Uuiti'nliuiï).
bouw van een halven monitor is de concurrentie niet inge
roepen en dat is bi) hem wel een bezwaar dat men had
moeten voorkomen.
De heer Rahusen verlangt dat de toegezegde wet op
het verdedigingsstelsel zoo spoedig mogelijk zal worden
ingediend, opdat het land weldra in een verdedigbaren
toestand zal gebracht kunnen worden; men moet dan
ook er niet tegen opzien om in een kort tijdsbestek veel
geld toe te staan om tijdig met de defensie gereed te
kunnen zijn. Tegen het bouwen op eene particuliere
inrichting heeft hij bezwaar, omdat men niet zeker is of
zulk eene inrichting aau hare verplichtingen zal kunnen
voldoen, wanneer zij in moeïelijke geldelijke omstandig
heden komt.
De heer Messchert van Vollenhoven acht het verkeerd
dat men slechts éene inrichting voor de pansering van
monitors heeft tehulp geroepen; er zijn meer fabrie
ken in den lande en speciaal te Amsterdam, die daartoe
genegen zouden zijn geweest.
De heer Hartsen wenscht dat spoedig de kustdefentie
worde geregeld; het bouwen van monitors bij particu
lieren acht hij bezwarend, omdat voor de enorme uitga
ven, die zulk een werk vereischen, voorschotten van den
staat zouden kunnen gevergd worden, die men raoeielijk
zou kunnen terug erlangen, wanneer zulk eene particu
liere onderneming eens moest liquideeren. Hij aclit
dan ook een eigen panserinrichting. verkieslijker.
De heer van Swinderen prijst in dezen minister van
marine dat hij meer dan zijne voorgangers bij de samen
stelling der zeemacht 's lands financiën in het oog houdt.
Hij is vau oordeel dat men met de groote en kostbare
zaken voor de defensie moet wachten tot de geldelijke
toestand beter zal zijn.
De minister van marine deelt in de eerste plaats mede
dat hij weder nieuwe tijdingen van de kust van Guinea
heeft, volgens welke ouze zeemacht daar herhaald en
schitterend succes op de wederspannige inlanders heeft
behaald. Omtrent de gebouwen voor adelborsten te Wil
lemsoord geeft hij de verzekering dat zij niet meer zul
len kosten dan daarvoor bestemd is, en in den loop vau
dit jaar gereed zullen komen en in gebruik kunnen ge
nomen worden. De oorzaak van den minder gunstigen
toestand der clrooge dokken op die plaats is gelegen in
de werking van een stoomgemaal om de dokken leeg te
pompen. De middelen tot herstel zijn evenwel aanwezig.
Het inroepen van particuliere werkkrachten voor den
bouw en de pansering van schepen acht de minister
zeer wenschelijk. 's Rijks werf moet niet meer uitgebreid
worden dan tot herstel en onderhoud van schepen noo-
dig is: eigen panserinrichtingen waar ook de platen
gemaakt worden, kunnen wij met het oog op onze finan
ciën er niet op na houden. Reeds nu wordt het meest
wat men noodig heeft door particuliere inrichtingen ge
leverd: tot het vcrvaai'digen daarvan's rijks werf in te
richten, oordeelt hij verkeerd: wanneer men voor eene
tijdelijke behoefte, gelijk nu bestaat, eene rijksinstel
ling gaat vergrooten en uitbreiden, is inkrimpen niet
gemakkelijk.
De begrooting voor marine wordt daarop met alge-
meene stemmen goedgekeurd.
In behandeling komt de begrooting van oorlog.
De heer Hengst oppert eenige bezwaren tegen het
cijfer der begrooting en de heer Eeerenbroek tegen de
verplaatsingen van de cavalerie in Limburg. Beide zul
len echter ditmaal voor de begrooting stemmen.
De heer Schimmclpcnninck is van oordeel dat men
tijdig ons land in weerbaren toestand moet brengen. Hij
hecht groote waarde aan de IJsellinie, waaraan men
echter niets schijnt te doen. Onze onafhankelijkheid
acht hij goed verdedigbaarals de nood aan den man
komt zal deze of gene groote mogendheid ons niet in
den steek laten, want Europa's evenwicht heeft juist in
ons onafhankelijk bestaan groot belang. Hij keurt af
dat men aan concessionarissen voor spoorwegen kosten
doet dragen voor aan te leggen of bestaande verdedi
gingswerken. De eenvoudigste wijze, om voor de verde-
digingsbelangen te waken, ware te conditioneeren dat
ingeval van gevaar de regeering de bevoegdheid zich
voorbehield om de rails op te breken.
De beer Schot zou niet voor deze begrooting stemmen
indien niet de overtuiging bij hem bestond dat binnen
korten tijd het budget van oorlog lager zal worden. De
kosten die wij op den duur voor oorlog en marine uitge
ven zijn te hoog in verband wet de krachten van de
natie. De wijze waarop men vroeger is te werk gegaan
met het bouwen van verdedigingswerken die men later
weder als onnoodig heeft geslecht, doet zien dat men in
dit opzicht geld verspild heeft, en hij verheugt zich
daarom dat nu eene wet op het defensiestelsel aan die
wisselvallige denkbeelden van opvolgende ministers een
einde zal maken.
De heer van Bylandt vindt ook de kosten voor ons
defensiewezen te drukkend. Wanneer het thans voorge
dragen cijfer het normaal cijfer van het budget van oor
log moest zijn, zou hij er zijne stem niet aan kunnen
geven. Hij acht het echter noodig dat nu voor goed ons
defensiestelsel geregeld zal worden, en men daarvoor
zich offers getrooste, want er is wel een toestand van
vrede, maar geen vredelievende toestand in Europa. Hij
hoopt dau ook op eene spoedige indiening van de wet op
de defensie en ook van die op de legerorganisatie.
Dp heer van Nispen dringt aan dat eerst bij afzonder
lijke voordracht voorzien worde in het in een behoorlijk
verdedigbaren staat brengen van de Utrechtsche linie,
daar het nog langen tijd kan duren eer de defensie wet
tot stand zal gebracht zijn en wij in dien tusschentijd in
eene positie zouden kunnen komen als Denemarken zich
bevonden heeft.
De heer van Swinderen zal ditmaal nog voor de be
grooting van oorlog stemmen, in afwachting der toege
zegde wettelijke regelingen.
De heer van der Lek de Clercq is geen voorstander
ran wetten op de defensie en de legerorganisatiede
uitgaven voor oorlog zijn improductief, en hij is tegen
alle improductieve uitgaven.
De heer Fransen van de Putte is na rijpere overweging
thans ook gestemd voor eene wet op de legerorganisatie
De heer Hartsen zegt dat waar deskundigen uitmaken
dat wij ons verdedigen kunnen, wij ook de kosten der
verdedigingswerken ons moeten getroosten.
De minister van oorlog deelt mede dat het eindcijfer
niet lager kan gesteld worden; de kosten zijn thans op
een minimum gebracht, terwijl hij daarbij rekent op de
aanneming van de ingediende schutterij wet.
De Utrechtsche linie zal binnen kort gereed zijn en
daarachter kunnen wij gerust den vijand afwachten.
Wat de quaestie der IJsellinie betreft, deze is in de
clefensiewet behandeld. Omtrent de spoorwegconcessiën
die in verband komen met de verdedigingswerken zal
hij met den minister van financiën in overleg treden.
Op de vraag van den heer van Nispen antwoordt de
minister dat eene keuze van een soort achterlaadgeweer
is gedaan cn weldra tot de aanmaak daarvan zal worden
overgegaan. Wanneer de wet op bet vestingstelsel wordt
aangenomen zal de uitvoering daarvan zes jaien tijds
ongeveer kosten. De aanneming van de scluit ter ij wet zal
dan tevens ons land in volkomen verdedigbaren toestand
brengen. De uitgaven voor oorlog strekken tot bevorde
ring en bevestiging' van onze onafhankelijkheid; derge
lijke uitgaven mag men niet improductief noemen.
De heer van Nispen wijst nog nader op de noodige
voorziening aan de Utrechtsche linie en de heer van
der Lek verklaart dat hij er niet tegen is uitgaven
voor onze verdediging te doen. Dat hij daarvoor wat
over heeft toonde hij in 1830 en 1831, toen hij zijn eigen
leven ook waagde.
De begrooting van oorlog wordt aangenomen met 29
tegen 1 stem, die van den beer Geertsema.
Hoofdstuk Y1I a (nationale schuld) wordt zonder dis
cussie eenparig goedgekeurd.
Bij de beraadslaging over hoofdstuk YII b (departe
ment van financiën) bespreekt de heer Hartsen onzen
financieelen toestand, vooral met het oog op de Oost-
Indiën. Volgens hem stelt de minister de voorgenomen
leening te lang uit.
De heer Smit wijst er op dat wij door te veel te leunen
op de Indische baten op een dwaalspoor zijn gebracht.
Hij dringt bij den minister aan óp eene spoedige alge-
heele herziening van het belastingstelsel.
De heer Sassen brengt eenige bezwaren ten opzichte
van handelingen van het domeinbestunr in het midden,
waaruit hij wil aantoonen dat het domein niet gezind is
tot afschaffing der tienden mede te werken.
De heeren van de Putte en Jordens vragen inlichtin
gen van de regeering omtrent de plannen ten aanzien
der door andere staten verlaugde munteenheid. Eerst
genoemde komt op de wenschelijkheid eener comptabi-
liteitswet terug.
De heer van Twist oppert eenige denkbeelden omtrent
eene nieuwe regeling van den kiescensus. Personen die
op kamers wonen zouden afzonderlijk dienen aangesla
gen te worden.
Algemeen overzicht.
Gisteren is, na langdurige debatten in het Fransch
wetgevend lichaam, met 226 tegen 34 stemmen de door
het ministerie Ollivier verlangde autorisatie tot vervol
ging van Henri Rochefort verleend. De minister Ollivier
verklaarde wel steeds te volharden bij zijn wensch naar
„absolute drukpersvrijheid," maar beweerde dat het geïn
crimeerde artikel in la Marseillaise die te buiten ging. Uit
het verslag der zitting zal moeten blijken hoe de heer
Ollivier de mogelijkheid stelt om „absolute drukpersvrij
heid" door eenig dagblad-artikcl te buiten te gaan. De
linkerzijde kon zich met de door den heer Estancelin
voorgestelde onzen lezers bekende motie niet
vereenigen, daar die een votum van vertrouwen voor
het ministerie bevatte.
Wij deelden in ons vorig nommer mede dat dezer
dagen bij het wetgevend lichaam het toegezegd wets
ontwerp tot invoering' der jury voor politieke drukpers
delicten zal worden ingediend. Dit ontwerp wordt thans
door de Parijsche dagbladen medegedeeld, zooals het
door den staatsraad is aangenomen. Daarbij wordt het
bewijs toegelaten van ten laste gelegde feiten, in ge
val het ambtenaren of agenten van het openbaar gezag
betreft of in het algemeen personen, die wat die feiten
aangaat, in eenige openbare betrekking hebben ge
handeld. Indien te dien aanzien het bewijs is gele
verd kan de schrijver niet gestraft worden, behoudens
de hoon of b.eleediging, welke niet noodzakelijk tot die
zelfde feiten in verband staan. De beklaagde, die het
bovenbedoeld bewijs wil leveren moet binnen zekeren
termijn aan de wederpartij doen beteekenen de namen der
voor te brengen getuigen, op straffe van niet meer tot
het bewijs te worden toegelaten. De klager ter zake van
hoon of beleediging zal getuigen kunnen doen hooren
tot staving zijner moraliteit; de namen dier getuigen
moeten ai^a den beklaagde worden heteekend. De be
klaagde zal niet toegelaten worden tot bewijslevering
tegen de moraliteit van den klager. De voorziening in
cassatie tegen een arrest in dergelijke politieke druk-
persmisdrijven moet geschieden binnen vier en twintig
uren. Binnen de volgende vieren twintig uren moeten
de stukken aan bet hof van cassatie verzonden zijn en
binnen de tien volgende dagen moet, met achterstelling
van alle andere zaken, daarin door het hof van cassatie
uitspraak zijn gedaan.
Eindelijk bepaalt art. 15 van het ontwerp dat alle
politieke drukpersdelicten, waarin bij de afkondiging
dezer wet nog geen uitspraak is gedaan, zullen berecht
worden volgens de daarbij voorgeschreven vormen. In
dien het wetgevend lichaam alzoo de verlangde autorisa
tie verleent tot vervolging van den heer Rochefort, zou
het niet onwaarschijnlijk wezen dat nog op hem de
nieuwe wet werd toegepast.
Gisteren is het Beiersehe huis van afgevaardigden
door den koning met eene troonrede geopend. Daarbij
werd de indiening vau een wetsontwerp toegezegd,
houdende invoering der directe verkiezingen, en voorts
een nieuw wetboek van strafrecht, alsmede eene nieuwe
organisatie der burgerwachten. Nieuwe belastingen
werden overigens als noodzakelijk voorgesteld, terwijl
de troonrede omtrent de verhouding tot den Noord-
duitschen bond het volgende bevatte
„Getrouw aan het met Pruisen gesloten alliantie-trac-
taat, zal ik met mijn machtigen bondgenoot optreden
voor de eer van Duitschland en bijgevolg ook voor die
van Beieren. Hoewel ik wensch en vertrouw dat de
nationale vereeniging der Duitsche staten tol stand zal
komen, zal ik slechts mijne toestemming geven tot eene
organisatie van Duitschland, waarbij de onafhankelijk
heid van Beieren geen gevaar zal loopen."
Blijkens mededeelingen uit Munchen heeft de dezer
dagen door de clericale partij tot president van het
Beiersche huis van afgevaardigden gekozen heer Weis
eene allerzonderlingste politieke levensloop gehad. Wat
wisseling van politieke gevoelens aangaat, heelt hij den
Franschen minister Ollivier nog ver over trollen. Een aller
aardigst contrast biedt zijn staatkundig leven thans aan.
De heer Weis is reeds eenmaal president van het huis
van afgevaardigden geweest: hij werd onder het minis
terie von der Fardten tot tweeden president gekozen
door de liberale partij
Volgens nadere toelichtingen omtrent den stand van
het Turksch Egyptisch geschil wordt het bericht bevestigd
dat de onderkoning volstrekt niet het voornemen heeft
of gehad heelt omzijne gepanserde schepen en achter-
laatgeweren tegen schadevergoeding aan Turkije uit te
leveren. De thans door hem gekozen vorm om het ge
schil te doen eindigen zou echter te Constantinopel de
goedkeuring der regeering hebben weggedragen. Men
weet dat Ismaël pacha zich bereid heeft verklaard tot
de verlangde uitlevering, in afwachting dat de door
Turkije uit te keeren schadevergoeding in gemeen over
leg zal worden geregeld. Die regeling nu zal eenvoudig
achterwege gelateu worden, terwijl de Turksche regee
ring toch niet bij machte zou zijn om de vast te stellen
schadevergoeding te betalen. En hiermede schijnt dus
tijdelijk het geschil opgelost, terwijl iutusschen van eene
reis des onderkonings naar de Turksche hoofdstad geen
prake meer schijnt tewezen