voorkomend geval te interpreteeren en uit te maken of deze bepaling welke slechts een beginsel zon behel zen in eenig geval toepasselijk zal zijn. Dit staat echter in het oog der Pruisische officieuse regeerings- organen met de vernietiging van het bestaand tractaat gelijk. Het plan van de leiders der Pruisische zoogenaamde 1 nationaal-liberale, partij met hun programma: „eerst eenheid en dan vrijheid" om een nauwere aaneenslui ting tusschen de aanhangers van dit politiek systeem tot stand te brengen is thans verwezenlijkt, Onder voor zitterschap van den ondervoorzitter der katner van afgevaardigden, den heer von Bennigsen, is eergisteren daartoe cene bijeenkomst gehouden, waarin de hoofd beginselen eener partij organisatie werden vastgesteld, welke geheel de nationaal-liberale partij, zoowel in den Noord Duitschen bond als in de Znid-Dniische staten zal omvatten. Tot bestrijding der hieraan verbonden kosten werd in die eerste bijeenkomst reeds voor meer dan zevenduizend gulden ingeschreven. Gisteren is door liet Pruisisch huis der heeren een voorstel der regeering verworpen om de zitting der beide huizen van den landdag te verdagen tot 2 Mei daar het Noord-Duitsch bondsparlemunt in den loop dezer maand zijne werkzaamheden zon hervatten. Do heer von Bismarck trok bij cle hierover gevoerde beraad slagingen zeer te velde tegen het gevoel van rivaliteit, door de meerderheid van het huis der heeren tegenover het bondsparlement aan den dag gelegd. Volgens berichten uit Pesth mag men eerstdaags de benoeming van den Hongaarschen minister van finantiën Lonyay tot opvolger van den onlangs overleden rijks minister van finantiën von Beke tegemoet zien. De heer Lonyay zou daarbij in zijne tegenwoordige betrekking worden opgevolgd door een hoofdambtenaar bij zijn departement. De Fenian-partij in Ierland streed in den laafcsten tijd zeer over de vraag of de door den pans uitgesproken banvloek tegen alle geheime genootschappen, gelijk dat der vrijmetselaars, ook haar betrbf. Een van den nota- rins der heilige Romeinsche inquisitie geteekend de creet van 12 Januari 11. maakt aan allen twijfel dienaan gaande een einde en bepaalt dat volgens besluit van deu paus „het Amerikaansch of Iersch genootschap, onder den naam van de broederschap der Fenians bekend, ge acht moet worden te behooren tot die genootschappen -welke verboden en verdoemd zijn." Daarmede wordt dus cene scherpe afscheiding gemaakt tusschen de roomsch-catholiekc geestelijkheid in Ierland en de partij, wier invloed zeer zeker veel heeft bijgedragen tot de afschaffing van het systeem der Iersche staatskerk, waaronder dc roomsch-eatholicke kerk zoovele onrecht vaardigheden en onbillijkheden te verduren had. Dcdemocratischeen progressistische partijen te Madrid hebben, met het oog op de meer en meer dringende be hoefte naar eene oplossing van den bestaanden toestand, een nieuwen candidaat voor de kroon gevonden in prins George van Saksen, gehuwd met de Portugeesche prinses Maria Anna, dochter van koning Ferdinand en nu wijlen koningin Maria II da Gloria van Portugal. Deze nieuwe candidaat de broeder der hertogin van Genua, die onlangs de Spaansche kroon voor haren vijftienjarigen zoon weigerde daartoe door har n vader koning Jan van Saksen aangespoord - is acht en dertig jaren oud en luitenant-generaal in Saksischen dienst. Het is overigens niet te verwachten' dat dezecandidatuur met ingenomen heid door de Spaan che natie zal worden ontvangen. Deze prins toch, gebeden alonbekend met de Spaansche taal, zeden en gewoonten, beantwoordt volstrekt niet aan de voorwaarden, welke dc Spanjaarden aan een vorst in de gegeven omstandigheden stellen. Uit Mexico is over New-York het bericht ontvang n dat de opstandelingen met de regeeringstroepen reeds slaags zijn geweest in de nabijheid van San Luis de Potosi. De regeeringstroepen zouden daarbij de neder laag geleden en een aantal kanonnon in 'svijands han den hebben gelaten. Laafsfe bcrichfen, Parijs. Er hebben nog' geene belangrijke rustversto- Vingen plaats gehad. In den afgcloopen nacht werden in dc voorstad Belleville barricaden opgeworpen, welke echter niet verdedigd zijn. Er zijn daarbij ongeveer honderd vijftig personen in hechtenis genomen. Londen, Heden is de parlementszitting met de gebruikelijke formaliteiten geopend. In de troonrede wérd—na eene uiting van leedwezen over de ongesteld heid der koningin, welke haar belette tegenwoordig te zijn— een LUI aangekondigd tot regeling der verhouding van de pachters en grondeigenaars in Ierland en voorts een bill tot regeling van het openbaar onderwijs. De troonrede constateerde overigens de vriendschappelijke betrekking van Engeland met de verschillende mogend heden. De minister Bright is door eene ernstige ziekte aangetast. Brieven uit België. Brussel6 Februari Indien uw correspondent niet uiterst bescheiden ware zon hij thans alle reden tot triomf hebben. Wat heb ik u gezegd van de Engelsche municipale deputatie? Zijn niet mijne voorspellingen voldoende bewaarheid, door de belachelijke odyssea, waarin officieuse pennen deze zaak voorstelden als ware zij een internationale manifestatie zonder voorbeeld in de geschiedenis? Maar laat ons dezen kleinen triomf genietende, tot iets anders overgaan en ons met ernstiger zaken bczigbou den. Mijn Gcntschc collega heeft wel willen bevestigen hetgeen ik u schreef over den slechten indruk die in alle liberale kringen, en voornamelijk te Gent, teweegge bracht was door de houding eu het transigeeren met be- ginselen door de regeering. Laat nu mijn collega mij wederkeerig toestaan de berichten aan te vullen die hij u gegeven heeft over de besluiten dier belangrijke fabriek stad, welke voor een deel het lot van het tegenwoordig liberaal kabinet in hare handen houdt. Bij politieke,rede nen hebben zich quaesties van zulk hoog belang gevoegd waardoor, zoo het ministerie niet toegeeft, de nederlaag der ministerieele partij in Juni zeker is; niet een der tegen woordige liberale afgevaardigden zal dan herkozen wor den. Het voorbeeld van Antwerpen heeft gewerkt. Daar die stad tengevolge van hare halsstarrige oppositie quand menie, alles gekregen heeft wat zij eischte en nog meer daarenboven, wil Gent hetzelfde wagen. Deze fabriek stad, die zich door de industrieele crisis in hare belangen en haren voorspoed getroffen ziet, wil volstrekt langs een anderen weg haar geluk beproeven. Zij wil zien wat de zeehandel kan opleveren, en zij eischt als het ware van de regeering dat het kanaal van Neuzen zoodanig uitgediept worde, dat Schepen vangrooten tounen-inhoud te Gent kunnen binnenkomen. Dat zal, erkennen de Geutenaren, een groote uitgaaf vorderen, maar deze zal voordeden opleveren, en daar men noch te Antwerpen, noch te Luik op millioenen gezien heeft, zoo laat men ook iets voor Gent doen. Dit is de eene cisch. Dc andere is dat zij het gouvernement sommeeren dc stad met een ring-spoorweg te begiftigen, die reeds sinds zóo langen tijd beloofd is dat de Vereonigde staten in middels het reuzenwerk van den Zuidzee-spoonveg vol tooid hebben. Het is overigens geen beweging die door cenige woelwaters uitgelokt is, ik verneem uit goede bron dat zeer notabele handelaars er aan deel nemen, en dat zij liet ministerie en demeure zuilen stellen om ten spoedigste zich te verklaren. Daarbij komt nog dat, al worden deze concessiën inge willigd, nog niets zeker is, want do Gentoche geavan- ceerdeliberalen schijnen desnoods met declericalen mede te willen gaan om het tegenwoordig ministerie omver te werpen. De quaestie van de wijziging der kieswet zal de groote klip voor het doctrinaire liberalisme zijn; maar dit laatste hult zich, evenals Guizot in 1847 in de politiek van blinden tegenstand. Nonpossumus antwoordde de heer Frère-Orban. Dat is thans het wachtwoord. Wilt gij er het bewijs van? Gisteren avond op de verga dering van de Association liberale, gaf de heer Emile Ollivier cene conferentie, over de wijziging der kieswet. Hij is een verstandig redenaar, een bezadigd hervormer, een jongmensch die de quaesties bestudeert en onder zoekt en ze nimmer nutteloos opwerpt. Welnu, geheel het doctrinair element dier vergadering, te beginnen met den president, den heer Pierre van Jlnmbeeck, schitterde door zijne afwezigheid. Niet alleen wil men niet discuteercn, maar men wil dc dis cussion zelfs niet aanhooren. En toch heeft de heer Demeur uitstekende dingen gezegd: „Op 5 millioen bewoners, zeide hij, zijn in België 160,000 kiezers voor de kamers, 111,000 voor de provinciale staten en 230,000 voor de gemeenteraden. Zooals dus blijkt is de over- groote meerderheid van de kiezerslijsten uitgesloten. Is die toestand rechtvaardig? In beginsel zijn alle men- schcn gelijk en moesten allen die aan de wetten onder worpen zijn het stemrecht bezitten. De heer Frère-Orban zelf heeft dat beginsel aangenomen in de zitting der kamer in 1864. Ook dc heeren Bara en Hyrnans hebben dit aangenomen". Maar sinds 1864 hebben wij ons wel bewogen maar niet in vooruitgaande richting. Dat was goed op het liberaal congres van 1846. Thans is men doof aan dat oor en acht men alles pour le mieux dans Ie mcilleur des mondes. Is alles werkelijk zoo goed? Ik beweer dat dc toestand niet slechter kan zijn. Ik heb in mijne brieven meer dan eens het kabinet verweten dat het de magistratuur gemengd heeft in de partijquaestiën, waaraan het vreemd moest blijven. Welnu wij zullen weldra voor de jury van Brabant een drukpersproces hebben, dat het land bekend zijl maken met handelingen der rechterlijke macht. Gij hebt reeds gemeld, volgens cenige BrusselscUe bladen, dat de heer Mandel voor het hof van assises'in Brabant gebracht is, onder beschuldiging van den procureur-generaal de Bavay en1 den procureur des konings Ilotly in verschil lende artikelen van zijn dagblad la (Jotu libre belasterd of bcleedigd te hebben. Ziehier nu waarin deze laster lijke of beleedigende feiten, waarvoor de heer Mandel vervolgd wordt, bestaanDe heer Mandel had de par ketten beschuldigd: „van uitvluchten gezocht,en zich terzijde gehouden te hebben iu de zaken Langrand- Dumonceau; van datgene wat men in deze zaak, als uit spotternij, een instructie heelt gelieven te noemen, op de lange baan geschoven te hebben, van slechts door verhooien waarbij, ten spijt van het gezond verstand, van geen boeken, rekeningen of verificatie sprake was gekomen te zijn tot eene onverklaarbare en schandelijke buiten vervolgingstelling; van geduld te hebben dat men in België op groote schaal bestolen kan worden; kortom van in al hunne plichten tekort geschoten te zijn." In een tweede artikel had de heer Mandel geschreven: „Wat denkt de heer Bara toch van het gedrag der raad kamer van de rechtbank van eersten aanleg te Brussel, welke die buiteuvervölgstelling gelastte, en van dat van den heer Bavay, procureur-generaal, die zells van der gelijke klaarblijkelijk gedrochtelijke eu bepaald onrecht vaardige beslissing niet in appel gekomen is." In een ander aitikel had de Cöte libre gezegd„Die diefstallen (van meer dan 6 millioen), met den vinger aan de repressieve justitie gewezen, z.jn gewettigd geworden door eene buitenvervolgstelling, en het blad dat de bladzijde der boeken aanhaalde waarin die wan staltige goedgekeurde posten van rekening voorkwamen, is tengevolge der fails et ycslcs van de heeren de Bavay en co. tot lasteraar gemaakt!" Tengevolge van die verschillende artikelen werd een eerste vervolging ingesteld tegen deu redacteur der Cöte libre, doch indien men le Peuple Beige gelooven mag, zou zij geëindigd zijn met cene buiten ver volg- steliing. Den 12cn Januari jl. zeide de heer Mandel, nog scher per dan bij zijne vioegere beschuldigingen: „dat de ver volgingen tegen deu heer Langrand-Dumonceau en zijne administrateuren met een parli pris gestaakt waren, eu wel op requisitoir van den lieer Hody, wiens vader en zoon tot de beschuldigden behoorden." Hij zeide daarbij op nieuw dat do heeren de Bavay en Ilody al hunne plichten verzaakt hadden, en dat de zoo genaamde vervolging van de Cöte libre slechts bestemd was om door vrees in te boezemeu en haar te doen terug- tieden. Ten slotte zeide hij: „Onder de struikroo vers op Bel gisch finantieel gebied, onder de heeren de Bavay, de Hody en hunne medehelpers, onder het blaadje la Cöte libre, bevinden zich schuldigen die gestraft moeten worden." Ditmaal heeft de justitie en terecht het onver mijdelijk geacht de zaak in het helderste licht te stellen, en aan de Brabandsche jury heeft zij de zorg toever trouwd om uit te maken of de artikelen der Cöte libre al dan niet lasterlijk zijn. Voorzeker is dat een drukpers- procedure die eenig gerucht in Laudernau zal teweeg brengen en die een heilzaam licht belooft te doen op gaan over de politiek-apostolisch-financieele onderne mingen van den lieer Langrand-Dumonceau, graaf van het heilige Roomse hé rijk. Van het heilige Iloomsche lijk gesproken wil ik thans mijn brief eindigen met oen woord dat aan den minister van staat, deu heer Dechamps, broeder van den aarts bisschop van Mechelen en primaat van België, toege schreven wordt. Iemand zeide hem: Welzoo, zal uw broeder als kardinaal tot ons terngkeeren „Welnu ja, kardinaal! hij zou wel in staat zijn om Pius IX op te volgen Srctijïmtgen. Jl. Zaterdag is te Vlissingen in het dok gekomen het Nederlandsche driemastschip Vier Gezusters, gezagv. Otto, komende van Java met koffie, suiker enz., bestemd naar Middelburg. 4} anöctób ér t elften. Graanmarkten enz. Vlissingen8Februari. Boter/1.14 aƒ1.20 per kilogr.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 3