OÜRANT. L\°- 76. Woensdag Cuimmlrtnir 1870. 30 Maart. De Commissaris des Konings in de provincie Zeeland, maakt bekend dat eene buitengewone vergadering der staten dezer provincie zal geopend worden op Maandag den 4^Ap*sQ?ttt8taande, des namiddags ten 71 ure, in de daarvoor bestemde zaal in de Abdij te Middelburg} en dat de toegang tot die zaal voor het publiek zal zijn door de deur ter zijde van het gebouw der concertzaal op de Groenmarkt. Middelburg, den 29 Maart 1870. De Commissaris des Konings voornoemd, R. W. VAN LIJNDEN. Middelburg 29 Maart. Heden zijn in de tweede kamer de beraadslagingen over het wetsontwerp op de grondbelasting voortgezet. Een amendement van den heer van Eek, strekkende tot uitbreiding der vrijstellingen, werd verworpen, nadat de minister een afzonderlijke wet tot regeling der vrij stellingen toegezegd had. Morgen zal de beraadslaging over art. 26 aanvangen. Ter openbare terechtzitting voor burgerlijke zaken van het provinciaal gerechtshof in Zeeland heeft mr. J. W. A. Schneiders van Greijifenswerth heden de eeden afgelegd als rechter in de arrondissements-rechtbank te Zierikzee. Volgens ministcrieele bekendmaking in de Staats courant van linden zal, met ingang van 3 April a., het rijks-telegraafkantoor te Hansweert op Zon- en daar mede gelijkgesteld^ feestdagen geopend zijn van 8 tot 12 uur voormiddags. De diensturen op de werkdagen blijven onveranderd. Het Provinciaal blad van Zeeland n°. 31a bevat eene circulaire van den commissaris des konings aan burge meester en wethouders der gemeenten in deze provincie, waarin wordt medegedeeld dat het den inspecteur voor het geneeskundig staatstoezicht in dit gewest gebleken is, dat bij enkele geneeskundigen ten platten lande de gewoonte wordt aangetroffen, om verklaringen van over lijden hunner lijders, bedoeld bij art. 5 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad n°. 60), af te geven op ontvangen berichten dienaangaande, zonder zich vooraf overtuigd te hebben dat de persoon wien zij geldt werkelijk dood is. Dit heeft dien ambtenaar aanleiding gegeven om de aandacht van de geneeskundigen in Zeeland op het ge vaarlijke van zoodanige handelwijze te vestigen. Naar aanleiding van een schrijven van genoemden in specteur, verzoekt de commissaris des konings burge meester en wethouders der gemeenten in Zeeland, zooveel mogelijk toe te zien en te doen toezien dat door den ambtenaar van den burgerlijken stand geen verklaringen als hier worden bedoeld worden aangeno men dan nadat hij zich zooveel mogelijk zal hebben over tuigd dat de doodschouw werkelijk heeft plaats gehad. Tot honoraire leden van het Historisch genootschap te Utrecht zijn benoemd de heeren Ch. Paeille, te Rijssel; J, J. A. Worsaal, te Kopenhagen R. Köpke, te Berlijn; en Mariano Pardo de Figueroa, te Medina Sidonia; en tot gewone leden de heeren A. W. P. Weitzel, te Maas tricht; mr. W. H. de Beaufort, te Amsterdam m"". C. P. Lenshoek, te Wolfaartsdijk; W. Knottenbelt, te Mijns- heerenlandU. baron Thoe Schwartzenberg en Hohen- lansberg, te Utrecht; J. C. W. Quack, te Bemmel; jonk heer mr. J. E. van Persijn, te Arnhem; dr. C. Ekaraa, te Haarlem; mr. 0. W. Star Numan, te's-Gravenhage; J. Jongeneel, te Deventer; dr. P. L. Muller, te Leiden; mr. N. J. van IJsselstein, te's-Gravenhage; mr. TV. P. Saustijn Kluit, te Amsterdam; jonkheer mr. G. J. Th. Beelaerts van Blokland, te 's-Gravenhage; mr. F. H. van Notten, te Amsterdam; mr. J. J. van Guens, te's-Graven hagemr. A. G. A. baron Sloet, te Zwolle, en mr. H. W. Jordens, te Deventer. Uit het verslag betreffende den aanleg der staats spoorwegen in liet 2c halfjaar van 1869 blijkt dat, terwijl de lengte van de spoorweglijnen, waarvan de richting is vastgesteld en de onteigeningsbescbeiden gereed zijn, 886,492 meters bedraagt, thans reeds 721,787 meters in exploitatie en daarenboven nog 30,492 meters in aanleg en bijna voltooid zijn. Er blijven dus nog tot aanleg ov££JUt4,705 meters. Aangaande den uitslag der aanbestedingen gedurende het tweede halfjaar van 1869 wordt medegedeeld dat deze gezamenlijk op 2,853,290 begroot waren en voor 2,702,672,98 zijn gegund. Benoemingen en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan mr. S. Visse ring, hoogleeraar aan de hoogeschool te Leiden, en aan mr. C. J. A. den Tex, burgemeester van Amsterdam, tot het aannemen en dragen der versierselen van officier der orde van Leopold, hun door Z. M. den koning der Belgen geschonken. Benoemd tot ridder der orde van deu Nederlandsehen Leeuw de volgende hoofd- en verdere officieren van het leger in Nederlandsch-Indië; bij de militaire administratie, T. C. J. Kroesen, laatst hoofdintendant, thans op nonac tiviteit, en W. M. de Jongh, onderintendant le klasse; bij den geneeskundigen dienst, P. J. Maier, lc apotheker, 1« laborant bij het scheikundig laboratorium te Welte vreden bij de infanterie, G. P. de Neve, kolonel, en R. N. Bar, H. F. Meijer en G. C. E. van Daalen, kapiteins, laatstgenoemde adjudant van den kommandant van het leger: bij de artillerie, H. G. Boumeester, luitenant-kolo nel, en F. W. H. Kuhn, 2C luitenant, directeur der ge- weermakersschool te Meester-Cornelis; bij; £degenie A. W. Egter van Wissekerke, kolonel, directeur van het wapen en inspecteur der sapeurs. eereteekenen. Toegekend als blijk van goedkeuring, en tevredenheid de bronzen medaille, ingesteld bij ko ninklijk besluit van 22 September 1855, met loffelijk ge tuigschrift, aan A. Verschuren, arbeider te Leur (ge meente Etten), wegens de redding van een zevenjarig kind uit de haven te Leur op 18 Februari jl. marine. Op verzoek op pensioeD gesteld, ten bedrage van /4000 'sjaars, wegens langdurigen dienst, Zr. M». adjudant in buitengewonen dienst de vice-admiraal G. C. C. Pels Rijcken, onder dankbetuiging voor de vele en goede diensten door hem in verschillende betrekkin gen aan den lande bewezen. Bevorderd tot vice-admiraal de schout bij nacht P. A. Matthijsen; tot schout bij nacht, de kapitein ter zee J. van der Meersch; tot kapitein ter zee, de adjudant van Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden, kapitein luitenant ter zee J. 0. H. Arntzenius; tot kapitein-luite nant ter zee lc klasse J. W. Binkes; tot luitenant ter zee le klasse, de luitenant ter zee 2e klasse A. J. Willekens tot luitenant ter zee 2C klasse, de adelborst le klasse j onkheer W. Laman Trip. Onderwijs. Door de plaatselijke commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs te Amsterdam is aan den minister van binnenlanschezaken een adres gericht, waarin zij teneinde het middelbaar onderwijs meer vruchtbaar te doen zijn, en ook aan hen een diploma te kunnen uitrei ken, die, hoewel niet in alle vakken uitmuntende, toch in een der beide hoofdafdeelingen de bewijzen afleggen dat zij met vrucht liet onderwijs, dat op de hoogere burger school gegeven is, hebben bijgewoond, gebruik makende van de vrijheid haar verleend in art. 52, den minister voorstelt, zoodanige maatregelen te willen nemen dat er eene splitsing kome van het diploma bedoeld in art. 55 opdat zoowel aan de candidaten voor het eindexamen, die alleen in de wis- en natuurkundige vakken hebben voldaan, ieder afzonderlijk een bewijs of diploma uitge reikt worde. De commissie stelt tevens voor, dien maatregel verder uit te strekken en evenzeer een diploma verkrijgbaar te stellen voor hen, die met het oog op de handelsschool te Amsterdam een voldoend examen afleggen in de handels wetenschappen. „Hoewel de cursus op de handelsschool een driejarige is," zegt zij, „staat toch het onderwijs dat daar gegeven wordt niet beneden het peil der hoogere burgerschool, en ook de leerlingen, die het onderwijs op die school met vrucht gevolgd hebben, mogen naar het oordeel der commissie evenzeer aanspraak maken, om te dingen naar een njksdiploma." Te Sommelsdijk is 22 en 23 dezer het vergelijkend examen gehouden voor de betrekking van hoofdonder wijzer; 16 sollicitanten waren opgekomen. Op het zestal zijn geplaatst: de heeren Tergouw, uit Amsterdam Van den Berg, uit Alkmaar; Minderhoud, uit Schoonhoven; Van Oostveen, uit Middelburg; Rover, uit Schiedam, en Kolpa uit Ooltgensplaat. Kerknieuws. De heer C. de Wilde, predikant bij de Nederduitsche hervormde gemeente te Poortvliet, heeft voor het beroep naar Zaamslag bedankt. Marine en leger. Volgens een bij het departement van marine ontvan gen telegram is het voor den dienst der bebakening en kustverlichting in Nederlandsch-Indië bestemde stoom- vaartuig Argus, onder bevel van den luitenant ter zee lc klasse G. C. C. Thierens, den 28«n dezer te Portsmouth binnengeloopeu. Rechtzaken. De hooge raad der Nederlanden heeft verworpen het beroep in cassatie, ingesteld door J. Spanjersberg Jzn., tegen een arrest van het hof in Zuid-Holland van 10 Ja nuari jl., waarbij hij, met bevestiging van een vonnis der rechtbank te Rotterdam, als drukker van een verspreid en in omloop gebracht geschrift (het Rotterdamsch Volksblad) is veroordeeld ter zake van laster in ^gnige nommers van genoemd blad voorkomende. Naar het Handelsblad verneemt, isdoor den ambte naar van het openbaar ministerie bij de arrondissements rechtbank te Brielle eene vervolging ingesteld tegen de Zuid-Hollands che stoomboot-maatschappij, omdat zij van Rotterdam naar Hellevoetslnis in de maand Januari 11. met de stoombooten Maasnymph en Hellevoetsluis zon der behoorlijk geleide, twee kisten buskruit vervoerd heelt, verzonden vanwege de directie der marine te Am sterdam aan die te Hellevoetsluis, als ammunitie voor Zr. Ms. stoomschip „het Loo", bestemd voor de kust van Guinea. Gemengde berichten. Het arrest van het hooggerechtshof, ten aanzien der conclusiën van de civiele partij tegen prins Pierre Napoleon Bonaparte, overweegt dat, hoewel blijkens ver klaring der jury de prins ten aanzien van het tegen Vic tor Noir gepleegde feit niet strafrechterlijk verantwoor delijk is, toch het materieel feit blijft bestaan, en daarin, met het oog op de omstandigheden waaronder het plaats had, civiliter schuld ligt inden zin van artikel 1382 code Napoleon dat de prins alzoo civiel verantwoordelijk is ten aanzien der civiele partijveroordeelt den prins om aan de ouders van Noir eene schadevergoeding van 25,000 franken uit te keeren; veroordeelt de ouders van Noir alsmede Louis Noir in de kosten der crimineele pro cedure ten behoeve van den staat; veroordeelt prins Pierre om als schadevergoeding aan hen die kosten, alsmede hunne eigene kosten te voldoen; veroordeelt prins Pierre Bonaparte eindelijk in al de kosten van het incident. Als toelichting van den in dit nommer voorkomen den brief uit Brussel over de Lohengrin van Wagner nemen wij nog het volgende over uit een muzikaal verslag van dit toonwerk: „Eene analyse te geven der muziek van Lohengrin is ons niet mogelijk. De partiti© bestaat toch niet uit zeker ge'lal cavatines, duo's, reino. nees en trio's. Al de personen uiten zich in eene muzi kale taal, welke zich identificeert met hunne woorden

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1