brengen van slagen en kwetsuren, wat het eerste, en slagen en stooten wat het tweede als wettig en overtui gend bewezen aangenomen feit betreft, zonder dat hierdoor eenigerlei ziekte of beletsel om te werken van meer dan 20 dagen is ontstaan, en te dier zake veroor deeld tot eene gevangenisstraf, de eerste van 1-1 dagen, de beide anderen van zes dagen, alsmede solidair in de kosten der procedure. Op het door den advocaat mr. W. A. van Hoek, als speciaal gemachtigde van de veroordeelden, en den officier van justitie ingesteld hooger beroep, heeft het hof bovengenoemd vonnis bevestigd, doch alleen in zooverre de eerste beklaagde daarbij is schuldig ver klaard aan het hem in do tweede plaats bij dagvaard ten laste gelegde feit, alsmede ten aanzien dor daaraan ge- gevene qualificatieen deop dat feit toegepaste artikelen; voorts dat vonnis voor het overige vernietigende, de schuld van de 2c en 3,; beklaagden niet bewezen ver klaard, en hen daarvan vrijgesprokenvoorts ook de eerste beklaagde vrijgesproken van het hem in de eerste plaats ten laste gelegde feit en hem, ter zake van het andere hierboven bewezen verklaarde feit, veroordeeld tot eene geldboete van drie gulden, bij wanbetaling na daartoe te zijn aangemaand, te Vervangen door gevangenisstraf van éen dag, alsmede in de kosten der procedure zoo in eersten aanleg als in hooger beioep ten zijnen aanzien gevallen. Pliilippus Hendrikus Johannes Lacor, oud 50 jaren, sjouwer, wonende te Middelburg beklaagd dat hij den 26c» November 1869, van de openbare straat te Middel burg, en ten nadeele van M. Menhcerete Kwadendaramc, arglistig lieeft weggenomen ea zicli toegeeigend een groen katoenen parapluie, welke hij wist, dat niet aan hem toebehoorde is bij vonnis der rechtbank te Mid delburg van 23 December 1869, schuldig verklaard aan eenvoudigen diefstal en onder aanneming van verzach tende omstandigheden, veroordeeld tot eene gevangenis straf van twee maanden alsmede in de kosten der procedure. Op het door den veroordeelde en den officier van ju stitie ingesteld hooger beroep, heeft het hof bovenge meld vonnis bevestigd, met veroordeeling van den mede appellant in de kosten ook op het hooger beroep ge vallen. Dezer dagen is bij vonnis der arrondissements-iecht- banlc te Goes Adriaan Kicboom, oud 45 jaren, schipper en koopman, wonende te 'slleer Arenclskerke, beklaagd ter zake: dat hij in den loop van het jaar 1869 zich be- driegelijk heeft doen ter hand stellen f 22.50, door val- schelijk in betaling te geven een coupon der Nederland- sclie rijn-spoor weg-maatschappij, n°. 4374, verschenen 1 November 1860, welke hij wist dat verjaard was en al- y.oo geene waarde meer had schuldig verklaard aan bedriegelijke opligting, door met gebruikmaking van be- driegelijke middelen om het bestaan van een niet be staand vermogen te doen geloovcn, zich gelden te doen afgeven, en langs dien weg zich bcdriegelijk meester ma ken van een deel van eens anders bezittingen, en onder aanneming van verzachtende omstandigheden veroor deeld tot éene maand gevangenisstraf, in eenzame op sluiting te ondergaan, alsmede in de kosten van het rechtsgeding. Tegen dit vonnis heeft de veroordeelde hooger beroep aangeteekend. Gemengde berichten. Wij hebben in een der vorige nommers medege deeld dat onder de Fransche misdadigers die dezer dagen van Toulon naar Nieuw-Calcdonië getransporteerd zou den worden, een opstand uitgebroken is, die echter spoedig bedwongen werd. Ten aanzien van het schip dat deze personen naar hunne nieuwe bestemming zal overbrengen bevat een Fransch dagblad eene beschrijving waaraan wij het volgende ontleenen. Het fregat de Sybille, dat Toulon verlaten heeft met zijn treurige lading misdadigers en de weinige burger lijke en militaire passagiers die gedoemd zijn die lange reis in zulk slecht gezelschap te maken, is een der drie vaartuigen der Fransche marine die tot dien dienst gebezigd worden. Deze sch'epen staan onder bevel van -een kapitein ter zee, terwijl de verdere état major bestaat uit een eerste luitenant en vijf tweede luitenants, benevens twee officieren van gezondheid, terwijl een groot aantal adelborsten er dikwijls deel van uitma ken, daar zulke tochten den besten leertijd zijn van geheel hunne loopbaan. De Sybille is een dier schoone en solide fregatten, die alle goede eigenschappen van een schip in zich vereeni gen. Bovendien wordt het in het belang van den buiten gewonen dienst, waartoe het bestemd is, van al hotgeschut ontdaan, zoodat bet ook hierdoor in welvarendheid wint. Maar indien dergelijk fregat zijnebevallige vormen al be houden heeft die het vorstin der zee hebben doen noemen, welke veranderingen heeft het niet van binnen moeten ondergaan om zijn gevaarlijke gasten te ontvangen! Op de gangboorden zijn al destukken geschut weggenomen. Op liet achterdek zijn vier stukken geplaatst, gereed om op de veroordeelden gericht tc worden, die, wanneer zij op bet dek mogen wandelen, onder geen voorwendsel verder dan de groote mast mogen komen. Op het voordek bevinden zich twee reusachtige dis- tilleermachines, die dagelijks 2500 liter kunnen leveren, tengevolge waarvan steeds overvloedig zoet water voor passagiers en schepelingen aanwezig is. Op hetzelfde voordek moeten de gedeporteerden zich driemaal's weeks komen reinigen in groote vaten gevuld met lauw of koud water naargelang van de luchtstreken die het vaar tuig passeert zij worden dan geheel uitgekleed en was- schen elkander met borstels en zeep af. Daar zijn ook ontzaglijke kuipen geplaatst die een zuurachtigen drank bevatten, waarmede iedereen zijn dorst kan lesschen en die ook tegen het scheurbuik dienstig is. In de batterij ziet het er nog vreemder uit. De twee imposante rijen kanonnen zijn vervangen door vier groote kooien waarin de veroordeelden moeten plaats nemen. Die kooien zijn vervaardigd uit staven ijzer yan twee centimeters dik, die door houten dwarsleggers ver bonden zijn opdat zij niet met behulp van spieën verwij derd kunnen worden, en zij zijn voorzien vauzitplaatsen en andere noodzakelijke voorwerpen. Zij kunnen nage noeg tweehonderd personen bevatten. Een soort van houten roosterwerk houdt de voeten der veroordeelden van het dek vrij, en deze hebben alzoo geen hinder van het water dat bij slecht weder steeds over het dek stroomt. In ieder dier kooien heeft ieder tweetal veroordeelden een hangmat die alle avonden opgehangen wordt en waarin zij om beurt slapen. Die niet in den hangmat slaapt kan op den grond liggen. De vief groote kooien zijn van elkander gescheiden en staan ook op eenigen afstand van de gangboorden, ter wijl in den daardoor ontstanen doorgang opzichters wandelen die met revolvers en chassepots gewapend zijn: achter in de batterij zijn twee kleine stukken die, bij een opstand, de gedeporteerden kunnen mitraiïlee- ren. De woning van «le vrouwen is voorzien van ijzeren platen, teneinde die ongelukkigeu voor nieuws gierige blikken te bewaren, zonder dat deze platen 'echter de circulatie der ducht belemmeren. Zelfs tegen het geval eene* epidemie heeft men maat regelen genomen: steeds is eene kooi gereed om do ge vaarlijke zieken van de anderen verwijderd tc honden. Op de plaats waar de veroordeelden zich bevinden, zijn nog veertien bokje3, bestemd voor de bloedverwanten der gedeporteerden die verlof hebben bekomen hen te vergezellen of zich naar eenigen der hunnen in de kolo nie te begeven. Voorts is een geheele infirmerie aan wezig. De lucht circuleert gemakkelijk in het tusscheudek waarvan de geschutpoorten, zoo vaak het weer het gedoogt, opengezet worden, doch deze geschutpoorten zijn getralied teneinde iedere ontsnapping onmogelijk te maken. Deze maatregel is door de ondervinding geble ken noodzakelijk te zijn, niettegenstaande zij oppervlak kig beschouwd geheel overtollig schijnt. Vroeger ge loofde men dat het< voldoende was in de open zee te zijn om geen pogingen tot ontvluchting meer te moeten vreezen. Het gebeurde echter op de Alceste dat twee veroordeelden op zes kilometers afstands van het land, in cle straat van Baliia, in zee sprongen. Die ongeluk- kigen hadden niet gelet op den afstand die hen van de kust scheidde, een afstand die trouwens zeer moeilijk te berekenen was. Men heeft nooit meer iets van hen ver nomen. Thans is iets dergelijks onmogelijk gemaakt. l)e tucht is, zooals zich begrijpen laat, op die vaartuigen uiterst streng. Honderdtwintig soldaten en gevangen bewaarderszijn belast met het handhaven der volmaakste orde, en desnoods zouden de 170 man waaruit de equipage bestaat hun de behulpzame hand kunnen bieden. Al die lie den iijn met zesloops-revolvers gewapend, en de veroor deelden komen, wanneer zij eenmaal in de open zee zijn, slechts b'j groepen van vijftig op liet dek, van negen tot elf uren dos morgens en van twee tot vier uren des namiddags. Zij zijn verplicht op het voordek te blijven en mogen niet verder gaan clan een van voren en achte ren gespannen koord. Terwijl zij dus een betrekkelijke vrijheid genieten, bewaakt een met geladen chassepots gewapende wacht hunne minste bewegingen. De eerste straf die opgelegd wordt aan een veroor deelde welke zich aan een of ander schuldig gemaakt heeft, moest zijn dat men hem zijn wijn onthield, doch met het oog op een algemeene hygiëne heeft men die straf vervangen door stokslagen. De beul is echter, ten gevolge van voorzichtig genomen maatregelen, niet lich uit te vindenwant, was deze een bekend persoon, dan zou hij voorzeker gedood worden, hetzij gedurende de reis, hetzij bij de aankomst in cle kolonie. Daarom ver bergt men uok liet hoofd van den ben! in een zak zoodat hij niet herkenbaar is. De beul is altijd een misdadiger, die alleen bij den kapitein en zijn luitenant bekend is. De strafoefening heeft steeds in tegenwoordigheid van eenige der gedeporteerden plaats. De Sybille heeft ruim 600 personen aan boord, be staande uit passagiers, equipage, soldaten en veroordeel den. Deze laafsten zijn ten getale van 180, waar onder zich bekende misdadigers bevinden. Onder ande ren de korporaal Thouvcnin, die getracht heeft het kruitmagazijn te Pondichery in de lucht te doen sprin gen, de jeugdige seminarist, die een zijner makkers gedood en- daarna het gebouw in brand gestoken heeft enz. Slechts zes vrouwen, allen van gevorderden leeftijd, bevinden zich onder de gedeporteerden. Burgerlijke stand. In de maand Januari 1870 zijn in cle registers van den burgerlijken stand ingeschreven: te 'middelburg: Huwelijken 8; geboorten 43 (zoons 22, dochters 21) sterfgevallen 39 (van het mannelijk geslacht 24, van het vrouwelijk 15); levenloos geboorten 2. Elders overleden 2. te vlissincen: Huwelijken 6; geboorten 31 (zoons 15, dochters 16) sterfgevallen 10 (van liet mannelijk geslacht 5, van het vrouwelijk 5); levenloos geboorten 5; (waaronder eene drieling geboorte te zierikzee Huwelijken 2geboorten 22 (zoons 11, dochters 11) sterfgevallen 21 (van het mannelijk geslacht 8, van het vrouwelijk 13)levenloos geboorten 0. Thermonieterstïind. 7 Feb. 'sav. 11 u. 36 gr. 8 's morg. 7 u. 29 gr. 's mid i. 1 n. 29 gr. 's av. 6 u. 27 gr. fihiitenlanö. Algemeen overzicht. In de gisteren gehouden zitting van het Fransch wet gevend lichaam heeft de heer Cremieux zijne interpella tie gedaan omtrent cle tenuitvoerlegging van het tegen den heer Henri Rochcfort gewezen vonnis en daarbij betoogd dat een tweede autorisatie der vergadering hier toe noodig is. De minister van justitie Ollivier bestreed dit gevoelen en beriep zich op antecedenten. Na een vrij heftig debat, waarbij de kecren Arago, Garnier-Pagès en de markies de Piró cle meening van den heer Cremieux verdedigden, stelde cle lieer Gambetta voor om bij motie te verklaren dut het wetgevend lichaam de execu tie van h et Vonnis tegen den heer Ilenri Roclie- fort, tot na afloop der zittiug verlangt te zien uitgesteld. Na eene discussie over deze motie, waarbij de heer Ollivier betoogde clat de heer Gambetta de wetgevende macht met het uitvoerend gezag verwart, werd door de vergadering met 191 tegen 45 besloten om ten opzichte der interpellatie over te gaan tot cle orde van den dag. De Berlijnsche Kreiizzeitung trekt heftig te velde tegen de neiging, welke zich thans bij de meerderheid in Beieren openbaart, om de of- en defensieve tractaten met Pruisen op te heffen. „Dit te doen zegt de Kreuz- zeitung ten opzichte van overeenkomsten op wettige wijze tot stand gebracht, zou een daad wezen, welke in het vervolg aan Beieren het recht zou ontnemen om met beschaafde natiën tractaten te sluiten. Het gezond ver stand moet de Beiersche vertegenwoordigers doen inzien dat geen Europeesche staat in de toekomst overeenkom, sten zon kunnen aangaan met een gouvernement, het welk deloyaal genoeg zou zijn om zich niet gehouden tc achten zijne verplichtingen gestand te doen." Er ligt intusschen iets bijzonder belachelijks in de om standigheid dat het orgaan der Pruisische regeerings- partijzoo over internationale goede trouw spreekt, en zich vermeet om daaromtrent lessen ie geven aan andere natiën, terwijl het tractaat van Praag ten aanzien van Denemarken nog altijd op eene tenuitvoerlegging wacht- De Beiersche organen der meerderheid zullen dan ook wel niet nalaten daarop met cle noódige ironie tc wijzen. Overigens is eigenlijk van een bepaalde vernietiging van het met Pruisen gesloten of- en defensief tractaat bij cle meerderheid der Beiersche vertegenwoordiging geen sprake. Zij wil zich slechts het recht voorbehouden om de bepaling, dat in geval van oorlog alle militaire krachten van Pruisen ter beschikking van Beieren zullen worden gesteld en omgekeerd, onder het opperbevel steeds van den koning van Pruisen, in elk bijzonder

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 2