Guitcnlanix
kunst en letteren voorvalt, wil ik toch aanstippen I
dat de ITaagscho afdeeling der Maatschappij tot bevor-
dering van toonkunst onlangs op voortreffelijke wijze
Mendelssohn's Elias ten gehoore heeft gebracht. De so-
listen waren alle van ouds bekende, of zooals met den
tenor RufF het geval was voor 't eerst hier gehoorde
talenten, die hunne moeilijke taak meesterlijk vervulden.
De koren waren goed, de vrouwenkoren zelfs zeer
goed. Tenoren en bassen hadden krachtiger kunnen
zijn; maar van de heeren leden der zangvereeniging
hebben onderscheidene de afdeeling in den steek gela
ten, men zegt omdat èn de heer Nicolaï, die als direc
teur is afgetreden, èn de heer Seiffert, de nieuwe direc
teur bij lien in ongenade is gevallen. Ook waar ik erken
dat er gegronde aanmerking is gemaakt op enkele details
van Seiffert's directie, vqrdcrt de billijkheid toch dat
men hem pvijze, die, ondanks groote tegenwerking zulk
een goed resultaat heeft weten te bewerken.
„De Duitsche opera, ofschoon dan ook het gezelschap
van den lieer Saar niet zoo bijzonder uitmuntend is
samengesteld, blijft hier in den smaak vallen. De voor
stelling van jl. "Woensdag was weder zeer druk bezocht
en de ijver om voor twee eventueel te geven buitenge
wone voorstellingen te teekenen is zoo groot dat ik er
het verblijdend bewijs in zie eener merkwaardige verbe
tering van den kunstsmaak in de residentie."
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan jonkheer nu-*
R. A. A. E. von Pestel, raad van legatie honorair aan
het gezantschap te Berlijn, tot het aannemen en dragen
der versierselen vau officier der Leopoldsorde, hem door
Z. M. den koning der Belgen geschonken; en aan dr.
J. C. Ploem, geneesheer te Sindanglaija (Preanger re
gentschappen), tot het aannemen der versierselen van
ridder der orde van Frans Joseph, hem door Z. M. den
keizer van Oostenrijk geschonken.
Kerknieuws.
De heer J. Brusse, predikant bij de Nederduitsche
hervormde gemeente te 's-Heer Abts- en Sinoutskcrke,
heeft voor het beroep naar die gemeente te Kattendijke
bedankt.
Op een twaalftal van predikanten voor de Neder
duitsche hervormde gemeente te Losser zijn o. a. ge
plaatst de heeren G. C. Boomer, te Ritthem, en J. G.
Blaauw, te Oostkapelle.
Marine en leger.
De officier van administratie 3e klasse P. J. Roest,
laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië
en van daar dcn-26"1 Februari jl. iu Nederland terugge
keerd, wordt met dat tijdstip op nonactiviteit gesteld.
Gemengde berichten.
In de Goesche courant van 4 Maart leest men:
„Ieders belangstelling trekt hier een geval dat men met
den naam van schijndood betitelt en betreft eene jonge
dame van wiehet bericht van overlijden op 20 Februari jl.
reeds in ons nummer 15 werd medegedeeld. Velerlei ver
balen worden desbetreffend verspreid. Zooveel is waar
dat nu elf dageu zijn voorbij gegaan en herhaaldelijk ver
lof is gevraagd en gegeven om het begraven nog uit
te stellen. Men kan zich de positie der familie in deze
treurige onzekerheid voorstellen."
Jl. Zondag is te Goes, volgens hetzelfde blad, in
het huis vau arrest gevangen binnengebracht Augus-
tinits Sloclc, wonende te St.-Jansteen, beschuldigd van
het vervaardigen en in omloop brengen van valsche munt.
De beschuldigde was sinds eenigen tijd voortvluchtig,
doch is, naar wij vernemen, door den veldwachter van
St.-Janstcen bij zijne familie ontdekt en in arrest ge
nomen. Zijne vrouw, beklaagd van medeplichtigheid,
was reeds voor enkele dagen gedetineerd, en is jl. Maan
dag in de gevangenis bevallen van een dochter.
De commissie voor de oprichting van een stand
beeld voor Jan Pieterszoon Coen heeft, met inbegrip van
f 4500, die van de feestviering in Indië zijn afgezonderd,
thans f 11,000. Daar het monument f 25,000 moet kosten,
ontbreken er dus nog f 14,000.
De procedure tusschen de e^-koningin Isabella van
Spanje en haren echtgenoot, naar welks bijzonderheden
het Parijsch publiek reeds zoo begeerig uitzag, is voor
komen door eene tusschen partijen gesloten transactie.
Bij hare komst te Torquay werd H. M. de konin
gin der Nederlanden jl. Maandag avond ontvangen door
den heer en mevrouw Palk, en is zij vervolgens met de
equipage van mejufvrouw Burdett Couts naar het Impe
rial Hotel gereden, waar zij door genoemde dame werd
verwelkomd. Aan het station was II. M. opgewacht door
een ecrewacht uit de vrijwilligers. Van de batterij wer
den salutschoten gelost, en zoowel van de huizen als
van dc vele in de haven liggende schepen wapperden
vlaggen, mecrcndeels Nederlandsche.
Jl. Donderdag is de derde verkooping der galerie-
San-Donato te Parijs aangevangen. Ditmaal werden schil
derijen uit de oude Italiaansche school aangeboden. De
verkooping is zeer kalm geweest, slechts twee of drie
zeer belangrijke stukkeu golden hoogo prijzende hoog
ste daarvan was het Venefciaansch avondmaal, van Gio-
giove; verkocht voor fr 55.000. De hertog Urbin en zijn
zoon, van Titiaan, gold slechts fr 17.500. Do geheele
opbrengst van den eersten dag was fr 189.315. Dc ver
kooping is Yrijdag voortgezet.
Eergisteren is de kardinaal-aartsbisschop van Lyon
ter aarde besteld. Tot zijn opvolger als aartsbisschop is
bij keizerlijk besluit benoemd de bisschop van Grenoble.
Thermometerstand.
4Maart.'sav. 11 u. 40 gr.
5 'smorg. 7 u. 36 gr. 'sraidd. 1 u.42 gr. 'sav. 6 u. 40 gr.
Staten-generaal.
tweede kamer.
Zitting van Vrijdag 4 Maart. Voortzetting der behan
deling van de agrarische wet.
Na eenige discussie, waaraan de heeren de Brauw,
Kalft'en de minister van koloniën deelnemen, wordt het
voorstel des voorzitters aangenomen om de beide eerste
alinea's van het eenig artikel der agrarische wet gelijk
tijdig te behandelen met de beide daarop door de heeren
's Jacob en de Casembroot voorgestelde amendementen.
De heer Kalff keurt het beginsel der wet goed, maar
betwijfelt of het zooals de voordracht nu luidt goed zal
werken.
De heer van der Hucht verlangt nadere inlichtingen,
daarvan zal hij zijne stem laten afhangen.
De heer van Naatnen verklaart zich een voorstander
van een imperatief voorschrift tot uitgifte voor 75 jaren,
hij acht de faculteit om een anderen termijn te kiezen
niet aannemelijk.
De heer Hasselman tracht door eenige inlichtingen
den heer Kalft* te versterken in diens gevoelen over de
minder gunstigo gevolgen der wet.
De heer Insinger vreest dat het gevolg dezer wet zal
zijn weder invoering der slavernij en het verjagen van
den Javaan van den door hem bebouwden grond.
De minister van koloniën kan zich vooraLnog niet
met de voorgestelde amendementen vereenigen. Wat de
werking der wet betreft, men moet zich geene illusion
maken clat zij eensklaps een gunstigen toestand in 't le
ven zal roepen.
De 'heer van Sypesteijn meent er op te moeten wijzen
welk soort van personen thans erfpachters zullen kunnen
worden.
De heer Heemskerk doet opmerken dat voor hen, die
van de uitvoering dezer wet een snelle vlucht van de
industrie verwachten, de rede van den minister een
koud bad moet zijn.
De heer 's Jacob wijzigt zijn amendement in dier
voege, dat het thans moet luiden: „Volgens regels bij
algemeene verordening te stellen, staat de gouverneur-
generaal gronden af in erfpacht voor niet langer dan
75 jaar cn onder dezelfde beperking als ten opzichte van
Uitgifte van gronden in huur in alinea 3 van dit artikel
is voorgeschreven."
Na repliek van den minister wijzigt ook de heer de
Casembroot de redactie van zijn amendement, waarvan
thans de aanhef moet luiden„Echter worden van het
afstaan in erfpacht uitgesloten," enz.
De voortzetting der beraadslaging wordt tot den vol
genden morgen verdaagd.
Na afloop der aanhangige discussiën over de agrari
sche wet worden op voorstel des voorzitters aan de orde
gesteld de navolgende wetsontwerpen:
betreffende schatkistbiljetten
wijziging en aanvulling der wetten op de heffing van
de in- en uitgaande rechten en accijnsen
verandering der grenzen van Dordt en Dubbeldam
afschaffing der lijfstraffen, enz.;
aanvulling en uitbreiding van art. 437, wetboek van
strafrecht;
intrekking van het verbod tot publicatie van vreemde
loterijen
alsmede eenige conclusiën van rapporten. Uit dit
laatste kan opgemaakt worden, dat dan de kamer op
recès gaat, en dus de suikerwet eerst later in behande
ling zal nemen.
Blijkens het voorloopig verslag van het afdeelings-
onderzoek der wet tot wijziging van de armenwet, vond
het hoofddenkbeeld der voordracht de aanneming van
het werkelijk verblijf als domicilie van onderstand
bij de groote meerderheid der 45 leden die aan bet onder
zoek deelnamen, bijval. Dat beginsel beveelt zich ook
aan uit een staatkundig oogpunt; de onderstand van
rijkswege aan behoeftigen verleend laat zich het beste
verdedigen wanneormen hem als uitvloeisel van politie
zorg beschouwt, en dio zorg rust uit den aard dor zaak
op de gemeente waar de behoeftige zich bevindt, niet
waar hij geboren is. De ondervinding sedert 1854 opge
daan heeft doen zien dat het hoofddoel der bestaande
wet niet is bereikt; kerkelijke en particuliere liefdadig
heid is niet vermeerderd, maar wel de staats armenzorg.
Daarbij zal door de afschaffing van het restitutiestelsel
spaarzamer bedeeling van de burgerlijke armbesturen
plaats hebben. Door het bestaande stelsel werden vooral
dc plattelandsgemeenten onevenredig bezwaard. Men
ontveinsde zich niet dat ook de nieuwe regeling tot ver
keerdheden en moeilijkheden aanleiding zal kunnen
geven, doch die zijn onmogelijk te vermijden. Men wilde
dan ook de invoering van het nieuwe stelsel als een
proef beschouwd hebbeu.
Enkeleleden, die tegen liet voorstel waren, achtten de
klachten over de bestaande wet overdreven en het peti
tionnement daartegen grootendeels het gevolg van kunst
matige opwinding. Volgens hen is het onraadzaam en
onbillijk de groote gemeenten te gaan bezwaren ten
behoeve van de plattelandsgemeenten die sedert de af
schaffing der gemeenteaccijnscn en den afstand van t van
het personeel meestal in betere omstandigheden zijn
gekomen. De meerderheid sprak dat tegen, de groote
steden zullen eene compensatie voor de meerdere uitga
ven vinden in de ontheffing der kosten voor verpleging
van bedelaars. Door sommige leden werd de voorkeur
gegeven aan het stelsel der wet van 1818. Het voor
naamste bezwaar zag men hierin, dat door het nieuwe
stelsel eene vlottende armcnbevolking zou ontstaan, en
vooral zieke armen haar groote gemeenten zouden trek
ken, waar ziekenhuizen bestaan. De meerderheid meende
echter daaraan niet te zeer te moeten hechten zij ver
langde echtcr.dat bet hoofddenkbeeld duidelijker werd
aangegeven; van domicilie of woonplaats moest geen
sprake meer zijndo woorden: „gemeente, waar de arme
verblijft" kunnen op het oogenblik dat de behoefte aan
ondersteuning ontstaat tot misverstand aanleiding
geven.
Minder algemeen vereenigde men zich met het begin
sel om de verplegingskosten van bedelaars geheel voor
rijks-rekening te nemen. In ieder geval werd bij aanne
ming der wet eene verbetering van de bestaande bede-
laarsgeaticliten noodig geoordeeld.
Het wetsontwerp tot intrekking van bet keizerlijk de
creet van 16 December 1811, contenant règlcmcnt de po
lice des polders dans les départements de l'Escautetc. is
het gevolg van een op 25 Mei 1869 door den hoogen raad
gewezen arrest, waarbij bedoeld decreet nog van kracht
werd verklaard nevens het nieuwe provinciaal regelement
van politie voor do polders in Zeeland van 5 Juli 1867.
De bedoeling van do vaststelling van dat reglement even
als dergelijke in andere provinciën was echter de betrek -
kekclijke voorschriften van het decreet tc doen vervallen.
Het feit, ter zake waarvan dit arrest door den hoogen
raad werd gewezen, bestond in het loopen over de
krammatten van een zeedijk, bij art. 11 van het decreet,
behoudens enkele uitzonderingen, verboden en strafbaar
gesteld. Het nieuwe reglement van politie verbiedt slechts
in art. 14 het beschadigen op wat wijze ook van de kram-
mat der waterkeerende dijken. Het eenvoudig loopen
over de krammat daarentegen is bij bet nieuwe reglement
niet verboden, ook uit aanmerking dat de Zceuwsche
dijken en zeoworken jaarlijks door een groot aantal
vreemdelingen worden bezocht, welke door een dergelijk
verbod, bij een streng toezicht, onwetend en zonder
noodzaak ïn ongelegenheid konden gewikkeld worden.
Een overleg met de betrokken gewestelijke besturen
over de intrekking van het decreet, was een gevolg van
's raads arrest. Bij dat overleg iq de wenschelijkheid der
intrekking gebleken.
Algemeen overzicht.
In den laatsten tijd bleek uit onze Belgische brie
ven dat een groot gedeelte der liberale partij in België al
minder cn minder sympathie begint te gevoelen voor
de politiek van het doctrinair ministerie. Naast de
ultra-radicale partij heeft zich dan ook thans de kern
eener geavanceerd-liberalc fractie gevormd, en is van
de afgevaardigden Couvrcur, Guillcry cn le Hardy de
Beaulieu met eenige leden van gemeenteraden, advocaten,
hooglccraren, ingenieurs enz. een manifest gericht aan