MIDDELBÜRGSCHE COURANT. N°' SO. Vrijdag 1870. 4 Februari. öümcnlanïx NATIONALE MILITIE. De Burgemeester en Wethouders van Vlisstngen, Gelet op art. 28 en volgende der wet van den 19™ Augus tus 1861 (Staatsblad n<>. 72); Brengen ter kennis van belanghebbenden: dat de loting der in het vorige jaar voor de militie ingeschrevenen, in deze gemeente zal plaats hebben ten raadhuize, op Dinsdag den 8c» Februari 1870, te begin nen des voormiddags te lil uur; dat gedurende vijt dagen, te rekenen van den dag waarop de loting heeft plaats gehad, tegen de wijze waarop zij is geschied, bij gedeputeerde staten bezwaren kunnen worden ingebracht door belanghebbende lote- lingen, of door hun vader of voogd dat de bezwaren moeten worden ingediend, door mid del van een door de noodige bewijsstukken gestaafd verzoekschrift op ongezegeld papier, onderteekend door hem, die ze inbrengt; welk verzoekschrift bij den Bur gemeester moet worden overgebracht, tegen bewijs van ontvang; dat op Woensdag den 9 Februari 1870, des voormid dags van 10 tot 12 uren, ten raadhuize zitting zal worden gehouden tot het opmaken van de getuigschriften ter bekoming van vrijstelling wegens broederdienst of op grond van tg zijn eenige wettige zoon, bedoeld in de 2e en 3C zinsnede van art 53 der bovenbedoelde wet: dat zij die op zoodanige vrijstelling aanspraak maken, op gemelden tijd ten raadhuize zullen moeten verschij nen, vergezeld van twee bij den Burgemeester bekende meerderjarige ingezetenen; terwijl op broederdienst re- clameerende, zij zullen moeten medebrengen de bewijzen van geboorte van henzeive en van de nog in leven zijnde broeders, bovendien zijn de ingeschrevenen verplicht voor 4 Maart het paspoort of ander bewijs van ontslag, of een uittreksel uit het stamboek, of een bewijs van werkelijken dienst van den broeder of de broeders op wiens of wier dienst zij hunne reclame gronden in te leveren. En is hiervan voor de eerste maal, afkondiging geschied waar het behoort, den i™ Februari 1870. De Secretaris, De Burgem. en weth. voorn., P. FORBES WELS. WINKELMAN. Middelburg 3 Februari Ook de kiezersvereeniging Grondwet te Amsterdam heeft professor Asser tot candidaat voor het lidmaat schap der tweede kamer gekozen. Hij verwierf 36 stem men, terwijl op den heer van lleenen 12 stemmen werden uitgebracht. Naar men verneemt is, na de mislukking der ongesub sidieerde plannen voor de stoomvaart op Amerika, door den heer Jansen aan de regeering subsidie gevraagd voor een plan YlissingenNew-York. Eerstdaags komen wij op deze aanvrage terug. (Arnhemsehe courant Bij koninklijk besluit van 22 Januari jl. is vernietigd een besluit van gedeputeerde staten van Zeeland, hou dende goedkeuring van een besluit van den raad dei- gemeente Groede in dat gewest, waarbij art. 20 der wet op het lager onderwijs van toepassing was verklaard op de openbare school in het gehucht Kruisdijk dier gemeente. Dat besluit is een gevolg van het door den schoolopziener in het 5e district van Zeeland bij Z. M- den koning ingediend bezwaarschrift te dier zake. uit en krijgt inderdaad groote beteekenis. Terwijl 'rhSTï— in 1868 uit Engeland en Schotland acht millioen zaad oesters te Bruinisse invoerde, werden van daar ruim ti'ön millioen stuks volwassen oesters, of twee millioen meer dan in het vorige jaar, in den handel gebracht. Het voor naamste déhouché was ook nu weer België. Terwijl vroeger bij het bestaan van hooge inkomende rechten daar te lande het déhouché voor ons gesloten was, be kleedt het nu verreweg de eerste plaats. De oesters van Bruinisse hebben die van Ostende bijna geheel van do- markt verdrongen, en vandaar niet alleen de pogingen om allengs de productie uit te breiden, maar ook de hooge prijzen, welke tegenwoordig bedongen worden. Immers trots den groeten voorraad, besteede men in 1S68 van f 28 tot f 40, tegen f 25 a f 36 in het voorgaande jaar, en f 15 a f 30 iu 1866. Geen wonder dat onder die omstan digheden de welvaart van Bruinisse zich op zeer merk bare wijze ontwikkelt. Uithoofde van het warme zomer weder was de qualiteit van de oesters uitmuntend. De handel in mosselen deelt in den tegenwoordigen voor spoed, want ook deze breidt zich allengs uit. Engeland, België enDuitschland trekken belangrijke hoeveelheden, en betaalden in het afgeloopen jaar van 1.20 tot 1.50 per ton. Ook deze visch was, wat hoedanigheid betreft, in het afgeloopen jaar voortreffelijk. Wat eindelijk de handel in garnalen aangaat, welke te Bruinisse mede op groote schaal gedreven wordt, ook deze leverde zeer be vredigende uitkomsten. Yangst en qualiteit waren zeer voldoende. Voor Engeland werd van f 4 tot f 6 besteed, of minstens éen gulden meer dan in het vorige jaar. Om trent 75 vaartuigen houden zich te dier plaatse met de garnalen-visscherij bezig." Bij de gisteren te Axel plaats gthttd hebbende opening der stembriefjes voor twee leden van den gemeenteraad bleek dat zijn uitgebracht op de heeren: A. van Over state K|-uijsse (oud lid) 62, S. A. deSmidt (oud lid) 54, R. van de Ree Jz. 41, L. de Feijter Pz. 22, J. D.Worker 15 en J. Dees Az. 7 stemmen. Eerstgenoemde is alzoo gekozen, terwijl tusschen de heeren de Srnidt en van do Ree eene herstemming moet plaats hebben. Bij beschikking van den minister van binnenlandsche zaken is bepaald dat de navolgende ambtenaren bij de administratie der posterijen hunne fnnctiën zullen uit oefenen als volgt: de commies 2<-klasse, A. J. M. Lede- boei, ten postkantore te Rotterdam de commies 3° klasse A. J. H Bachiene, op het spoorwegpostkantoor Amster dam Emmerik Bentheim. In het verslag van den staat der Nederlandsche zee- visscherijen over 1868 komt o. a. het volgende voor: „Het. groote middelpunt van de Zeeuwsche visscherijen is Bruinisse. De oesterhandel aldaar breidt zich allengs Aan den opzichter der waterstaat 4f klasse H. J. Geyl Jcz., is op zijn verzoek eervol ontslag verleend. Onderwijs. De Staats-courant van hedeu bevat het verslag der commissie, belast met het eindexamen der hoogereb ur- gerscholen in Zeeland, in het jaar 1869. Kerknieuws. Door den kerkeraad der Nederduitsche hervormde gemeente te Vlissingen is gisteren avond het navolgende viertal van predikanteu opgemaakt, ter vervulling dei- vacature ontstaan door het bedanken van den heer E. C. Segers, te Groningen: de heeren G. J. Yos Tz., te Zeven huizen; W. Zegers Jz., te Alphen a/d Rijn; J. A. Gerth van Wijk, te Kampen, en J. G. Verhoef!', te Hervelt, en daaruit beroepen de heer Gerth van Wijk, te Kampen. Ter voorziening in de bestaande-vacature heeft de kerkeraad der Nederduitsche hervormde gemeente te Amsterdam het volgende drietal van predikanten opge maakt, de heeren: J. W.Felix, teUtrecht, W. J. Jorissen te Rotterdam, en A. Kuiper, te Utrecht. Yeeziekte. Volgens een door den heer J. A. Alers, rijks-veearts 1« klasse, belast met het veeartsenijkundig toezicht in Zuid-Holland, aan den minister van binnenlandsche zaken uitgebracht rapport, begint de besmettelijke longziekte onder het rundvee zich te verspreiden. Genoemde vee arts schrijft dit toe aan het niet behoorlijk afzonderen en aangeven der zieke beesten. Bijna stervenden worden geslacht, om het vleesch in comsumtie te brengen. Koloniën. (Fervolg van hel rapport omtrent de landing op de kust van Guinea.) „Tot mijne teleurstelling zag ik echter ook hier niets van het krom en vond ik daarbij de rivier niet alleen niet droog, zooals de gidsen hadden verzekerd dat in dit seizoen 't geval zou zijn, maar zelfs niet eens door waadbaar. Een bosch aan den linkeroever, naar gissing op uur af stands gelegen, werd echter door de gidsen en ook door Veeckens aangewezen als de plaats alwaar vermoedelijk het krom moest liggen. Geen sein bespeurende dat het voornemen bestond met uwen bodem eerst het terrein schoon te vegen en 't ook hiet wenschelijk vindende u hiertoe met het afgesproken sein aan te zoeken, zond ik den luitenant ter zee Veeckens met zijne sectie ter verkenning den rivieroever iangs in de richting van het bewuste bosch, om te trachten daarheneu een weg te vinden, dezen op ecnigen afstand latende volgen door luitenant Joost met zijne Afrikanen. Eenigen tijd nadat dese in het struikgewas verdwenen was, zag ik in de verte, over de bocht die de rivier al daar maakt, verscheidene groepen van vijanden ter ver sterking naar het bewuste bosch rukken, cti hoorde ik al spoedig aan het geweervuur dat men met den vijand slaags was. Eene sectie Europeanen met eenige oude Java-soldaten en een mortier ter dekking van ambu lance en bagage achterlatende, trok ik alsnu onmiddel lijk met de beide overschietende sectien Europeanen en een mortier den kant op dien de verkenningstroep was opgegaan. Voortdurend door den vijand bedreigd, ons een weg banende door het struikgewas en het moeras, waarin wij tot over onze knieën wegzakten en boven dien diepe kuilen onzen voortgang zeer belemmerde^ kwamen wij na een klein half uur aan een min of meer open terrein, waar wij de drie sectien in bataille open gesteld vonden. Uit het bosch van voren en in de flank beschoten, had men. na den vijand opgejaagd te hebben, eenigszins geretireerd, raeenende ons eerst op de hoogte te moeten stellen van de verkenning. Eenige vijanden hierdoor overmoedig geworden en uit het bosch te voor schijn gekomen, waren met achterlating van een doode weder daarin gedreven. Ik liet nu iie sectie Veeckens en de Afrikanen en tirailleur verspreiden en, na een paar worpen uit den mortier in de vermoedelijke richting van het krom gedaan te hebben, hen al vurende en nu en dan den looppas aannemende, vooruit en onder een luid hoerah het bosch ingaan waarin het krom moest liggen. „Ik zag Veeckens en Joost, gevolgd door eenige ma trozen en Afrikaansche soldaten, onder de lage takken der boomen door, met hunne wapens vooruit het. bosch inkruipengeen weg naar liet krom was echter te vinden- Eene wending uit. de linkerflank bracht de tirailleur, linie op een kleine vlakte waar eenige prauwen lagen en eindelijk voor een voetpad. Onversaagd gingen de tirailleur-sectiën, voorafgegaan door hunne officieren Veeckens en Joost, sergeant van Ralen, matroos klasse van Urk, dezen en nog een anderen gevonden weg op; matroos lc klasse Petter, hoewel zwaar gewond aan het hoofd, volgde; Afrikaausch soldaat Kwakoe Eloen0. 3, met een schot, in den schouder, gedroeg zich even dap per. Niet wetende hoe groot de sterkte des vijands was volgens vroegere geruchten hadden twee boschkrommen hulp toegezegd en waren ook de uit Commenda verdreven Commendeezen meerendeels hierhenen getrokken liet ik het soutien op de vlakte achterblijven. Uit het lang aanhoudende vuur en geschreeuw opmakende dat de kampong gevonden en de tegenstand groot was, rukte ik met van Braam Houckgeest, 1« luitenant-adju dant, en eenige manschappen der reserve daarhenen en vond, aan het krom gekomen, den vijand, gedeeltelijk in

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1