O U R A N T. N°' 56. Maandag 1870. 7 Maart. Middelburg 5 Maart. De beraadslaging in de tweede kamer over de agrari sche wet is ook heden nog niet afgeloopen. Men verneemt dat eenige ingezetenen van het voorma lig vierde district dezer provincie concessie hebben aan gevraagd voor een schroefstoombootdienst van Breskens over Vlissingeu naar Rotterdam, hoofdzakelijk tot ver voer van vrachtgoederen en vee, doch ook van personen. Aan den tekst vau het contract tusschen den minis ter van koloniën en de commissie ter bevordering van nationale stoomvaart op Nederlandsch-Indië opge nomen, gelijk wij gisteren mededeelden, in dc Staats courant van jl. Donderdag ontleenen wij het'volgende. Volgens deze overeenkomst zal de genoemde commis sie tot 15 Mei a. werkzaam kunnen zijn met het vestigen van een naamlooze vennootschap. Mocht deze laatste op 15 Mei nog niet gevestigd zijn, dan kan de regeering dezen termijn al of niet verlengen. In het laatste geval is de overeenkomst vervallen. De te vormen naamlooze vennootschap zal in de vaart brengen vier stoomschepen onder Nederlandsche vlag, bestemd om een geregelde stoomvaart te onderhouden tusschen Nederland en Nederlandsch-Indië door het Suez-kanaal. Het eerste stoomschip zal van een Neder landsche haven vertrekken hoogstens twaalf maanden na de vestiging van de naamlooze vennootschap. De andere schepen zullen het eerstgenoemde en elkander geregeld opvolgen zoodat gedurende den duur vau deze overeen komst in iedere twaalf maanden minstens acht uit-en acht thuisreizen door de stoomschepen der vennoot schap zullen worden volbracht. De regeering verzekert aan de( vennootschap, voor elke reis van een dezer stoomschepen van Java naar Ne derland, een gedeeltelijke belading met producten van hoogstens 600 lasten, welke echter gedurende elk tijd vak van twaalf maanden, niet meer bedraagt dan 48000 lasten in het geheel. De hoeveelheid op iedere reis te verschepen, wordt geregeld naar het aantal reizen als volgt; bij acht reizen in het bedoelde tijdvak van 12 maanden 600 lasten per reis; bij negen reizen 533 lasten per reis; bij tien reizen 480 lasten per reis. Bij den aanvang van ieder tijdvak van 12 maanden zal het bestuur der vennootschap aan de regeering ken nis geven hoeveel reizen van Java naar Nederland het voornemens is in dat tijdvak door de stoomschepen te doen ondernemen. De bedoelde producten worden ingenomen in hoogstens twee veilige en voor de stoomschepen, ook bij voljjela- ding, genoegzamen diepgang opleverende laadplaatsen op Java, volgens opgave door de factorij der Nederland sche handelmaatschappij te verstrekken bij aankomst van het schip ter reede van Batavia. Behalve dc verplichte hoeveelheid producten kan dooi de factorij der Nederlandsche handelmaatschappij ook tin worden geladen, mits niet meer dan drie duizend blokken, van het tegenwoordig gemiddeld gewicht van ruim dertig kilogrammen, in ieder stoomschip, en mits de factorij zich daaromtrent verklare, niet later dan drie dagen na de aankomst van het stoomschip ter reede van Batavia. Bij uitlevering in Nederland, ter plaatse van bestem ming door dc factorij der Nederlandsche handelmaat schappij of hare agenten in het cognossement in te vul len, zal worden betaald voor vracht van de volgens deze overeenkomst geladen producten: 22.50 per last boven het gemiddelde vrachtcijfer in het afgeloopen kalender jaar door de zeilschepen bedongen bij de inschrijvingen door de Nederlandsche handelmaatschappij hier te lande en op Java gehouden. Mocht het aldus te verkrijgen ge middelde vrachtcijfer zijn beneden 75 per last, dan zal niettemin dit cijfer van, ƒ75, als het bij deze bepaalde mi niman van berekening worden aangenomen, en de aan de vennootschap te betalen vracht dus niet minder dan 97.50 per last bedragen. Ingeval stoomschepen van mindere grootte dan de bij deze overeenkomst gevoegde beschrijving in de vaart worden gebracht, wordt dc boven bepaalde vrachtprijs verminderd tot op 20 per last boven het in deze para graaf omschreven gemiddelde vrachtcijfer, en het boven bepaalde minimum van vracht per last bepaald op 95. Voor het tin wordt slechts een vierde der vracht, en voor de bindrotting en het verfhout, die tot garneering geladen worden, in het geheel geene vracht berekend. Bij de afschaffing van de rechten thans verschuldigd voor het passeeren van het Suez-kanaal, zal de bedongen vrachtprijs een evenredige vermindering ondergaan. De goederen mogen uit eene Nederlandsche haven voor scheepsrekening met lichters naar de bestemmings plaats worden vervoerd. Geschiedt dit vervoer van Ylissingen, dan wordt de hieruit ontstaande meerdere risico teu koste der ven nootschap door verzekering gedekt. De vennootschap verleent aan de regeering preferen tie op ruimte bij iedere uitreis van Nederland naar Java voor: drie honderd last lading tot de bij tarief voor parti culiere inladcrs vastgestelde vracht en conditiënen voor twee honderd man troepen. De vennootschap verplicht zich voor iedere reis, het zij uitgaande of thuiskomende, tusschen Nederland en Java, niet meer te besteden dan vijftig etmalen, met in begrip van eventueel oponthoud voor laden en lossen op tusscheugelegen plaatsen, waartoe zij zich de bevoegd heid voorbehoudt. Bij langere reis dan vijftig etmalen zal de vennootschap verbeuren: ecue boete van ƒ1000 in ééns voor eene vertraging van een tot vijf etmalen; eene boete van 500 per etmaal voor eene vertraging na het vijfde tot en met het vijftiende etmaal. Daarna houdt dc boctcberckening op. Voor iedere niet volbrachte reis beneden het minimum van acht uit en thuisreizen per 12 maanden, verbeurt de vennootschap zes duizend gulden. De boeten zijn niet verschuldigd in geval van over macht (force majeure). Bij geschil zal de vraag of de vertraging het gevolg is van overmacht worden beslist door scheidslieden, die uitspraak zullen doen als goede mannen in het hoogste ressort. Op gelijke wijze zal over alle eventueele geschillen, deze overeenkomst betreffende, worden beslist. De overeenkomst.blijft van kracht tot December 1874. Blijkens de bij het contract gevoegde beschrijving zal het zeeinaterieel van de op te richten compagnie aan vankelijk bestaan uit vier ijzeren schroefstoomschepen met vol vermogen. De laadruimte zal circa 120,000'kub. voeten zijn, waarvan 16,000 kub. voeten ongeveer in het oppertusscbendeks zullen gevonden worden. De kolen hokken zullen 640 ton brandstof kunnen bevatten. De geladen diepgang der schepen met 2300 ton zware lading, 700 ton kolen en 100 ton provisiën enz. aan boord, zal 22i voet zijn. De inrichtingen voor passagiers en equipage zijn be rekend voor 50 passagiers 1« klasse, 50 a 200 passagiers 2e en 3e klasse, en 70 man equipage. Uit den Haag schrijft men ons ouder dagteekening van 4 dezer „Het politieke leven in de residentie concentreert zich dezer dagen op het Binnenhof in de behandeling van het allerbelangrijkste onderwerp de regeling der uit gifte van woeste gronden op Java, anders gezegd „de agrarische wet." Reeds vroeger heb ik er u over ge schreven hoe zij, na herhaaldelijk door den minister van koloniën te zijn gewijzigd, allengs meer goedkeuring heeft gevonden bij de geavanceerd liberale koloniale politicidie haar beschouwen als een eerste stap op den goeden weg. Natuurlijk, dat de cancans niet ontbreken, naar aanleiding van dit verschijnsel. Dezen, en ge begrijpt wel dat bet de vrienden van den heer de Wael niet zijn, die het zeggeu, beweren dat de minister zich onder curateele heeft gesteld van de heeren van Hoevell en Fransen van de Putte, die hem zijn laatste memorie van beantwoording in zijn kabinet zijn komen dicteeren. Genen hebben opgemerkt dat, wellicht juist daarom, de heer Thorbecke zeer sterk is tegenover den minister en- zijne nieuwe helpers en inzonderheid den heer Fransen van de Putte boudeert. Ik herhaal 't: niets dan cancans, uitgezonden om óf het publiek te misleiden, óf om ver deeldheid te zaaien in de gelederen der liberalen. „De algemeene beschouwingen zijn gisteren afgeloo pen. Ik geloof dat men ditmaal gevoegelijk had kunnen beginnen met het eenig artikel, aangezien al wat van practisch nut kan wezen in deze discussie daarbij eerst zich kan doen gelden. Heden zijn er drie amendementen geannonceerd. Een van den heer 's Jacob, strekkende om huur en erfpacht onder dezelfde voorwaarden te brengen (al. 1), een amendement dat er vrij onschul dig uitziet. Maar juist daarom zullen onze vrienden op hunne hoede moeten zijn. Een ander van den heer de Casembroot (op dezelfde alinea) om van erfpachtsuitgifte uit te sluiten dc gouvernemciits-koffiehuizen, de djatti- bosschen (adres aan zekere maatschappij) en gronden binnen zekeren afstand van gouvernementsaanplantingen (een prachtig middeltje voor handige gouverneurs-gene raal om de geheele wet zoo goed als buiten werking te stellen; en dit terwijl de heer Casembroot bij de alge meenebeschouwingen werkelijkconciliant gezind scheen te zijn)eindelijk van den heer Heemskerk Az. om de geheele 3e alinea weg te laten. „Terwijl de discussie over dat wetsontwerp mij tot heden niet de minste aanleiding geeft om te wijzen op een of ander nieuw lichtpunt, ten aanzien van de kolo niale quaestie, hetzij door de voor-, hetzij door de tegen standers der wet ontdekt, noopt zij mij toch om opnieuw te klagen over den toon, die bijwijlen in de hoogste ver gadering des lands aangeslagen wordt. De bitterheid, waarmede bijv. de heer. van Sijpesteijn en de minister van koloniën elkander bejegenende insinuation van den heer Heemskerk Az. omtrent het stoffelijk belang dat sommige (niet genoemde, maar dit juist maakt het tot eene insinuatie) liberalen zouden hebben bij eene regeling der koloniale aangelegenheden, welke dus niet in 's lands belang door hen zou worden voorgestaan de directe beschuldigingen van den heer Nierstrasz tegen bestuurders en leden van de Maatschappij tot nut van den Javaan gericht, dat alles en nog veel meer, zijn vlekken die het kamerdebat ontsieren en het, als 't zoo moest voortgaan, dreigen te doen dalen tot het peil der polemiek, zooals die wordt gevoerd door een gedeelte van de perodieke pers, en waarvan het voorbeeld, helaas, maar al te aanstekelijk ook op haar tegenvoeters heeft gewerkt. „Alsof wij, want de aanneming der agrarische wet acht ik vrij zeker, niet, om de stereotype uitdrukking te gebruiken, niet op het punt stonden den eersten stap te doen, die naar den afgrond voert; alsof Nederland niet reeds het wapen in de hand heeft gevat om „erger dan een zelfmoord" te plegen (zooals ook al weer meer dich terlijk dan begrijpelijk de heer Heemskerk Bz. 't heeft ge noemd, want iets ergers dan den dood kan, dunkt mij, eene natie zoo min als een individu zichzelven aandoen)., alsof wij dus de toekomst vrij kalm konden tegemoet zien, gaat het Haagse he leven vol afwisseling van gezel lig kunstgenot, als altoos in dit seizoen zijn gang. „Toch is 't waar dat men hier soms op een vulkaan danst. In den vollen letterlijken zin des woords. En de bedreigde slachtoffers waren ditmaal een aantal onschul dige wezens, knapen en meisjes uit de hoogste aristo cratische kringen, die dansten op een vloer, waaronder het plafond der benedenverdieping reeds brandde. Ge lukkig werd het gevaar ontdekt en ten koste vau slechts eenige brandwonden aan de handen van hen, die het brandende linnen naai* beneden rukten, afgewend. Wat de zaak nog ernstiger maakte en ons doet huiveren bij 't bedenken der mogelijke gevolgen: in dezelfde kamer, waar de brand was ontstaan, stond een kistje waarin de heer des huizes kruit en patronen bewaarde. Hij moet dan ook iu den eersten schrik gezworen hebben, derge lijke benoodigdheden voor zijne liefhebberijen nooit meer in buis te willen hebben. „Met een enkel woord, al mag ik bier geen eigenlijke verslagen geven van hetgeen bier op bet gebied van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1