O R A N T.
MIDDELBURGSCHE
C
1870.
13 Januari.
Donderdag
i\°' 11.
Middelburg- 12 Januari.
De eerste kamer heeft heden de hoofdstukken I, II,
III en IVa en b der staatsbegrooting met algemeene
stemmen aangenomen.
Thans is de beraadslaging over hoofdstuk VIIc (her
vormde en andere eerediensten) aangevangen.
In den loop der discussiën deelde de minister van
financiën mede, dat de opbrengst der middelen in 1869
de raming met 3^- millioen heeft overtroffen.
De directeuren der Koninklijke. Nederlandsche stoom
bootmaatschappij, bij circulaire van heden het niet slagen
der uitgeschreven leening berichtende, geven daarbij
echter hun overtuiging te kennen dat het begrip van
de noodzakelijkheid en wenschelijkheid van de oprich
ting eener directe stoomvaart tusschen Nederland en
Amerika meer en meer algemeen zal worden, waarom zij
dan ook de hoop niet opgeven, dat zich later nog een
maal eene betere gelegenheid tot het aanwenden van
nieuwe pogingen voor dat doel zal voordoen.
dan pal zou staan,maar mocht dit ook niet het geval zijn?
Hyacinthe zou altijd blijven een merkwaardige figuur,
eene vingerwijzing van de oppositie,die zich reeds vormt
en zich steeds meer vormen zal in de catholieke kerk,
tegen het concilie en den geest die daar heerschende is.
„Na deze toespraak opperde de spreker de vraag:
„en moet Hyacinthe nu protestant worden?" Hier
werd hij zeer satyriek, ja bijtend geestig, vragende aan
het publiek tot welk kerkgenootschap hij dan moest gaan
behooren, en tevens aantoonendo hoe de ellendige vor-
mendienst ook bij de protestanten keerscht, zoodat het
waarlijk even weinig te wenscheu als denkbaar zou zijn,
dat de pater daarin werd opgenomen. Eenige regelen
poëzie vormden het slot."
Uit Rotterdam schrijft men ons in den laten avond
van den 10cn dezer:
„Gisteren weid hier in een onzer schouwburgen (van
den minderen rang) opgevoerd De non uit Krakau, of
de geheimen van het Karmelieten klooster, een drama
uit het Fransch vertaald. Deze voorstelling heeft aan
leiding gegeven tot een ontzettend tumult. Het catho-
Als vervolg op den in ons voorlaatste nomracr voorko
menden brief, wordt ons nog uit Amsterdam geschreven:
„Na de pauze onderhield de heer Zaalberg ons over
Hyacinthe. Hij begon met de opmerking dat elke kwaal
hare eigene genezing met zich brengt, dat de geest, die
tot het houden van een concilie voerde, ook aan een
opposant ais Hyacinthe de geboorte schonk. Dat dit
verschijnsel zich in de geschiedenis bij elke gelegenheid
voordoet werd door den spreker aangetoond in de voor
beelden van Mozes, van Jezus, van Luther, van Schleicr-
macher. Wat nu de persoonlijkheid betreft, zoo vond hij
veel overeenkomst vooral tusschen Luther en Hyacinthe.
Wat hun uiterlijk aangaat, kon men van beiden getuigen
hetgeen Da Costa, wel eenigszins plat, echter zeer geestig
van den hervormer had gezegd, dat hij namelijk een
monnikje met een buikje was. Maar hoeveel meer over
eenkomst voud men als men beider karakter mót elkan
der vergeleekLuther, de monnik, die, door verontwaar
diging over de misbruiken der kerk gedrongen, op den
grooten dag te Worms getuigde: God helpcmij, ik kan
niet anders, en Hyacinthe die, ook een monnik, ja zelfs
een van de Carmeliter barrevbeters, (dat wil zeggen van
op eene na de strengste van alle orden, terwijl de spreker
er op wees hoe gelukkig het was dat Hyacinthe niet tot
do allerstrengste, dat is de Trappisten-orde behoorde,
aangezien dan die welsprekende mond voor altijd gehou
den zou zijn te zwijgen) op den veroordeeleudeu brief
van het hoofd zijner orde een brief geschreven heeft,
zoo vol overtuiging, geestdrift en zuiverheid van ge
voel,.dat de spreker het niet ongepast vond dien ganschen
bekenden brief nog eenmaal te laten- hooren. Eu dat
deze priester van het catolicisme werkelijk profetenbloed
in de aderen had, dat meende Zaalberg te herkennen in
de edele rol, die hij sedert gespeeld had in Amerika,
alwaar hem uit loutere sympathie tonnen gouds waren
aangeboden, die hij echter fier van de hand had gewezen.
Het is waar, hij had geweigerd naar Rome te komen,
maar, hoewel hij een moedig kampvechter was voor alles
wat rechtvaardig en goed is, wat zou het anders dan een
kwaêjongensmoed geweest zijn, om naar dat Rome te
gaan, waar hij van te voren wist, niets te zullen of te
kunnen uitrichten! Wat echter zou thans zijn lot wor
den? De beproevingen, die hij nog zou moeten doorwor
stelen, zouden eindeloos zijn. Veracht of althans gemin
acht-, bespot of veronachtzaamd door dezelfden die hem
hadden ondersteund in zijn voorspoed, miskend zelfs
wellicht door moeder en zuster, gevleid en bedreigd op
allerhande wijze, want al kruisigt- of verbrandt de
negentiende eeuw niet meer, ze foltert toch door de
slangenbeten van den laster, nagenoeg geheel aan
zicbzelven overgelaten, zou het zeker te vergeven zijn,
wanneer d.e man, gewoon geraakt aan roem en eer, be
hoefte gevoelende om zich te uiten voor de talrijke
schare, eindelijk viel,door te transigeeren met zijne be
ginselen. O, de spreker hoopte, ja vertrouwde dat hij ook
lieke gedeelte van het publiek gaf gedurende den ge-
heelen avond op alle mogelijke wijze zijne veront
waardiging lucht, terwijl vele andere aanwezigen óf
die mauifestatiën tot zwijgen trachtten te brengen óf op
luidruchtige wijze hunne ingenomendheid met de ver
tooning te verstaan gaven. De wanorde was zoo groot,
dat de acteurs met moeite de voorstelling ten einde
konden brengenaan weerszijde groeide de verbittering
steeds aan; ooggetuigen verbalen dat elk oogenblik een
ernstige botsing tusschen de beide partijen onder het
publiek te vreezen was. Een zeer talrijke politiemacht
was aanwezig, maar vermocht weinig. Men zegt zelfs,
dat een sterk piket mariniers gereed werd gehouden om,
zoo noodig, tot herstel der orde mede te werken.
„Heden avond werd het drama ten tweeden male op
gevoerd, en ditmaal herhaalde zich de tooneelen van den
vorigeu avond in nog sterker mate,, zoodat de voorstel
ling middenin moest worden afgebroken, omdat don
acteurs door het tumult het spelen belet werd, en ook om
te voorkomen dat dadelijkheden werden gepleegd.
„Naar men wil weten, heeft het hoofd der gemeente
lijke politie de verdere opvoering van dit drama, dat aan
een groot deel onzer bevolking aanstoot geeft en zoowel
de eensgezindheid onderdo burgers als de rust en orde
in gevaar brengt, verboden. Zooveel is althans zeker,
dat de tegen morgen geannonceerde derde voorstel
ling geen voortgang zal hebben."
Benoemingen en besluiten.
consulaten. Erkend en toegelaten als consul der
Yereenigde staten van Veuezuele te Amsterdam, op den
voet van Nederlandsch onderdaan, C. W. Schröder.
kadaster. Bevorderd tot landmeter le klasse bij het
kadaster W. F. Bruinier, thans landmeter 2e klasse.
registratie. Benoemd tot ontvanger der registratie
en domeinen te Eist H. W. M. Habraken, thans ontvan
ger der registratie en domeinen te Delft; te Delft
W. C. de Man, thans als zoodanig te Eist.
leger. Benoemd bij het wapen der artillerie: bij den
staf van het wapen, tot 2c luitenant-magazijnmeester
der artillerie 3° klasse te Woudrichem de sergeant
J. Scheppers, Yau het 2C regiment vesting-artillerie;
Verplaats in rang en betrekking naar Naarden, de
kapitein-magazijnmeester lc klasse J. G. Bosch te Wil
lemstad; en naar Willemstad, de Ic luitenant-magazijn
meester 2c klasse A. A. Reyns te Woudrichem.
Kerknieuws.
Wij vernemen dat de heer J. A. Heiwig, predikant bij
de Hersteld evangelisch luthersche gemeente te Enkhui
zen, voor het op hem uitgebracht beroep tot predikant
bij de Evangelisch luthersche gemeente te Middelburg
heeft bedankt.
De heer E. F. H. Wolf, predikant bij de Neder-
duitsche hervormde gemeente te Valburg, heeft het
beroep naar Utrecht aangenomen.
Rechtzaken.
De arrondissements-rechtbank te Roermond heeft den
gewezen chef aan de halte te Blerik tot 45 dagen
eenzame opsluiting en eene boete van f 8 veroordeeld
wegens het zonder opzefjkteroorzaken van gevaar voor
een trein, welk gevaar hij had kunnen en moeten voorzien
en waarbij verscheidene personen min of meer gekwetst
zijn geworden. Deze veroordeeling had plaats tengevolge
van het derailleeren van een goederentrein aan bovenge
melde halte, op het einde der maand Juni van het af-
geloopen jaar.
Koloniën.
De gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië heeft
de volgende beschikkingen genomen.
(Javasche courant van den 19c" November.)
civiel departement. Ver le en d: een tweejarig verlof
naar Nederland, wegens ziekte, aan den controleur der
le klasse bij de landelijke inkomsten en cultures H. P.F.
Hoger, en aan den ingenieur der 2c klasse bij den water
staat eu 's lands burgerlijke openbare werken H. Vrcn-
denberg.
Benoemd: tot adsistent-resident van Bandjar-Negara
de ambtenaar op wachtgeld J. F. Haasetot ingenieur
2C klasse bij den waterstaat en 'slauds burgerlijke open
bare werken J. P. van Mansvelt, onlangs van verlof uit
Nederland teruggekeerd; tot len commies bij de alge
meene rekenkamer, de ambtenaar op nonactiviteit K. Bo
gaard; tot telegrafist 2e klasse D. W.Vermeer, onlangs
van verlof uit Nederland teruggekeerd.
militair departement. 0 111 s 1 a gC U Uit Zr. Ms. luili-
tairen dienst, de 2c luitenant der infanterie op nonacti
viteit G. A. Monbemius.
Eervol: als instructeur bij de cavalerie van den
barissan van Madura, de lu luitenant van het''regiment
Oost lndisehe cavalerie J. li. von Michalofski.
Benoemd: tot instructeur bij de cavalerie van den
barissan van Madura, de lc luitenant van het regiment
Oost-Indische cavalerie J. J. Bijlevcld.
marine departement. Verleend: een tweejarig
verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan den komman-
deur voor het vak van scheepsbouw bij het marine-
etablissement te Soerabaija A. A. Kivit.
Ontslagen: eervol, uit zijne betrekking, wegens
ziekte, onder toekenning van wachtgeld, de gezagheb
ber 2c klasse bij den dienst der gouvernements-niarine
L. C. J. Gaster.
Benoemd: tot gezaghebber der 2ft klasse bij den dienst
der gouveruements-marine A. C. Everaars; tot haven
meester te Koepang (Timor), de eerste stuurman bij de
gouvernements marine H. Draijer.
(Javasche courant van den 23c» November.)
civiel departement. Verleend: een tweejarig ver
lof naar Nederland aan den president van de wees- en
boedelkamer te Padang A. Broese van Groenou.
Benoemd: tot ontvanger der inkomende en uit
gaande rechten te Samarang J. M. Admiraal, onlangs
van verlof uit Nederland teruggekeerd; tot adjunct-ont
vanger der inkomende en uitgaande rechten te Batavia,
de hoofdcommies bij den ontvanger der inkomende en
uitgaande rechten aldaar R. van Slooten; tot officier van
justitie bij den raad van justitie te Amboina, de griffier
bij den omgaanden rechter in de tweede afdeeling
m>'. J. de Haastot substituut-officier van justitie bij den
raad van justitie te Samarang, de griffier bij den om
gaanden rechter in de eerste afdeeling mr. L. P. Gips;
tot substituut-officier van justitie bij den laad van justi
tie te Soerabaija, de eerste substituut-griffier bij den raad
van justitie te Batavia me. L. Tb. Schoon tot substituut
officier van justitie bij den raad van justitie te Padang,
de tweede substituut-griffier bij den raad van justitie te
Batavia mr. A. J. Redeleer; tot griffier bij den landraad
te Pamakassan, de R klerk op het residentie-kantoor te
Pamakassan G. L. van Tubergentot tweeden commies
op het bureau van den chet over den geneeskundigen
dienst, de derde commies bij het departement van onder
wijs H. W. Wegener.