Gemengde berichten.
chef over deu geneeskundigen dienst; bij het garnizoen
Salatiga, de officier van gezondheid 1* klasse P. A.
Bol, van het groot militair hospitaal te Samarang; bij het
groot militair hospitaal te Samarang, de officier van ge
zondheid 1« klasse M. H. de Yogel, van het garnizoen te
Salatiga, en de apotheker 3e klasse G. C. de Groot, van
het groot militair hospitaal te Soerabaija.
marine departement. Ontslagen: op verzoek, eer
vol, uit zijne betrekking wegens ziekte, onder toeken
ning van wachtgeld, de 1« machinist bij de gouverne
ment^ marine J. Keulemans.
(Javasche courant van den 16™ November.)
civiel departement. Verleend: een tweejarig ver
lof naar Nederland, wegens ziekte aan den commies op
liet bureau van den adsistent-resident en magistiaat te
Maeasser H. J. C. van der Star.
Ontslagen: eervol, uit 's lands dienst, met behoud
van recht op pensioen, de adjunct ontvanger der inko
mende en uitgaande rechten te Batavia W. Ritter.
Benoemd: tot ontvanger der inkomende en uit
gaande rechten te Batavia, de ontvanger der inkomende
en uitgaande rechten te Samarang C. Kuhr; tot contro
leur 2<-' klasse bij de landelijke inkomsten en cultures, de
ambtenaar ter beschikking H. van Steeden.
militair departement: Verleend: een tweejarig
verlof naar Nederland, aan de kapiteins der infanterie
C. J. G. de Bruin en H. van Ileyningen.
In de gisteren gehouden zitting van het hof van
assises der Seine is de behandeling aangevangen van
het rechtsgeding tegen Jean Baptiste Troppmann.
Troppmann is twintig jaren oud en heeft een zeer jeug
dig voorkomen. Bij zijn verhoor, alvorens met.het hooren
der getuigen een aanvang wordt genomen, blijft de be
schuldigde volharden bij zijne opgave dat andere perso
nen, wier namen hij echter weigert te noemen, de moor
den hebben gepleegd, waarbij hij echter tegenwoordig is
geweest. Deze opgave is evenals in strijd met degenen,
welke hij in een zijner verhooren in de instructie voor
den procureur-generaal Desarnant heeft afgelegd. Hier
op werd door den president nadrukkelijk gewezen, die
voorts herinnerde hoe uit de stukken bleek dat Tropp
mann vooral onder zijne broeders en zusters door zijne
moeder werd voorgetrokken, die hem in alles zijn zin
gaf en zijne fouten verontschuldigde. De domineerende
elementen van zijn karakter waren steeds zekere heftig
heid en een sombere melancholische geneigdheid om
tot allen prijs fortuin te maken. De rechtzaal was
natunrlijk lang voor den aanvang der zitting, te half elf
uur, gevuld met zooveel personen als zij maar bevatten
kon, waaronder een groot aantal tot de aanzienlijkste
kringen behoorende dames. Mr. L-chaud treedt als door
den beschuldigde gekozen verdediger op. Behalve de
twaalf bij het lot verkozen gezworenen, worden twee
plaatsvervangers aangewezen.
Bij de opening van deu schouwburg te Bristol op
eergisteren was de menigte, welke zich aan de deuren
verdrong, zoo groot, dat achttien personen onder den
voet geraakten en het leven verloren
Gisteren is de Fransche senator de Bourqueney
overleden. Hij was een der onderteekenaars van het
tractaat van Parijs, waardoor aan den oorlog in het Oos
ten een einde werd gemaakt, lu den senaat behoorde hij
tot de partij, welke de wereldlijke macht van den paus
verdedigt.
De uiterste wil van den heer Peabody aangaande
zijne nalatenschap in Engeland, die 400,000 p. st. be
draagt, is bekend geworden. Na te hebben beschreven
dat zijn lijk in zijne geboorteplaats, Danvers, zal worden
begraven, en na twee legaten aan particulieren ver
maakt te hebben, het eene van 2200, het andere van
1000 p. st., vermaakt hij aan de door hem benoemde com
missarissen van het Peabody-donatiefonds voor het
bouwen van woningen voor de arbeidende armen van
Londen eene som van 150,000 p. st. Vervolgens benoemt
hij sir Curtis Miranda Lampson en den heer Charles
Reed tot uitvoerders van zijn uitersten wil voor zoover
zijne bezittingen in Engeland aangaat, en vermaakt hij
aan elk hunner voor hunne bemoeiingen een som van
5000 p. st. Eindelijk vermaakt hij aan de heeren George
Peabody Russel, R. Singleton Peabody,en Charles W.
Chandler, zijne excecuteurs-testamentair in Amerika,
vooreerst voor hunne bemoeiingen aan elk 5000 p. st.,
en voorts benoemt hij hen tot erfgenamen van al zijne
reëele en persoonlijke goederen.
Een Deenscli lithograaf heeft, volgens een Kopen-
haagsch dagblad, aan de bank aldaar een pak bankbil
jetten gezonden, door hem, door middel van photolitho-
graphie vervaardigd, die in geen opzicht van de echte te
onderscheiden waren. Geen der ambtenaren zag kans de
valschheid daarvan aan te toonen. De photograaf gaf
in een begeleidend schrijven aan de directie te kennen
dat hij en dus ook ieder ander in staat was, alle
papieren van geldswaarde even getrouw na te bootsen.
Zeker zal de wetenschap met deze zegepraal hooger zijn
ingenomen dan de directie van banken enz.
Het plan om Calais en Dover door een tunnel te
verbinden schijnt geheel opgegeven te zijn wegens de
enorme kosten aan die ondernemipg verbonden en die
op 120 millioen gulden gesteld worden. De Londensche
onderaardsche spoorweg, die bijna 5 millioen gulden per
mijl gekost heeft, brengt, in weerwil van het drukke
verkeer, slechts 4 pet op. Om eenigszins te kunnen ren-
deeren. moeten dagelijks 25000 reizigers tegen f 3 per
persoon door den kanaal-tunnel vervoerd worden. Bo
vendien zou de duur van het onderzeesche werk ook een
groot bezwaar opleveren. De Theems-tunnel toch, die
1200 voet lang en 33 voet breed is, cn meer dan 7 mil
lioen gulden gekost heeft, werd in het jaar 1824 begoa.
nen en eerst in 1843 opengesteld.
Zaterdag avond is te Antwerpen door een dieast-
meid eene portefeuille gevonden, welke, naar men zegt,
niet minder dan een half millioen aan bankbiljetten in
hield. Tot nutoe beeft de eigenaar zich nog niet doen
kennen.
Mot de werkzaamheden aan de droog te maken
plassen in Schieland beoosten Rotterdam maakt men
goede vorderingen. De ringdijk is voltooid en van het
water reeds omstreeks, vier decimeters afgemalen, dat
over een oppervlakte van drie a vier duizend hektaren,
bij weder als dat van den laatsten tijd, veel genoemd kan
worden. Zonder buitengewone omstandigheden ver
wacht men den polder, die den naam van „Prins Alexan-
der" zal dragen, nog voor den winter van 1870 op 1871
droog te zullen zien.
In het jaar 1868 hebben 5007 Zwitsers hun vader
land verlaten; ruim 4755 zijn naar Amerika vertrokken.
Het vergaan van de Gorgone, een advies-yacht der
Fransche marine, is voor eenige dagen door de telegraaf
gemeld. Het aan land drijven van planken en goederen
tot het schip behoorende heeft de ramp aan het licht
gebracht. Twee marineschepen zijn al de kleine eilan
den langs de Fransche kust in het Noorden gaan door
zoeken om te zien, of zich daar ook op een of andere
rots eender schipbreukelingen bevond. Zij hebben niets
gevonden. De Gorgone, door den storm overvallen, heeft
waarschijnlijk de haven van Brest willen bereiken, doch
door het weer misleid, gestooten op een der klippen
ten Zuiden van Ouessant. Het schip had 120 man aan
boord
Volgens telegrafische modedeeling uit Amerika dd.
24 dezer, heeft hc't gerechtshof van den staat New-York
bevel gegeven tot schorsing van den president Js. Me.
Henry met de geheele directie der Atlantic en Great-
Western Spoorwegmaatschappij." {Algemeen dagblad
In het Russische leger wordt tegenwoordig op liet
voorbeeld, door Pruisen gegeven, een cursus voor officie
ren en onderofficieren gehouden omtrent alles wat met
de spoorwegen in betrekking staat. Niet slechts leeren
de onderofficieren een trein besturen, maar ook de meest
voorkomende gebreken aan machine en weg leeren zij
herstellen, opdat zij in staat zouden zijn om wegen, dooi
den vijand verlaten of vernield, weder te herstellen en
voor het vervoer van troepen en krijgsvoorraad in orde
te brengen.
Het getal bladen door negers voor negers geschre
ven neemt, in Noord-Amerika voortdurend toe. Zoo ver-
schijnt in San-Francisco de Elevator in 2300 exemplaren,
en ook de Pacific Appcal is een negerblad. Do New Or-
leans Tribune, een dag- en weekblad, verspreidt 10,000
exemplaren. Ook in New-York enPhiladelpbia heeft men
verschillende bladen, die met toenemend succes door
negers, ten behoeve hunner stamgenooten geschreven
en uitgegeven worden.
Een curieus proces is te Londen aanhangig. Zekere
Stewart beweert, dat hij een wissel, die in handen is
van zekeren Gélot te Parijs, niet behoeft te betalen.
Daaraan is niets buitengewoons, maar het curieuse is
dat Gélot dien wissel in betaling beeft ontvangen van
niemand meer of minder dan mevrouw Lopez in Para
guay. De heer Stewart was als geneeskundige jaren
lang bij Lopez in dienst geweest, en had aan mevrouw
Lopez dien wissel ter hand gesteld, dat erkende hij
doch hij beweerde, daartoe gedwongen te zijn geworden
door bedreigingen tegen zijn leven.
Mevrouw Lopez heet van zichzelve Lynch. Van af
komst is zij waarschijnlijk eenlersehe. Later is zij met
een Fransch officier van gezondheid getrouwd geweest
had daarna op zichzelve geleefd te Parijs, aldaar kennis
gemaakt o. a. met Lopez, is hem naar Paraguay gevolgd
en heeft sedert haar bevoorrechte plaats aan de zijde
van den tyran weten te behouden, en zelfs den schrik,
dien Lopez onder zijn geheele omgeving inboezemde,
weten te gebruiken om zaken te maken, op de wijs als
dr- Stewart ondervonden had. Een aantal getuigen,
waaronder de gewezen Amerikaansche gezant in Para
guay, de heer Washburne, legden verklaringen af over
de wreedheden van Lopez, en over bet mindere of meer
dere gevaar, dat er voor Stewart in gelegen zou hebben
om aan madame Lynch den wissel te weigeren. Onge-
loofelijke bewijzen van de wreede tyrannie van den dic
tator van Paraguay werden bijgebracht. Een Fransch
kapper had gezegd, dat. mad. Lynch valsch haar droeg, en
had die woorden met een gevangenisstraf moeten boeten,
welke zoo hard was, dat de kapper, na eenigen tijd in
vrijheid gesteld, overleed. Er was reeds bij Lopez
sprake van geweest om dr. Stewart, toen hij den wissel
niet wilde geven, een aanklacht voor den militairen
rechter aan te doen. En alle getuigen, die in Paraguay
geweest waren, erkenden dat zulk een proces volmaakt
gelijkstond met een doodvonnis. De uitspraak moet
j later komen.
Eenigen tijd geleden zou voor den ambtenaar van
j den burgerlijken stand te Algiers een huwelijk voltrok -
j ken worden. Die ambtenaar verlangde de toestemming
van de moeder en vroeg of deze aanwezig was. Een luid
door eene basstem voortgebracht „Ja" liet zich hooren.
i De maire opziende, zag een soldaat van lange gestalte
voor zich en zeide: „goed, dat man de moeder voorbren-
ge, want hare toestemming en hare handteekening wor
den hier vereischt." Men kan begrijpen hoe de aanwezi
gen zich verwonderden, toen de soldaat met forschen
pas den ambtenaar naderde, op militaire wijze salueerde
en sprak„gij verlangt de moeder der bruid, hier staat
zij voor u," „Ik verzoek dat gij u verwijdert, mijnheer,''
antwoordde de ambtenaar, „ik verlang geen tusschen-
persoon, maar ik moet de moedor hebben, zeg ik u,
i de moeder!" „En ik zeg u," herhaalt de soldaat, „dat zij
voor u staat, ik heet Marie L..., ik ben 36 jaren in
dienst, heb veldtochten medegemaakt en den rang van
sergeant verkregen, hier zijn mijne papieren, mijne
aanmonstering, de vergunning om de uniform te mogen
dragen en mijne benoeming tot sergeant majoor." De
I maire, die zich niet genoeg over de basstem verwonderen
kon, onderzocht de stukken nauwkeurig, vond alles in
de beste orde cn voltrok liet huwelijk van het bruids
paar. Of daarop ook Huygen's bekend versje van
toepassing is:
//Waarachtig is het, maar
Dat is iets min als waar,"
mogen onze lezers zelve beoordcelen. NRolt. cour.)
j - Van een wreed mensch wordt gezegd dat hij een
Nero is, inaar men kon hem ook waarlijk wel een Amu-
rat noemen naar den vierden Turksclien heerscher van
dien naam, een vorst van wien ongelooflijke trekken van
wreedheid verhaald worden. De Fransche schrijvers
Cremieux, Jaime en Hervé hebben in een door hen ver-
vaardigd tuoneelstukje „les Turcs" getiteld, dienzelfden
I vorst voorgesteld zooals hunne fantasie hun ingaf en hem
den titel gegeven van Zijne zwaarlijvigheid. Dat die
zwaarlijvigheid geen wreedheid uitsloot mogen de vol
gende trekken getuigen. Eens liet hij eenige vrouwen
verdrinken die in den omtrek van zijn paleis dansten en
j lachten en hem daardoor wakker hadden gemaakt. Een
andermaal deed hij dertig derwischen onthoofden, omdat
zij zijn paard hadden doen steigeren, door van den grond
op te rijzen om hem te zien voorbijrijden. Hij liet een
Venetiaansch koopman geheel naakt ophangen omdat
hij het gewaagd had uit zijn huis met een verrekijker
naar den harem te kijken. Daar hij een afkeer van tabak
had, deed hij de rookers allerlei kwellingen ondergaan-
soms deed hij hen door paarden van elkander rukken ot
door hamers verpletteren. Een andere stafoefening die
men aan hem te danken heeft, bestond daarin dat men
de lieden van hooge rotsen liet vallen; aan de zijden
van den afgrond waren echter ijzeren haken aangebracht,
zoodat de ongelnkkigen daaraan met den buik of met de
zijden bleven haken en langzaam in stukken scheurden.
Hij oefende zich gaarne in het handwerk van den beul
door, zonder onderscheid te maken, eenige hoofden af te
houwen. Somtijds beving hem een onweerstaanbare
moordlust; dan vloog hij zijn paleis uit en doodde naar
hartelust de lieden die door de straten van Stamboul
liepen. Van het balkon van zijn paleis met pijlen op zijn
onderdanen, te schieten was nog een zijner minst wreed
aardige handelingen. Op zijn sterfbed beval bij dat zijn
broeder vermoord moest worden. Men zeide hem dat de
executie volvoerd was; doch daar hij vermoedde dat men
hem bedroog, wilde bij liet lijk zien en toen men aarzel
de om dit te doen sprong hij het bed uit om zijn slacht
offer te zóeken doch viel oogenblikkelijk dood neder.
Van zulk een tijger mag niet ondersteld worden dat
hij veel van scherts gehouden heeft, en daarom zou het
ook niet geraden zijn geweest hem tijdens zijn leven,
den bovengenoomden titel gegeven te hebben.