OÜRANT. N* 254. Donderdag 1869. 23 December. Middelburg 22 December. Marine en leger. Koloniën. Rechtzaken. Gemengde berichten. Na behandeling van eenige wetsontwerpen van ge ringen omvang heeft de tweede kamer heden de beraad slaging over de staatsbegrooting voortgezet. Hoofdstuk Vila (nationale schuld) is met algemeene stemmen, de wet op de middelen met 75 tegen 2 stommen, en hoofd stuk VIli (financiën) met 47 tegen 30 stemmen aange nomen. De minister van financiën heeft een wetsontwerp tot invoering van een uniform-port toegezegd. In de heden namiddag gehouden zitting van den ge meenteraad alhier is ingekomen eene missive van de gezondheidscommissie, waarbij ter vervanging van dr. L. J. de Marrée, die wegens vertrek naar elders zijn ontslag als lid dier commissie genomen heeft, worden voorgedragen dr. M. H. Damme en dr. J. C. de Man. De benoeming is aangehouden. Overeenkomstig de conclusie van het rapport der financiecle commissie, is ingewilligd het verzoek van het burgerlijk armbestuur om machtiging zoowel tot wijziging en aanvulling der begrooting voor 1869 als tot het doen van af- en overschrijvingen. Voorts is een aanvang gemaakt met de behandeling der concept-verordeningen op de begraafplaats en het begraven van lijken, welke in eene a. Vrijdag des na middags te éen uur te houden zitting zal worden voort gezet. De oproeping tot het houden eener bijeenkomst, met het doel om ook hier een afdeeling van hot schoolver bond op te richten, is mot goeden uitslag bekroond ge worden. Van de gisteren ter vergadering aanwezigen verklaarden een veertigtal zich bereid om bij de twee en twintig heeren van wie de oproeping was uitgegaan, zich aan te sluiten om het beoogde doel te bereiken. Het benoemen van een voorloopig bestuur, belast met het ontwerpen van statuten, werd aan hen die het initiatief genomen hadden overgelaten, en deze benoemden daar toe de heeren P. Romeijn, J. Jrl. L. Roozemeijer,jonkheer mr.C. de Jonge, E. H. F. W. Mathon en F. P. J. Sibmacber Zijnen. Gisteren is door dedirectie der Zeeuwscbe maatschappij van stoomvaart, in eene daartoe belegde vergadering van vennooten, rapport uitgebracht wegens het zinken van de stoomboot Stad Vlissingen n". 2 o^> 10 dezer. Volgens de overtuiging der directie is deze ramp noch aan on voorzichtigheid, noch aan nalatigheid, noch aaij werke loosheid van kapitein of stuurlieden, aan wie integen deel groote lof voor ijver en zelfverloochening wordt toe gebracht, toe te schrijven, maar aan een in het afgeba kend en betond vaarwater aanwezige steenmassa. In afwachting van hot resultaat van een nog hangend nader plaatselijk onderzoek hoeft dan ook de directie onverwijld en als maatregel van zekerheid, protest van kosten, schade en interessen doen beteekenen aan den staat der Nederlan den. Het genoemd plaatselijk onderzoek, met behulp van den kapitein en den veerman te Stavenisse in te stellen, is opgedragen aan den heer J. Schraver, oppercommies bij de"centrale directie van Walcheren. In de Staats-courant van Dinsdag 21 December zijn opgenomen de wetten van 3 en 7 December jl. tot wijzi ging van de hoofdstukken VII# en Vllè der staatsbe grooting voor het dienstjaar 1868. Jl. Zaterdag heeft Z. M. de koning in een bijzonder gehoor ontvangen den heqr van Sig'mund, ter overhandi ging zijner geloofsbrieven als buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van Z. M. de koning van Beieren bij het Nederlandsche hof. Onder intrekking der plaatsing met den 1™ Januari a. op Z''. M5. schroefstoomschip Het Loo van den luitenant ter zee 2« klasse J. C. A. Wissel, wordt met dienzelfden datum op dat schip geplaatst de luitenant ter zee 2« klasse F. J. Beekman. Tevens wordt met meergemeld tijdstip op Zr. M». ram- schip De buffel geplaatst de luitenant ter zee 2e klasse H. C. Juta. De Staatscourant van heden bevat de volgende mede- deelingli - Bij het dbpwtïsment van marine is een schrijven ont vangen van de)i"'Jtapitein-luitenant ter zee B. D. van Trojen, kommandeerende Zr. Ms. schroefstoomschip Vice- admiraal Koopman, gestationeerd ter kuste van Guinea, meldende dat een detachement van ongeveer 200 man, samengesteld uit de landingsdi visie der zeemacht en het garnizoen van St. George d'Elmina, onder bevel van den luitenant ter zee le klasse P. ten Bosch, op den 10™ No vember jl. naar Commendah langs het strand is opgerukt, terwijl Zr. M'. schroefstoomschip Vice-admiraal Koop man, waarop de gouverneur der kolonie zich had inge scheept, nagenoeg gelijktijdig, namelijk in den morgen van den li™ November jl., met het detachement te Com mendah aankwam. Bij het naderen van hot detachement nam de bevol king van Commendah de vlucht en werd hierin gevolgd door de visschers, die in zee waren, doch die bij het zien oprukken onzer troepen naar het strand ijlden en een honderdtal kano's met al het vischtuig achterlieten. De luitenant ter zee ten Bosch maakte zich eerst van de landingsplaats, daarna van Commendah meester, waai de Nederlandsche vlag werd geplant. De gevluchte Commendeezon hadden zich inmiddels weder vereenigd, en deden gedurende dien dag uit een naburig bosch uitvallen, die spoedig verminderden, en na twee dagen geheel ophielden. Aan onze zijde werden eenige gekwetst: 4 matrozen, 1 marinier, 1 Afrikaansch korporaal en 1 Afrikaansch soldaat, die echter allen bij het sluiten van het bericht in beterschap toenamen. Door 4 kwartieren van Elmina werd adsistentie van 250 gewapende manschappen aangeboden. Deze werden naar Commendah gezonden, doch hunne hulp werd, even als die van 400 man uit Chama, door den gouverneur van do hand gewezen, daar zij aan het strand en bij de lan dingsplaats geen dienst kon bewijzen, en do manschap pen ongezind waren het bosch achter Commanij en Com mendah in te rukken. Op de landingsplaats te Commendah is thans een kampement opgeslagen, waar 146 officieren, onderofficie ren en schepelingen onder dak en behoorlijk tegen zon en regen beschut zijn, terwijl eene gracht, halvemaans- wijze aangelegd, de veiligheid van dat kampement ver zekert, De Commendeezen schenen inmiddels voor goed terug getrokken, en al het door hen achtergelatene is vernield. Uit hot kamp, waar zich het vroeger verjaagde hoofd der Commandeezen bevindt, is door dat hoofd een brief ge zonden naar de gevluchte bevolking, om haar tot onder werping aan te manen. Door den gouverneur en den kommandeerenden officier van Zr M«. schroefstoomschip Vice-Admiraal Koopman werden inmiddels maatregelen beraamd om die gemeen schap tusschen Elmina, Chama en Commendah, te ver zekeren, opdat, indien later de verjaagde bevolking van Commendah zonder zich te onderwerpen, mocht terug- keeren, men het in de macht zoude hebben haar onmid dellijk te bereiken en te verjagen. Behalve de gisteren gemelde heeft de gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indië nog de volgende be schikkingen genomen. militair departement. Benoemd: tot 2™ luitenant, kommandant van het detachement Djaijang-sekars te Serang, de adjudant-onderofficier der cavalerie J. P. Köhn, thans kommandant van het detachement Djaijang- sekars te Madioen. Bevorderd: bij de militaire administratie, tot len luitenant-kwartiermeester, deadspirant-intendant F.Cor- tenbach. Bij vonnis der arrondissements-rechtbank te Tiel is een ambtenaar van den burgerlijken stand te Kuilenburg, wegens het onwettig voltrekken van een huwelijk, tot eene geldboete van f 100 of bij wanbetaling tot veertien dagen gevangenisstraf veroordeeld. Naar aanleiding --valf"het onlangs opgenomen be richt betrekkelijk het transport der equipage van het bij Borselen gestrande Oostenrijksch schip, ontvangen wij een brief uit die gemeente, waarin gemeld wordt dat slechts enkelen tot het vervoer dier equipage waren uit- genoodigd, en dat dus vanjonwilligheid der landbouwers in die gemeente ten opzichte van deze schipbreukelingen niets gebleken is. Daar wij het genoegen niet hebben den schrijver van den brief te kennen, is hèt ons niet mogelijk over de meerdere of mindere waarde van zijn bewering te oordeelen. Wij willen echter op zijn verze kering gaarne aannemen, dat er wel landbouwers te Borselen zijn die tot het vervoer bereid zouden geweest zijn, maar aan wie dit niet gevraagd is. Betreffende het spoorweg-ongeluk bij Ilcerenveen verneemt het Noorden nader dat een aantal personen min of meer gekwest is, doordien de wagons zoodanig tegen elkander zijn gestooten, dat een drietal derde klasse zwaar beschadigd is. Vooral de machinist-leerling moet belangrijke kwetsuren bekomen hebben. De daad van dezen wordt zeer geroemd, hierin bestaande, dat hij dadelijk na het voorover storten van den locomotief, de tegenwoordigheid van geest moet hebben gehad, om het vuur onder den ketel weg te trekken en de stoom in 't water te laten vliegen, waardoor het springen van den ketel moet zijn voorkomen en men voor nog grootere ramp is bewaard. Wat den brugwachter aangaat, deze zou door bloedspuwing zijner vrouw en de hulp haar verleend, zóódanig veraltereerd zijn geweest, dat hij een verkeerd teeken zou hebben gegeven, daar de brug op een hoek van 23 j- graad openstond. Wij zullen het on derzoek naar de schuldigen in dezen niet vooruitloopen, vooral daar het schijnt dat er groote verwarring in de seinen geheerscht heeft. De korf, die anders mede tot teeken dient, was door den storm stuk geslagen. De schok moet zoo hevig geweest zijn, dat het geluid, hier door teweeg gebracht, te Heeren veen op p. ni. 10 minu ten afstands duidelijk is vernomen, tengevolge waarvan eene massa nieuwsgierigen reeds kort na 't ongeval op de plaats des onheils tegenwoordig was. De gearresteer de brugwachter was 's avonds radeloos. Te betreuren mag het heeten, dat er van directie-wege niet beter voor zien wordt in het personeel, wat betreft het aanstellen van slechts éen persoon als brugwachter, voornamelijk wat de bruggen over vaarten of kanalen tusschen de stations gelegen aangaat, in plaats van twee beambten, die bij onverhoopte gevallen, bij ziekte of' toeval, elkan der kunnen vervangen. Z. K. H. prins Frederik der Nederlanden heeft aan de dames en heeren, die'door hun solozang de uitvoering der feestcantate op 17 November hebben opgeluisterd prachtige cadeaux doen toekomen. Mevrouw Offermans van Hove werd vereerd met een paar kostbare diamanten oorbellen; de overige solisten met geschenken van veel waarde. Aan den heer P. W. J. Bodinot, eersten geëm- ploieerde van het bureel der hoofdcommissie en aan den hoofdopzichter tijdens het stellen van het monument in het Willemspark, heeft Z. K. H. doen toekomen elk een gouden horloge met dito ketting, het horloge versierd met een inscriptie van den schenker. De heer Delangle, een der ondervoorzitters van den Franschen senaat, is na eene vrij angdurige ziekte gisteren overleden, Dezer dagen is de akte van beschuldiging versche nen in de zaak van Jan Baptist Troppmann (over het algemeen schrijft men Traupman, hoewel de eerste spelling, volgens opgave van den beklaagde zelf, de ware is). Zij bevat de volgende punten1. vergiftiging

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1