neemt
een aantal gronden over waarop een arme bevolking is
gevestigd, dus ontheft juist Dubbeldam van een last.
Laatstgenoemde gemeente is bovendien niet in staat de
kosten te dragen van het politietoezicht en verschillende
werken die door de plaatsing van 't spoorwegstation
noodig zullen worden.
De heer Joost van Yoïtenhoven meent dat men kier
verkeerdelijk debatteert over het geringe der schadever
goeding door Dordt aangeboden; de quaestie is alleen of
eene veranderde grensscheiding noodig is.
Nadat door den heer van Rhemen nadere inlichtingen
waren gevraagd, waarvoor de geheele afstand van 470
hektaren eigenlijk noodig zou zijn, en de minister zoowel
als verschillende leden hun gevoelen nader uiteen had
den gezet, wordt het wetsontwerp verworpen met 21
tegen 8 stemmen.
Voor stemden de heeren van Swinderen, Joost van
Vollenhoven, Schimmelpenninck, van der Lek de Clercq,
Michiels van Kessenich. Cost Jordens, Cremers en de
waarnemende voorzitter Blankenheym.
Op voorstel des voorzitters wordt besloten de verder
aanhangige wetsontwerpen te behandelen Woensdag 30
Maart te 1 uur, en dan aan te vangen met dat opde
schatkistbiljetten.
Door den heer Cremers wordt te kennen gegeven dat
hij na afloop der aanhangige ontwerpen, wanneer nieuwe
wetten door de tweede kamér mochten worden toege
zonden, hij om de regelmatigheid van behandeling zal
voorstellen die niet dadelijk in de sectiën te onderzoeken.
De vergadering gaat daarna over tot het trekken der
afdeelingen.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Maandag 28 Maart. Voortzetting der behan
deling van de wet omtrent de grondbelasting.
Van den heer Thorbecke is ingekomen eene schrifte
lijke mededeeling van het overlijden van diens echtge
noot.
Wordt besloten een brief van rouwbeklag te zenden.
Onder de verschillende ingekomen adressen bevindt
zich een van De gebroeders Abrahams te Middelburg,
betrekkelijk de voorgestelde verandering van de postwet.
De heer Gratama beklaagt zich dat zijne gedrukt
medegedeelde amendementen op de onlangs behandelde
financieele wetsontwerpen niet in discussie zijn gebracht-
Hij meent dat volgens het reglement van orde wel dege
lijk die amendementen in zijne afwezigheid hadden kun
nen behandeld zijn. De voorzitter antwoordt dat altijd
zoo gehandeld is en men door de afwezigheid van den
voorsteller de amendementen steeds als vervallen heeft
beschouwd.
De behandeling van het wetsontwerp betreffende de
grondbelasting wordt voorgezet.
De heer Begram acht de bepaling van art. 9 niet goed.
Het'domeinbestuur behoort niet de macht te hebben
om eene beweerde verkeerde tenaamstelling bij het
kadaster zelf te doen herstellen.
De heer van Houten vestigt de aandacht op het ver
keerde dat landmeters die door het rijk betaald worden
ook nog voor sommige werkzaamheden belooning van
particulieren kunnen vergen.
De minister verklaart dat de quaestie van de betaling
der landmeters een punt van overweging uitmaakt. Wat
betreft het veranderen van tenaamstellingen op de
kadastrale leggers, daardoor wordt hoegenaamd geen
inbreuk op de rechten van de eigenaars gemaakt.
De heer Begram draagt als amendement een nieuw
art. 10 voor, tengevolge waarvan verandering van de
tenaamstelling op de kadastrale leggers alleen zou mogen
geschieden krachtens een titel of een vonnis.
De heer van Houten meent dat dit te ver gaat.
De heer Luyben acht het amendement geheel onaan
nemelijk. Bij al intestuto overlijden bij voorbeeld, moet
een vastgoed op den naam van den erfgenaam kunnen
overgeschreven worden, zoowel voor diens plaatsing
op de kiezerslijst als met het oog op de verkiesbaarheid
voor deeerste kamer.
De minister van financiën bestrijdt ook het amende
ment. Hij herhaalt dat de tenaamstelling niets afdoet tot
d'e werkelijke rechten van de eigenaars.
Het amendement wordt verworpen met 44 tegen 16
stemmen.
De heer Fokker geeft in overweging of het niet billijk
is bij oprichting van een tweede molen of fabriek als
een bestaande in dezelfde gemeente, herschatting van
de bestaande te doen plaats hebben uithoofde van de
verminderde waarde door de concurrentie. De minister
is van oordeel dat daarvan geen sprake kan zijn. Wan
neer een tweede fabriek wordt opgericht is dit een bewijs
dat er juist concurrentie mogelijk is. Het is ook ondoen
baar om te beoordeelen of werkelijk door concurrentie
waardevermindering plaats heeft.
Over de opklimmende schaal van berekening van de
kosten bij hermetingen ingeval van fouten ontstaat eene
korte gedachtcnwisseling.
De heer van Houten draagt een amendement daarop
voor. De verdere beraadslaging zal morgen worden voort
gezet, uithoofde de minister van financiën zich naar de
eerste kamer moet begeveu.
Door den minister van hinnenlandsche zaken is het
verslag der tweede kamer omtrent het wetsontwerp tot
verhooging van hoofdstuk V der begrooting voor 1870
met een termijn van f 100,000 voor de havenverbete
ring te Harlingen beantwoord en daarbij te kennen ge
geven, dat hij van meening blijft dat de bedoelde haven
verbetering moet beschouwd worden als een complement
der spoorweglijn HarlingenHannover. Om evenwel de
zaak zelve niet door eene quaestie van vorm opnieuw te
doen uitstellen, is toegegeven aan het verlangen der
meerderheid van de tweede kamer, die dezen post niet
op de staatsspoorwegbegrooting gebracht wilde zien.
Door het vervallen op die begrooting van het artikel be
treffende de spoorweglijn HarlingenNieuweschans,zul
len uit de onvoorziene uitgaven de daarvoor nog noo-
dige werken moeten bestreden worden.
Bij een overgelegd gewijzigd wetsontwerp wordt in
art. 1 uitdrukkelijk op den voorgrond gesteld, dat de be
wuste havenverbetering voor rekening van het rijk zal
geschieden. Een uitstel der verbetering totdat er zeker
heid bestaat voor de aansluiting van de Noorderlijn aan
het Duitsche spoorwegnet, acht de regeering onraadzaam
omdat voor die aansluiting minder tijd noodig is dan
voor de havenverbetering, en ten anderen omdat de ver
betering thans reeds allernoodzakelijkst is voor het ver
keer met Gelderland en Twenthe.
Van de aanhangige onderhandelingen over de bedoelde
aansluiting verwacht men goede vruchten. De techni-
ache adviezen voor de uitvoerbaarheid worden tevens
medegedeeld, terwijl de kosten zullen gevonden kunnen
worden door het niet besteden der f 100,000, voor dez&
za ik vroeger op de spoorwegbegrooting uitgetrokken.
Uit het verslag der algemeene rekenkamer over 1868
blijkt onder anderen dat van de gemeente-rekeningen
uit de verschillende provinciën ter onderzoek opgevraagd
overal onregelmatigheden te constateeren waren, met
uitzondering echter van die uit de provincie Zeeland,
welke geene aanleiding tot aanmerkingen gaven.