CHEm|^ c OURANT. N°' 29. Donderdag 1870. 3 Februari. Middelburg 2 Februari Naar wij vernemen, is liet wetsontwerp tot herzie ning der postwet gereed om onmiddellijk bij de bijeen komst der tweede kamer te worden ingediend. Men deelt ons mede, dat een uniformport van vijf cents voor bin- nenlandsche brieven en meerdere faciliteit voor de ver zending van drukwerken daarvan o. a. grondbeginselen uitmaken. Het tarifeeren der dagbladen naar het ge wicht moet echter niet daarin zijn opgenomen. Het centsporto blijft daarvoor behouden. {Het Vaderland.) Uit Ylissingen schrijft men ons: „Mochten wij ons eenigen tijd geleden verblijden in de aanbesteding van eenige werken aan de voormalige marinewerf, waaronder begrepen was de wegruiming van de zeer hinderlijke schutting op de "Wijnbergsche kaai, thans verneemt men met leedwezen dat er last ge geven is om met de werkzaamheden vooreerst niet voort te gaan." Men leest in de Nieuwe Rotterdamsche courant: „De klachten van onzen handel en onze scheepvaart over het Goereesche zeegat nemen steeds toe. Verschil lende adressen van cargadoors, kooplieden en gezagvoer ders van schepen hebben die klachten reeds ter kennisse gebracht van de regeering, maar deze schijnt, in afwach ting der opening van den nieuwen waterweg, alle verbe tering van den ouden te willen nalaten. Intnsschen wordt de nood dringender en is het niet raadzaam, bij de onze kerheid omtrent het tijdstip, waarop de nieuwe waterweg geopend zal kunnen worden, de scheepvaart aan de moei lijkheden ten prooi te laten, waarmede zij worstelen moet, en die, veeltijd- en geldverlies veroorzakende, de concur rentie van het naburige Antwerpen bevorderen. Het Zuid Pampus is geheel onbruikbaar, het Noord-Parapus wordt steeds ondieper, en het zoogenaamde Bokkegat ia, zoodra het duister wordt, niet te bevaren, omdat daar geleivuren gemist worden, zoodat weldra dat geheele vaarwater door onze scheepvaaat verlaten zal moeten worden, zeer ten nadeele vooral van onzen transito handel, voor welken besparing van tijd en kosten levens voorwaarde is. En toch zou door het uitdiepen van het Zuid-Pampus en het voorzien van het Bokkegat van geleivuren, met betrekkelijk weinig kosten, voorshands aan de bestaande behoefte kunnen voldaan worden. Waarom wordt daarmede dan gedraald? De bewering toch dat de uitdieping Yan het Zuid-Pampus kostbaar is,, omdat zij gedurig zal moeten herhaald worden, schijnt niet afdoende te zijn; want zoodra de nieuwe waterweg voltooid is, zal voor die herhaalde uitdieping geene behoefte meer bestaan. Nu is een van beiden waar: óf de vaart op dien weg wordt spoedig geopend en dan zullen geene kosten voor een herhaalde uitdieping van het Zuid-Pampus vereischt worden, óf die opening blijft, hetgeen wij niet hopen en verwachten, nog lang achter wege, en dan zal het toch wel de plicht der regeering zijn, om te zorgen dat de bestaande vaarwaters bruikbaar blijven. Het wordt dus werkelijk tijd, dat de regeering eindelijk gehoor geve aan de zeer gegronde klachten der belanghebbenden. In het Provinciaal blad n°. 9 maakt de commissaris des konings in deze provincie bekend dat de loting voor de nationale militie in dit j.iar zal plaats hebben te Mid delburg (Arnemuideu, Nieuw- en St.-Joosland te 9J- uur en Middelburg te 10.^ uur) 7 Februari; te Vlissingeu (Westkapelle, Zoutelande, Biggekerke, Kouclekerke, Oost- en West-Souburg, Ritthem te 9.^ uur en Vlissingen te Ui uur) 8 Februari; te Veere (Domburg, Aagte- kerke, Grijpskerke, Meliskerke, Oo3tkapelle,St.-Laurens, Serooskerke, Vrouwepolder en Veere te 10 uren) 9Fcbru- ari; te Kortgeen (Wissenkerke, Colijnsplaat, Kats en Kortgeen te 11 uren) 11 Februarite Zierikzee (Bruinisse, Oosterland, Dreischor, Nieuwerkerk, Ouwerkerk te 9i uur en Zierikzee te 12 uren) 14 Februarite Brouwershaven (Burgh, Haamstede, Renesse, Noordwelle, Serooskerke w Ellemeet, Eikerzee, Kerkwerve, Zonnemaire,Noordgouwe, Duivendijke en Brouwershaven te 9|uur) 15Februari; te Tholen (St.-Philipsland, Stavenisse, St.-Annaland? Sbriffaartfeosdijk; Scherpenisse, Poortvliet, Oud-Vosmeer en Tholen te 9£ uur) 17Februari; te Goes (Boraelen, 's-Heerenhoek, Heinkenszand, Wolphaartsdïjk, 's-Heer- Arendskerke te 9J uur en Goes te lij uur) 19 Februari, en te Goes (Ellewoutsdijk, Driewegen, Oudelande, Ove- zande, Baarland, Hoedekenskerke, Nisse, 'a-Gravenpolder, 's-Heer-Abtskerke, Kattendijke en Kloetinge te 9i uur) 21 Februari; te Kapelle (Fort Bath, Rilland, Waarde, Krabbendijke, Yerseke,Kruiningen, Wemeldinge, Schore en Kapelle te 10 uren) 22 Februari; te Hulst (Ossenisse, Hengstdijk, HontenisseBoschkapelle Stoppeldijk, Graauw, Clinge, St.-Jansteen en Hulst te 9 uren) 24 Fe bruari; te Axel (Philippine, Neuzen, Hoek, Sas van Gent, Overslag, Westdorpe, Koewacht, Zaamslag, Zuiddorpe en Axel te 9i uur) 25 Februari; te IJzeudijke (Nieuwvliet, Groede, Breskens, Hoofdplaat, Schoondijke, Biervliet, IJzeudijke en Waterlandkerkje te 9 uren) 28 Februari; te Sluis (St. Kruis, Eede, Oostburg, Kadzand, Aarden burg, Zuidzande,Retranchement, Heille, Sluis en St.-Anna ter Muiden te 10 uren) 2 Maart. De Staats courant van heden bevat het derde verslag der commissie, in 1869 belast met het afnemen der exa mens van hulpapotheker en apotheker. Met wijziging in zooverre van vroegere bepalingen, is nader vastgesteld dat de paketten met geschreven en gedrukte stukken, die per post tusschen Nederland en de Nederlandsche koloniën in Oost- en West-Indië wor den gewisseld, aan de navolgende maxima, wat het ge wicht en de afmetingen betreft, onderworpen zijnhet maximum gewicht bedraagt 5 kilogram; en het maximum der afmetingen 45 centimeter in de lengte en 25 centi meters in de breedte en hoogte. In de Staats courant van heden maakt de minister van binnenlandsclie zaken bekend dat tot de benoeming van een of meer rijks-opzichters van den waterstaat 4C klasse moet worden overgegaan, waarvoor zij die als zoodanig wenschen aangesteld te worden zich aan een vergelijkend onderzoek, door eene daartoe te benoemen commissie, moeten onderwerpen. Benoemingen en besluiten. belastingen. Op verzoek eervol ontslag verleend, behoudens aanspraak op pensioen, aan H. A. D. J. baron van Haersolte, uit zijne betrekking van ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Zwollerkerspel. legek. Benoemd bij het personeel van den veterinai- ren dienst tot paardenarts 2e klasse (naar ouderdom van rang): bij het 2e regiment huzaren, de paardenarts 3C klasse R. J. Schouten, van het regiment veld-artillerie; bij het regiment veld artilleriede paardenarts 3e klasse J. G. S. Arntz, van liet korps. Benoemd bij het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht in Nederlandsch-Indië: tot officier van gezondheid 3e klasse J. M. W. van der Hoeven, wonende te Rhoon (Zuid-Holland). Benoemd bij het wapen der infanterie: bij het 6e regi ment tot kapitein 3C klasse (naar ouderdom van rang) de 1® luitenant R. K. Tuckermann, van het 3e regimentbij het instructie-bataljon, tot 1« luitenant (naar ouderdom van rang) de 2e luitenant J. Tonckens. van het korps. Benoemd bij het wapen der cavalerie: tot len luite nant (naar ouderdom van rang) bij het 4e regiment huza ren, de 2e luitenant L. L. D. van den Steen van Ommeren, van het korps. Op pensioen gesteld, ten bedrage van f 680 's jaars, de D luitenant van het 4e regiment huzaren jonkheer G.W. van der Does. Kerknieuws. Het kiescollege der Nederduitsche hervormde ge- meeute te Dreischor heeft tengevolge van het bedanken door den heer G. Reijers te Ellewoutsdijk het beroe- pingswerk hervat en achtereenvolgende een 12-, 6- en 3tal van predikanten geformeerd. Twaalftal de heeren: J. E. van Iterson, te Giethoorn; W. M. de Vries, te KruislandJ. A. Lublink Schroder, te Poederoijen enLoevesteinA. Rutgers van der Loef jr.. te 's-Heerenberg; C. F. Zeeman, teZonnemaire; W. N. Wol- terink, te 's-Hcerjansland; N. J. Telders,te Renesse: J. L. Fortui)n Droogleever, te Kerkwerve; W. A. Terwogt, te Ammerstol; P. F. Vigelius, te Vlijmen; H. Hasseliaan, te Kethel c. a., en J. G. Kam, te Piershil. Zestal de heerenIterson, Lublink Schroder, Zeeman, de Vries, Kam en van der Loef. Drietal de heeren: Iterson, de Vries en Lublink Schroder. Koloniën. Het rapport van den luitenant ter zee le klasse P. ten Bosch, koinmandant der landingsdevisie, van den 19en December 11., aan den kommandant van Zr. M». zeemacht gestationeerd ter kuste van Guinea, met betrekking tot de ondernomen landing te dier kuste, luidt als volgt: „Kampement te Commenda, 19 December 1869. „Ten vervolge op mijn rapport dd. 19 November 1869, heb ik de eer uhoogedelgestrenge het hieronder staande te rapporteeren, omtrent de verdere verrichtingen der ouder mijne bevelen gestelde macht. Zooals ik uhoog edelgestrenge in genoemd rapport meldde, was alstoen het door ons te Commenda betrokken kamp in behoorlijk versterkten staat gebracht en waren wij bezig het om liggend terrein te raseeren en de krom met hare menigte vruchtboomen langzamerhand te vernielen. Ingevolge uwe orders werden bovendien veelvuldig verkenningen gemaakt in den omtrek, hetzij in het binnenwaarts zich uitstrekkende bosch cn op den vermoedelijken weg naar Kwassie-krom, hetzij langs het strand naar de op een half uur afstands gelegen heuvelrits, de Goldhill genoemd. Uitgenomen éen enkele maal, toen wij een paar vijandelijke gidsen voor ons uitjoegen, had nimmer een vijandelijke ontmoeting meer plaats. „Een half uur bosch waarts in werd een verlaten kamp gevonden en nog enkele prauwen, maar overigens werd, zoomin als op de dikwerf gemaakte nachtelijke sluippa- trouilles, iets meer van den vijand ontdekt. Deze verken ningen waren raeerendeels het uitvloeisel van uwe order dd. 12 November, waarbij uhoogedelgestrenge, na uwe tevredenheid betuigd te hebben over bet door ons ver richtte, als onze verdere taak allereerst aanwees het bezoeken en zuiveren van de kust tot aan de Abrobie- rivier, als de plaats waar de Nederlandsche schepelingen in den loop dezes jaars gestrand en zoo deerlijk mishan deld waren. „Aangezien de weg derwaarts langs het «trand door den in zee uitstekenden Goldhill wordt afgebroken en als binnenweg niets werd gevonden dan een bijna dicht gegroeid boschpad, waarvan de gidsen niet eens met zekerheid durfden verklaren dat het naar de Abrobie zou leiden, zoo werd besloten een weg over den berg te kappen, welke ods aan den anderen kant weder op het strand zou brengen. Daar het van belang was dat de vijand hiervan niets ontdekte, zoo werden die tochten steeds in den vroegen morgen gedaan, en na een uur aan den weg gewerkt te hebben wedergekeerd. Ook bier werd de vijand nimmer aangetroffenalleen zagen wij eindelijk, op het hoogste punt des bergs gekomen, op verren afstand midden in het bosch het, aan de Abrobie- rivier moetende liggen, krom Anoema-Atjirm en daar achter, op een eenigszins open veld, een troep negers, schijnbaar rustig aan -bet werk. Men scheen ons niet bespeurd te hebben: althans een paar dagen later was onze weg zoo goed als voltooid, zonder eenmaal gestoord te zijn geworden. „Op die dagen waarop geene verkenningstochten plaats vonden, werden de manschappen des morgens en des avondsin het schijfschieten geoefend of in het tirailleeren, waarvan het groote nut in dit boschrijke terrein ons alleszins gebleken, doch waarin het matrozenpersoneel, zooals begrijpelijk is, niet al te ervaren was.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1