MIDDELRURGSCHE
COURANT.
r 55.
Zaterdag
1870.
5 Maart.
Middelburg i Maart.
Over de eerste twee alinea's der agrarische wet, welke
tegelijk zijn behandeld, en over de gewijzi. de amende
menten welke door den minister van koloniën werden
bestreden, is heden in de tweede kamer een langdurige
discussie gevoerd. De behandeling der wet wordt mor
gen voortgezet.
Den 31en dezer zal te 's Hage ten behoeve der staats
spoorwegen worden aanbesteed de uitvoering van wer
ken tot verbinding der in aanbouw zijnde tweede schuts-
sluizen met de buiten- en binnenhavens van het kanaal
door Zuid-Beveland, in twee perceelen.
Aanwijzing op het terrein zal worden gedaan den 22«°
en 25e" dezer, des voormiddags tc 11 uren, te beginnen
te Hansweert.
De Staats-courant van gisteren bevat het koninklijk
besluit van den 25cn Februari 1870, houdende bepaling
-dat de natuurlijke oesterbanken op de Schelde en Zeeuw-
sclie stroomen aan de publieke visscherij onttrokken en
in het openbaar verpacht kunnen worden.
Bij de vier artikelen van dit besluit wordt het vol
gende bepaald
De natuurlijke oesterbanken op de Schelde en Zeeuw-
sche stroomen, met uitzondering van de wateren vermeld
in art. 1 van het reglement ter uitvoering van art. 9 van
het tractaat met België van 19 April 1839, betreffende
de uitoefening van het recht der visscherij en van den
vischhandel (Staatsblad 1843, n». 45), kunnen aan de
publieke visscherij onttrokken en in het openbaar in
perceelen verpacht worden. Perceelen, waarop bij de
openbare verpachting niet geboden is, kunnen uit de
hand verpacht worden.
De voorwaarden van verpachting worden vastgesteld
door den minister van financiën, na het bestuur der
visscherijen op de Schelde en Zeeuwsche stroomen te
hebben gehoord.
De belangen der visschers van beroep worden er zoo
veel mogelijk bij in het oog gehouden.
Aan anderen dan de pachters of hunne lasthebbers is
het verboden, op de verpachte perceelen oesters, mossels
of andere schelpdieren te visscken of te rapen.
De bepalingen van het reglement op het bevisschen
der Schelde en Zeeuwsche stroomen, vastgesteld bij
koninklijk besluit van 26 Augustus 1825 (Staatsblad
n°. 66), waarbij het vischen of rapen van schelpdieren
beperkt wordt, zijn op de verpachte perceelen niet van
toepassing.
Dit besluit treedt in werking op den vijfden dag na
zijne afkondiging.
In de Staats-courant van gisteren is opgenomen de tekst
der overeenkomst, gesloten tusschen Z. Exc. den minister
van koloniën met de heeren G. J. Boelen, J. G. Bunge en
J. Boissevain te Amsterdam, uitmakende de commissie
ter bevordering van nationale stoomvaart op Neder-
landsch-Indië onder bescherming van Z. K. H. prins
Hendrik der Nederlanden. De voornaamste der daarin
voorkomende bepalingen deelen wij morgen mede.
Jl. Maandag avond heeft de kiesvereeniging Burger
plicht te Amsterdam na uitvoerige discussiën, voorname
lijk over den vorm, een voorstel aangenomen der
commissie van bestuur, om een fusie tot stand te brengen
met de vereeniging de Kieswet, op den grondslag van
het vroeger genomen besluit, waarbij de wenschelijkheid
is uitgesproken eener verlaging van den census voor de
kiesbevoegdheid in de groote steden en inzonderheid in
Amsterdam. Bij dat besluit had de vergadering verklaard
die verlaging voor Amsterdam vastgesteld te wenscben
tot uiterlijk op de helft van den voor de kiesbevoegd
heid voor leden der tweede kamer aldaar aangenomen
aanslag van f112 in de rijks directe belastingen.
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan J. N. Anslijn,
vice-consul en kanselier van hetNederlandsch consulaat-
generaal in Egypte, tot het aannemen en dragen der
onderscheidingsteekenen van ridder der Kroonorde van
Italië en der orde van Karei III van Spanje, hem respec
tievelijk door Z. M. den koning van Italië en Z. H. den
regent van Spanje geschonken.
rekenkamer. Benoemd tot lid der algemeene reken
kamerjonkheer mr. H. P. van Karnebeek.
ministerieels departementen,. Benoemd tot referen
daris bij het departement van financiën mr. W. A. baron
van Verschuer, thans commies van staat bij den raad van
state.
consulaten. Benoemd tot Nederlandsch consul te
Ambriz, voor de Portugeesche bezittingen ter Zuidwest
kust van Afrika, A. d'Augremond.
leger. Overgeplaatst in hun rang bij het regiment
grenadiers en jagers de le luitenants J. A. P. Theunissen,
van het instructiebataljonF. C. W. von Horn, van het
6* regiment infanterieB. van Erp Taalman Kip, van
het 4e regiment infanterie F. A. de Perponcher, van het
7« regiment infanterieen F. H. Knebel, van het 2e regi
ment infanterie.
Op verzoek eervol ontslag uit Zr. Ms. militairen dienst
verleend, met toekenning van pensioen, aan den majoor
der infanterie van het leger in Noderlandsch-Indië
P. Pecreboom, thans met verlof hier te lande.
Onderwijs.
Eergisteren is in het gebouw der Maatschappij tot
nut van 't algemeen te Amsterdam de tweede vergade
ring tot oprichting van een Nederlandsch schoolverbond
gehouden. Zij werd weder geleid door den heer Bode
wijk Mulder, inspecteur van het lager onderwijs in de
provincie Utrecht. Ongeveer 100 afgevaardigden en
verschillende belangstellenden waren tegenwoordig.
Uit het verslag van den secretaris yan het verrichte
door het voorloopig hoofdbestuur sedert de eerste verga
dering, bleek onder anderen dat, met uitzondering van
Limburg, reeds in alle deelen des lands afdeelingen van
den bond gevestigd zijn. Het getal officieel opgegeven
afdeelingen was 91, ongeveer 5500 leden tellende. Men
mag echter het getal leden nu reeds gerust op meer dan
6000 stellen.
De voornaamste werkzaamheid dezer vergadering be
stond in de behandeling van het concept reglement.
Art. 1, luidende: „Het Schoolverbond heeft ten doel
een geregeld bezoek der scholen te bevorderen," werd
met algemeene stemmen aangenomen, nadat vooraf met
70 tegen 13 stemmen een voorstel was verworpen, om
behalve het geregeld schoolgaan ook de verbetering van
het volksonderwijs le bevorderen.
Art. 2 luidde: „Het Schoolverbond vermijdt bij de
keuze en toepassing der aan te wenden middelen zorg
vuldig alles waardoor de godsdienstige gevoelens van
dezen of genen onder zijne leden zouden kunnen gekrenkt
worden." Dit artikel werd geschrapt, met bepaling dat
de vergadering, het beginsel van het artikel appreci-
eerende, het niet geraden vond dit juist in het reglement
op te nemen.
Eet 3e artikel luidende: „Toetreding tot het verbond
sluit iu, dat men de verplichting op zich neemt persoon
lijk en in eigen kring te zullen medewerken om het doel
van het verbond te helpen bereiken," werd aangenomen,
nadat met nadruk gewezen was op het woord persoon-
1 ij k, hetwelk een veel uitgestrekter heteekenis heeft dan
alleen het storten der bepaalde contributie.
Voorts werden van verschillende zijden de middelen
van werkzaamheid van het verbond besproken.
Punt a, het streven naar en bekendmaken van juiste
statistieke opgaven omtrent den aard, de oorzaken en
den omvang van het schoolverzuim, was een gevolg van
een besluit, reeds op de eerste vergadering te Utrecht
genomenen werd bij acclamatie vastgesteld.
Punt b, het uitgeven van geschriften, of verspreiden
van gedrukte stukken, die aan het doel bevorderlijk
zijn, werd mede na discussie vastgesteld.
In punt c, het inroepen van de hulp en de medewer
king van allen die geacht worden invloed te kunnen uit
oefenen op de lagere klassen der maatschappij, werd
lagere in verschillende veranderd", omdat het
schoolverzuim niet slechts een kwaal is bij den lageren
stand voorkomende, maar ook bij de meer gegoeden
bestreden moet worden. Punt d, eindelijk, het onder
steunen van geschikte maatregelen die tot bestrijding
van het schoolverzuim konden genomen worden, werd
mede aangenomen, nadat de bepaling verworpen was>
dat het hoofdbestuur ook met geldelijke bijdragen uit
de kas van het verbond de afdeelingen kon steunen.
De contributie is na lange discussie voor ieder lid
bepaald op 50 cent; voor f 1 's jaars zal men alle ge
schriften van den bond ontvangen. Het voorstel van bet
hoofdbestuur om der ontvangen contributiën in de
algemeene kas te storten, is aangenomen.
Verder werd bepaald dat iedere afdeeling een exenplaar
der geschriften zou ontvangen, terwijl die verder voor de
leden en afdeelings besturen voor den laagst mogelijken
prijs ter verspreiding zouden verkrijgbaar gesteld wor
den. Het hoofdbestuur kan een lid des verbonds tot
correspondent benoemen op plaatsen waar geen tien
leden zijn.
De algemeene leden behooren tot geen afdeeling, hun
bijdrage is op minstens 50 cent pepaald, die in de bonds-
kas vloeien, terwijl zij zoowel als de gewone leden de
bestemming van vrijwillige giften kunnen opgeven.
Vrouwen, die zich niet met een bestaande afdeeling
willen vereenigen, kunnen een afzonderlijke afdeeling
vormen.
Omtrent het bestuur van den bond werd bepaald, dat
dit zal berusten bij eene algemeene vergadering en een
hoofd-commissie.
Na de vaststelling van het reglement trad de lieer
Harting' eenige oogenblikken als voorzitter op, oin den
bond met een hartelijk woord te constitueeren.
Het voorlooping bestuur blijft tot de algemeene ver
gadering in Mei als hoofdcommissie fuugeeren en is
gemachtigd om voor den bond rechtspersoonlijkheid voor
29 jaar en 11 maanden aan te vragen.
Kerknieuws.
De heer J. van Gilse, van Zaandam, bij de Doopsge
zinde gemeente te Groningen tot predikant beroepen,
aanvaardde jl. Zondag zijne betrekking.
Volgens besluit der broederschap zal de gemeei.te
voortaan éen predikant hebben, die Zondags om de 14
dagen de predikbeurt zal vervullen. Den anderen Zondag
zal in den dienst worden voorzien door den persoon die,
eene godgeleerde opleiding genoten hebbende, op aan
zoek der gemeenteleden door deu kerkeraad uitgenoo-
digd wordt, teneinde leden der gemeente, die met de
richting van den predikant niet ingenomen zijn, in staat
te stellen van tijd tot tijd ook predicatiën in hunnen geest
te hooien. De gemeente vergoedt voor iedere vrijbeurt
f 50 en tevens reis- en verblijfkosten.
In den beroepsbrief voor den nieuwen predikant is
o. a. ook bepaald, dat, mocht hij bezwaar hebben of krij
gen in het bedienen van doop- en avondmaal, hij daarin,
iu overleg met den kerkeraad, op andere wijze kan laten
voorzien.
Door den aartsbisschop van Utrecht is dezer dagen
het gebruikelijke vasten-mandement uitgevaardigd,
waaruit wij het volgende overnemen. Nadat de aartsbis
schop heeft opgewekt, om, „terwijl de paus en de bis
schoppen, ter concilie vergaderd, in de kracht des hei
lige geesteB der wereld woorden van waarheid en leven
aanbieden door gebeden en goede werken, op eene
scboone wijze mede te werken tot verheerlijking der
kerk en tot redding der maatschappij," vervolgt hij: „Een
woord echter tot u., B. G., opdat gij, om tot de verlos-;
sing en redding der wereld mede te werken, niet den
verkeerden weg raoogt inslaan. Laat u niet misleiden
door de meening, dat gij tot dit doel zult geraken, door
toe te geven in zaken, die van het hoogste belang zijn,
maar die men vrij vermetel onverschillige punten durft