MIDDELBURGSCHE COURANT. N0- 258. Woensdag 29 December. 1869 öhmenlcmö. Middelburg 28 December. Benoemingen en besluiten. Kerknieuws. Gemengde berichten. MTIONALE MILITIE. De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen, Gezien art. 19 der wet van den 19™ Augustus 1861 (Staatsblad n». 72) maken bekend dat het register tot inschrijving van alle mannelijke ingezetenen, die op den l«n Januari aanstaande hun 19J» jaar zullen zijn ingetreden derhalve zij, die in 1851 zijn geboren zal gereed liggen ter gemeente-secretarie van den 1''° tot en met den 31™ Januari 1870, van des voormiddags 10 tot des namiddags 3 uren; dat voor ingezeten wordt gehouden 1». hij, wiens vader, of,'is deze overleden, wiens moe der, of zijn beide overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van den 28™ Juli 1850 (Staatsblad n».44d; 2". hij, die geen ouders of voogd hebbende, gedurende-; de laatste achttien maanden, voorafgaande aan den 1" Januari van het jaar, waarin h ij zich moet laten inschrij ven, in Nederland verblijf hield; 3». hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het rijk verblijf houdt; dat niet voor ingezeten wordt gehouden de vreemde ling, behooreude tot eenen staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen (art. 15 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad n». 72) dat hij, die eerst na het intreden van zijn 1911» jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20st« ingezeten wordt, verplicht is, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij burgemeester en wethouders der ge meente, waar de inschrijving volgens art. 16 moet ge schieden (art. 20 der wet) dat voor de militie niet wordt ingeschreven 1». de in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is 2». de in een vreemd rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten 3». de zoon van den Nederlander, die ter zake van '8 lands dienst in 's rijks Overzcesche Bezittingen of koloniën woont (art. 17 der wet); dat de insehrij ving geschiedt 1«. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overle den, de voogd woont; 2". van een gehuwde en van een weduwnaar, in de gemeente waar hij woont 3°. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door dezen is achtergelaten, of' wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de gemeente waar hij woont; 4». van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft (art. 18 der wet); dat ieder, die volgens art. 15 behoort te worden inge schreven verplicht is zich daartoe bij burgemeester en wethouders, ter boven aangegeven plaatse en binnen den bepaalden tijd aan te geven, en dat bij diens ongesteld heid, af wezigheid of ontstentenis zijn vader, of is deze overleden zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht is (art. 18 der wet). Belanghebbenden worden mitsdien dringend aange maand aan de op hen rustende verplichting te voldoen en wordt hun ten overvloede onder de aandacht ge bracht., dat bij bovengemelde wet onder meer is bepaald: dat met boeto van f 25 tot 100 wordt gestraft de over treding van art. 18, en dat bij elke veroordeeling tot boete, tevens door den rechter wordt bepaald, dat, indien daaraan niet is voldaan binnen twee maanden, nadat de veroordeelde tot betaling is aangemaand, de boete door gevangenisst van ten hoogste tien maanden zal wor den vervangen. En is hiervan, voor de tweede maal, afkondiging geschied, waar het behoort, den 18 December 1869. De Burgemeester en Wethouders voornoemd #-V WINKELMAN. De Secretaris, P. FORBES WELS. Gelet op Zijner Majesteits besluit van den 31™ Januari 1824 (Staatsblad n». 19), en op dat van gedeputeerde staten van Zeeland, van den 7™ October 1842 n». 17 (Pro vinciaal blad n°. 98) maken bekend: dat de bij laatstgenoemd besluit voorgeschrevene na dere informatie de commodo et incommodo zal plaats hebben "E- Vrjj jag^le" 31™ December 1869, des namiddags te 2 "ümf/tro>aadhuize dezer gemeente; en roepen bij dezen op, om daarbij tegenwoordig te zijn, teneinde in hun belang te worden gehoord, alle eigenaars of gebruikers van de hierboven bedoelde of daaraan grenzende gebouwen of erven, en in het alge meen ieder, die vermeenen mocht, tegen de gevraagde vergunning eenig bezwaar te moeten inbrengen. En is hiervan afkondiging geschied waar het behooii, den 24™ December 1869. De Secmaris, De Burgemeester, FORBES WELS. WINKELMAN. SLAGERIJ. De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen, Gezien het adres van M. Prinee, houdende verzoek om vergunning tot het inrichten van het pand wijk F n». 81, tot slagerij, Gelet op Zijner Majesteits besluit van den 31™ Jannari 1824 (Staatsblad n». 19) maken bekend: dat de bij genoemd koninklijk besluit voorgeschreven informatie de commodo et incommodo zal plaats hebben op Vrijdag den 31™ December 1869, des namiddags te 2 uren, ten raadhuize dezer gemeente; en roepen bij deze op, om daarbij tegenwoordig te zijn, teneinde in hnn belang te worden gehoord, alle eigenaars of gebruikers van de hierboven bedoelde of daaraangren- zende gebouwen of erven, en in het algemeen ieder, die vermeenen mocht, tegen de gevraagde vergunning eenig bezwaar te moeten inbrengen. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 24™ December 1869. De Secretaris, De Burgemeester, P. FORBES WELS. WINKELMAN. Het Provinciaal blad van Zeeland n». 130 bevat een besluit van den commissaris des konings in deze pro vincie van den 27™ dezer, houdende beperking van het vervoer van vrachten op de- wegen in onderhoud bij het rijk, ingeval van dooiweder. SMEDERIJEN. De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen, Gezien het adres van Marti n us Eduar d Kaïner mans, houdende verzoek om vergunning tot het in richten van het pand wijk L, no. 25, tot smederij De wenscli dien wij onlangs uitspraken, dat het concert van 1 dezer door andere van goed gehalte zou gevolgd worden, werd door het concert van de heeren Wirth, Eberle en Kirrwald, gisteren hier gegeven, aanvankelijk reeds vervuld. De keuze der compositiën was geheel in harmonie mei de voortreffelijke uitvoering. Het trio van Bargie^ waarmede wij voor het eerst kennis maakten, schijnt een good doorwerkt muziekstuk te zijn, rijk aan verschei denheid en poëtischen gloed. De pianopartij was moge lijk, vooral in de fortissimo's, wel wat te domineerend, zoodat- de beide andere instrumenten te zeer werden overschaduwd. Meerdere eenheid van klank verèenigde zich in het helder geschreven trio van Beethoven. Opvatting en uitvoering was daarin éen; iedere muzi kale zin, elke nuance werd geobserveerd. Het Trille du diable van Tartine en de Barcarolle van Spohr werden door den heer Wirth met bravour en goede voordracht uitgevoerd. Zijn toon is krachtig en liefelijk, zijne intonatiën zijn rein, en, gaf hij in het ensemble-spel der beide trio's blijken van goed musicus te zijn, een» niet minder waardige plaats neemt hij als solist in. De heer Eberle heeft als solo violoncellist niet minder tot den goeden uitslag van het concert bijgedragen. Zijn spel is breed, zijn toon vol kracht en prachtig. De octavengangen in Griitzreacher's concert kwamen rein en zuiver uit, en in de zacht gestemde cantilene van Franchomme zong hij op zijn schoon instrument. Dit stukje is zeer dankbaar in de uitvoering, en zóo voorge dragen zal het altijd zeer goeden indruk achterlaten. Het niet zeer talrijke auditorium gaf blijken van hooge ingenomenheid met de meesterlijke uitvoering van het verdienstelijke drietal, dat zulk schoon geheel vormde. Door den commissaris des konings in'Zeeland zijn bij besluit van den 24™ dezer benoemd tot leden der bij koninklijk besluit van 26 November jl. te Vlissingen gevestigde commissie van toezicht over het vervoer van landverhuizers, de heeren: H. E. Kleinhens en W. A. de Gelder, als leden van den gemeenteraadW. C. van Duuren Dutilh en B. Flander, als leden der kamer van koophandel; F. Wibaut, L. de Groof en F. C. Stewart Schultz. In de Staats courant van heden zijn opgenomen de wetten van den 3en dezer, houdende bekrachtiging van provinciale belastingen in Groningen en Drenthe, als mede die houdende vaststelling der begrooting van het fonds, voortspruitende uit de koopprijzen van domeinen, voor het dienstjaar 1870. ridderorden. Vergunning verleend aan den gewezen officier van administratie 3« klasse bij de marine G. C. Dauiu, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der Koninklijke militaire orde van Christus, hem door Z. M. den koning van Portugal geschonken. MINISTEKIEELE DEPARTEMENTEN. Eervol Ontslag uit 's lands dienst verleend, met uit». Maart 1870, aan L. Arts, referendaris bij het departement van buiten- laudsche zaken, onder dankbetuiging voor zijne ijverige en langdurige diensten den lande bewezen, en behoudens aanspraak op pensioen. Door den heer J. T. F. U. Lauts, predikant bij de hervormde gemeente te Oosterland, is het beroep naar de gemeente van Leerbroek, klassis Gouda, aangenomen. Bij de Nederduitsche hervormde gemeente te Los dorp is tot predikant beroepen de heer C. de Wilde, te Poortvliet. Al staan wij niet in de voorste rijen der bewonderaars van het tegenwoordig Fransche drama, zoo zien wij toch het goede niet voorbij dat daaraan wij spreken natuurlijk alleen van de beste producten der heden daagsche school meer bijzonder eigen is. Fijne tee- kening van karakters, ver doorgezette analyse van een deel van het gemoedsleven, sterksprekende tentoon stelling van sommige maatschappelijke toestanden zijn hare meest in het oog loopende verdiensten. Een der grootste gebreken die haar aankleven is gebrek aan algemeenheid, gebrek aan objectiviteit. De hedendaag- sche Fransche schrijvers geven ons niet zoozeer den mensch dan wel den Parijzenaar te zien. Hier van is een natuurlijk gevolg dat de beteekenis, die de voorstelling der gebreken van de Parijsche maat schappij in Frankrijk hebben kan, voor ons ver loren gaat. In ons land mist een goed Fransch drama dan ook in den regel zijn effect, en dat deze regel bijna geen uitzondering toelaat wanneer de inhoud van de taal die tot zijn eigenaardigeu, onmisbareu vorm be hoort, is losgemaakt, dit zal door weinigen slechts be twist worden. Een stuk als Frou-Frou op ons tooneel tezien, achten wij op zichzelf dan ook geenszins een voor recht, maar wanneer het als middel kan dienen om een degelijk talent te doen uitblinken is het toch weder zoo geheel verwerpelijk niet. Mejufvrouw Beersmans is een actrice wier talent zich voor het drama bijzonder eigent. En wie nu het moeilijke inziet van een bevredigend antwoord te geven op de vraag: wanneer men het heden- daagsch Fransch drama niet wenscht, welk drama ver langt men dan? zal er den directeur van het Ant- werpsch tooneelgezelschap niet hard om kunnen vallen,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1