MIDDELRURGSCHE
COURANT.
rnmmmmmmm**
N°' 10.
Woensdag
1870.
12 Januari.
Middelburg 11 Januari.
De laatst uitgeschreven leening der Koninklijke Ne-
derlandsche stoombootmaatschappij moet, naar men ons
meldt, als niet gelukt worden aangemerkt.
De Staats-courant van heden bevat de wetten van den
31en December 18 69 tot wijziging der begrooting wegens
den arbeid der gevangenen voor 1868, en tot wijziging
van hoofdstuk V der staatsbegrooting voor het dienst
jaar 1868.
Bij koninklijk besluit van 4 dezer is de betrekking van
controleur van de rijks-telegraaf opgeheven en vervan
gen door die van inspecteur van de rijks-telegraaf.
Bij beschikking van den minister van financiën is de
toelating als leerling voor de telegraphie van C. W. van
Breda, met ingang van den 15cn dezer, op zijn verzoek
ingetrokken.
De gemeenteraad van Groningen heeft tot secretaris
dier gemeente benoemd m^. W. A. Reiger, advocaat al
daar. Op den beuoemde werden 12 stemmen uitgebracht
en op mr. A. Greebe, te Zaandam, 11 stemmen.
Aan een der Haagsche brieven, in do met zorg en
talent geredigeerde Zaanlandsche courant voorkomende
ontleenen wij het volgende:
„Het nieuwe jaar is in de residentie ingetreden met
twee zaken, waar ieder jaar mede aanvangt, en in zoo
verre zijn 1870 en 1869 Jreres jurrlaux,
„Het bal bij den koning en de openingsrede van den
burgemeester.
„Het bal bij den koning.
„Er waren ongunstige berichten ontvangen omtrent
den gezondheidstoestand van H. K. II. prinses Frederik
der Nederlanden, die reeds sedert lang lijdende is: alle
cöïrespondentie-bureanx hebben consigne de se taire.
„Maar het bal was bijzonder luisterrijk; het Vaderland
bezigde die woorden „om een niet zeer nieuwen, maar
voor ditmaal zeer juisten term te gebruiken". Duizcnde
waskaarsen weerkaatsten hare /zuivere en harmonische
lichtstralen in tallooze spiegels en gaven helderen glans
aan de bontste verscheidenheid van rijke en sierlijke
uniformen, het tintelendst borduursel, de prachtigste en,
natuurlijk ook rechtmatigste decoratiën. Oud-ministers
die weêr hunkeren naar bet pensioen of naar een otium
cum dignitcitekamerleden, die gelegenheid vonden door
een warmen handdruk en een warmen wijudronk ver
koelde betrekkingen met de door hen bestreden minis
ters aanvankelijk te herstellen; leden van den raad van
state, die minder moeite hebben een fijn souper te veror
beren, dan een grove schets van een wetsontwerp te
digereerenleden van de rekenkamer, die bij wijze van
instinct de waskaarsen en de rokknoopen telden en ook,
steelsgewijzc, de wanverhouding berekenden tusschen
Tie laagte en de lengte der elegante en kostbare dames
toiletten van allerlei stof en tint; alles warrelde bont
dooreen, en gaf aan dit nieuwjaarsfeest een pracht en
eene wijding, dat men alleen betreuren moet, dat de
Javaantjes ontbraken om eerbiedig op te zien naar den
luister en de hoogheid van den/Grooten Mogol van het
Westen.
„Z. M. droeg de nieuwe generaals-uniformII. M. een
kleed van rood satijn, rijk met bont gegarneerd en voorts
getooid mét een keurigen rijkdom van de schoonste
diamanten; Z. K. II. de prins van Oranje de uniform van
kolonel der huzaren; de overige leden van het vorstelijk
huis, afwezig om redenen van gezondheid.
„Ik vergat u éene zaak te melden: behalve de officie
ren van de zee- en landmacht, zoo hier te lande als in
Nederlandsch Indië, en de schutterij, waren de officieren
van liet koninklijk Haagsche scherpschutterskorps tegen
woordig. Hoe zou anders het feest volmaakt zijn geweest?
Maar wat gij wellicht niet weet, en 'k haast mij u dit te
melden; niet geïnviteerd waren de leden van de
commissie voor het statistiek congres, de directeuren van
het schoolverbond, de inspecteur voor lager- of middel
baar onderwijs, in éen woord allen, die zich wijden aan
de werken des vredes of door uitgebreide ondernemingen
de arbeidskracht van het volk trachten te verhoogen.
Hofbals zijn niet volkomen, indn-n zij niet een bij uitstel:
militair karakter dragen. De koning heeft het opperbe
stuur over de land- en zeemacht! Maar zijn handel,
landbouw en nijverheid niet voor het minst even eerbied*
waardig al worden zij niet door de staatsbegrooting zoo
ruim bezoldigd als vlootvoogden en legerhoofden
IJ euoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan J. Nittering,
honorair secretaris van de Koninklijke academie van
beeldende kunsten te Amsterdam, wonende te Parijs,
tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder
le klasse der orde van verdiensteu van den H. Michael,
hem door Z. M. den koning van Beieren geschonken.
leger Op pensioen gesteld, ten bedrage van f 1035
'sjaars, de kapitein van het regiment grenadiers en
jagers J. C. Smissaert.
Veeziekte.
Het Provinciaal blad van Zeel-and n°. 4 bevat een be
sluit van gedeputeerde staten van den 7''" dezer, waarbij
de beschikkingen bij hun besluit van den 24<?n Augustus
1869 no 1 (Provinciaal blad n°. 88) ter voorkoming van
de verspreiding der longziekte onder het rundvee in de
gemeente Colijnsplaat genomen, voor zoover die bij het
besluit van den 12c" November jl. n°. 73 (Provinciaal
blad n°. 113) zijn gehandhaafd, buiten werking worden
gesteld.
Daarentegen hebben gedeputeerde staten blijkens
publicatie in de Zierikzeesche Nieuwsbode van heden
verklaard dat, ter voorkoming van de verdere versprei
ding der zich onder St.-Annaland en Oud-Vosscmeer
vertoond hebbende longziekte onder het. rundvee, de 1
onteigening noodig is van 17 ossen en 3 koeien, zich
bevindende op de hofstede van de gemeente St.-Anna
land, tocbehoorende aan den heer Felix Wittouck, grond
eigenaar, wonende te St.-Pieter Leeuw (België)alsmede
van 2 koeien, 1 vaars en 2 vaarskalveren, zich bevin
dende op de stallingen van M. Schrauweu onder Ond-
Vossemecr.
Rechtzaken.
Voor de arrondissements-rechtbank te Goes is gisteren
behandeld de zaak tegen de Maatschappij tot exploitatie
van staatsspoorwegen, wegens het vijf malen in Novem
ber en December jl. telaat aankomen van treinen. Het
openbaar ministerie heeft schuldigverklaring gerequi-
reerd aan overtreding van de artt. 22 en 44 al. 2 der wet
op de spoorwegen en veroordeeling tot vijf geldboeten
elk van f 100, of subsidiaire gevangenisstraf van veer
tien dagen voor elke boete, alsmede in de kosten van
het geding.
Mr. J. H. de Laat de Kanter die als gemachtigde
voorden beklaagden directeur-generaal der maatschappij,
den heer 's Jacob, optrad trachtte daarentegen aan te
toonen dat het te laat aankomen van treinen nergens
strafbaar is gesteld, en in allen gevalle deze beklaagde
aan geene overtreding schuldig was. Zijne conclusie
strekte mitsdien: 1°. dat de rechtbank moge verklaren,
dat het geïtnputeerde feit noch misdaad, noch wanbedrijf,
noch overtreding oplevert, en de beklaagde alzoo van
alle rechtsvervolging worde ontslagen en 2e dat, als de
rechtbank eene tegenovergestelde meening heeft, de
beklaagde niet strafschuldig worde verklaard, als
niet voor de late aankomst aansprakelijk, en hij alzoo
worde vrijgesproken; de kosten in beide gevallen te
dragen door den staat.
Na re- en dupliek is de uitspraak bepaald op a.
Maandag.
Het provinciaal gerechtshof in Zuid-Holland heeft
gisteren morgen uitspraak gedaan in zake het appèl van
Jacobus Spanjersberg Jzn., drukker en uitgever van het
Volksblad te Rotterdam.
Het vonnis des eersten rechters is bij die uitspraak
verbeterd wat de motieven betreft, het wederzijdsch
ingesteld beroep is teniet gedaan en het vonnis vernie
tigd, en op nieuw rechtdoende is de appellant-geïnti
meerde schuldig verklaard aan de hem ten laste gelegde
misdrijven en veroordeeld tot eene gevangenisstraf van
twee maanden en twee geldboeten, groot f 25 en f 8.
Koloniën.
De heden per mail uit Oost-Indië hier aangebrachte
berichten loopeu tot 30 November jl.
Volgens het Bataviaasch handelsblad zouden met
1 Januari jl. verscheidene ambtenaren wegens \olbrach-
ten diensttijd worden ontslagen, zoodat voor de jonge
ambtenaren een schoon vooruitzicht op bevordering en
voor hen die op wachtgeld zijn gesteld op eene spoedige
plaatsing bestaat.
De bezwaren, die nog bestonden tegen eene invoe
ring van het onderwijs in de Frausche taal op de open
bare eerste lagere scholen in Nederlandsch-Indië, zijn
opgeheven. Dientengevolge zou met 1 Januari 1870 op
die scholen (Batavia, Samarang, Soerabaya, Soerakarta,
Djokdjokarta, Makasser en Padang) een aanvang wor
den gemaakt met het onderwijs in de beginselen van de
kennis der Fransche taal, en mitsdien uivoering worden
gegeven aan het 2e lid van art. 1 van het reglement van
orde, tucht en beheer voor de openbare lagere scholen
in Nederlandsch-Iiulië (Staatsblad 1868, n°. 82).
Uit de Wester afdeelingvan Borneo wordt gemeld
dat den B» Novemberjl.de openbare school in de hoofd
plaats Pontianak, de eerste in dat gewest, is geopend.
De Ja va-bode wederspieekt de geruchten dat in
de residentie Banjoemaas weder eene overstrooming zou
hebben plaats gehad.
Aan het in de Staatscourant van jl. Zaterdag opgeno
men algemeen verslag van den kapitein ter zeeB. D. van
Trojen, kommaudant van Zr. Ms. stoomschip vice-admi-
raal Koopman en stations-kommandant ter Kust van
Guinea, betreffende de krijgsverrichtingen tegeu (Jom-
raendak, waarbij tevens is overgelegd het aan dien hoofd
officier gericht rapport van den luitenant ter zee le klasse
P. ten Bosch, kommandant der landingsdivisie, is het
volgende ontleend
„Kampement te Commany, 19 November 1869.
„Ik heb de eer uhoogedclgestreuge hiernevens ver
slag uit te brengen van de voorvallen en verrichtingen
op den tocht naar Cominendah, en de daarop gevolgde
tuchtiging en vermeestering van dat krom en van het
aldaar gelegen fort van dien naam.
„Nadat in den vroegen morgen van 10 November jl. de
bij beschikking van 8 November, n°.3, onder mij gestelde
macht zich op de landingsplaats te Elmina had opgesteld,
kon na eeuige vertraging, veroorzaakt door het niet aan
wezig zijn van het vastgestelde getal dragers en de
grootste moeilijkheid om meerdere te \erkrijgen,te7 uren
de tocht worden aangevangen en opgemarcheerd naar
het 2 uren westwaarts gelegen krom Ampenie. De ge
zamenlijke macht, waarmede werd opgerukt, bestond uit:
1°. het B peloton der landingsdivisie van Z>'. Ms. scliroef-
stoomschip Vice-Ami raai Koopman2°. de halve landings,
divisie van Zr. Ms. schroefstooraschip de Amstel3°. 2
pelotons Afrikanen, onder bevel van den B" luitenant ter
Kuste van Guinea Joost; 4°. 20 oudgedienden, Afrikaan -
sclie soldaten van het Oost-Indische leger, voorts 1 tolk,
5 gidsen en 55 dragers.
„De medegevoerde artillerie was een houwitser van
12 duim, 1 mortier van 12 duim, beide ruim voorzien van
araunitie. In het geheel sterk'98 Etiropecsche officieren
en manschappen en 95 Alrikaansche soldaten, was deze
niet onaanzienlijke macht met verzorgende hand over
vloedig voorzien van alles, wat tot de operatie noodig
kon zijn en wat strekken kon om de vermoeienissen te
kunnen weerstaan, die zoo ruimschoots verbonden zijn
aan een tocht in deze streken.
„De manschappen, doelmatig gekleed waren van twee
dagen campagnevivres en ieder man van 50 patronen
voorzien. De medegevoerde amunitic bestond uit 4 muni-