wet, hetwelk altijd gelegenheid geeft tot herziening. De
voorzitter laat daarop uit zijn voorstel wegvallen de
woorden „of zooveel vroeger als zulks wenschelijk is",
waarna dit alzoo gewijzigd voorstel word aangenomen.
Ten slotte worden de verschillende directiën gemach
tigd om de processen-verbaal van het verhandelde na
mens de tegenwoordig zijnde ingelanden te teekenen en
aan gedeputeerde staten in te zenden.
Benoemingen en besluiten.
burgemeesters. Benoemd tot burgemeester te Cadzand
A. Erasmus, te Retranchement J. Risseeuw Jz., en te
Zuidzande A. J. Risseeuw.
leger. Benoemd bij het korps ingenieurs, mineurs en
sapeurs: tot kapitein 3e klasse (naar ouderdom van rang)
de le luitenant H. T. Schalken, van het korps, werkzaam
bij de koninklijke militaire academie; en tot len luitenant
(naar ouderdom van rang) de 2e luitenant TV. Badon
Ghijben, mede van het korps.
Kerknieuws.
De heer J. P. R. Laan, predikant bij de Nederduitsche
hervormde gemeente te Maassluis, heeft voor het beroep
naar die gemeente te Zoutelande bedankt.
Bij de Nederduitsche hervormde gemeente te
Hoofdplaat is tot predikant beroepen de heer G. van
Wijke, candidaat bij het provinciaal kerkbestuur van
Overijsel.
De heer G. Wetsels, predikant bij de Nederduitsche
hervormde gemeente ie Burum, Friesland, heeft een be
roep ontvangen naar die gemeente te Vrouwepolder.
Rechtzaken.
Het provinciaal gerechtshof in Zeeland heeft gisteren
het volgende arrest uitgesproken.
Dorothea van der Kuijl, oud 18 jaren, zonder beroep,
wonende te Vlissingen, thans gedetineerd te Middelburg,
was beklaagd als zou zij op den 2"> Januari jl., uit de
woniug van den heer Ruïjsch te Vlissingen, ten nadeele
van den bij dezen inwonenden Rudolf Wielix, een
bruine mahoniehouten gesloten scheerdoos, bevattende
geldswaardig papier, gouden en zilveren munten en enkele
andere voorwerpen, arglistig hebben weggenomen en
zich toegeëigend, welke doos zij daarop naar de woning
harer ouders medegenomen, aldaar met een beitel open
gebroken en vervolgens daaruit een gedeelte der waarde
genomen heeft. Het hof heeft haar schuldig verklaard
aan diefstal gepleegd met behulp van binneubraak in
een bewoond huis, en,onder aanneit ing van verzachtende
omstandighedenveroordeeld tot eene correctioneele
gevangenisstraf van 2 jaren en in de kosten.
Gemengde berichten.
H. M. de koningin der Nederlanden heeft Woensdag
te Londen een bezoek gebracht aan lady Llanover en
daarna de nieuw gerestaureerde gebouwen van de Lon-
densche balie, bekend onder den naam van de Temple,
bezichtigd. Naar men verneemt, zal H. M., op uitnoodi-
ging van Z. M. Leopold II, op hare terugreis van Enge
land eeuige uren te Brussel vertoeven en op het konink
lijk paleis dejeuneeren.
Dezer dageu wordt, behalve de zaak van prins
Bonaparte, nog een ernstige zaak behandeld, en wel die van
Dessous le-Moustier, welke misdadiger sedert den 22"»
dezer voor het hof te Bergen terecht staat als beschul
digd van, zooals bekend is-, drie moorden, twee vergif
tigingen, diefstallen en schriftvervalschingen. Hij heeft in
deze zittingen afgezien van zijn stelsel om de schuld der
misdaden op anderen te werpenhij legt er zich thans op
toe om de voorbedachtheid zijner daden te weerleggen.
Nadere berichten omtrent den in een vorig nom-
mer medegedeelden moord in een spoorwegwagon in
het Zuiden van Frankrijk melden, dat het lichaam van
den vermoorden Lyonschen handelaar Lubanski de
sporen van 47 messteken droeg. De moordenaar is een
jongman van 25 jaren, Guillaume Bayon genaamd, en
heeft reeds verscheidene vonnissen ondergaan. Een boer
die den dag na de gebeurtenis naar zijn land ging, vond
op zijn weg in eenige struiken een zwarte massa waarin
hij weldra een menschelijk wezen herkende. Terstond
daarvan aan de gendarmerie kennis gegeven hebbende,
verscheen weldra een gendarme de andere waren den
moordenaar gaan opsporen ter plaatse en liet zich
eensklaps op den slapenden man vallen om hem het
ontvluchten te beletten. Het was de moordenaar dien
men arresteerde. Bij zijn slachtoffer gebracht bekende
hij zijn misdaad, doch gaf als reden op een twist over
het plaatsen van een kussen in den coupé-lit. Daaruit
zou een hevige woordenwisseling ontstaan zijn, waarna
hij, Bayon, een oorvijg zou ontvangen hebben die hem
het wapen deed grijpen. Hij ontkent ten stelligste dat
diefstal de drijfveer zijner daad is geweest; men heeft
ook trouwens slechts een of twee vijffrankstukken bij
hem gevonden.
Thermometerstand.
25 Maart.'sav. 11 u. 36 gr.
26 'smorg. 7 u. 36 gr. 'smidd. 1 u.42 gr. 'sav. 6 u. 41 gr.
Staten-geiieraal.
tweede kamer.
ZittÏDg van Vrijdag 25 Maart. Aanneming van verschillende
wetten.
Bij de behandeling van de bekrachtiging van kredieten
door den gouverneur-generaal boven de Indische begroo
tingen voor 1867 en 1869 geopend, geeft de minister van
koloniën eenige inlichtingen naar aanleiding der eind
verslagen.
De minister van binnenlandsche zaken geeft eenige
ophelderingen betrekkelijk het wetsontwerp tot onteige
ning van perceclen voor de verbreeding van de Prins
Hendrikstraat te Leeuwarden. Deze wetsontwerpen
worden met eenparige stemmen goedgekeurd.
Bij de beraadslaging over het wetsontwerp tot ver
hooging van hoofdstuk VIIc der staatsbegrooting voor
1870 (kosten van toezicht op het kerkelijk beheer bij de
hervormden) zet de heer van Lijnden breedvoerig uiteen
waarom bij bij zijne vroegere meening persisteert, tenge
volge waarvan door een door hem voorgesteld amende-
dement deze post van de begrooting is geschrapt. De
voordracht is in strijd met de vrijheid der kerkelijke
gemeenten; hij betwist voorts de juistheid der opgave
van de regeering omtrent de gemeenten die tot de rege
ling der algemeene commissie van toezicht is voorge
steld.
De heer van Nispen bestrijdt de voordracht, doch zal
zich onthouden van stemmen.
De heer Moens acht ditmaal het toestaan van deze
kosten uit een oogpunt van billijkheid noodig.
De minister van financiën betwist dat het hier een
inmenging van den staat in kerkelijke zaken zou gelden.
Juist zijn nog tijdelijk deze kosten noodig om spoedig
tot eene algeheele scheiding van kerk en staat te
geraken.
De heer van Houten en ook de heer Dumbar achten
het verkeerd dat de kamer op een eens genomen besluit
zal terugkomen.
De heer Thorbecke doet opmerken dat men hier door
weigering der voorgedragen gelden een sinds jaren ver
leend billijk subsidie zou intrekken.
De minister komt nader terug op het belang dat de
staat beeft dat er een richtig beheer bij de kerkgenoot
schappen worde gevoerd.
Na repliek van de heeren van Lijeden, van Wassenaer
en van Loon wordt het wetsontwerp met 33 tegen 28
stemmen aangenomen.
Een wetsontwerp tot beschikbaarstelling van gelden
wegens verstrekkingen door het departement van oorlog
over 1870 wordt zonder discussie eenparig goedgekeurd.
De voortzetting der werkzaamheden wordt tot den
volgenden dag verdaagd, als wanneer de drie aangekon
digde intelpellatiën zullen plaats hebben.
Door den minister van koloniën wordt overgelegd een
rapport van 1822 van den raad van Indië Muutinghe,
waarvan bij de agrarische wet sprake was.
Op voorstel des voorzitters wordt besloten na afloop
der behandeling van het wetsontwerp op de grondbelas
ting, aan de orde te stellen het wetsontwerp op het on
derwijs in de beeldende kunsten, tot wijziging der wet
op bet armbestuur en tot verhooging der begrooting van
marine voor aanschaffing van pantserplaten.
öuitt'iUunü.
Algemeen overzicht.
Na al de telkens ontdekte zoogenaamde „samenzwerin
gen" in Frankrijk, Oostenrijk en Rusland, is in deu nacht
van Woensdag op Donderdag in de Italiaansche stad
Pavia eene republikeinsche samenzwering, zonder ont
dekt te worden, werkelijk tot een begin van uitvoering
gekomen. De bevolking van het deel dier stad, waarin de
kazerne is gelegen, werd,ongeveer te half vijf, plotseling
gewekt door een straatgevecht, waarbij van weerszijden
van vuurwapenen werd gebruik gemaakt. Te vier uren
waren voor de kazerne een veertigtal personen versche
nen, roepende: leve het leger! leve de republiek! Weg met
monarchie! De schildwacht maakte alarm, waarop een
paar revolverschoten vielen. In allerijl rukte daarop de
zooveel mogelijk versterkte kazernewaclit uit, onder be
vel van een officier, en volgde een geregeldstraatgevecht,
waarbij de bevelvoerende officier en vier manschappen
zwaar gekwetst werden en een onderofficier sneuvelde.
De oproerigen werden spoedig uiteengejaagd met achter
lating van twee dooden. Eergisteren morgen was de be
volking der stad tengevolge van het gebeurde in groote
spanning. De autoriteiten vonden echter de meestmoge-
lijke ondersteuning bij hare pogingen tot handhaving
der orde en rust.
In de omliggende steden is de rust ongestoord gebleven,
en op grond der ingekomen rapporten meent men het
voorgevallene te Pavia als een geïsoleerd feit te moeten
beschouwen.
Het Fransch wetgevend lichaam heeft dezer dagen
met algemeene stemmen de beruchte veiligheidswet van
1858 en het decreet van 1851 omtrent hetzelfde onder
werp afgeschaft. De gevoelens der vergadering zijn op
dit punt dus wel spoedig veranderd, want onze lezers
zullen zich herinneren dat de minister Rouher nog in
het vorig jaar de noodzakelijkheid en billijkheid van die
wet met zeer veel succes verdedigde, waarbij de groote
meerderheid zich aan zijne zijde schaarde. Bij de afschaf
fing nu dezer wet heeft zelfs niemand het woord gevoerd
al ware het dan ook slechts om te komen verklaren
„dat hij zijne gevoelens ten offer bracht op het altaar des
vaderlands." De onzen lezers bekende wetsvoorstellen
van den heer Glais-Bizoin, houdende bepaling dat een
tot gevangenisstraf veroordeeld lid van het wetgevend
lichaam niet gedurende de zitting zijne straf kan onder
gaan, en voorts dat hij in allen gevalle die straf zal on
dergaan in het gebouw van het wetgevend lichaam zelf,
hebben geen gunstig onthaal gevonden. De vergadering
weigerde de prise en consideration.
Het vrij eenvoudig antwoord der meerderheid in de
Wurtembergsche vertegenwoordiging op dc betuiging
van den minister von Varnbuhler in de ontwapenings-
quaestiedat, zoolang hij aan 't bestuur was, hij geen
inbreuk op de tractaten met Pruisen zou gedoogen, is
spoediger gegeven dan wij gedacht liadden. Op dit ant
woord welnu, wij verwachten dan uwe aftreding
hebben de ministers van oorlog, van binnenlandsche za
ken en van eeredienst hun ontslag ingediend, hetwelk
door den koning is aangenomen. Vreemd is het echter
dat de minister von Varnbuhler, het hoofd van het ka
binet, zijn ontslag nog niet heeft aan. evraagd.
Wij deelden dezer dagen het conflict mede tusschen
den gouverneur van Oppcr-Oostenrijk en den met het
kerkelijk onderricht belasten geestelijke op de school
voor meer uitgebreid onderwijs te Linz. Daaraan
maakte de minister van binnenlandsche zaken echter
op de onzen lezers bekende wijze een einde. Naar aan
leiding van dit feitwaarbij bedoelde geestelijke den
eed weigerde af te leggen aan de nieuwe Oostenrijksche
constitutie met ceu beroep op de uitspraak van den
paus zelf maakt het Vaterland, het orgaan der ultra-
clericale partij te Weenen, een stuk openbaar, waarin de
paus dienaangaande zijn gevoelen uitspreekt. Daarin
wordt als gevoelen van pans Pius IX opgegeven dat die
eed slechts kan worden afgelegd „onder reserve dat hij
niet dwingen kan om iets te doen in strijd met de bepa
lingen God's en der kerk."
Tours.
In den loop van de behand eling der rechtzaak tegen
Piere Napoleon Bonaparte is het systeem van anonieme
brieven met bedreigingen weder toegepast en wel van
verschillende zijden. Zoowel de leden der jury hebben
dergelijke brieven ontvangen met bedreigingen ingeval
van veroordeeling,als de beschuldigde brieven ontving met
bedreiging in het tegenovergestelde geval. Met het
oog op dit alles mag zeker wel de ncodige voorzorg in
acht worden genomen tegen het oogenblik der uitspraak
opdat er ten minste geen revolverschoten vallen in eene
zitting van het hooggerechtshof van Frankrijk.
De Parijsche dagbladpers schijnt ook van hare zijdo
nog de zaak van prins Pierre Bonaparte te instrueeren
De getuige Delia Rocca had verklaard dat de lieer
George Maillard, een der redacteurs van la Presse, had
gezegd: „ik heb Victor Noir ontmoet, die mij zeide:
„„ik ben woedend, ik zoek twist met iemand, ik gevoel
lust om iemand den hals om te draaien."" La Presse be
vat tot toelichting van dit onzinnig gezegde, aan Victor
Noir toegedicht, eene verklaring van zijn redacteur
George Maillard. Volgens deze verklaring komt de zaak
op het volgende neder
De twintigjarige Victor Noir wandelde met George
Maillard arm^in arm over de boulevards, toen Victor Noir
in den loop van een zeer intiem gesprek tot hem zeide:
„ik zou wel eens willen zien dat iemand u kwaad deed
Waarom dat? was de vraag van den heer Maillard*
„Wel ik zou hem vermorselen," antwoordde Noir, terwijl
hij hem de hand drukte. Noir zegt Maillard drukte
daarmede zijne vriendschappelijke gevoelens tegen mij
uit, zonder eenigszins in gesurcxciteerden toestand te
wezen. Overigens werd dit gesprek gevoerd lang vóór
dat er sprake was van prins Bonaparte.
Ten aanzien dezer toelichtende verklaring van het-