MIDDELBURGSCHE
COURANT.
•r i2.
Vrijdag
14 Januari.
1870.
Middelburg 13 Januari.
Do eerste kamer heeft in hare zitting van heden
hoofdstuk VII c (hervormde en andere eerediensten) met
22 tegen 13 stemmen aangenomen. Hierna zijn de be
raadslagingen aangevangen over de begrooting voor de
staatsspoorwegen. Tegen den daarop voorkomenden post
voor de haven van Harlingen zijn ernstige bezwaren
geopperd.
De heer mp. M. H. Godefroi, lid van de tweede kamer
der staten generaal, afgevaardigde door het kiesdistrict
Amsterdam, heeft naar men verneemt zijn ontslag als
zoodanig genomen.
Gisteren is tot lid van den gemeenteraad te Zie-
rikzee gekozen de heer P. Labrijn met 15G van de 251
geldig uitgebrachte stemmen. De heer D. Q. Mulock
Houwer verkreeg 86 stemmen. De overige stemmen
waren oyer verschillende personen verdeeld.
De Stants-couraut van gisteren bevat de volgende wet
ten van den 31en December 1869 tot wijziging van hoofd
stuk VI der, staatsbegrooting voor het dienstjaar 1868;
tot vaststelling der begrooting van uitgaven voor de
algemeene landsdrukkerij over het jaar 1870; tot be
krachtiging van eene op den 29tn September jl. met de
Bpaaischappij tot exploitatie van staatsspoorwegen ge
sloten overeenkomsten tot wijziging van de hoofdstuk
ken VI en IX der staatsbegrooting voor het dienst
jaar 1868.
Benoemingen en besluiten.
schutterijen. Eervol ontslag verleend aan M. Theri
als auditeur bij den schuttersraad van het voormalig ba"
taljon rustende schutterij u°. 4 in de provincie Zeeland.
Benoemd tot auditeur bij den schuttersraad bij de rus
tende schutterij in de provincie Zeeland, 4e bataljon)
mr. W. H erasing.
Kerknieuws.
Bij de Nederduitsche hervormde gemeente te Koude-
derke is tot predikant beroepen de heer E. J. Wisselingli,
predikant bij die gemeente te Haarlemmermeer.
Uit het in een vorig nommer medegedeelde drie
tal van predikanten voor de Nederduitsche hervormde
gemeente te Vlissingen is beroepen de heer E. C. Segers,
predikant bij de Waalsche gemeente te Groningen.
Rechtzaken.
Bij besluit van Z. M. den koning, dd. 29 December
1869, is de cellulaire gevangenisstraf van 15 dagen,
waartoe de heer Johan Lodewijk Onghena, zaakwaarne
mer te Clinge (Nieuw Namen), bij een in hooger beroep
bevestigd vonnis der arrondissements-rechtbank te Goes,
dd. 7 Juni 1869, wegens verbreking van afsluiting van
het erf van Eduard de Blanger te Clinge, was veroor
deeld, veranderd in eene geldboete van vijftig galden.
Gemengde berichten.
In verband met de reeds gemelde aanhouding van
eene Ylissingsche dienstbode, deelt de Amsterdamscke
courant, als een afschrikkend voorbeeldwaartoe de
zucht tot opschik en losbandigheid jeugdige meisjes kau
verleiden, het olgende mede„Een deerne van nauwe
lijks 19 jaar, Doravan zeer brave ouders, te Vlis
singen, had een vriendin van gelijke gehalte als zij
deze diende in een zeer fatsoenlijk huis. Zondag den
2en dezer kwam Dora bij hare vriendin de familie was
naar de kerk, zoo ook de mannelijke bediende. Dadelijk
ging Dora, door haar vriendin geleid, naar de slaapstede
van den bediende op do 2p verdieping, en maakte zit h
meester van een kistje en borg bet onder haar mantel.
In het kistje bevond zich ƒ304 in goud, zilver en papie
ren geld; ze vertrokken naar Middelburg om van daar
per stoomboot naar Rotterdam te gaande commissaris
van politie had t chter reeds getelegrapheerd. Bij aankomst
werd zij gearresteerd en gevisiteerd; alles werd bij haar
gevonden, minus f25 gulden, die zij waarschijnlijk had
besteed te Middelburg voor eea boa, een parapluie en een
modehoed :des morgens ontving de commissaris het ledige
kistje. Zij had het niet kunnen openen maar den bodem
opengebroken, zich het geld toegeëigend, doch het bank
papier, ƒ100 en f 40, dat de eigenaar achter het spie
geltje van het scheerkistje had verborgen, had zij in den
welput van hare ouders gesmeten. De spiegel werd gelicht
en het geld behoorlijk, maar natuurlijk nat, gevonden.
Herwaarts gebracht, is zij, na verhoor en volledige be
kentenis, naar hetgevangenhuis te Middelburg gebracht.
Of de vriendin, die haar deu diefstal gemakkelijk had
gemaakt,, ook in het gestoleue gedeeld had, is nog
onzeker."
Aan bet Utr. Dagblad schrijft de beer J. N. van
Hall, secretaris van het Nedeilandsch tooneelverbond:
„Verschillende dagbladen behelzen dezer dagen een
zoogenaamd programma van het Nederlandsch tooneel
verbond. Ofschoon er onder de in dat stuk vermelde
middelen tot verbetering van het tooneel zeker veel
voorkomt wat de aandacht verdient, wensch ik te consta-
teeren dat dit programma niet door het voorloopig ver-
bondsbestuur is vastgesteld, veel minder publiek ge
maakt, en dat de opneming daarvan in de dagbladen
waarschijnlijk aan een misverstand te wijten is. Zonder
op een te nemen besluit vooruit te loopen, meen ik nu
reeds te mogen mededeelen, dat bij de meerderheid van
de voorloopige commissie (zoo niet bij de geheele com
missie) dit denkbeeld op den voorgrond: staat dat de
stichting van een tooneeischool, of althans de voorbe
reiding daarvan, aan alle andere maatregelen moet
voorafgaan. De commissie zal ongetwijfeld, zoo spoedig
haar dit doenlijk is, gaarne hare meening uitspreken
over de beste wijze, waarop een dergelijke school tot
stand is te brengen, teneinde daarna hare plannen aan
het oordeel der leden van het verbond te onderwerpen."
Men schrijft uit Texel: Nooit was het getal vaar
tuigen hier tehuis behoorende zoo groot als thans; onze
haven ligt daarmede genoegzaam vol, zoodat, zoo voort
gaande, vergrooting der hayeu noodzakelijk is. Het
getal zoogenaamde schelpenschuiten en dubbele blazers
neemt jaarlijks toe, als een gevolg van den steeds ver
meerderenden bloei van het visschersvak.Volgens ouden
van dagen, die van 50 jareu vroeger kunnen verhalen,
was de staat toen treurig, thans verblijdend; niets wat
de zee oplevert of het vindt koopers en goede prijzen, als:
schelpen, alikruiken, zeegras, vijfhoeken, oesters, mosse
len, ansjovis en andere vischsoorten, alles als een dade
lijk gevolg van versnelde communicatie. Spoorweg en
stoombooten vervoeren deze artikelen naar den vreemde,
en de afzet is zoo groot dat de visschennan geregeld en
goed werken kan. Dit was vóór 50 jaren anders, men had
geene stoombooten en spoorwegen; vele der genoemde
artikelen bleven onaangeroerd in de zee liggen, men
wist daarvoor geene bestemming, en wat er gevischt
werd was meerendeels voor binnenlandsche consnmtie.
Engeland Deemt nu onze mosselen, alikruiken en oesters;
Frankrijk, België en Duitschland zeegras en ansjovis,
terwijl voorts de vijfhoeken als eene nieuwe en veel
gebruikte meststof en de schalpen voor de kalkbrande
rijen in ons vaderland gretige koopers vinden.
De dagbladen hebben onlangs bericht, hoe een rei
ziger, die zich alleen en slapende in een rijtuig van den
sneltrein van Marseille bevond, aangevallen en ernstig
gewond werd door een man, die bij bet vertrek van een
station in den trein was gesprongen. The Engineer deelt
hieromtrent eene tot dusverre niet bekende bijzonder
heid «ede, namelijk dat het compartiment, waarin de
reiziger is aangetast, voorzien was van een electrisck
alarmsein, dat bij onderzoek op het naaste station goed
bleek te werken, en merkt op hoe dat voorval de practi.
sche ongeschiktheid van dergelijke toestellen bewijst
dat hij, die voornemens is een reiziger te doodeu, wel
maatregelen zal aanwenden om te voorkomen dat het sein
gegeven worde, en dat iemand, die onverwachts aange
vallen wordt, eerder zal trachten zich te verdedigen dan
dat hij in staat zal zijn den conducteur te waarschu
wen; het blad geeft als eenige veiligheid voor reizigers
aan, zich van goede wapens te voorzien en niet te slapen,
wanneer men alleen of in gezelschap met personen van
verdacht voorkomen is. Stoompost-
Verkoopuigeu en aanbestedingen.
Heden is aan bet ministerie van binnenlandsche za
ken aanbesteedbet verdiepen der nieuwe haven van
Middelburg, benevens het afsnijden van de bocht dier
haven bij Middelburg. De laagste inschrijvers waren de
heeren K. van Wijngaarden en Schram, te Sliedrecht,
voor f 687,000.
Tïiermometerstand.
12 Jan.'sav. 11 u. 39gr.
13 'smorg. 7 u. 41 gr. 'smidd. 1 u.44gr.'sav.6 u.41 gr*
Staten-generaal.
EïllSTE kamer.
Zitting van Woensdag 12 Januari. Behandeling der staats
begrooting.
De voorzitter deelt mede dat de heeren van Rhemen
en Verscliuer door ongesteldlu id verhinderd zijn de ver
gadering bij te wonen. Door de commissie voor de ver
zoekschriften worden verschillende verslagen uitge
bracht, betreffende het weg "allen der kosten van het
college van toezicht bij de hervormdende strekking
van de meesten dier adressen is om hoofdstuk Vllc
(hervormde eeredieust) te verwerpen.
De algemeene beschouwingen over de staatsbegrooting
worden geopend. De heer Fransen van de Putte treedt
in eenige financieele beschouwingen. Hij constateert dat
wij in de toekomst voor een tekort van 46 millioen
staan; eene leening vindt bij hem geen bezwaar, maar
niet voor improductieve uitgaven. Hij dringt voorts
vooral bij bet departement van oorlog op bezuiniging aan.
De heer van Twist herinnert aan zijne vroegere waar
schuwingen zoowel in de tweede als de eerste kamer, dat
men den financieelen toestand destijds te gunstig be
schouwde. Hij heeft den tegenwoordigen toestand ver
wacht de bloei onzer financiën was uitsluitend te wijten
aan de Indische batennaarmate men meer begon te
beseffen dat voor Indië zelf meer moest gedaan worden,
vloeiden die baten niet meer zoo rijkelijk. Na eene uit
eenzetting van de oorzaken der toegenomen uitgaven in
het verledene en der behoeften voor de toekomst, zegt
spreker geene bedenkingen tegen eene leening te hebben,
maar hij ontkent niet dat daartegen bij de bevolking
eene groote antipathie bestaat.
De minister van financiën beantwoordt de beide spre
kers en herhaalt zijne vroegere mededceling dat voor
alsnog geene leening noodig is, evenmin als verbooging
van belastingen. Volgens de onlangs verkregen opgaven
omtrent den dienst 1S69, hebben de middelen in dat jaar
ƒ3,300,000 meer opgebracht dan de raming en is er een
vooruitgang in opbrengst sedert 1868 van ƒ2,800,000.
Do algemeene beschouwingen worden gesloten. Hoofd
stuk I (huis des konings) en hoofdstukII (hooge colleges
van staat) worden daarop zonder discussie met algemeene
stemmenaangenomen. Bij de behandeling van hoofd
stuk III "(buitenlandsche zaken) diir.gen de heeren vau
Beek Vollenhoven, Smit, Joost van Vollenhoven en
Stork, in het belang van handel en industrie op herstel
der voorgestelde, maar door de tweede kamer verworpen
diplomatieke missie in China aan.
De heer Schimmelpenninck bepreekt in het algemeen
de baitenlaudsche aangelegenheden en spoort tot voor
zichtigheid aan; volgens hem moet de verdediging des
lands zóo goed inger.icht zijn dat wij het bestaande ge
vaar van annexatie kunnen voorkomen.
De minister van buiteniaudsche zaken verklaart van
voornemen te blijven om op nieuw bij een afzonderlijk
wetsvoorstel de ge wensch te missie in China voor te
diagen. v