r 252.
Dinsdag
1869.
OUKANT.
21 December.
Bij deze courant belioort een bijvoegsel.
Middelburg 19 December.
De tweede kamer heeft heden hoofdstukYI derstaats-
begrooting voor 1870 (marine) met 54 tegen 23 stemmen
aangenomen. Vooraf was met 44 tegen 31 stemmen ver
worpen een amendement van den heer Nierstrasz, strek
kende om eene som van f 350,000 voor den bouw van
schepen bij particulieren te schrappen.
Hetgeen de minister van binnenlandsehe zaken in de
avondzitting der tweede kamer van 11 dezer zeide, aan
gaande het tijdstip van de vermoedelijke voltooiing van
den Zeeuwschen spoorweg (in het kort vermeld in ons
nommer van 11. Dinsdag) luidde volgens het Bijblad
aldus:
„In den laatsten tijd is de Zeeuwsche spoorweg met
den meesten spoed doorgezet. Bijna een derde van de
geheele begrooting wordt voor Zeeland uttgetrokken,
om dien weg met den meesten spoed door te zetten.
JDe geachte afgevaardigde [de heer van Wassenaer]
verlangt een pertinent antwoord omtrent het tijdstip
waarop deze werken gereed zullen zijn. Ik ben altoos
bevreesd een zoodanig antwoord te geven. Alle groote
werken toch hangen van verschillende omstandigheden
af: men weet niet wat gebeuren kan. Daarenboven, die
werken in Zeeland zijn van een eigenaardig karakter.
Maar ik geloof toch dat ik deze verzekering kan geven,
dat het tweede stel sluizen en het Zuid-Bevelandsche
kanaal, volgens het bestek, gereed moeten zijn in den
loop van het volgende jaar. Daarna kan het Sloe worden
toegeworpen, en als dit geschied is, dan is de spoorweg
in korten tijd gereed.
„De gedeelten van Vlissingen naar Middelburg en
van Middelburg tot aan het Sloe zijn reeds aanbesteed,
en naar mijn wijze van zien zal men in het laatst van
1871 kunnen rijden naar Vlissingen. Of nu al die haven
werken, of nu het kanaal door Walcheren gereed zullen
zijn, dat betwijfel ik. Maar daarom is het ons ook niet
te doen het is ons alleen te doen dat de spoorweg zoo
spoedig mogelijk tot stand komt. In 1871 aan die
verklaring zal ik trachten mij te houden rijden wij
naar Vlissingen. Men rijdt dan evenwel nog yan den
Moerdijk naar Vlissingen, want de brug over den Moer
dijk kan eerst gereed zijn in 1872."
De verordeningen nopens de begraafplaats en het be
graven van lijken in deze gemeente zullen in eene a.
Woensdag, des namiddags te 1 uur, te houden openbare
raadszitting behandeld worden.
Het adres waarvan wij in ons vorig nommer melding
maakten is gisteren, van 49 handteekeningen voorzien,
aan de tweede kamer opgezonden.
De Algemeene maatschappij tot exploitatie van
spoorwegen te Brussel heeft onlangs vergunning ver
kregen hare spoorweg-telegraafdienstkan toren langs de
lijn van Neuzen tot de Ncderlandsche-Belgische grens bij
Sas-van-Gent ook voor het algemeen verkeer te openen.
Den l*n Januari 1870 zal diensvolgens het spoorwegkan
toor te Sas-van-Geut voor de behandeling van bijzondere
berichten worden opengesteld.
De Staats courant van Zondag en Maandag 19 en 20
dezer bevat de wet van den 3£n te voren, tot wijziging
van hoofdstuk II der staatsbegrooting [voor het dienst
jaar 1868.
Volgens de grondwet zijn op het oogenblik de vol
gende vorsten tot de kroon geroepen, in de volgorde,
waarin wij hunne namen opgeven:
De prins van Oranje;
prins Alexander der Nederlanden, wanneer de eerst
genoemde prins zonder nakomelingen overlijdt
prins Hendrik, ingeval prins Alexander zonder nako
melingen overlijdt.
Komt ook prins Hendrik zonder nakomelingen te ster
ven, zoo gaan de rechten op de kroon over op H. K. H.
prinses Sophie der Nederlanden, gehuwd met den groot
hertog van Saksen-Weimar-Ei8enach en op haar afstam
melingen, namelijk den erf-groothertog van Saksen-Wei-
mar Eisenach, Karel[August (geboren 31 Juli 1844) en de
prinsessen Maria (geboren 20 Januari 1849) en Elisabeth
(geboren 28 Februari 1854).
Eerst wanneer dit geslacht is uitgestorven, komt prins
Frederik en zijn afstammelingen tot den troon. De
oudste dochter van Z. H., de koningin van Zweden en
Noorwegen, heeft slechts éen dochter, gehuwd met den
kroonprins van Denemarken.
Uit het bovenstaande blijkt dus, dat de rechten van
prinses Marie op de Nederlandsche kroon eerst in aan
merking komen, wanneer alle tegenwoordige prin
sen uit het huis van Oranje Nassau, de prins van
Oranje, prins Alexander en prins Hendrik, en ook de
afstammelingen van prinses Sophie zonder wettige man
nelijke nakomelingen overleden zijn; en wanneer de
tegenwoordige kroonprins van Denemarken, met de
kleindochter van prins Frederik gehuwd, de kroon van
Denemarken boven de Nederlandsche verkiest, daar de
grondwet verbiedt dat de koning der Nederlanden een
andere vreemde kroon draagt dan die van het groother
togdom Luxemburg.
Wij vernemen dat zich tot nogtoe de volgende solli
citanten aangemeld hebben voor de vacature in de
Algemeene rekenkamerjonkheer mr. C. L. van Beijma
thoe Kingraa, burgemeester van LemsterlandA. van
Eek, hypotheekbewaarder te GorinchemJ. A. L. den
Ouden, inspecteur van administratie bij de zeemacht;
jonkheer J. Westpalm van Hoorn van Burgh, secretaris
van-den raad van bestuur van het burgerlijk pensioen
fonds; G. D. Köell, ontvanger der registratie te Middel
burg; D. Bas Backer, lid van gedeputeerde staten van
Gelderland; A. L. baron van Hugenpoth tot Aardt, bur
gemeester der gemeente Bergh; J. C. Bloem, hoofd
inspecteur van de directe belastingen, enz.; mr. C. J.
Lonq, oud-referendaris aan het departement van binnen
landsehe zakenW. J. L. Grobbee, provinciaal inspec
teur der directe belastingen te Maastrichtmr. T. Mod
derman, referendaris bij het departement van justitie
J. H. Padtberg, intendant van de quarantaineplaats de
Tien Gemeten; jonkheer A. Calkoen, ambtenaar bij het
departement van binnenlandsehe zakenmr. P.Smissaert,
inspecteur der registratie te Rotterdam; J. F. Gefken,
le luitenant-kwartiermeester te Bergen op Zoom; jonk
heer mr. II. P. van Karnebeek, referendaris bij Oorlog;
mp. J. C. baron Lewe van Middélstura, referendaris op
wachtgeldA. Ophorst, gepensioneerd kwartiermeester
te LeidenW. F. Gratama, directeur der registratie, te
Maastricht; mr. J. Dirks, oud-lid der tweede kamer te
Leeuwarden; W. B. van der Veen, secretaris te Harker-
land te JoureJ. A. H. Netscher, referendaris bij Justitie.
J. H. Smits, inspecteur der registratie te Sneek; dr. M.
Hoek, hoogleeraar in de natuurkunde te Utrecht J. W.
A. Roijaarss, ontvanger der registratie te Gouda; jonk-
beer G. van Haeften, ontvanger der directe belastingen
te Assen. Het Vaderland
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan J. Hudig,
consul van Italië te Botterdam, tot het aannemen en
dragen der versierselen van ridder der orde van de
Kroon van Italië, hem door Z. M. den koning van Italië
geschonken.
ijk. Eervol ontslagen, behoudens aanspraak op pen
sioen, de arrondissementsijkers W. D. J. Koentz, te
Goes, eu D. Schaap, te Hulst.
Benoemd tot arrondissementsijkers: te Middelburg,
voor Walcheren en het voormalig vierde en vijfde dis
trict, F. Nagtglas; te Zierikzee, voor Schouwen, Zuid- en
Noord-Beveland, O. J. van Kerkwijk.
telegramie. Benoemd tot directeur van een der rijks
telegraafkantoren, de telegrafisten 3e klasse F. K. van
der Heiden en P. H. C. Zentgraaff.
marine. Bevorderd, met ingang van 1 Januari a., tot
kapitein ter zee, de kapitein-luitenant ter zee W. C. Klis
tot kapitein-luitenant ter zee, de luitenants ter zee
le klasse A. J. van Mansvelt, C' A. W. Halverhout, F. M.
Parker Verboom en D. L. Feldmanntot luitenant ter
zee le klasse, de luitenants ter zee 2c klasse C. ten Bosch,
C. C. Vermeer, J. J, Engel vaart, G. Schuylenburg en
jonkheer T. E. de Brauw; en tot luitenant ter zee 2e kl.
de [adelborsten le klasse J. H. Wouters, N. J. van Ren-
terghem, H. O. Feith en W. M. J. Visser.
belastingen. Op verzoek eervol ontslag verleend aan
W. Maas Geesteranus, uit zijne betrekking van surnu
merair der directe belastingen, in- en uitgaande rechten
en accijnsen.
Kerknieuws.
De heer L. R. van den Broek, predikant te Groote
Lindt, heeft het beroep naar de Nederduitsche hervorm
de gemeente te Haamstede aangenomen.
Op een zestal predikanten voor de Nederduitsche
hervormde gemeente te ter Apel is geplaatst de heer J. J.
Crebas, te Westkapelle.
Marine en leger.
De officier van gezondheid 2C klasse C. Noordewier
wordt met den len Januari a. gedetacheerd bij het hospi
taal der marine te Willemsoord.
De officier van gezondheid 3e klasse S. F. Kruyt,
laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië,
en van daar den 14cn dezer in Nederland teruggekeerd,
wordt met dat tijdstip op nonactiviteit gesteld.
Met den len Januari a. worden geplaatst op Zp. M«.
wachtschip te Hellevoetsluis, de luitenant ter zee 2c kl.
J. R. Eek; in de rol van voormeld wachtschip en gede
tacheerd op het kostschip te Rotterdam, de officier van
gezondheid 3° klasse J. van Lith Harrebomée, en op
Zr. Ms. monitor de Tijger, de officier van administratie
2c klasse M. D. L. Hertzveld.
Z1'. M«. schroefstoomschip Curasao, onder bevel van
den kapitein-luitenant ter zee jonkheer M. W. Bowier,
is, volgens een bij het departement van marine ingeko
men telegram, den 17«i van Suez over Djeddah en Aden
naar Bushir in Perzie vertrokken.
Aan 's rijks hospitaal te Utrecht is gedetacheerd
de officier van gezondheid 3e klasse bij de landmacht in
West ïndië M. Vis, teneinde in aanmerking te komen ter
bevordering tot officier van gezondheid 2C klasse bij dat
wapen.
Gemengde berichten.
Den 13e" dezer heeft te Cortgene de plechtige uitrei
king plaats gehad van den door Z. K. H. prins Frederik
aan de plaatselijke commissiën voor het monument van
1813 gegeven gedenkpenning. De heer J. W. Vader,
voorzitter der plaatselijke commissie, bood na afloop dier
handeling den leden en andere genoodigden een diner
aan, waarbij herdacht werd hoe de ingezetenen vóór 56
jaren een aanval der Franschen tegen het eiland moedig
hebben afgeslagen. Ook vele ingezetenen hadden door
het uitsteken van vlaggen van hunne ingenomenheid
doen blijken.
Met 1 Januari 1870 zullen op al de Belgische post
kantoren gelden worden aangenomen die men aan de
algemeene spaarkas van den staat wil toevertrouwen.
Elke storting moet ten minste éen frank beloopen; het
maximum is, behalve bijzondere toelatingen, 5000 fran
ken. De interest is bepaald op 3 pet.
Onder de faillieten, die dezer dagen te Parijs heb
ben plaats gehad, merkt men die van verscheidene
boekhandelaars op, en daaronder dat van de firma Amyot,
die o. a. de Oeuvres completes de Napoleon III in het
licht heeft gegeven.
Op den spoorweg van Marseille naar Parijs is voor
een paar dagen een misdaad gepleegd, welke aan die van
Jud herinnert. Do geneesheer James Constantin, die
van een reis uit Egypte in zijn vaderlaud was terugge
keerd (reeds 20 jaren lang had hij alle deelen der wereld
bezocht), had plaats genomen in een rijtuig lc klasse,
dat geheel ten zijnen behoeve was afgehuurd. Vermoeid
als hij was legde hij zich spoedig te slapenmaar toen
de trein Rognac, het eerste station na Marseille, had