OURANT. r 39. Dinsdag Burgemeester en wethouders van Sas van Gent (provincie Zeeland), Brengen ter kennis, dat de betrekking van flSoofd- Onderwijzer aan de Gemeenteschool, waaraan eene jaarwedde van 760, vrije woning en tuin verbonden, met I® April a. zal openvallen. Sollicitanten, die tevens akten voor de Fransche taal bezitten, gelieven hunne bewijzen in te zenden vóór den 25m Februari 1870. Sas van Gent, 3 Febrnari 1870. (Get.) N.KERCKHAERT, Bnrgem. (Get.) A. STUBBÉ, Secretaris. Cïinnmlcwö Middelburg H Februari. Sedert eenige dagen leeft men op het eiland Walche ren in een staat van schier volkomen isolement. Bij on bevaarbaarheid van het Sloe, tengevolge van het vele drijfijs, was men juist begonnen voor het postvervoer een anderen weg te zoeken. In zooverre gelukte dit aan vankelijk, dat gisteren middag, met de spoorboot over Veere, de zich in de laatste dagen te Goes opgehoopt hebbende postpakketten aankwamen. De spoorboot be schouwde men tot gisteren middag nog als het eenige middel om zich naar elders te begeven, maar ook dit middel is gisteren, door het bekomen van averij aan de machine, afgesneden. Zij die zich naar Yeerehadden be geven om te uur met de spoorboot te vertrekken moesten dientengevolge hun plan opgeven. De vaart van Vlissingen op Neuzen is mede tenge volge van het drijfijs. dat zich voor laatstgenoemde plaats bevindt, gestaakt. De vaart op Breskens daarentegen, die Zaterdag middag en gisteren gedurende den gehee- len dag niet kon uitgevoerd worden, is heden morgen met goed succes volbracht. Morgen zal men beproeven van Vlissingen naar Borsselen te varen. Tengevolge van dezen eigenaardigen toestand is ook de loting voor de nationale militie, welke heden te Zie- rikzee moest plaats hebben, belet, daar de leden van den militieraad gisteren tevergeefs beproefd hebben zich over Noord Beveland derwaarts te begeven. Zij hebben het veer van Kamperland niet kunnen bereikep. Ook in andere opzichten doen zich de nadeelen van onzen afgezonderden toestand gevoelen. Waren Zater dag nog-.-slechts enkelen gelukkig genoeg van goed- gerezen brood machtig to worden, heden werden die uitzonderingen nog nauwer beperkt, en moet men zich, bij voortdurend gebrek aan gist, met een zeer gebrekkig baksel vergenoegen. De regelings-commissie van het XID Nederlandsche taal- en letterkundig congres heeft, naar wij vernemen, in eene Zaterdag gehouden bijeenkomst bepaald, dat de opening zal plaats hebben op Maandag 29 Augustus. De gemeenteraad van Vlissingen heeft in zijne heden namiddag gehouden zitting onder anderen besloten, een adres aan de regeering te richten, waarin verzocht zal worden dat het kantongerecht in die gemeente moge gevestigd blijven. Nog is besloten, aangezien gedeputeerde staten de .gemeentebegreoting voor 1870 niet hebben goedgekeurd, uithoofde van hunne bekende bezwaren tegen den post voor koffie en thee aan de verpleegden in het arm-gast- en weeshuis, bij den koning voorziening te vragen. De heer van Uijc Pieterse heeft in deze zitting de be zwaren ter sprake gebracht, welke vooral voor den handel voortvloeien uit het tegenwoordig gemis eener stoomboot van Vlissingen op Rotterdam. Hij gaf in overweging, om de directie van de Zeenwsche maat schappij van stoomvaart te vragen of zij het voornemen heeft dien dienst nog te hervatten en zoo ja wanneer. Mocht het antwoord ontkennend of onvoldoende luiden, dan ware het zijns inziens wellicht niet ondienstig om te trachten door een stoombootdienst vanwege de ge meente in de behoefte te voorzien, en de gelden daar toe door eene leening bijeen te brengen. Iu eene volgende zitting zal hierover worden beraad slaagd. Volgens informatie van den loodskommissaris te Brouwershaven, kunnen de zeeschepen weder met diep gang van 54 decimeter naar Rotterdam opvaren. In het Vaderland lezen wij „Wij vernemen, en wij deelen het dan ook als een voudig vn-dit mede, dat de heer van Rcenen zich de benoeming tot lid der tweede kamer niet zon laten wel gevallen. Tot nogtoe moet hij zich in 't geheel niet heb ben uitgelaten, en zelfs de candidatnur te Amsterdam niet bepaald hebben aanvaard. Indien de heer van Reenen den uitslag der verkiezing beeft afgewacht om de waarde der benoeming naar de cijfers te beoor-» deelen, dan komt ons het bericht niet onwaarschijnlijk voor. De man, die bij de verkiezing en na de kameront bindingen bijkans alle steramen op zich vereenïgde, nu met slechts 14 stemmen boven de volstrekte meerderheid verkozenDie overwinning is inderdaad zoo schitte rend niet." Uit den Haag schrijft men ons: „De verkiezing van den heer van Reenen tot lid dei- tweede kamer heeft hier in sommige kringen niet zoo bijzonder verrast. Wel dacht men dat prof. T. M. C. Asser beter kans had dan bij maar alleen als de liberale kiezers in Amsterdam trouw opkwamen. En zij zijn niet getrouw opgekomengetuigen de cijfers van de stemmen, die in Juni, 69 aan de heeren Stieltjes, de Lange en Heems kerk Bz. ten deel vielen. De redeneering dus van con servatieve zijde dat de zeer kleine meerderheid, waar mede de heer van Reenen werd gekozen, alleen het gevolg is van het goed vertrouwen der thuis gebleven kiezers van de conservatief-ultramontaansche coalitie, gaat aan alle kanten mank. „De lauwheid der kiezers eenmaal als mogelijk feit aangenomen, was het zelfs vrij waarschijnlijk dat de naam van van Reenen uit de stembus zom komen. Wat hem, die, toen het ministerie HeemskerkSchimmel- peuninck zijn ontslag had aangeboden, het eerst dooi den koning met de samenstelling van een nieuw kabinet (immers toch in den geest van dc meerderheid, d. i. van de toenmalige oppositie in de. kamer) werd belasten die taak ook heeft aanvaard, zij 't ook om haar weldra weder neêr te leggen, wat hem heeft bewogen om zich eene candidatnur te laten aanleunen, die alleen als anti-ministerieel kon, en in bovenbedoeld geval moest slagen, is voor 'toogenblik nog slechts te gissen, niet te bepalen. Dat bij er niets tegen had om weer in de kamer te komen, is, dunkt mij, door dat lijdelijk aanvaarden der candidatuur vrij duidelijk bewezen. „En reeds dit heeft velen verwonderd. Alleen hen niet die wisten dat de heer van Reenen, na den uitslag der verkiezingen in Juni 11., begrepen liad dat zijne herkie zing als eersten candiiaat voor het presidium der kamer hoogst onwaarschijnlijk was, en uiterst bevreesd was van in een moeilijk parket te zullen komen als zijne vrienden hem,malgré luide tweede plaats op het drietal bezorgden, zoodat zijne benoeming door den koning, met voorbijgaan van den eersten candidaat tot de mogelijkhe den ging behooren. Het. was die vrees, zegt men, die hem deed besluiten, niet slechts het presidiummaar ook het lidmaatschap der kamer neder te leggen. De hem, naar 't scheen overstelpende aandoening bij de kenbaannaking van dit zijn besluit, in de laatste bijeenkomst der vorige zitting komt in dit licht gezien, wel wat vreerad voor, maar schijnt dan toch verklaard te moeten worden uit hetgeen omgaat in het gemoed van iemand, die zijne oude schoenen wegwerpt, zonder nog in de verte te kunnen berekenen, wie hem een paar nieuwe zal bezorgen. „Neêiland's hoofdstad beeft getoond dat zij ten allen tijde bereid is voor het schoeisel te zorgen van hem, in wien men haar geleerd heeft een van „onze achtenswaar digste staatslieden" te zien. 1870. 15 Februari. „Ofschoon ik u wel niet behoef te zeggen dat ik gaarne de zegepraal van een krachtiger en oprechter politiek, dan de heer van Reenen vertegenwoordigt, te Amster dam had gezien, kan ik toch niet ontkennen dat de nederlaag van den heer Asser niet zoo diep betreurens waardig voorkomt, en wel, onder meer andere redenen, omdat ik niet geloof dat het voor den heer Asser wen- scheüjk zou geweest zijn, door de uiterste rechterzijde ter kwader, door de uiterste linkerzijde ter goeder trouw, te kunnen worden beschouwd, of althans voorgesteld als de drager van het mandal impéralijdat, geheel daar gelaten of het in theorie goed of slecht is, in de practijk met den geest en de letter onzer tegenwoordige grond wet strijdt. „Inderdaad de onbesuisdheid, waarmede Het Noorden verkondigt dat de heer Asser zich „gebonden" bad door zijne verklaringen iu de kiesvereeniging Burgerplicht, en die verklaringen ten allen tijde zullen kunnen dienen om hem te „controleeren", doet onderstellen dat het mandat impératif, zoo al niet het woord, dan toch de zaak deel uitmaakt van het veelbesproken programma door dat blad vooropgezet. Het is niet mogelijk in den lossen, beknop- ten vorm eener correspondentie aan dat programma een gezette beschouwing te wijden, maar ik wil hier toch een paar vragen doen die, zoo zij beantwoord worden» licht zullen "kunnen geven aan anderen die zulk een gezette beschouwing noodig mochten keuren. Vooreerst dan: wat verstaat Het Noorden onder rde sociale quaes- tie"? Een duidelijke definitie, waarbij nu eens niet met groote wqorden geschermd wordt, maar die alle misver stand onmogelijk maakt omtrent hetgeen onder die Yiije uitdrukking moet worden verstaan, zij is vooral noodig, wijl dat punt een eerste, zoo niet de eerste plaats bekleedt in bet programma dier richting. Vervolgens: waarom wordt door de woordvoerders dier richting, die zich gaarne de „geavanceerde liberale" hoort noemen, en welker recht van bestaan door niemand, die waarachtig- liberaal is, zal worden ontkend of betreurd, waarom wordt door hen tegenover de mannen die de grondwet van '48 en hare toepassing vertegenwoordigen, niet alleen tegenover de doctriuairen onder hen, maar ook tegenover hen die de wet der voortgaande politieke Ontwikkeling huldigen, een toon aangeslagen zóo bitter en zóo schamper, dat er niet veel noodig schijnt te zijn om hen te doen overslaan in den diapaison van de As- modée, die flinkweg spreekt sran de „rampzalige" begin selen van '48. „Ik schrik, nu ik zie hoeveel ruimte ik u reeds ge vraagd heb voor algemcene beschouwingen, zonder dat ik nog éen residentie-nieuwtje heb meegedeeld. Trou wens, liet nieuws is hier zoo schaars, dat men het som mige bladen niet te kwalijk moet nemen als hunne Ilaagsche correspondentiën wemelen van onjuistheden, voorbarigheden enz. De correspondent,, vooral de nieuw geëngageerde correspondent, moet toch wel iets piquants opdisschen, en troost zich dan allicht met het „si non e veroe Lene trovatoDe bijeenkomst der tweede kamer in de volgende week zal wellicht voor ons allen uitkomst brengen. Dat zij niet vervroegd werd is niet, omdat de rekenkamer in overleg met de regeering, een middeltje heeft weten te vinden om liet een poos te kunnen doen zonder een goedgekeurde spoorwegbegrooting. Integen deel, de rekenkamer moet verklaard hebben er geen kans op te zienmaar toch schijnt aan de andere zijde de minister Fock middel te hebben gevonden om de zaak eeu paar maanden loopende te houden." Benoemingen en besluiten. ridderorden. Benoemd tot kommandenr der orde van den Nederlandschen leeuw M. A. 8. von Brandt, zaakge lastigde van den Noord Duitschcu bond bij de Japansche regeering. leger. Benöemd tot lpn luitenant-kwartiermeester (naar ouderdom van rang) bij den staf der infanterie, de 2C luitenant-kwartiermeester P. G. Asmus, van het regi ment grenadiers en jagers; bij bei lc regiment infanterie de 2e luitenant-kwartiermeester J. II. H. Vogel, van het korps; lot kapitein-administrateur van kleedingen wape-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1