-Öuta'iüuiui. Sfctïjïnntjrn. ilimöfbtu'ridjtrn. eener anclere grensregeling werd voldaan. Het is Dub beldam alleen te doen om een paar buitenplaatsen onder baar territoir te behouden. Dubbeldam is trouwens niet in staat de zware lasten te dragen die Dordt zich nu door ,deze hoognoodige uitbreiding moet getroosten. Na repliek van de heeren Bichon en Blussó wordt het wetsontwerp met 35 tegen 17 stemmen aangenomen. Bij de behandeling van diet wetsontwerp tot afschaf fing van de schavotstraffen (uitgezonderd de doodstraf) in de gevallen waarin die nog bedreigd zijn, deelt de minister in antwoord op het eindverslag mede dat na nauwkeurig onderzoek geen andere dan do in deze voor dracht aangehaalde wetten zijn ontdekt waarbij de lijf straffen nog werden bedreigd. Hij achtte dus eene meer algeraeene bepaling niet noodig. De heer Sandberg verlangt eene meer algeineene afschaffing-, waardoor alle twijfel in 't vervolg zou ver vallen en stelt in dien zin een amendement voor. De heeren van Eek en Bergmann ondersteunen dat voorstel. De heer Heemskerk Az. doet raedcdeeling eener oude wet waarin ook nog schavotstraffen zijn bedreigd, en die nu niet is opgenomen in deze voordracht; hij acht dus algemeene afschaffing met den heer Sandberg wen- schelijlt. De minister van justitie neemt het amendement over, waarna het wetsontwerp met 39 tegen 16 stemmen wordt aangenomen. Aan de orde is het wetsontwerp tot aanvulling en uit breiding van art. 437 van het wetboek van strafrecht. De heer de Lange beaamt het noodzakelijke om straf bepalingen vast te stellen voor het opzettelijk doen te loor gaan, vernielen of onbruikbaar maken van schepen, maar hij acht het noodig onderscheid te maken of de eigenaar dan wel een ander de dader van dat misdrijf is, dat gewoonlijk gepleegd wordt met het oog op het ver krijgen der assuranticpcnningen. De lieer van Eek verklaart zich tegen partieele herzie ningen der wetboeken. Op het voorbeeld van Frankrijk, die onze meester is in de kunst van codificeeren, was liet zeer wel doenlijk geweest eene geheele herziening van het wet'boek van strafrecht voor te dragen. De beer Cornel is zegt dat hij elke verbetering gaarne wil aannemen, al had hij hier meer uitgebreide wijzigin gen verlangd. Op eene algemeene herziening kan nog lang gewacht worden. De heer Biclion is daarentegen tegen eene partieele herziening van den codepénal. De tninister van justitie blijft gedeeltelijke herziening den eenig mogelyken weg achten om tot algemeene verbetering van het strafrecht te kunnen geraken. De heer van Naamen wenschte weer deze wet als een op zichzelf staande bepaling ingericht te zien en niet als eene aanvulling van het strafwetboek. De heer Heemskerk stelt bij de behandeling der arti kelen een amendement voor, om ook bet doen stranden van schepen of vaartuigen strafbaar te stellen en niet alleen bet doen zinken of onbruikbaar maken. Een ander amendement van dien spreker strekt om zwaarder straffen te bedreigen wanneer bij het begaan van bet misdrijf te voorzien was dat menschenlevens konden gevaarIoopen. De heer de Lange stelt als amendement voor de drie artikelen der voordracht te vervangen door éen artikel waarvan hij de redactie aangeeft. Op verlangen van den heer Heemskerk neemt hij daarin ook het woord „stranden" op. Op voorstel van den heer van Lijnden, die dit voorstel van ingrijpenden aard acht, wordt de verdere discussie verdaagd tot den volgenden morgen. De heer van Kerkwijk interpellcert den minister van justitie over het onwettig gevangennemen en honden van een aantal personen die door den kantonrechter te Goes waren veroordeeld wegens het verboden vissclien van oesters, maar gratie hadden bekomen. IJij vraagt hoe bet mogelijk was dat zulk een onrechtmatige daad gepleegd werd. De minister deelt mede dat de interpellant zich ver gist heeft, niet 200 maar slechts 11 personen zijn door een misverstand van den ambtenaar van bet openbaar ministerie gevaDgen gezet. Doch deze heeft aan demeu- schen schadevergoeding gegeven, waarmede zij verklaard hebben volkomen genoegen te nemen. Bedoelde ambte naar is nogtans terecht gewezen. De heer van Kerkwijk oordeelt dat geven van vol doende schadevergoeding reeds een zwaardere straf dan ontslag is, voor een ambtenaar die slechts [30 'sjaars geniet. Maar hij vindt het verkeerd dat de minister aan schrijvingen heeft gedaan om overtredingen als die waarop deze zaak betrekking had ten strengste te ver volgen. De minister zegt dat het noodig was strenge toepas sing der wet te bevelen, omdat zich als het ware eene rooverbende had gevormd die liet niet op menschen levens, maar op oesters gemunt had, die toch een ander toebehoorden. Na repliek van den heer van Kerkwijk wordt deze interpellatie als geëindigd beschouwd. Blijkens het voorloopig verslag der tweede kamer om trent het wetsontwerp tot wijziging der bestaande bepa lingen op de bevordering en het ontslag van zeeofficieren, achtte men enkele veranderingen goed, maar de groote meerderheid verzette zich tegen het nieuwe stelsel van benoeming bij keuze. De minister scheen blijkbaar meer op theoretische dan op practische bekwaamheden te letten. Door den heer de Casembroot is eene afzonderlijke nota overgelegd, waarin deze zijne bezwaren uiteenzet, vooral teg#n de bepaling waartegen ook de meerderheid gekant was, dat de bevordering afhankelijk wordt ge steld van het verrichten van dienst in den rang dien men bekleedt. Volgens de memorie van antwoord op bet verslag der tweede kamer omtrent de onteigeningswet ten behoeve van de aan te leggen Noordzeehaven buiten de monding van het Noordzeekanaal, is de staat door eene vroegere overeenkomst met de kanaalmaatschappij gewaarborgd dat zij die gronden, die later noodig mochten blijken voor verdedigingswerken, tegen den onteigeningsprijs zal kunnen overnemen. Algemeen overzicht. Bij de steeds voortdurende onderhandelingen tussclien bet Oostenrijksch ministerie en de leiders der Poolsche partij in GalJicië over de eischen tot autonomie van dit gewest, zou bet. ministerie te Weenen, volgens officieuse regeeringsorganeu, bereid zijn tot het doen der volgende vier concession. Aan den Gallicisehen landdag zou wor den overgelaten om de wijze der verkiezingen te regelen de door het gouvernement te Weenen aan te stellen gouverneur zou, wat de handhaving der landswetten be treft, aan den Gallicisehen landdag verantwoordelijk zijn; bij het hoog gerechtshof te Weenen zou eene kamer in bet leven worden geioepen, uitsluitend voor Gallicië, terwijl eindelijk voor Gallicië een minister zit ting zou nemen in het ministerie voor do landen aan deze zijde der Leitha. Intusschen begint het onzen lezers bekend veischil omtrent de militaire grensdistricten, tusschen de beide ministeriën te Weenen eu te Pesth, een meer ernstig karakter te erlangen, liet ministerie te Weenen wenscht slechts toe te stemmen in de vereeniging dier grens districten met Hongarije, op voorwaarde dat dit konink rijk dan ook een deel der staatsschuld ten zijnen laste neme, meer dan thans betaie in de gemeenschappelijke rijksnitgaven eu overigens afstand doe van alle beweerde rechten op Dalmatië. Het Hongaarsch ministerie nu weigert zeer bepaaldelijk om in dezen afstand van rech ten toe te stemmen en de ministerieele organen van Pesth spreken van het opdragen der beslissing aan den keizer-koning Frans Jozef, die zich daarbij natuurlijk in eene vrij moeilijke positie zou zien geplaatst. De zoo geheimzinnig werkende Internationale arbei- dersvereeniging te Londen, wier invloed men sedert den laatsten tijd in schier alle werkstakingen en „sociaal democratische" manifestatiën gelieft te zien, zou thans in Oostenrijk wecler eene revolutionaire beweging voor bereiden, waarvan de sporen dezer dagen door de Oos- tenrijksche politie zouden outdelct zijn. Wil men de daaromtrent in omloop zijnde berichten gelooven dan zou deze samenzweering ten doel hebben om in Oosten rijk, Frankrijk en Rusland eene „sociaal-democratische" revolutie te doen ontstaan. Men ziet alzoo dat hier spiake is van een zeer geheimzinnig en gewichtig ver bond, bijna even geheimzinnig als het karakter der re volutie, welke het in het leven zou willen roepen. In verband metal die ontzettende geruchten, worden intus schen alle reizigers aan de Russische grenzen zeer nauwkeurig gevisiteerd. In bet Noord-Duitsch parlement heeft de afgevaardig de uit Noordelijk Sleeswijk, de heer Kryger, op nieuw eene poging aangewend om een votum te erlangen ten gunste der tenuitvoerlegging van artikel vijf der te Praag gesloten overeenkomst tusschen Pruisen en Oos tenrijk, waarin de bekende quaestie van Noordelijk Sleeswijk wordt behandeld. Het Noortl-Dnitsch parle ment heeft het echter niet eens de moeite waardig ge acht om dit tot een onderwerp van debat te maken en het voorstel van den beer Kryger verkreeg niet eens de noodige ondersteuning om zijn voorstel in behandeling te doen komen. De president van het Noord-Duitsch parlement, dr. Simson, heeft dezer dagen eene deputatie uit de werklieden-vereeniging te Berlijn ontvanger?, welke hem een adres overhandigde ter betuiging van sympathie met het genomen besluit tot afschaffing der doodstraf, waarhij de hoop werd uitgedrukt dat ditmaal dat besluit zou worden verwezenlijkt. Omtrent het duel tusschen den hertog van Montpen sier en prins Henri de Bourbon vinden wijbehalve de naieve mededeeling, in een telegram nog wel, dat de hertog zeer ontsteld was toen het bleek dat hij zijne tegenpartij had doodgeschoten nog als bijzon derheid vermeld dat de vrienden des hertogs in dit duel een middel zien om het aantal aanhangers zijner candi- datuur in »SpaDje te vermeerderen. Dergelijk „blijk van van persoonlijken moed" zou op de Spaansche bevolking een zeer gunstigeu indruk maken en in den hertog zeer worden gewaardeerd. De Fransche dagbladen bevatten het manifest van prins Henri de Bourbon aan de aanhangers des hertogs van Montpensicr, hetwelk aanleiding gegeven beeft tot het duel. Het stuk is werkelijk zeer beleedigend voor den hertog. Men leest daarin onder meer het volgende: „Deze prins, de hertog van Montpensier namelijk even schurkachtig als het jezuïtisme zijner voorvade ren, wier schandelijk gedrag uit de Fransche geschie denis zoo duidelijk blijkt, zou op de reede van Cadix tot koning zijn geproclameerd, indien een mijner beroemde krijgsmakkers bij de marine niet met waardigheid en energie geweigerd had om zijne uniform te onteeren en deel te nemen aan het schandelijkste verraad, hetwelk de nieuwere tijd aanbiedt." „Hot liberalisme van Montpensier, het gevolg zijner zucht om te regeeren, is zoo belangzuchtig dat hij de vreeselijke les verdient, welke nu en dan de rechtvaardigheidszin van verontwaar digde bevolkingen geven kan. Montpensier vertegen woordigt het centrum der orleanistische samenzwering tegen keizer Napoleon III, waartoe zekere bekende Spanjaarden zijn toegetreden. Maar deze samenzweer ders moeten wel weten dat, bij den val der keizerlijke dynastie, niet het geslacht Orleans de vruchten daar van zou plukken, aiaar Rochefort, dat is namelijk de republiek. De Spanjaarden behooren dan ook in te zien dat niet die zwetser, maar de beroemde Espartero het voorwerp der algemeene achting en eerbied moet wezen. Madrid 7 Maart 1870. Henri de Bourbon." Uit Parijs wordt gemeld dat het keizerlijk gouverne ment eergisteren het antwoord der pauselijke regeering omtrent zijn verzoek tot toelating van een gemachtigde bij het concilie nog niet had ontvangen. De ministe rieele organen verzekeren intusschen dat, welke ook de door Rome aan te nemen houding moge wezen, in geen geval tot eene terugroeping der Fransche troepen uit den Kerkdijken staat zal worden overgegaan. Deze me dedeeling zal zeker wel niet het middel zijn om de pau selijke regeering tot eenige concession te bewegen. Uit de haven van Ylissingen zijn vertrokken de Nederlandsche Schooner Adrian a VYilheltnina, gezagv. J. van Eijk, eu de Nederlandsche Galjoot Adriana Francisca, gezagv. A. van Eijk; beide in ballast bestemd naar Engeland. Graanmarkten enz. Ylissingen, 15 Maart. Boter f 1.20 a f 1.25 per kilogr. Rottehdam, 15 Maart. Ter markt van heden waren aangevoerd: 755 runderen, 142 vette, 236 nuchtere kalve ren, 52 schapen, 346 varkens en 213 biggen. Runderen le qual. 72, 2* qual. 60 cent; kalveren le qual. 90, 2e qual. 70 cent: schapen 65 cent per kilogram. Prijzen vhu effecten* Amsterdam 15 Maart 1870. Nederland. *Oertifie. Werkelijke schuld 2j pet. 54j-§ *dito dito dito 3 „66 *dito dito dito 4 85 *Aand. Handelmaatschappij 4., dito exploitatie Ned. staatssp. 76 België. *Certificaten hij Rothschild 21 Rusland. *Obligatiën 1798/1816 5 92 ft *Certific. adm. Hamburg 5 661 *dito Hope Co. 1855, 6e serie 5 *dito f 1000 1864 5 *dito f 1000 1866 5 89 ft *Loten 1866 5

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 3