33.
voltooiing van het kanaal door Zuid-Beveland, dat niet
inderminne is aangekocht kunnen worden.
De ingediende wetsvoordracht tot verhooging der be
grooting van marine voor 1870, strekt om dat hoofdstuk
te verhoogen met f 158,000 voor kosten van aanschaffing
van gebogen torenplaten, voor de levering waarvan op
het dienstjaar 1868 contract aangegaan, doch toen niet
geleverd is, maar nu noodig is voor de voltooiing van
de in aanbouw zijnde monitors.
Ingevolge art. 11 der Indische comptabiliteitswet is
weder de bekrachtiging voorgesteld van een aantal kre
dieten wegens over 1867 on verevende vorderingen ten
laste der Indische begrooting.
Bij de tweede kamer is ingekomen een wetsontwerp
tot verhooging van hoofdstak III der staatsbegrooting
voor 1870 en een tot intrekking van het decreet van 1811
omtrent de politie op de polders in de departementen
van de Schelde.
Buitentank
Algemeen overzicht.
Bij de beraadslagingen over het voorstel tot afschaffing
der doodstraf in bet Noord-Duitsck parlement zijn de
bekende argumenten aangevoerd. De lieer von Bismarck
trachtte zijne wenschen tot behoud dier strafte verde
digen door te betoogen dat de voorstanders der afschaf
fing te veel waarde aan het leven van een mensch hech
ten, een argument, hetwelk in den mond des kanseliers
niet al te zonderling klinkt. „Tic kan aannemen aldus
ontwikkelde hij zijn denkbeeld dat iemand, die aan
de voortzetting van het individueel leven na den dood
niet gelooft, de doodstraf strenger vindt dan wij, die aan
de onsterfelijkheid der ziel gelooven. Voor ons is de
dood de overgang van het cene leven tot het andere,
en wij kunnen den grootsten boosdoener tot troost in het
graf toeroepen: mors janna vilae„Ik heb van de
argumenten onzer tegenstanders den indruk ontvangen
dat hun verlangen om de doodstraf af te schaften op een
ziekelijke neiging berust, waarbij zij den misdadiger met
grooter zorgvuldigheid willen behandelen dan zijn slacht
offer. Er is aangevoerd dat ten tijde der zware lichaams
straffen het aantal misdaden grooter was dan ten tijde
der mildere strafwetgeving, maar zijt gij wel zeker dat
die vermindering der misdaden niet een gevolg is dei-
strenge handhaving van hot strafrecht?" De heer von
Bismarck drong, op grond van "deze en dergelijke argu
menten, bij het parlement aan, om toch aan den burger
niet den in de doodstraf liggenden waarborg voor zijne
veiligheid te ontnemen, „onder den indruk eener zieke
lijke sentimentaliteit, aan onzen tijd eigen." - „Overi
gens, zeide hij, kan ik u verzekeren dat Pruisen al zijn
invloed zal uitoefenen op den bondsraad, om de dood
straf te behouden, te meer omdat die raad minder
ontvankelijk is voor oratorische indrukken, maar zich
haar de instructiën der regeeringen richt."
Onder de verdere sprekers der rechterzijde, welke de
doodstraf wilden gehandhaafd zien, behoorde ook de
heer von Diest, die op grond van" een aantal door hem
Verklaarde bijbelteksten die handhaving wenschte. Zoo
citeerde hij het gezegde tot Petrus: „Steek het zwaard
in de schede", met de toelichting dat, zoo hierin cene
afkeuring van het gebruik van het zwaard ware te
kennen gegeven, gezegd zou zijn „leg uw zwaard af.''
Graat Bethusy,ook een bekend lid der rechterzijde, uitte
zich echter ten gunste van de afschaffing der doodstraf,
op grond dat deze slechts gerechtvaardigd wordt door
noodweer, en de staat zich tegenover den misdadiger
niet in dien toestand bevindt.
Een gisteren medegedeeld telegram meldde dat in het
het Noord-Duitsch parlement „opnieuw" een voorstel
'was gedaan om schadeloosstelling toe te kennen aan de
afgevaardigden. In de zitting van Woensdag was derge
lijk voorstel reeds teberdegebracht door den heer Schul-
ze, waaromtrent echter de vergadering tot de orde van
den dag was overgegaan. Dezelfde quaestie komt ook
geregeld in het Engelsch parlement ter sprake, en het
toekennen van schadeloosstelling aan de leden der verte
genwoordiging is ook wel een beginsel, hetwelk behoort
te worden opgenomen in het constitutioneel stelsel v$n
'beiden rijken, om niet do verkiesbaarheid binnen te
enge grenzen te beperken.
Do veelbesproken quaestie der vernieling van het
Langensalza-monument te Celle in Hanover door de
Pruisische militaire autoriteiten, is thans in hooger
beroep behandeld. Nadat de eerste rechter zoowel den
garnizoenskommandant als den opperbevelhebber van
de in Hanover gestationneerde Pruisische troepen tot
eene boete had veroordeeld, heeft de hoogere rechter het
vonnis ten aanzien van eersigenoemden vernietigd en
hem vrijgesproken, met bevestiging echter van het
vonnis ten aanzien des opperbevelhebbers gewezen.
De gisteren reeds als hoogst waarschijnlijk vermelde
optreding van den Beierschen vertegenwoordiger te
Weenen als opvolger van den minister van Hohenlohe,
wordt thans nader bevestigd. Om den heer de Bray-
Steinburg tot aanvaarding der minister-portefeuille
te bewegen is een der thans nog aan het bestuur zijnde
ministers zelf naar Weenen gereisd. De beer de Bray
is overiging reeds in 1848 minister van buitenland-
sche zaken te Munclien geweest.
De machine de guerre der rechterzijde tegenover het
ministerie Daru-Ollivier is, gelijk wij reeds mededeelden,
het Orleanisme, hetwelk thans zijne intrede zou doen in
Frankrijk om het keizerrijk omver te werpen. Men wijst
daartoe op de benoeming van den beer Odilon Barrot
tot president eener commissie voor decentralisatie, op
die van den beer Guizottot president eener commissie
voor het hooger onderwijs, alles terwijl de aanhangers
der Orleanistische partij zich inmiddels geheel en al te-
buis beginnen te gevoelen in de ministerieele salons.
Sommige dagbladen hebben zelfs de prinsen van Orleans
als tegenstanders van den thans in het leven geroepen
toestand voorgesteld. Naar aanleiding hiervan is echter
namens de prinsen van Orleans te kennen gegeven „dat
zij te zeer aan hun vaderland gehecht zijn en te zeer de
liberale zaak voorstaan om niet de pogingen toe te
juichen van hen, die haar trachten te doen zegevieren
en om niet hun succes te wenschen, al moesten zij de
eenigen wezen om daarvan geen voordeel te genieten."
Een brief uit Rome aan het Journal des débats bevat
de mededeeling dat de twee belangrijke1 quaestiën dei-
pauselijke onfeilbaarheid en van den Syllabus hare op
lossing meer nabij zijn dan men wel denkt. Volgen dezen
berichtgever zou het concilie binnen weinige dagen
daaromtrent uitspraak doen, en de meerderheid dier ver
gadering zou geneigd wezen om zich ten gunste van het
dogma der pauselijke onfeilbaarheid in den strengsten
zin te verklaren en wel juist met het oog op den tegen
stand, welken dit denkbeeld van de zijde der liberalen en
gallicanen ontmoet. Die verschillende partijen beginnen
dan ook al scherper en schei-per tegenover elkander op
te treden, en zelfs vorsten mengen zich persoonlijk in
den strijd. Koning Lode wijk van Beieren heeft een
brief gericht aan den bekenden bestrijder der ultramon-
taansche partij, dr. Dollinger, oin hem met zijne houding
geluk te wenschen en aan te dringen om op den inge
slagen weg te blijven voortgaan. Terwijl iutusscheu het
constitutioneel karakter van dezen koninklijken brief
zeer te betwijfelen valt, is ook de zuiverheid der bedoe
ling niet boven alle bedenking verheven. De woedende
verbolgenheid des konings op de ultramontanen, welke
hem zijn gunsteling von Hohenlohe als minister-presi
dent ontnamen, zou, met het oog op koning Lodowijk's
karakter, aan dezen stap wel niet vreemd kunnen wezen.
Waar sprake is van het treurige verschijnsel dat kerke
lijke leeringen tot politieke wapenen worden gebezigd,
is toch Beieren geenszins eene uitzondering.
De in Engeland reeds van zoovele zijden behandelde
quaestie om, tot leniging der rampen van de toenemende
armoede, het emigratie-stelsel door de regecring te doen
aannemen, is weder dezer dagen in het lagerhuis ter
sprake gebracht. Evenals vroeger verklaarde de regeerjng
zich echter ten sterkste tegen dergelijke van den staat
uitgaande opwekking tot emigratie, op grond dat dit in
strijd was met de beginselen eener gezonde staathuis
houdkunde Volgens den heer Gladstone moet men liever
•de armoede door plaatselijke middelen bestrijden en die
maatschappelijke kwaal zelf aantasten, in plaats van de
kwaal te laten bestaan en slechts de verschijnselen
daarvan door emigratie weg te nemen. Ook ditmaal werd
dan ook het tot invoering van het emigratie-stelsel
gedaan voorstel door het lagerhuis met 153 tegen 48
stemmen verworpen.
ijrtitörlsbmclitcit.
Graanmarkten enz.
Gent, 4 Maart. Jarige tarwe fr. 18.50,- nieuwe fr. 21,50,
met onbeduidenden aanvoer; gerst fr. 14.50, zonder ver
andering, met weinig aanvoer; rogge fr. 15.50; haver
fr. 8.50; boekweit Ir. 17.00; paardenboonen fr. 16.25
koolzaad fr. 43.50; lijnzaad fr. 36.50; koolzaadkoeken
fr. 24.50; lijnkoeken fr. 19.25; boter fr. 3.00 per kilo
gram eieren fr. 2.00 per 26 stnk3.
V lissin gen, 4 Maart. Boter ƒ1.25 a f 1.30 per kilogr.
Amsterdam, 4 Maart. Raapolie op 6 weken f 43.
Lijnolie op 6 weken f 34].
Prijzen ran effecten*
Amsterdam 4 Maart 1870.
Nederland. *Certific. Werkelijke schuld 2) pet. 54)$
*dito dito dito 3 65$
*dito dito dito 4 85
*Aand. Handelmaatschappij 4)
dito'exploitatie Ned. staatssp.
België. *Certificaten bij Rothschild 2) 59)
Rusland. *Obligatiën 1798/1816 5 9 2)
*Certific. adm. Hamburg 5 67
*dito Hope Co. 1855, 6e serie 5 76,V
*dito ƒ1000 1864 5 „90
*dito f 1000 1866 5 „89
*Loten 1866 5 „229
*Oblig. Hope Co. Leeuing 1860 4) 81)
♦Certific. dito4 r
*Inscript.Stieglitz&Co.2«a4eL. 4
*Obligatiê'n 18674 67
*dito 1869 4 65
^Certificaten "6 41 j
*Aand. spoorweg Gr. Maatsck. 5 221)
*Oblig. dito 4 168)
*dito dito 4V
dito spoorweg Poti-Tiflis 5 81$
dito dito Jelez Orel 5 82-f)
dito dito Oharkow Azow. 5 „82)
Polen. *Schatkistobligatiën4 64$
Pruisen. *Obligatiën5
Oostenrijk. *Oblig. ruetall.in zilver Jan. Juli 5 56TV
♦dito dito April'Oct. 5 56
*dito in papier Mei/Nov. 5 48-iV
*dito dito Febr./Aug. 5
Italië. Leening 18615 -
♦Certific. bij Lamaison c. s. 5
Spanje. *Obligatiën2] thans 3 26$
*dito 18673 27
♦dito Binnenlandscbe3 22
Portugal. *dito 1856—1863 3 32 ,V -
*dito 18673 31H
Turkije. dito (binncnl.)5 44$
Griekenl. dito (blauwe)5
Egypte. dito 1868 7 78tV
Amerika. ♦Obl. Vereenigde Staten (1874) 5
♦dito dito dito (1904) 5 92
♦dito dito dito (1882) 6 „94$
♦dito dito dito (1885) 6 94iV
♦dito Illinois7
♦dito dito Redemtiou 6 80)
Oblig. Atl.Gr/W.Spw.Ohio sec.(p) 7
dito dito geconsolideerde .7
dito dito debentures 8
dito St.Paul &Pac. Spw.le sec. 7 68)
dito dito dito 2e sec. 7 67)
dito dito 1869 dito 7 68 rs
Brazilië. ♦Obl. 1863 4) 76
♦dit o 1865 f» 87^
Mexico. dito 18513 13rV
Grenada. dito afgestempeld6 r 23$
Venezuela, ditoH
Ecuador. dito1
Rusland 1S70 5 pct.81,30. Aandeel. Eriespoorw. 21 r
JPrïjxen van coupons.
Amsterdam 3 Maart. Metall. f 19.87);' Dito zilver
f24,10; Dito Eng. per 11.82.}; Eng. Russen per
11.82); Eng. Portugal per 11.82) Fransche f56);
Belg. f 56$Pruis, f 34$; Hauib. Russen ƒ27)Russen
in Z. R. 28]; Pools, in Fl. fSpaans- fAmerik.
Dollars f 2.41dito papier fSpaans.-Frans, f
UMï>rtïngl)ciö.
De ondergeteekenden doen bij deze een beroep op de
liefdadigheid van hunne landgenooten ten behoeve van
een ongelukkig arbeidersgezin op de Heide alhier. Dit
gezin, aan hen beiden gunstig bekend, heeft namelijk in
den nacht van den 23en II. al zijne bezittingen door een
ouverklaarbaren brand verloren. Na vele jaren van tegen
spoed waren de lieden sedert eenigen tijd eindelijk door
zuinigheid en vlijt in liet bezit gekomen van eene Koe
en een Kalf, en begonnen zij er over te denken hnn
huisje en het vee bij eene waarborgmaatschappij te ver
zekeren. Doch niet alleen werden de Koe en het Kalf,
benevens de gansche Inboedel door het vuur verteerd,
maar ook kwam de zeventienjarige Zoon jammerlijk in
de vlammen om. De ouders werden met hunne vier
andere Kinderen en den inwonendeu grijzen Vader der
vrouw met levensgevaar gered. Hoewel de deelneming
hier algemeen is, is de liefdadigheid hier ter plaatse
gebleken niet in staat te zijn de ramp op eenigszins nabij
komende wijze te herstellen. Om deze reden brengen wij
het ongeval langs dezen weg ter kennisse van het publiek,
in de hoop dat het medelijden in ruime mate daardoor
zal worden opgewekt. Van elke gift welke bij ons voor
dit doel zal worden ontvangen, zal dankbaar door ons in
dit blad worden melding gemaakt.
Surkuisterveen, 28 Februari 1870.
D. PEKELHARING
Y. R. HüLSHOFF.