MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N0- '18.
Vrijdag
1870.
21 Januari.
Middelburg 20 Januari.
In eene gisteren gehouden zitting van den Vlissing-
schen gemeenteraad waarvan wij het verslag morgen
geven zijn onder anderen de volgende besluiten ge
nomen.
liet in de vorige zitting ingekomen verzoek van L. en
J. Stroo, ora gebruik te mogen maken van een afgesloten
pad, is toegestaan.
Een voorstel des voorzitters tot het brengen van eenige
wijzigingen in de verordening van algemeene plaatselijke
politie is aangenomen.
Naar aanleiding van een nader ingekomen brief van
kerkvoogden der Nederduitsche hervormde gemeonte, is
besloten aan dit college te kennen fe geven, dat na
onderzoek is gebleken dat dc gemeenteraad geen recht
heeft op de regeeringsbank in de Groote kerk, en bet
kerkelijk bestuur derhalve over die zitplaatsen kan be
schikken zooals het meent noodig te wezen.
De verordeningen op de begraafplaats en het begra
ven van lijken, waartegen bedenkingen waren gemaakt,
zijn gewijzigd. Dit is mede het geval voor wat de ge-
meentebegrooting voor 1870 betreft, waarbij echter
niet is toegegeven aan het bezwaar van gedeputeerde
staten tegen de subsidie voor het arm-gast- en weeshuis,
daar met 8 tegen 4 stemmen besloten is den daaronder
voorkomenden post voor koffie en thee ten behoeve van
de verpleegden te behouden.
Tot lid der commissie voor het middelbaar onderwijs
is benoemd de heer A. N. van Goethem.
De heer C. Maas is erkend en toegelaten als consulair
agent van Rusland te Scheveningen, en zulks op den voet
van Nederlandsch onderdaan. Staals-cour
Benoemingen eu besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan P. F. Peters,
landschapschilder te Stuttgart, tot het aannemen en dra
gen der versierselen van ridder le klasse der orde van
verdiensten van St.-Michael, hem door Z. M. den koning
van Beieren geschonken.
geneeskunde. Benoemd: tot lid en voorzitter der
commissie in 1870, belast met het afnemen der natuur
kundige examens, volgens art. 4 der wet van 1 Juni 1865
(Staatsblad n». 59), dr. F. C. Donders, hoogleeraar te
Utrecht; tot lid en ondervoorzitter dier commissie
d^. p. L. Rijke, staatsraad en hoogleeraar te Leiden: tot
lid en secretaris dp. W. Berlin, hoogleeraar te Amster
dam tot ledend>'. J. H. van den Broek, officier van
gezondheid le klasse te Breda, dr. F. A. W. Miquel,
hoogleeraar te Utrecht en dr. M. Salverda, hoogleeraar
te Groningentot plaatsvervangende leden dr. A. Heyn-
sius, hoogleeraar te Leiden, dr. P. J. van Kerckhoff,
hoogleeraar te Utrecht, dr. D. Lubach, inspecteur voor
het geneeskundig staatstoezicht voor Overijssel en
Drenthe te Kampen, dr. C. J. Matthes, hooglecraar te
Amsterdam, dr. W. F. R. Suringar, hoogleeraar te Leiden
en dr. T. Zaaijer, hoogleeraar te Leiden.
Tot lid en voorzitter der commissie in 1870 belast met
het afnemen der geneeskundige examens, volgens art. 5
dier wet, dr. F. Z. Ermerins, hoogleeraar te Gioningen;
tot lid en ondervoorzitter dr. A. E. Simon Thomas, boog
leeraar te Leidentot lid en secretaris dp. A. M. Ballot
te Rotterdamtot ledendp. E. A. van der Burg, leeraar
aan 'siijks hoogere burgerschool te Leeuwarden, dr. M.
Polano, hoogleeraar te Leiden, dp. F. Rienderhoff te Rot
terdam, dp. W. Koster, hoogleeraar te Utrecht, en d>'. J.
W, R. Tilanus, hoogleeraar te Amsterdam; tot plaatsver
vangende leden: dr. J. A. Boogaard, hoogleeraar te
Leiden, dp. D. Doijcr, hoogleeraar te Leidon, dp. L. C. van
Goudoever, hoogleeraar te Utrecht, dp. T. Halbertsma,
hoogleeraar te Utrecht, dp. L. Lehmann, hoogleeraar te
Amsterdam, dp. G. J. Loucq, boogleeraar te Utrecht,
J. van Rijn van Alkemade, 1° apotheker aan 's rijks ma
gazijn van géneesmiddtlen te 's-Gravenkage en dp. W.
M. H. Sanger, hoogleeraar te Groningen.
Tot lid en voorzitter der commissie in 1870 belast met
het afnemen der examens van hulpapotheker, volgens
ait. 8 dier wet, dp. C. A. J. A. Oudemans, hoogleeraar te
Amsterdam; tot lid en ondervoorzitter dp. C. Ii. D. Buys
Ballot, hoogleeraar te Utrecht; tot lid en secretaris
dr. R. S. Tjaden Modderman, hoogleeraar te Gioningen;
tot ledendp. L. A. J. Burgersdijk, directeur der hoogere
burgerschool te Deventer en dp. J. E de Vrij, te 's-Gra-
venhage; tot plaatsvervangende leden C. H. van Ankum,
apotheker te Groningen, d>'. J. W. Gunning, hoogleeraar
te Amsterdam, P. M. de Ligny, apotheker te Middelburg,
dp. W. M. Logeman, leeraar aan de hoogere burgerschool
te Haarlem en d>'. N. W. P. Rauwenkoff, te Rotterdam.
Tot lid en voorzitter der commissie, in 1870 belast
met het afnemen der examens van apotheker, volgens
art. 9. dier wet, d»\ G. A. J. A, Oudemans, hoogleeraar te
Amsterdam; tot lid en ondervoorzitter dp. J. E. de Vrij,
te 's Gravenhagetot lid en secretaris dp. R. S. Tjaden
Modderman, boogleeraar te Groningen; tot leden: R. J.
Opwyrda, apotheker te Nijmegen en W. Stoeder, apothe
ker te Arasterdam; tot plaatsvervangende leden: C. H.
van Ankum, apotheker te Groningen, dp. J. W. Gunning,
hoogleeraar te Amsterdam, P. M. de Ligny, apotheker te
Middelburg, dp. N. W. P. Rauwenkoff, te Rotterdam en
W. Robertson Az., apotheker te Rotterdam.
consulaten. Eervol ontslag verleend als Nederlandsch
consul te Hongkong aan den heer C. Bosman, en als zoo
danig benoemd de heer Ludwig Beyer.
Kerknieuws.
Te Zaannlag is bij de Nederduitsche hervormde ge
meente tot predikant beroepen de heer P. Deetman,
predikant te Bennekom.
Marine en iêger.
De scheepsklerk J. Metz wordt met den 21«j dezer
geplaatst op Zp. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis.
Gemengde berichten.
Den 31'cn December jltusschen vijf en zeven uren
des avonds, heeft een persoon zich toegang weten te ver
schaffen in dc schuur van den landbouwer J. T. Claaeys
te Oudelanden, door welke schuur hij zich begeven heeft
op den zolder, waar hij uit een gesloten kleerkist f 25
heeft ontvreemd ten nadeele van den knecht van ge
noemden landbouwer. Thans is een te Ilansweert woon
achtige pensoon door de justitie als van dien diefstal
verdacht aangehouden en naar Goes overgebracht.
Berichten uit China melden dat de Britsche bark
Crofton, die, in lekken toestand verkeerende, in de vorige
maand op de hoogte der Ladronen-eilanden door zee-
roovers aangevallen is. Deze hebben een ijselijk bloed
bad aangericht en de geheele bemanning, met uitzonde
ring van eenige vroeger om hulp uitgezonden matrozen,
omgebracht. Eenige der roovers heeft men in handen
weten te krijgen.
In eene particuliere correspondentieaan deAinster-
damsche courant wordt uit Liverpool het verlies van het
schip Kenihvorth met 20 personen gemeld. Het vaartuig
verging in de Cardigan-baai. Volgens een later bericht
echter zijn 13 personen, die men verdronken waande,
door de reddingboot gered. Het schip, waarvan niets
terecht komt, had 3000 balen katoen van New-Orleans
in en de waarde der lading werd op 70,000 a 80,000p. st.
geschat. De zee was zóo woedend dat zoodra de boo
ten werden uitgezet deze tegen het schip aan splinters
sloegen.
In onze jongste Brusselsche correspondentie deelde
de schrijver eenige artikelen mede, door de commissie
belast met de herziening van het wetboek van burger
lijke rechtsvordering voorgesteld ten aanzien van het
gebruik der Vlaamsche taal in de provinciën waar die
gesproken wordt. Tegelijkertijd drukte onze correspon
dent echter zijn twijfel uit of de Vlamingen met die
artikelen wel voldaan zouden zijn. De bevestiging van
dien twijfel geeft bet Antwerpsche blad de Koophandel
hetwelk, na mededeeling van bovengenoemde artike
len, aldus zijn ontevredenheid te kennen geeft:
„Ziedaar het Vlaamsch nogmaals op het schap gezet,
teneinde de Fransche taal, de taal der minderheid van
-BTffgtff, te bevoorffeeligen.
„In de Vlaamsche provinciën zal men mogen ge
bruik maken van het Vlaamsch.
„Maar dit recht hebben wij van heden afdit recht
is ons gewaarborgd door de grondwet, welke de vrijheid
der talen waarborgt.
„En als er eene taal is, welke bet meest door de grond
wet moet beschermd worden, dan is het wel de Vlaam
sche taal, de taal van de meerderheid des volks.
„'tls dus onnoodig dit artikel te schrijven in het
wëtboek der burgerlijke proceduur.
„ïloek er is nog meer. In de Vlaamsche provinciën
zal men zich, naar willekeur, mogen bedienen van
Vlaamsch of Franschdoch in de Waalsche provinciën
zal men uitsluitend moeten gebruik maken van de
Fransche taal, indien er slechts een persoon, toebehoo-
rende aan het gerecht of de partijen, de Vlaamschel taal
niet verstaat.
„;tls nogmaals een schreeuwende onrechtvaardigheid,
veroordeeld door de grondwet zelve, welke men in onze
wetten wil neerschrijven; doch wij zijn overtuigd dat de
pogingen der mannen, welke gelast zijn met de her
ziening des wetboeks van burgerlijke proceduur, onder
het bovenstaande opzicht, geheel en al zullen mislukken."
Verkoopiugeu eu aanbestedingen.
Heden werd alhier aan het gebouw van het provinciaal
bestuur aanbesteed het onderhoud gedurende 1870 tot
en met 1872 van de gebouwen en aanlioorigheden ten
dienste van 's rijks-belastingen te Ilansweert. provincie
Zeeland. De laagste inschrijver is de heer II. J. E. Pol-
- derman, te Ilansweert, voor f 3547.
Heden is te 's Ilage aanbesteed het maken van ge
bouwen en verdere werken op het stations-emplacement
te Middelburg; de laagste inschrijver was de heer
F. K. Osinga, te Leiden, voor f 259,000.
Thermometer stand.
19 Jan. 's av. 11 u. 32 gr.
20 's rnorg. 7 u. 28 gr. 's midd. 1 u. 31 gr. 's av. 6 u. 32 gr.
Staten-geiieraal.
eerstb kamer.
Avondzitting van Dinsdag IS Januari,
begrooting.
Afdoening der
De beraadslaging over hoofdstuk IX wordt hervat.
De heer Huydecoper motiveert zijne stem die hij voor
de begrootiug van koloniën ditmaal zal uitbrengen. Hij
behoort tot de conservatieve partij op koloniaal terrein,
en betreurt het dat de heer van Twist die partij is aan
gevallen; zij verlangt evenzeer vooruitgang in hetgeen
nuttig en noodig is, maar behoud van datgene wat in
het bestaande goedkeuring verdient. Spreker is het met
den heer Rahusen eens dat, nu twee koloniale wetsvoor-
drachten aanhangig zijn, het oogenblik niet geschikt is
om bij eene begrooting een votum uit te brengen over
de richting en de beginselen van den minister hij zal
daarom ditmaal voor de begrooting stemmen.
De minister van koloniën wijst in de eerste plaats op
een paragraaf in het verslag der kamer waarin gezegd
wordt ciat dc meeste leden eene discussie over koloniale
rcgeeringsbeginselen thans ontijdig achtenhij meende
dus aan het verlangen der meerderheid te voldoen door
niet in beschouwingen of mededeelingen daaromtrent te
treden. De qua'lificatie van zijn antwoord door den beer
Ilartsen, als zoude het niet getuigen van deferentie voor
de kamer, acht hij dus ongemotiveerd.
Na de vroegere stemming over het budget van kolo
niën heelt het den minister leed gedaan dat de heeren
Hartsen, van Nispen en van der Lek reeds zoo pertinent
verklaard hebben dat zij thans eene afkeurende stem
zullen uitbreugeu. Hij zal niet trachten die leden te be-
keeren; hetgeen bij in antwoord op hunne bedenkingen
mededeelt, moet dus beschouwd worden als in het alge
meen ter inlichting van de kamer gezegd. In de eerste