MIDDELBURGSCHE COURANT. r 9. Dinsdag 1870. Januari. Middelburg 10 Januari. Heden namiddag is de eerste kamer der staten-gene- raal weder vergaderd, zoodat de begrootingsdiscussiën vermoedelijk morgen of overmorgen een aanvang zullen nemen. De Staats-conrant van Zondag 9 en Maandag 10 Ja nuari bevat de wetten van den 31C|> December 1869 tot vaststelling van hoofdstuk VII b der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1869; die houdende vaststelling der begrooting wegens den arbeid der gevangenen voor 1870; die waarbij een krediet wordt toegestaan ter vol doening eener tot het dienstjaar 1867 behoorende onver- evende vordering ten laste der begrooting van Neder- landsch-Indië; die tot wijziging der begrooting van Nederlandsch -Indië voor het dienstjaar 1868 (Hoofdstuk I. Uitgaven in Nederland); en die tot wijziging en ver hooging der begrooting van Nederlandsch-lndië voor het dienstjaar 1869 (Hoofdstuk I. Uitgaven in Nederland). Van de Maatschappij tot exploitatie van staatsspoor wegen zijn sedert 1*Januari 1869 gemiddeld in exploi tatie 839 kilometer tegen 744 kilometer in 1868. De totale ontvangsten hebben in 1869 bedragen f 3,549,457.34-t, zijnde f 545,572.12 meer dan in 1868. Gemiddeld per dag en per kilometer was de opbrengst in 1869 f 11.60 in 1868 f 11.03. Als bewijs van hoe groot belang men te Vlissingen het tot stand komen der Amerikaansche lijn acht, wordt ons gemeld dat aldaar in de leening der Koninklijke Nederlandsclie stoomboot-maatschappij voor p. m. f70,000 is deelgenomen, hetwelk voor die gemeente zeer aanzien lijk wordt geacht. De wijze waarop onze Amsterdamsche correspon dent zijn onderwerp in onderstaanden brief behandelt, noopt ons van onze gewoonte, om van dergelijke lezin gen geen verslag te geven, ditmaal af te wijken. „Gisteren hield de predikant Zaalberg in de zaal Frascati eene lezing over het oecumenisch concilie en over pater Hyacintke. De zaal,die zeker meer dan dui zend menschen bevatten kan, was ruim half vol. Wan neer men nagaat dat in verscheiden theaters geliefkoosde voorstellingen werden gegeven, en de heer Cremer dien zelfden avond in de Odeon-zaal zijn beroemd „Pauwen- veerken" voordroeg, zal men moeten erkennen, dat het aantal aanwezigen aanzienlijk mag worden genoemd. De onderwerpen waren dan ook wel geschikt om nieuws gierigen te lokken, want wie is er die tegenwoordig niet wat over het concilie en, in verband daarmede, tevens over den beroemden Parijsohen kanselredenaar, wil hooren en medepratenDe improvisatie want lezing is al e .n zeer slecht gekozen woord voor eene voordracht, waarbij de redenaar zelfs geen stukje papier voor zich had de improvisatie was allerbelangrijkst en getuigde zoowel van groot talent en geoefendheid als van innige diepe overtuiging, zoowel van dichterlijk heid, zich voornamelijk uitsprekende in verheven beeldspraak en levendige schilderingen, als van tinte lenden geest,zich openbarende in bijtende satire, in sner pende zweepslagen. „Hij ving aan met ons te voeren over de Alpen naar die stad der zeven heuvelen, die zichzelve de eeuwige stad noemde, en zeker, al ware daarin ook dichterlijke grootspraak, dien naam meer verdiende dan ecnige an dere der wereld. Hij bracht ons daar, zeide hij, niet om de kunstschatten te bewonderen, den geest des volks te leeren kennen, neen hij zou alleen datgene beschouwen, wat ons Nederlanders, hetzij dan protestanten of catho- licken, bepaald aanging en dat was: het concilie. Hij betoogde dat, hoewel er reeds een twintigtal concilies geweest zijn, geen enkel zoo grootsch, zoo veelbeteeke- mend was geweest als dit. Wat waren toch die vergade ringen in vorige eeuwen? In de middeleeuwen niet anders, hoewel ze ook toen oecumenisch dat heet: algemeen werden genoemd, dan priestervergaderin- gen, waarin zaken van ondergeschikt belang werden be handeld om dezen of genon kerkelijken twist bij te leggen. Later was. het concilie van Trente bijeengeroepen door de priesterschap om, naar aanleiding der hervorming van Luther, na te gaan in hoeverre men de roomsche kerk wijzigen moest of niet. Dat concilie duurde vele jaren en kon niet altijd geregeld gehouden worden. Het ein digde met een driewerf anathema tegen alle ketterij. Het concilie te Constanz gehouden was bepaald tegen den persoon des pausen gericht en daarbij werd paus Johannes, die den heiligen stoel onteerde, van zijne waar digheid vervallen verklaard. Hij ging na hoe al deze concilies als zoovele van den paus onafhankelijke licha men gewerkt hadden, hoe daar ten allen tijde strijd was gevoerd tusschen de Dnitsche en Italiaansche catholie- ken, hetgeen zich ook uitsprak in de plaatsen, waar het concilie gehouden werdslechts bij uitzondering te Rome, maar dan eens aan deze, dan weder aan gene zijde der Alpenniet zelden in of nabij het Zwit- sersche gebied, om, kon het zijnbeide partijen te bevredigen. En nuwashet depaus zelf, die allen uitnoo- digde om tot hem in de Petrusstad te komen vergaderen Daar was geen strijd meer over de plaats der samenkomst. Nu kwamen alle prelaten van alle streken der catholieke wereld tot hem. O, men mocht dat concilie een gevaarlijk spel, de laatste zet op het schaakbord, een Jo be or not to benoemen het schouwspel, thans in Rome gespeeld, is te grootsch en eerbiedwaardig om er met spotternij over te spreken. Daar toch was alles bijeengekomen wat het catliolicisme voor eerbiedwaardigs, geleerds, voor naams vertoonen kan, en eene bewering dat al die brave grijsaards immers grijsaards r.ijn de meestenuit sluitend zouden gekomen zijn voor politieke doeleinden, zou getuigenis geven van bekrompenheid, althans van protestantsche eenzijdigheid. Neen, het concilie had een groote en grootsche beteekenis. Welke? Dat was duide lijk voor wien verband zocht in de zaken die geschieden. Voor weinige jaren heeft deze Pius IX den syllabus uit gevaardigd en wat is die syllabus Niet meer of minder dan eene veroordeeling van den tijdgeest, van alles wat onzen tijdgeest kenmerkt. Roerat gij op uwe grootsche werken, man der negentiende eeuw, die werken zijn door God veroordeeld, die uw Babyion zal vernielen en uwe sprake zal verwarrenMaar waren alle catbolieken het nu met dien syllabus eens? Voorzeker niet, en men be weerde daaraan ook niet gehouden te zijn, want... de paus was niet onfeilbaar! Daarom moet de onfeilbaarheid worden vastgesteld, dan zal de syllabus wet geworden zijn, dan zal er ook geen concilie meer noodig zijn, wan t dan zal over geen vraagpunt der catholieke kerk meer kunnen of behoeven getwist te worden. De Godmensch, de paus zal alles beslissenEn dat die onfeilbaarheid zal vastgesteld worden, daaraan valt niet te twijfelen (althans volgens de meening des redenaars). Het is waar eene vrij groote oppositie had zich gevormd, doch men ziet die allengs dunner en dunner worden. Dit concilie zet de kroon op de allerroemrijkste regeering van dezen in alle opzichten hoogst achtenswaardigen kerkvoogd, die, ja niet in allen deele heeft beantwoord aan de ver wachtingen, die de liberale Italianen van hem koester den, toen hij voor vijf en twintig jaren als-Mastai Feretti den pauselijken zetel innam, maar toch te midden van vele wederwaardigheden, zoo zelfs dat hij eenmaal heeft moe ten vluchten naar Gaeta, zijne majesteit in al hare heer lijkheid heeft weten te bewaren, en die, door Gods ge nade, zoolang heeft mogen heerscheu, dat, als God den volkomen welvarenden grijsaard nog een jaar levens gunt, hij de eenige paus is die even lang als neen zelfs langer dan Petrus de sleutels van Rome heeft be waard. „Het concilie is dus een protest tegen den tijd waarin wij leven. Eu heeft het als zoodanig dan hoegenaamd geen raison d'etre? Is dan alles waarlijk zóo schoon, wat ons tegenwoordig in de oogen blinkt. Voorzeker, kerk en staat moeten gescheiden zijn, maar is het daarom goed dat men niet alleen de kerk, maar ook den gods- dienstbescliouwtals iets,liggende buiten de maatschappij Gewis, het onderwijs moet van den priesterdwang ont heven zijn, maar behoeft daarom alle godsdienstige lei ding ook uit het onderwijs verbannen te worden? Het'is zoo, daar moet vooruitgang zijn, de industrie moet lan den scheiden en werelddcelen verbinden om alles en alles dienstbaar te maken aan den mensch, maar moeten daarom de rookwolken bij dag, de vlammen bij nacht, die opstijgen uit de schoorsteenen, de torenspitsen der kerken bezoedelen Is het goed dat het zelfs mode wordt geen God te erkennen, zoodat, wanneer men aan vele jongelieden vroeg, wie is uw God? zij zouden moeten antwoorden: mijn God is het gouden kalf! Waarlijk zeide de spreker, wanneer men zich al onder de moder nen telt, men hoeft daarom nog niet fier te zijn op alle leuzen, die ook zij met zoo luide kelen hooren laten! „Wanneer wij dus de overdrijving in den syllabus ter zijde schuiven, is er zeer veel wat door den pau3 bestre den wordt en door een ieder, die het wel meent, moet worden aangevochten, maar aan de andere zijde, er is zooveel goeds, zooveel schoons, zooveel breeds en ruims in de opvattingen van onze eeuw. Vooral, daar is zoo veel -zuiverder begrip van godsdienst. Ja, zoo niet alge meen, velen toch hebben leeren inzien dat kerk en godsdienst niet éen zijn, dat ze in tegendeel veeleer als vijanden moeten worden beschouwd. De kerk is be krompen en liefdeloos, de godsdienst allen en alles in zich opnemend en liefderijk voor al wat beminnelijk is niet alleen, maar ook voor den mensch die niet bemin nelijk is. De kerk gebonden aan vormen, de godsdienst vrij en onafhankelijk van alle vormeu. De kerk priester gezag, niet alleen bij de roomschen, ook bij de protes tantsche facties, de godsdienst het rijk Gods, dat zich voortplant in het .gemoed van igderen mensch. Meent men met kerk een huis waar men God wil dienen, een leerschool voor den mensch, dan is een kerk zeker nood zakelijk, althans hoogst nuttig, maar het denkbeeld van de kerk is verderfelijk, godsdienstdoodend, en zij die beweren dat. Jezus, de eenvoudige Jezus, eene kerk zou hebben gesticht, zij hebben hem niet begrepen en gruwe lijk miskend. Neen de kerk heeft Jezus gedood, de gods dienst schonk hem kracht tot aan zijn laatsten snik aan het kruis, en het geheele leven van Jezus was niets anders dan de strijd van den godsdienst tegen de kerk. Waar eenmaal zulke denkbeelden, zij het ook na achttien eeuwen, zich een weg banen, daar wanhope men niet aan de toekomst, daar mogen kerkelijke concilies gehou den worden, daar moge zelfs, het is niet oumogelijk, de roomsche prachtvertooning de oogen der catholieke wereld en zij vertegenwoordigt honderd vijftig milli- oenen zielen voorgeruimen tijd nog verblinden, de echte, de waarachtige godsdienst zal ten slotte overwin nen, en het Excelsior zal niet te keeren ziji>. „Zie hier eenige denkbeelden van hetgeen de heer Zaalberg ons in de eerste afdeeling aan het concilie gewijd voordroeg. Alleen die improvisatie duurde van kwart voor achten tot. half tien. Wat hij ons na de pauze over Hyacinthe liet hooren, was nagenoeg even belangwekkend." Benoemingen en besluiten. belastingen. Verplaatst de adjunct-controleur der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijn- sen B. II. J. F. Endtz, van Leiden naar Rotterdam (om werkzaam te zijn in de controle der in- en uitgaande rechten en accijnsen aldaar)en benoemd tot adjunct controleur der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te Leiden, F. A. J. A. van Galen, thans ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Horst c. a. Opgeheven het ontvangkantoor der directe belastingen en accijnsen te Hoogeloon, voor de gemeenten: Ilooge- loon, Vessem, Hooge en Lage Mierde, Oost-, West- en Middelbeers, Eersel en Duizel; het ontvangkantoor der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijn sen te Reusel, voor de gemeenten Reusel en Bladel ingesteld: een nieuw ontvangkantoor der directe belas tingen en accijnsen te Bladel, voor de gemeentenBladel,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1