OUSANT. Zaterdag 22 Januari. N° 19. Middelburg 21 Januari. Gisteren avond lieeft d«*. J. C. Zaalberg Pz. alhier voor een talrijk publiek zijne aangekondigde voordracht ge houden over het concilie te Rome en pater Hyacinthe, of strijd tusschen kerk en wereld, zijnde hetzelfde on derwerp dat hij ook elders heeft besproken en waarvan onze Amsterdamsche correspondent in de nommers dezer courant van 11 en 13 Januari een zoo nauwkeurig ver slag heeft-gegeVen. Ouderwijs. Volgens de Goesche courant gaf de commissie tot wering van het schoolverzuim te Goes eergisteren en gisteren voor het eerst in het openbaar een blijk van baar bestaan. De leerlingen der weezen- en armenschool, der opeubare school 2e klasse en der bewaarschool wer den door haar op chocolade en versnaperingen onthaald, terwijl aan enkelen die zich door bijzonder trouw school gaan onderscheiden hadden eereblijken werden uitge reikt. De kinderen der openbare school le klasse waren uitgesloten; volgens het beweren van den onderwijzer heeft daar geen schoolverzuim plaats, op welke bewe ring de redactie der Goesche courant echter wel wat zou weteu af te dingen. Maar ook de kinderen der bij zondere school in de Wijngaardstraat mochten in het genot der anderen niet deelen, omdat het bestuur dier school voor de ontvangen uitnoodiging had bedankt. Dit wordt door de Goesche courant ten zeerste afgekeurd, omdat daardoor vijandschap en verwijdering in de harten der kinderen, wrok en wrevel, afgunst en nijd worden gekweekt. Zij acht bovendien het besluit van de be stuurders der bijzondere school geheel in strijd met de beginselen die zij zeggen voor te staan. Kerknieuws. De heer J. A. Helweg, predikant bij de Hersteld-lu- therschc gemeente te Enkhuizen, heeft, nadat hij voor het eerste op hem uitgebracht beroep naar de Evangelisch- luthersche gemeente te Middelburg heeft bedankt, een prachtig geschenk vau zijne gemeenteleden ontvangen. Gemengde berichten. Onze Bredasche correspondent schrijft ons het vol gende: „Verschillende dagbladen hebben gewaggemaakt van een stouten diefstal van patronen enz., die gepleegd zou zijn in de limet B buiten de Antwerpsche poort. Zij spraken van buiten- en binnenbraak. Na nauwkeurig ingewonnen informaties ben ik in staat n de zaak mede te deelen zooals zij zich heeft toegedragen. „Eenige jongelieden van den beschaafden stand, van 10 tot 15 jaren oud, die buiten de genoemde poort een terrein hadden gevonden, geschikt voor een gemeen schappelijke speelplaats, ontdekten eenige dagen geleden onder het hek nabij de limet B eene opening, die hen den toegang verschafte tot de limet, welke zij dooreen luik, dat niet behoorlijk gesloten was, betraden. Tot bun blijdschap vonden zij er allerhande gereedschap en wapentuig, maar ook een tweetal caissons, die goed ge sloten waren. Bij een volgend bezoek, in grooten getale gebracht, konden enkelen aan de verzoeking geen weer stand bieden om den inhoud dier caissons te leeren kennen, en een paar belhamels ontzagen zich niet de sluiting met geweld te verbreken. Zij vonden ze gevuld met patroneu, namen er enkele mede, braken ze open, haalden het kruit er uit en staken dit af. Bij verschil lende bezoeken namen ze een aantal patronen mede die zij verdeelden, men zegt van een 3 a 4C0tal. Juist het bezit dier gevaarlijke dingen, bij sommige jongens aan getroffen, beeft de gansche zaak aan het licht gebracht. De militaire autoriteit heeft er de justitie kennis van gegeven. De jongens zijn reeds voor den commissaris van politie geweest en hebben alles bekend en tevens een groot aantal ontvreemde patronen teruggegeven. Wat nu de uitslag van de aangevangen instructie wezen zal en hoe de baldadige knapen, gestraft zullen worden, valt niet te zeggen. Zooveel is zeker dat een aantal families in groote bezorgdheid verkeeren. Maar tevens wordt het zeer afgekeurd dat bewaarplaatsen van kruit en patronen niet beter afgesloten en beter bewaakt worden!" In het Algemeen Dagblad van Nederland komt een onderteekend ingezonden stuk voor, waarin rekening en verantwoording wordt geëischt van de commissie, die zich belast heeft met de ontvangst en administratie der gelden, bijgedragen tot ondersteuning van uit Neder land afkomstige en derwaarts teruggekeerde pauselijke zouaven. De som, aan die commissie toevertrouwd, be loopt volgens genoemd artikel f 40,000. Te Creuzot, in het Frauscli departement der Saöne en Loire, heeft gisteren een© aardstorting plaats gehad, waarbij zes mijnwerkers gedood en twee gekwetst werden. Onlangs maakte Maxime du Camp zooals wij reeds mededeelden in een der Fransche bladen de ge waarwordingen openbaar, welke hij onderging toeu hij zich achtereenvolgens aan de verrichtingen onderwierp, die aau het ter dood brengen door de guillotine vooraf gaan. Een Engel8chman is, naar liij zegt, door dit voorbeeld op het denkbeeld gebracht, om eens persoonlijk te on derzoeken hoe het met iemand gaat die overreden wordt. Wij laten zijn verhaal hier volgen. Nadat ik de noodige afspraak had gemaakt met den koetsier van een cab, trok ik de kleêren aan van een oud heer en begaf mij te elf uren naar de plaats, die ik voor de proefneming had uitgekozen een donkere straat die rechthoekig op een der Londensche hoofdstraten uitloopt. Mijn eerste werk was mijn bril af te wrijven en de straat recht over te steken, zorgvuldig mij onthou dende van om te zien of ook eenig rijtuig van plan was den hoek om te slaan. Ik stap.e door de lioopen vuil op den rijweg, totdat ik door iemand een donderend hei! hoorde roepen. Dadelijk stond ik stil; maar in plaats van eene poging te doen om de overzijde van de straat te bereiken, draaide ik mij eenige malen snel in het rond. Toen ontdekte ik, dat ik mijn khoed en mijn bril had verloren en ik wilde er naar zoeken, toen ik zag dat er een paardekop boven mij cn een paavdeborst tegen mijn rechterschouder was. Eene stem, die ik later mij herinnerde aan den koetsier te behooren, uitte de vreese- lijkste verweuschingen, zoo vreeselijk dat ik thans nog sidder, als ik ze mij voor het geheugen roep. Ik viel toen voorover in het slijk en hield mij of ik buiten ken nis was. Het rijtuig verdween met de snelheid cles bliksems, en terstond vormde zich een groep om mij heen. Een paar mannen namen mij bij de beenen op, maakten mijn das los die ik, in 't voorbijgaan gezegd, nooit meer terugzagterwijl anderen mijn pols en mijne zakken voelden en mijn horloge en mijn geld, met de beurs die er om heenzat, wegnamen. Eene oude jufvrouw, met een medelijdend gezichten een groote parapluie, bcgou luid te weenen, en eene vrouw van middelbare jaren, met een ernstig gelaat, deelde traktaatjes rond. Eindelijk werd door iemand het denkbeeld aangegeven, dat een ander iemand de politie zou gaan halen. Aan dien wenk werd, geloof ik, voldaan, maar de man die er aan voldeed scheen zeer langzaam te loopen, te oordeelen naar den tijd die voorbijging eer ik den stap hoorde van een politie-laars, en daarop een agent op zijn gemak zag/aan slenteren. Zich een weg banende door de menigte die mij omringde, schudde hij mij vrij onzacht bij de kraag en hoorde ik hem op een barschen toon zeggen„wat heb-je?" Ongelukkig was de oude jufvrouw, die voor mij weende, al weggegaan; ook andere van de oorspronke lijke omstanders hadden zich verwijderd met al wat ik aan waarde bezat. De later aangekomenen zagen slechts een geheel met slijk bedekt oud man, die zijn bewustzijn had verloren, en niemand was bereid een woord in mijn voordeel te zeggen. In plaats dus dat men den politie-agent vertelde „wat ik had", riep men: „bezopen." Ik werd toen eenige ellen voortgedragen met het hoofd naar beneden en tegen een brievenbus gezet, totdat er van het nabij zijnde politie-bureau eene baar kwam, waarop men mij, weder vrij stevig, neerlegde. Tien minuten later bevond 1870. ik mij in een hok, in een gezelschap van twee dronken Ieren, een worger, twee personen van moord verdacht en een zakkenrolier. Ik was hier gebracht als zijnde, vol gens verklaring van den politie-agent, smoordronken. Zooveel ik kan nagaan want ik had mijn horloge niet meer - duurde de geheele zaak anderhalf uur. Yijf en veertig minuten gingen cr voorbij tusschen het oogenblik, dat liet ongeluk plaats had en de komst van den politie-agent. Yerkoopingen en aanbestedingen. Woensdag heeft te Neuzen de verkoopingplaats gehad van de Noorweegsche brik Veranda, in October aldaar in reddeloozen staat binnengebracht en, van den inven taris ontdaan, nog liggende. Daarvan zijn eigenaren geworden de heeren G. van de Vrede en E. van der Bent te Neuzen, voor f 2100. Bij de op gisteren te 'sHage gehouden aanbesteding van het maken van gebouwen en verdere werken op het stations-emplacement te Middelburg, waren ingekomen elf insclirijvingsbilletten, van de beeren: L. J. van den Steenhoven, te Dordt, f 331,000; J. Göbel, te Rot-, terdam, f 330,000D. R. van Dartelen, te Amsterdam, f 329,300; W van Uije JJz, te Middelburg, en L. J. de Borst Verdoorn, te Araeide, f 328,000; C. Bosman, te Arnhem, f 305,000; P. F. Blanchemanche, te Maastricht en M. Terwindt, tePannerden,/"296,500; P.van Limburg, te Rotterdam, en K. van Spanje, te Sliedrecht, f 291,000; D. Tool, te Wognum, en E. S. Reimer, te Soetermeer, f 285,490; II. C. van den Ende, te Zierikzee, f 278,400; F. van Wijlik, te Kessel, f 265,000; en F. K. Osinga, te Leiden, f 259,000. Tliermometerstand. 20 Jan. 's ar. 11 u. 32 gr. 21 's inorg. 7 u. 29 gr. 's midd. 1 u. 30 gr. 's av. 6 u. 31 gr. Gemeenteraad van Ylissingen. Zitting van Woensdag 19 Januari. Rede voorzitter; resum tie notulen; beslissing verzoek Stroo; wijziging politie verordening; brief kerkvoogden Ned. herv. gemeente, regeeringsbank kerkwijzigingen verordeningen begraaf plaats en begravenbezwaren tegen gemeentebegrooting 1870; goedkeuring suppletoir kohier lioofdelijken omslag 1869; benoeming lid commissie middelbaar onderwijs; goedkeuring raadsbesluiten adressen afschrijving boofde- lijken omslag over 1869. Voorzitter de heer Winkelman. Afwezig de heeren. Mestaagh en de Kruyff. De voorzitter opent deze eerste bijeenkomst in dit jaar met eene rede, waarin hij den leden een hartelijk welkom toeroept en hun Gods beste zegeningen toe- wenscht, zoowel voor hen-zelven als voor hunne maat schappelijke betrekkingen. Dien zegen wensebt hij hun ook in ruime mate in hunne hoedanigheid als leden van den gemeenteraad, in de hoop dat de geest der wijsheid, der bezadigdheid allen beziele, bij al wat de raad zal besluiten tot welzijn en tot bevordering der welvaart in de gemeente. Wij leven zeide hij in een belang rijk tijdperk. Grootsche plannen worden door het rijk ten uitvoer gebracht. Dat ze van grooten invloed zullen zijn op den toestand der gemeente zal ieder onbevoor oordeelde moeten erkennen. Aan ons is de gewichtige taak verbleven om, op de teekenen des tijds lettende,, met gretigheid elk punt aan te grijpen wat voor ons belangrijk worden kan. Aan ons is het verbleven om, naarmate die lichtpunten zich voordoen, met wijsheid en bedachtzaamheid voorbereidende maatregelen te nemen en de grondslagen te leggen van al wat eenmaal voor onze gemeente nuttig of noodig zijn kan. En waar ik u van mijne zijde de verzekering geef dat ik steeds een geopend oog wensch te houden op al wat in onzen kring voorvalt, daar roep ik uwe welwillende medewer king, zoo noodig uwe voorlichting, in, om mij en het college van burgemeester en wethouders in die pogingen te ondersteunen. Die welwillende medewerking, die voorlichting is intusschen in het afgeloopen jaar ruim schoots gebleken; want hoe verschillend de inzichten van ieder der leden mogen zijn, bij al wat behandeld is

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1