O, ik zou de organen der liberale partij zeer goed begrijpen wanneer zij in bovengenoemde discussie zeiden laten wij, voor wij aan de bnitenlandsehe colonisatie denken, ons bezighouden met de binnenlandsche coloni satie; vragen wij aan den staat, voordat wij dezen ver zoeken om het smartelijk middel der emigratie in het werk te stellen, of er, naar zijn meening, geen ander bestaat. Maar iets dergelijks zeggen zij niet, zij zeggen: „ieder voor zich en God voor ons allen," hetgeen met andere woorden wil zeggen: „laat de honger zijne gerechtigheid vervullen." En waarin vindt dat alles zijn oorsprong? Zal ik het u bekennen? Ik vermoed dat in de gedachte der woord voerders, zonder dat zij het zelf i-eeht inzien, de quaestie zich voordoet als eene partij-quaestie. De regeering die de liberale partij vertegenwoordigt, heeft, zooals bekend is, reeds een enorme zaak onder banden de wijziging van het grondbezit in Ierland. De conservatieve oppositie zou dus blijde zijn haar in nog meer moeilijkheden te wikkelen, haar nogmaals een spaak in het wiel te steken. Een plan tot een nationale emigratie op breede schaal tot een goed einde te brengen? dat is geen kleinigheid! De regeering vindt de Iersche quaestie reeds zóo lastig, dat de heer Bright in zijne redevoeringen te Birmingham verklaard heeft dat zij voldoende was om een geheele volgende zitting in beslag te nemen. Hiernaar kunt gij dus oordeelen En daarbij komt nog dat er geld, veel geld uitgegeven zal moeten worden; de belastingen zullen verhoogd, de belastingschuldigen ontevreden gemaakt, de clausule van het ministerieel programma, welke het zoo populair gemaakt heeft, die waarbij een strikte zuinigheid beloofd wordt: de clausule van het retrenchment zal geschrapt moeten worden. Ten slotte zou een zoodanig met moeilijkheden be zwaarde onderneming wel eens slecht kunnen uitgevoerd worden. Wat zou dit in dat geval een steun geven voor de oppösitie! Wat zou die uitslag blootstaan aan de critiek van den heer Disraëli, wiens ijverzucht het we-l onaangenaam moet zijn zich zoo langen tijd ter zijde ge steld te zien De aanhangers van het kabinet schijnen de geheime beweegredenen te raden onder wier invloed hunne tegenstanders staan. Vandaar hunne wederstand tegen de beweging, die in waarheid noch conservatief, noch liberaal, maar sociaal en democratisch is. Doch men zou zeer dwalen door het tegenwoordig kabinet te beschouwen als de verpersoonlijking van het principe dat duor eene beweging van dien aard te voor schijn geroepen wordt. In het kabinet zie ik slechts éen man in wien op een gegeven oogenblik het principe kans zou vinden op ondersteuning dat is de heer Gladstone. Van de twee andere, na den heer Gladstone voornaamste leden zou men dat op verre na niet kunnen zeggen. Dp heer Lowe is het echte type van die klasse van econo misten die, zonder dat hun hart iets sneller slaat, de theorie van liet laissez faire nabij het laissez-mourir laten komen; en wat de heer Bright betreft hij is nooit de man der democratie geweest dan van het oogpunt om de aristocratie aan te vallen'en te bestrijden. Kapitaal en arbeid. Berlijn28 Januari. Iedereen gevoelt dat de verhouding van kapitaal en arbeid de grootc quaestie is van onzen tijd, eQ toch, in plaats van zich daarmede veel bezig te houden, doet men veelal als de kinderen en de struisvogels, en sluit men het oog om het gevaar niet te zien. Dan komt er plotse ling weder eene werkstaking op reusachtige schaal, welke ieder wakker schrikt, eene werkstaking te Walden burg of te Creuzot, alwaar eensklaps tien duizend werk lieden weigerden om langer te arbeidenMen is dan wanhopig, roept het geweld te hulp, de bajonetten der gewapende macht; men is verontwaardigd op iedereen, op de werklieden en op de patroons, die dezen algemee- nen schrik hebben teweeggebracht. Men betoogt dat dit sociaal probleem tot het onderwerp van een algemeen onderzoek moest gemaakt worden en dat naar eene op lossing moet worden gezocht. Men erkent onder vier oogen dat de werkman wel eenige billijke grieven heeft; men wil toegeven dat ook de patroons niet in allen deele gelijk hebben, dat de oplossing van het probleem hoofd zakelijk van hen afhangt, maar nauwelijks is het gevaar geweken of men keert tot de rustigste rust terug, men spreekt niet meer van het gevaar, hetwelk juist vermeer dert naarmate men daarover het stilzwijgen bewaart, en op zekeren dag als een geweldigen storm zal losbarsten. Er moet over de quaestie gesproken worden. Ik wensch eens mede te deelen hoe een industrieel in Pruisen eene verzoening tusschen kapitaal en arbeid in toepassing heeft gebracht. Het beginsel waarop deze verzoening rust is niet nieuw; het is dat van het deelhebben der werklieden aan de winsten, het industrial partnership syslem der Engelschen. Dit bekend beginsel is echter nog weinig toegepast en door de ondervinding nog niet gekeurd. Na eenige werkstakingen en dergelijke moei lijkheden heeft hij de inrichting zijner fabrieken geheel veranderd, en in 1868 werd de industrieele onderneming der firma Borchert, hier te Berlijn, door den eigenaar verdeeld in actiën, waardoor het personeel in de moge lijkheid werd gesteld om mede-eigenaar te worden, ter wijl de winsten tusschen kapitaal en arbeid in zekere verhouding werden verdeeld. Men begon met allen die in eenige betrekking tot de onderneming stonden bijeen te roepen tot mededeeling van het plan. Er werd aange nomen dat de industrieele onderneming eene waarde vertegenwoordigde van driehonderd duizend thalers. Dit kapitaal werd verdeeld in zes duizend aandeelen elk van vijftig thalers, welke de werklieden en andere geëm- ploieerden der onderneming kunnen koopen. Gedurende het eerste jaar (1868) kouden zes honderd aandeelen wor den aangekocht door allen die gedurende een jaar aan de onderneming waren werkzaam geweest. De koopers van een aandeel moesten de eerste maand zes thalers en voorts gedurende de elf overige maanden vier thalers uitkeeren. Men kon ook de geheele koopprijs per aan deel tegelijk storten en was vrij om drie, vier of meer aandeelen tegelijk te koopen. De eigenaren dezer aan deelen vormen eene sociëteit, welke uit haar midden eene commissie van drie leden kiest. Een aandeel geeft recht op éene stemtwee tot drie aandeelen op twee stemmen, vier tot zes aandeelen op drie stemmen, zeven tot tien aandeelen op vier stemmen, tien tot twintig aandeelen op vijf stemmen, twintig tot dertig aandeelen op zes stemmen enz. De bedoelde commissie wordt in het eerste jaar elke maand eens door den directeur-eigenaar der onderneming bijeengeroepen, op de hoogte der loopende zaken gehouden en daarom trent geraadpleegd. In de volgende jaren wordt deze commissie niet meer geraadpleegd, maar wordt commis sie van directie. Wat nu de verdeeling der winsten aangaat, deze ge schiedt volgens dit beginselAlle geëmploieerdeu en werklieden aan de onderneming behouden hun vroeger salaris en de directeur-eigenaar geniet een inkomen van drie duizend thalers. Na aftrek nu van al deze beloonin gen wordt de zuivere winst nadat daarvan ook zeker deel voor reserve-kapitaal is afgetrokken in gelijke deelen verdeeld tusschen de eigenaren der aandeelen aan de eene zijde en de werklieden aan de andere zijde. De verdeeling van het geld onder de actiouarissen, het dividend, geschiedt naar verhouding der aandeelen. De verdeeliug van het lonus (de som die onder de werklieden wordt verdeeld) geschiedt in verhouding van ieders belooning, met deze bijzonderheid dat de werklieden, die op stukwerken een naar verhouding minder groot gedeelte ontvangen dan die in daggeld werken, omdat, volgens den lieer Borchert, de loonen bij stukwerk reeds een zeker deel prelevecren op de bruto-ontvangst. Ingeval er bij bet einde desjaars geen winst mocht bestaan, zou men natuurlijk noch dividend, noch bonus uitkeeren. In geval de uitgaven de ontvangsten mochten overtreffen zouden de kapitalen der actionarissen het eerst, worden aangesproken, terwijl er van vermindering der belooningen geen sprake zou kunnen zijn. Werd het Doodig om de industrieele onderneming tot een minder groote schaal terug te brengen dan zou men eerst de werklieden ontslaan, die geen actionarissen zijn. De werklieden of geëmploieerden, die de onderneming verlaten, blijven toch actionarissen. Ik ga overigens een aantal verschillende bijzonderhe den met stilzwijgen voorbij. Gelijk ik zeide werd deze wijze van inrichting in 1868 aangevangen en leverde zulke verbazende goede resultaten dat aan het einde van 1869 de organisatie definitief werd vastgesteld. Ik deel eenige cijfers mede van de balans van dit eerste jaar. Twee en dertig werklieden en geëmploieerden hadden aandeelen genomen en deze aandeelen hadden behalve een intrest van vijf percent een dividend van ongeveer acht percent opgeleverd. Voorts bracht het bonus ongeveer tien percent op, hetwelk onder drie en zestig werklieden en geëmploieerden werd verdeeld. Voorts blijkt dat door deze organisatie in dividend en bonus 2.073 thalers 18 silbergr. is uitgekeerd, welke som vroeger uitsluitend den eigenaar zou zijn ten deel gevallen en thans onder negen en zestig personen werd verdeeld, die vroeger daarvan natuurlijk niets zou den hebben genoten. Dergelijke proefnemingen verdienen navolging, en indien het waar is, wat niemand zal betwisten, dat het kapitaal ip veel gunstiger positie verkeert dan de arbeid, terwijl toch in het belang van alle partijen een vrede lievende oplossing van bet sociaal probleem noodig is, waarom zou dit dan ook niet door andere industrieelen worden nagevolgd? De oplossing der quaestie is niet te vinden door geweld, door bajonnetten of werkstakingen, maar in een beredeneerde vereeniging van werklieden en patroons, waartoe in de eerste plaats de Iaatsten moeten medewerken. Ijrtnödsbrricljtm. Te Zierikzee zijn gedurende het jaar 1869 langs de Roompot uit zee ingekomen 117 schepen en langs den zelfden weg naar zee uitgezeild 40 schepen. De Staats-courant van heden bevat een kort over zicht van den handel en de scheepvaart op Java en Madura over 1868. Daaruit blijkt dat in 1868 door particulieren op Java en Madura ingevoerd is voor eene waarde van 43,795,158 en voor gouvernementsrekening /1G,159,283, totaal ƒ59,954,441; terwijl die cijfers in 1867 bedroegen: door particulieren ƒ53,854,656, door het gouvernement 19,898,397, totaal 73,753,053; zoodat in 1868 minder ingevoerd is tot een bedrag van ƒ13,798,612. De uitvoer bedroeg in 1868: door particulieren 63,349,487, door het gouvernement ƒ43,386,356, totaal ƒ106,735,843; in 1S67: door particulieren 65,344,864, door het gouvernement ƒ52,761,817, totaal 118,106,681; verschil ten nadeele van 1868: ƒ11,370,838. Graanmarkten enz. Gent, 4 Februari, Jarige tarwe fr. 18.50_ nieuwe met on beduidenden aanvoer fr. 21.00; gerst fr. 13.75, afslag en moeilijk te verkoopen; rogge fr. 18.00; haver fr. 8.00; boekweit fr. 17.00; paardenboonen fr. 16.25; koolzaad fr. 43 50; lijnzaad fr. 36.50; koolzaadkoeken fr. 24.50; lijnkoeken fr. 19.25; boter fr. 2.75 per kilogr. en eieren fr. 2.45 per 26 stnks. Ylissingen 4 Februari. Boter ƒ1.15 a ƒ1.20 per kilogr. Middelburg. In de noteering der marktprijzen van gisteren stond abusievelijk Zeeuwsche zomergerst 4.75a ƒ5.50. Dit moest zijn 4.75 a ƒ5.00 Amsterdam, 4 Febuari. Raapolie op 6 weken 32£ Lijnolie op 6 weken 33. Prijzen van effecten, Amsterdam 4 Februaii 1870. Nederland. *Certific. Werkelijke schuld 2\ pet. 54^ *dito dito dito 3 65 *dito dito dito 4 84 *Aand. Handelmaatschappij 41 dito exploitatie Ned. staatssp. België. ^Certificaten hij Rothschild 21 Rusland. *Obligatiën 1798/1816 5 9 2| *Certific. adm. Hamburg 5 67 *dito Hope Co. 1855, 6e serie 5 75-1 *dito ƒ1000 1864 5 „90$ *dito 1000 1866 5 89* *Loten 1866 5 229 *0blig. Hope Co. Leening 1860 41 81 *Certific. dito4 64 *Inscript.Stieglitz&Co.2ca4eL. 4 63$ *Obligatiën 1867 4 65^ *dito 1869 4 65^ *Certificaten6 411 *Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 214$ *Oblig. dito ..4 *dito dito 41 dito spoorweg Poti-Tiflis 5 33$ dito dito Jelez Orel 5 «82 dito dito Charkow Azow. 5 301 Polen. "^Schatkistobligatiën4 64$ Pruisen. *Obligatiën5 Oostenrijk. *Oblig. metall. in zilver Jan.Juli 5 5&1 *dito dito April Oct. 5 *dito in papier Mei/Nov. 5 47^ *dito dito Febr./Aug. 5 48^ Italië. Leening 18615 51$ *Certific. bij Lamaison c. s. 5 *Obligatiën2$ thans 3 27 *di to" 18673 27rV *dito Binnenlandsche3 22}^ Portugal. *dito 18561863 .3 32$ *dito 18673 32 Turkije. dito (binnenl.)5 42$ Griekenl. dito (blauwe)5 9 iSr Egypte. dito 1868 7 15 Amerika. *dito Yereenigde Staten (1874) 5 90$ *dito dito dito (1904) 5 33$ *dito dito dito (1882) 6 91U *dito dito dito (1885) 6 91$ *dito Illinois7 *dito dito Redemtion 6 Oblig.AtV.Gr."W.Spw.Okiosec.(p) 7 dito dito geconsolideerde 7 25$ dito dito debentures 8 dito St.Paul Pac. Spw. D sec. 7 dito dito dito 2e sec. 7 66$ dito dito 1869 dito 7 6A

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 3