MIDDELBURGSCHE COURANT. mm N°' 60. Vrijdag 1870. 11 Maart. Middelburg 10 Maart. De beraadslaging over de agrarische wet is in de zit ting der tweede kamer vau heden geëindigd. Nadat alle amendementen, en daaronder een door den heer Ilassel- man op de vijfde alinea voorgesteld, verworpen waren, is de wet met 41 tegen 36 stemmen aangenomen. De minister van financiën brengt ter kennis van belang hebbenden 1. Ter opleiding voor telegrafist bij den dienst van de rijks telegraaf worden, na vergelijkend onderzoek, hoogstens achttien leerlingen toegelaten, tot het te dien einde aan hen te Arasterdam te verstrekken onderricht. 2. Deze leerlingen genieten eene bezoldiging van éen gulden daags en kunnen, na voldoende blijken van geschiktheid gegeven te hebben, dingen naar de be trekking van telegrafist der derde klasse, waaraan eene jaarwedde van acht honderd gulden verbonden is. Zij die aan het sub. 1 bedoelde onderzoek verlangen onder worpen te worden, moeten zich vóór of op den 18f" April bij het departement van financiën daartoe aanmelden, door een op zegel geschreven verzoek, met nauwkeurige opgaaf van naam, voornamen en woonplaats. De verdere voorwaarden zijn vermeld in de Staats-courant van 6 dezer. Benoemingen en besluiten. ridderorden'. Benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen leeuw de heer C. Brunings, inspecteur van den waterstaat. waterstaat. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den inspecteur van den waterstaat J. A. Beijerinck, onder dankbetuiging voor do vele en trouwe diensten den lande bewezen, en met toekenning van den titel van hoofdinspecteur van den waterstaat; en benoemd: tot inspecteur van den waterstaat, de hoofdingenieur le klasse jonkheer J. Ortt van Schonauweotot hoofdingenieur van den waterstaat lc klasse, de hoofdingenieur 2« klasse P. J. H. Hay ward: tot hoofdingenieur 2^ klasse, belast met den algemeenen dienst van den waterstaat, P.Caland, thans hoofdingenieur buiten bezwaar van 's rijks schat kist; tot hoofdingenieur 2c klasse, de ingenieurs lc klasse L. II. J. J. Mazel, N. Th. Michaëlis en F. W. H. van Opstall, de beide eersten buiten bezwaar van 's rijks schatkist: tot ingenieur 1« klasse, de ingenieurs 2e klasse A. J. Brevet en P. Loke; tot ingenieur 2c klasse, de *d- spirant-ingenieur J.Kluyt; tot ingenieur 3c klasse, de adspirant-ingenieurs Z. N. Labrijn, II. A. van der Maaten, K. F. W. Kooseboom, CL A. Esclier, J. W. Welclcer, J. A. E. Musquetier, C. J. Kool en de surnumerair A. N. van Munster; tot adspirant-ingenieur de surnumerairs W. Yerwey Az., C. de Bruyn, A. A. Bekaar en P. n. Kemper. Onderwijs. De Staats-courant van gisteren bevat het verslag der commissie, belast met het afnemen van het eindexamen der hoogere burgerscholen in de provincie Groningen, in het jaar 1869. Marine en leger. De dirigeerende officier van gezondheid J. van Ilattem, geplaatst in do maritime directie te Amsterdam, de offi cier van gezondheid 1« klasse M. J. Cijfveer, dienende op Zr. Ms. wachtschip tc Hollevoetsluis, en de luitenant ter zee 1« klasse A. Jarman, gedetacheerd bij 's rijks werf te Amsterdam ter waarneming der betrekking van onder- equipagemeester der marine aldaar, worden met den laatsten April aanstaande op nonactiviteit gesteld, laatst- gemelde onder eervolle ontheffing van zijne betrekking en respectievelijk vervangen door den dirigeerenden offi cier van gezondheid A. H. Neyssel, den officier der le klasse J. F. G. T. Kluge, en den luitenant ter zee le klasse jhr. A. F. Meijer. Door den minister van oorlog zijn de kommandan ten der korpsen infanterie en artillerie ui'tgenoodigd, om, zoo de chefs der schutterijen daartoe namens de offi cieren het ver.angen te kennen geven, de noodige offi cieren van 't leger aan te wijzen, -officieren in de gelegenheid te stellen zich op die militaire kun digheden toe te leggen, die in tijden van oorlog te velde en in de vestingen noodig zijn, als de wapenleer, de tak- tiek, de versterkingskunst en de velddienst, en hen by de beoefening daarvan behulpzaam te zijn. Aan de kom- maudanten van de schutterijen is hiervan vanwege den minister van binncnlandsche zaken door de gemeente besturen bericht gegeven. Rechtzaken. De arrondissements-rechtbank alhier heeft heden de volgende vonnissen uitgesproken. Machiel Baart, oud 35 jaren, arbeider te Domburg beklaagd dat hij den 2cn Februari jl. arglistig weggeno men en zich toegeëigend heeft 50 stuks Walchersche sta ken uit het materialen-magazijn aldaar, ten nadeele van de Centrale directie van Walcheren; alsmede dat hij ten nadeele van C. A. Bitnmel onder Domburg uit een put met aardappelen arglistig eene hoeveelheid van 40 liter ontvreemd heeft is bij verstek schuldig ver klaard aan eenvoudigen diefstal, wat het tweede feit be treft gepleegd onder verzachtende omstandigheden; en veroordeeld tot eene maand gevangenisstraf en eene geldboete van 75 cent ten bate der Centrale directie van Walcheren, alsmede in de kosten. Leuntje Blankert, oud 24 jaren, dienstbode alhier, was beklaagd dat zij, tijdens zij in de maanden Novem ber tot Februari jl. in dienst was bij den heer Th. C. G. Rivière alhier, ten nadeele van dezen arglistig wegge nomen en zich toegeëigend heeftden 18cr> December een gouden doekspeldje, hetwelk zij heeft verkocht, alsmede den 9en Februari 6.25 aan geld. Do beklaagde bekende hergeen haar was ten laste gelegd, doch beriep zich ter barer verschooning op de omstandigheid dat het geld op den schoorsteenmantel had gelegen en ook het doekspeldje niet behoorlijk geborgen was: zij zeide „dat men dieven kweekt door geld onder het bereik van anderen te laten liggen.'' Dit laatste is, volgens het openbaar ministerie, op zichzelf beschouwd waar, maar mocht zijns inziens niet gezegd woiden door deze be klaagde, die toch reeds een jaar cellulaire gevangenis straf heeft ondergaan, haar den 20o Januari 1868 door de rechtbank te Goes opgelegd wegens diefstal in dienst baarheid en ten nadeele van eene dienstbode met wie zij diende.Bij de toelichting van zijn requisitoir werd de substituut-officier van justitie geïnterrompeerd door de beklaagde, die echter spoedig tot zwijgen werd ge bracht en kort daarna uit sprekers mond de zijns inziens niet gewaagde voorspelling moest hooren: dat zij wel meer in gevangenissen en tuchthuizen zal verblijven dan in diensten als waarin zij tot dusver is geweest., Toch achtte de substituut-officier het wenschelijk om, al heeft de vroegere cellulaire straf voor de beklaagde blijkbaar niet veel geholpen, nog eens een proef te nemen en haar, ter zake van de bewezen feiten, andermaal tot een cel lulaire gevangenisstraf van hoogstens een jaar te ver- oordeelen. De rechtbank heeft de beklaagde schuldig verklaard aan diefstal door een loonbediende ten nadeele van zijn meester, na bereids tot gevangenisstraf van meer dan zes maanden in eenzame opsluiting veroordeeld te zijn geweest; en haar, onder aanneming van verzachtende omstandigheden, veioordeeld tot eene gevangenisstraf van zes maanden, in eenzame opsluiting te ondergaan, beuevens in de kosten. Pieternella Adriana van der Jagt, oud 33 jaren, dienstbode alhier, was beklaagd dat zij in de maand De cember des vorigen jaars op twee verschillende dagen op naam van Johanna Maria Verkamp, bij wie zij destijds in dienst was, zonder bekomeu last zich bij den winkelier J. P. van Ham alhier verschillende dranken heeft doen afgeven en die ten eigen bate heeft aangewend. Vol berouw bekende deze beklaagde, op naam barer meesteres twee malen brandewijn en anijs te hebben ge haald. De haar ter hand gestelde dranken bracht zij op St.-Nicolaasdag bij een barer bekenden, zeggende dat zij voor hare verjaring wilde trakteerenen acht dagen later bracht zij daar nogmaals brandewijn met hetzelfde doel, daar zij, naar zij zeide, zich in haren jaardag vergist had. De rechtbank heeft haar schuldig verklaard aan op lichting en, met aanneming van verzachtende omstan digheden, haar veroordeeld tot eene maand gevangenis straf en in de kosten. Johan Hendrik Bruggeman, oud 23 jaren, werkman te Souburg, was beklaagd dat hij in den nacht van den 12cjj Februari jl. zich arglistig een stuk hout heeft toege- eigend ten Dadeele van de aannemers van de Griendt c>®, bij wie hij in dienst was. Blijkens het proces-ver- baal kon het den beklaagde niets schelen of hij „naar 't kot" moest, want „dan had hij toch te eten De recht bank heeft hem schuldig verklaard aan diefstal door een loonbediende ten nadeele van zijn meester en hem, met toepassing van verzachtende omstandigheden, veroor deeld tot eene gevangenisstraf van veertien dagen, als mede in de kosten. Adriaan Jasp' rse, oud 26 jaren, visscher te Arne- muiden beklaagd dat hij den 12e° Februari jl. op de openbare straat aldaar na eene woordenwisseling G. Meerman moedwillig slagen heeft toegebrachtis schuldig verklaard aan het moedwillig toebrengen van slagen en stooten zonder dat daardoor ziekte of beletsel om te werken is ontstaan, en onder aanneming van ver zachtende omstandigheden veroordeeld tot eene geld boete van 8, benevens in de kosten. Lourens Jacobus Temperman, oud 31 jaren, kleer maker, en Cornells Simon van Aartsen, oud 27 jaren, schoenmaker, beiden alhier beklaagd dat zij den 14en Februari jl. iu de herberg van C. Faas alhier J. A. Choquet en diens huisvrouw moedwillig mishandeld heb ben zijn schuldig verklaard aan het moedwillig toe brengen van slagen en stooten, zonder dat daardoor ziekte of beletsel om te werken van meer dan twintig dagen is ont3taan, en ieder veroordeeld tot vijftien dagen gevangenisstraf, in eenzame opsluiting te ondergaan, alsmede in twee geldboeten, elk van 8, en in de kosten. Gemengde berichten. H. M. de koningin der Nederlanden heeft jl. Zaterdag een uitstapje gedaan van Torquay naar Landsend, den westelijken uithoek van Cornwallis, en zou gisteren, op uituoodiging van koningin Victoria, aan deze yorstin te Windsor een bezoek brengen. De Engelsche stoomboot Miranda, van Hellevoet- sluis naar de reede van Brouwershaven stoomende, beeft jl. Maandag een tjalkje aangevaren, waardoor dit omver viel. Aan boord bevonden zich de schipper, diens vrouw, vijf kinderen en een knecht: vier kinderen ziju verdron ken de overige personen werden met moeite gered. In de Nieuwe llotterdamsche courant van gisteren leest men het volgende, uit Goes ingezonden„Een merkwaardige bijdrage tot de kennis van den gang der administratie hier te lande kwam ons heden onder de oogen: Iemand had iu Mei 1869 goederen geleverd ten dienste van een nieuw telegraafkantoor, onder toezegging dat de betaling binnen twee drie maandeu uiterlijk zou plaats hebben. Den 14 Augustus 1869, dus drie maanden later, werd door den minister van binnenland- sche zaken een mandaat van betaling afgegeven ten be drage van f 177.65. De verevening door de rekenkamer had plaats den 10en Februari 1870, dus zes maanden later. Dat college moet het dus verbazend volhaudig hebben, of zich weinig om de belangen der schuldeischers van den staat bekreun-en. Zes maanden hield het een man daat van 177.65 onder zich, voordat het tot het besluit was gekomen of die post op de begrooting van binnen- landsche zaken kon geleden worden. Den 14<n Februari 1870 werd het mandaat door den administrateur van de generale thesaurie betaalbaar gesteld bij een der betaal meesters in het rijk, doch de belanghebbende ontving het stuk eerst den 3en Maart 1870. Hij kon dus 4 Maart 1870 beschikken over het geld, dat hem minstens sedert 1 September 1869 verschuldigd was. Aizoo een halfjaar rente-verlies, onverminderd de ongelegenheden waarin wmmm

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1