Verkoopiugen en aanbestedingen.
Tliermometerstand.
Staten-generaal.
Uit Leiden wordt gemeld dat twaalf modellen voor
een standbeeld van Boerhave zijn ingezonden en bij de
jl. Zondag door de hoofdcommissie gedane bekroning
aan twee modellen van den heer Strackee de prijs en de
premie is toegekend.
De snelste overtocht die ooit tnsschen New-York
en Liverpool is gemaakt, is gedaan over het onlangs
aangekomen stoomschip City ot Brussels, dat slechts 8
dagen, 14 uren en 14 minuten tot deze reis besteed heeft-
Een oplichter van de ergste soort is dezer dagen
te Parijs ontmaskerd. Het verwekte een groote sensatie
in de groote wereld dat de graaf Pétion de Villeneuve
de Saint Germain en andere Saints als een gewoon
mcrischgearresteerd en inde gevangenis geworpen werd.
De graaf echter, kapitein, ambtenaar op de Tuilerien in
de onmiddellijke omgeving des keizers, door de keizerin
tot officier van het Legioen van eer gemaakt, was nie
mand anders dan Jean Ferdinand, genaamd Pétion, ge
boren te Lisienx, in 1863 van het grondgebied van het
Seine-departement verbannen tengevolge van talrijke
oplichterijen van eiken aard. Na verscheidene malen
vervolgd te zijn geworden omdat hij in Parijs terugge
keerd was werd hij in 1867 wederom in de gevangenis
geworpen. Het verblijf aldaar strekte hem echteren
dit is niet het eerste voorbeeld van dien aard tot leer
school voor toekomstige grootere daden. Een berucht
medegevangene verschafte hem kredietbrieven benevens
de noodige inlichtingen, en dientengevolge stapte op
zekeren dag een graaf de Villeneuve enz. bij een houder
van een wijnhuis af. Hij zou wel in een hotel wonen,
want zijne middelen staan hem dit toe, zijn portefeuille
is vol bankbiljetten, wissels aan toonder en andere papie
ren van waarde, maar in een hotel wordt men geëxploi
teerd; kortom hij geeft de voorkeur aan een meer be
scheiden verblijf. Mijnheer de graaf leeft daar echter vol
strekt niet bekrompen, hij laat zijn rekening oploopen,
leent belangrijke sommen en vertrekt op een goeden
dag na zijn huisheer èn geld èn mnitïèsse ontvreemd te
hebben. Eenigen tijd later laat hij ook de schoone in
den steek en vestigt zich meer in het centrum der stad-
Hij stijgt in rang en wordt kommandeur van het Legioen-
Hij is ten toppunt van aanzien, heeft vele vrienden en
kennissen, doch op een rampzaligen dag valt het Argus
oog der politie op hein en bespeurt zij een harer vroegere
cliënten. Weinigtijdlater washij weder in zijn voormalig
verblijf de gevangenis.
De bedrijver van den moordaanslag in den spoor
weg op den geneesheer James Constantin is te Marseille
gearresteerd. Hij is een jongeling van 17 jaren, Humbert
geheeten, die eenigen tijd te voren zijn meester, een
bakker te Pontarlier, 1600 franken had ontstolen. Men
had eerst een verkeerde gegrepen, die evenzeer een
wond aan de rechterhand had en daardoor in verdenking
gekomen was, want de geneesheer had beweerd dat de
dader licht te hei kennen zou zijn doordien hij dezen tot
zijne verdediging in de hand gebeten had.
Ais curiositeit deelt het Venloosch Weekblad mede,
dat men in een bosch tnsschen Schinveld en Nienwcn-
hagen twee jonge wolven gevonden heeft. Deze beestjes
heeft men mede naar huis genomen, doch het eene wilde
geen drinken tot zich nemen en is dezer dagen bezwe
ken het andere neemt behoorlijk voedsel en er wordt
de beste zorg voor gedragen. Dezen zomer werd reeds
gemeld dat een heer van Schinveld op een ouden wolf
geschoten had, hetwelk ongeloofelijk voorkwam thans
moet men echter aannemen, dat wol ven zich dezen zomer
in die streken hebben opgehouden.
De Boston Traveller bevat eene reeks van belang
rijke waarnemingen over den invloed van spoorwegen
op het weder. Sedert de opening van den Pacific spoor
weg ondergaat de weersgesteldheid in de Prairiën een
merkbare verandering. De langdurige alles verschroeien
de droogte wordt langs den spoorweg door overvloedigen
regen vervangen. Hetzelfde verschijnsel doet zich ook
in het westen voor. In centraal Ohio, b. v., is het klimaat
totaal gewijzigd, sedert het land met een spoorwegnet is
bedekt. De verwoestende droogten worden ook daar al
zeldzamer en zeldzamer, en hebben plaats gemaakt voor
overvloedige regens. Sommigen beweren, dat die veran
dering is te wijten aan een meer gelijkmatige verdeeling
der electrische stroomen, die door de ijzeren rails en de
tallooze telegraafdraden wordt bevorderd. Ook in Egypte
heeft men den invloed der nijverheid op de weersge
steldheid reeds kunnen waarnemen. Immers, sedert den
aanvang der werken van het Suez-kanaal valt daar tegen
op plaatsen, waar zulks ten eenenmale onbekend was.
De invloed dien een goede luchtverversching van
werkplaatsen en fabrieken op de gezondheid van de
daar aanwezige werklieden uitoefent, zal gewis door nie
mand worden in twijfel getrokken. De volgende statis
tieke opgaaf achten wij dan ook niet van belang ontbloot:
Te Lisieux, in Frankrijk, bestaat eene weverij van
een oppervlakte van 2.025 vierkante meter en een in-
houdsgrootte van 6000 kubiek meter. Werkzaam zijn
400 werklieden aan even zooveel,, gedurende de ochten
den en avonden der korte dagen, door gas verlichte
weefgetouwen. De nabijheid van den grooten schoorsteen
der werkplaats heeft men dienstbaar gemaakt aan de
oppersing van de bedorven lucht. De openingen voor
het in- en uitlaten van lucht zijn daartoe zóo ingericht,
dat een gelijkmatige beweging van 12,000 kubiek meter
minstens per uur, dat is 30 per werkman, is ver
zekerd. De werkelijk ingevoerde luchtmassa bedraagt
gemiddeld 14,000 kub. meter en verschilde bij de geno
men proeven van 13,400 tot 15,500 kubiek meter. Met
de invoering van het nieuwe stelsel van luchtverver
sching verbeterde de gezondheidstoestand van het werk
volk aanmerkelijk. Het aantal zieken daalde van 10 a 12
tot 3 a 4 per dag, terwijl door den meerderen ijver in het
werk de opbrengsten der fabriek 6 percent vermeerder
den. Het gemiddeld broodverbruik, dat vóór do lucht
verversching per dag en per hoofd in de maanden Octo-
ber, November en December 0,426 kilogr. bedroeg, klom
op hetzelfde tijdstip van het jaar na de luchtverver
sching tot 0,543 kilogr. Voorwaar, zoovele sprekende
bewijzen voor het overgroote belang om bij den bouw
van groote werkplaatsen en fabrieken de noodige inrich
tingen voor een voldoende en geregelde ventilatie niet
uit het oog te verliezen. Sloompo.it
Gisteren avond is alhier te koop aangeboden een huis
en erve op de Noordzijde van den Dam, wijk N n°. 7.
Verkocht voor f 8.700.
Heden werd alhier aan het gebouw van het geweste
lijk bestuur aanbesteed het herstellen en onderhouden
gedurende het jaar 1870 van de rijkshaven en bijbehoo-
rende werken te Vlissingen. Laagste inschrijver is de
heer J. Filis, te Vlissingen, voor f 10,295.
23 Dec.'s a v. 11 u. 38 gr.
24 'smorg.7u.37gr.'smidd.ln.37gr.'sav.6u.36gr
TWEEDE KAMER,
Zitting van Donderdag 23 December. Voortzetting der
begrootingsdiscussiën
Eene wijziging van hoofdstuk VIIA (financiën) der
staatsbegrooting voor 1869 wordt zonder discussie aan
genomen.
Over hoofdstuk X der begrooting voor 1870 (onvoor
ziene uitgaven) voert do heer van Eek het woord; hij
keurt het af dat Nederlandseh geld wordt aangewend om
kosten van Luxembnrgsche ridderorden te bestrijden,
welke kosten uit dit hoofdstuk gevonden zijn. De mi
nister van financiën verklaart dat de door dien spreker
bedoelde uitgaven voor ridderorden van de Eikenkroon
onder het vorig ministerie zijn gedaan, zoodat deze re
geering wel genoodzaakt is daarvoor een som beschik
baar te stellen. Het wetsontwerp is daarop met alge-
meene stemmen aangenomen.
De conclusie van het rapport der commissie tot onder
zoek van het verslag der regeering over den staat en het
beheer der Indische bezittingen over 1865 wordt zonder
discussie met algemeene stemmen aangenomen.
Thans komt hoofdstuk IX (koloniën) in behandeling.
De hoer Hasselman bespreekt het stelsel van deze
regeering en hetgeen volgens hem nuttig en noodig zou
zijn voor het welzijn van moederland en kolonie. Hij is
een vijand van eene vaste bijdrage; het koloniaal beleid
dat daarheen voert keurt hij ai.
De heer Nierstrasz doet opmerken dat de minister van
koloniën, dien hij gaarne had gevolgd wanneer hij wer
kelijk, zooals hij toegezegd heeft, een bedaarden tred had
gehouden, echter nu reeds in galop is, en wel op een weg
dien hij niet kan betreden. Evenwel blijkt het nu duide
lijk wat de minister wil; er is dus geen reden meer om
afwachterspolitiek aan te nemen. Spreker heeft vroeger
het beleid van den minister bestreden en moot dit op
nieuw doen door vier punten te behandelen: 1" leidt het
stelsel des ministers tot self-governmenl voor Indië, wat
hij verderfelijk acht; 2» wil hij geen batig slot meer, wat
hij noodlottig oordeelt; 3» streeft hij naar oplossing van
het cultuurstelsel, wat hij een zegen voor Indië meent te
zijn,en 4°zegtde heerNierstraszdathetallergewichtigste
bezwaar bij hem is, de zucht van den minister om de
inlandsche maatschappij te hervormen ten behoeve van
particuliere Europeanen.
De heer Sypésteijn beklaagt zich dat de minister geen
gelegenheid geeft tot debat, dat hij hot zelfs altijd ont
wijkt; hij noemt den minister daarin eene specialiteit.
Hij betreurde de houding van den minister tegenover de
koloniëndaarbij maakt bij melding van een ontvangen
mededeeling omtrent de bedoeling der regeering om
onze bezitting aan de kust van Guinea op te geven. De
benoeming van hooggeplaatste ambtenaren in Indië en
andere punten van detail geven hem aanleiding tot ern
stige en breedvoerige bestrijding van'sministers beleid-
De heer van Wasseneer komt terug op de vroegere
verklaring van den minister, toen hij de vaststelling der
Indische begrooting bij de wet een kwaad heeft ge
noemd. Hij is dit met den minister eens, maar niet met
de wijze waarop deze daarin verbetering wilde brengen.
Hij komt op voor ons grondwettig recht om over de
Indische baten naar welgevallen te beschikken.
De heer Tlaffmans tracht aan te toonen dat de minister
geen beginselen heeft. Hij heeft liet votum der kamer,
toen de door hem voorgestelde vaste bijdrage door het
amendement van de heeren Blussé en van Naamen was
verworpen, voor niets geteld en wil daaraan nu eene
geheel andere beteekenis geven. De kamer heeft door
weer een gewoon batig slot aan te nemen, het stelsel
des ministers veroordeeld.
De heer Blussé protesteert tegen de beteekenis die de
vorige spreker aan zijn vroeger amendement geeft.
De heer Haffmans meent dat afgescheiden van de be
doeling der voorstellers, het gevolg van de stemming
toch duidelijk is.
De heer Hoffmann leest eene korte diatriie voor tegen
de moderne begrippen.
De heer van Nispen verklaart door zijn gezondheids
toestand geen deel te kunnen nemen aan het debat, maar
wenscht mede te deelen, nu bij waarschijnlijk bij de
stemming over dit hoofdstuk niet tegenwoordig zal kun
nen zijn, dat hij daartegen zou gestemd hebben, omdat
hij, na al wat hij op koloniaal gebied ziet gebeuren, de
richting der regeering op dit punt niet kan goedkeuren.
De heer van Goitstcin herinnert er aan dat er een tijd
is geweest waarin men algemeene beraadslagingen hield
over koloniale politiek, maar die tijd is voorbij, er zijn
nu bepaalde wetsvoorstellen tot oplossing der koloniale
quaestie aanhangig. Hij zou nu het zwijgen bewaard
hebben, indien niet sommige sprekers zulke sterke af
keuringen van 's ministers beleid hadden doen hooren.
In enkele kan hij deelen, maar in hoofdzaak is hij het
met den minister eens.
De heer Insinger acht wel degelijk dat een voornaam
beginsel van den minister is afgekeurd door de kamer
toon zij voor het amendement van de heeren Blussé en
van Naamen stemde.
De minister van koloniën zegt vooraf met betrekking
tot al de punten van detail die tegen hem aangevoerd
z;jn, dat in een kamp waar zooveel verschil van ziens
wijze bestaat omtrent hoofdzaken, men wel wat toege
vender had mogen zijn over ondergeschikte punten. Hij
verdedigt daarop zijn stelsel, met verwijzing ook naar de
door hem ingediende voorstellen. Hij meent dat hij zijn
bedaarden tred is blijven behouden. De verschillende
sprekers van dezen dag en ook die bij de algemeene
beschouwingen over de bcgrooting het woord hebben
gevoerd beantwoordende, verklaart hij onder anderen
dat bij niet begrijpen kan hoe de heer van Sypesteijn
hem beschuldigen kan van het debat te ontwijken. De
minister geeft verschillende aantijgingen, vroeger door
dien spreker geuit, aan, en vraagt of men daarop ant
woord kan geven. De mededeeling van dien spreker,
dat er een wetsontwerp tot loslating van de kust
van Guinea bij den raad van state aanbangig geweest
maar teruggetrokken zou zijn omdat bet in dien raad
zulk eene verontwaardiging had opgewekt, is onjuist
er is noch een wetsontwerp noch verontwaardiging
geweest, maar wel een geheim kabinetstuk omtrent deze
zaak dat door schending van het geheim aan dien spre
ker, doch op verkeerde wijze is medegedeeld. De raad
van state heeft een zeer bezadigd advies aan den koning
over dat stuk uitgebracht en nu is men voorloopig
besloten den loop der omstandigheden af te wachten.
Den lieer Insinger beantwoordende, zegt de minister
dat hij met dien spreker (die aan het slot zijner vroegere
redevoering het een ongeluk voor het land rekende dat
de koning hem als minister had benoemd) wegens zulk
eene hoogen graad van urbaniteit niet kan debatteeren.
Ten aanzien van de besproken benoeming van een vice-
president van den raad van Indië, deelt de minister
mede dat zijne meening eerst was iemand daarhenen te
zenden, die tevens als opvolger bij de aanstaando aftre
ding van den gouverneur-generaal zou aangewezen knn-
nen worden; het bleek echter dat het gemakkelijker is
iemand te vinden die dadelijk als gouverneur-generaal
wordt uitgezonden dan een die eerst zulk eene betrek
king bij den raad van Indië wil bekleeden.
Ten opzichte van de strekking van het votum der
kamer over het amendement omtrent de vaste bijdrage,
meent de minister goed te handelen eerst de uitspraak
over zijne begrooting af te wachten. Een beginsel is