Benoemingen en besluiten. Onderwijs. Marine en leger. Stormschade. Rechtzaken. Gemengde berichten. Thermometerstand. Staten-generaal. besken op Weber's Aufforderung zum Walz werden wegslepend schoon door hem bespeeld. In eerstgenoemd nummer wedijverde het orchest, door de onberispelijke uitvoering van het zeer moeilijk accompagnement, met den beroemden pianist om den lauwer. Waarlijk, waar een orchest zóo accompagneert, waar het zoo eene sym- phonie van Niels Gade en de ouvertures van Beethoven en Mendelssohn uitvoert, staat men verbaasd dat den man, aan wiens tooverstaf het gehoorzaamt, aan wiens energieke, bezielende leiding men een ensemble te danken heeft, dat tot in de fijnste nuances de bedoe lingen van den componist teruggeeft, dat aan den eenigen Verhuist bij zijn eerste optreden als directeur in een nieuw seizoen zelfs niet het flauwste blijk van sympaihie, of zoo het dat niet mag zijn, dan toch van erkentelijkheid en achting wordt gegeven. Zoo iets is te kenmerkend voor onze Haagsche toestanden dan dat ik het onopgemerkt moest lateD voorbijgaan." betaalmeesters. Op verzoek eervol ontslag verleend aan H. J. Oosting uit zijne betrekking van betaalmees ter te Assen, onder dankbetuiging voor zijne aan den lande bewezen diensten en behoudens aanspraak op pensioen. Benoemd tot betaalmeester; te Assen mr. J. H. F. Umbgrove, thans betaalmeester te Almelo; te Almelo jonkheer A. C. P. Quarles van Ufford, thans ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Hoogland, uit welke betrekking hem tevens een eervol ontslag wordt verleend. Jl. Woensdag zijn in eene te Zierikzee gehouden vergadering van vrienden en voorstanders van het volks- onderwij s 31 der aanwezigen voorloopig toegetreden als leden eener aldaar op te richten afdeeling van het schoolverbondin afwachting van hetgeen nader bij algemeen en plaatselijk reglement zal bepaald wor den. Te Ouwerker in Duiveland was reeds in het' begin dezer maand eene zoodanige afdeeling gevormd. De Staats-courant van Vrijdag 17 December bevat het verslag der commissie belast met het afnemen van het eind-examen der hoogere burgerscholen in Gelder land, in het jaar 1869. Blijkens den dezer dagen in het licht verschenen Delftschen Studenten-Almanak voor 1870, bedraagt het aantal ingeschrevenen aan de polytechnische School 166, waaronder 69 voor meer dan éen studievak. Zij zijn ver deeld als volgt: 20 voor technoloog, 96 voor civiel inge nieur, 18 voor werktuigkundig ingenieur, 60 voor bouwkundig ingenieur, 3 voor mijnen-ingenieur, 7 voor scheepsbouwkundig ingenieur, 29 voor verschillende stadievakken en 2 voor ijker. üelttsche cour.) Naar aanleiding van het koninklijk besluit van den 14e» dezer wordt Zr. M>. schroefstoomschip Soerabing, liggende te ïïellevoetsluis, onder bevel van den kapitein- luitenant ter zee jonkheer D. Bowier, met den 20™ dezer buiten dienst gesteld, en de genoemde hoofdofficier met dien datum eervol van dat bevel ontheven, en met den verderen état-major van dat stoomschip op nonactiviteit gesteld. Met den 1™ Januari 1870 wordt in dienst gesteld, met bestemming naar de Kust van Guinea, Zr. M-\ schroef stoomschip Het Loo, waarover het bevel wordt opgedra gen aan voornoemden kapitein-luitenant ter zee. De verdere état major van laatstgemeld stoomschip zal be staan uit: den luitenant ter zee le klasse C. E. Uhlen- beck, lm officier; de luitenants ter zee 2e klasse J. C. A. Wissel, A. F. J. Frackers en C. L. de Jong; den officier van gezondheid 2e klasse dr. J. F. Manikus; den officier van administratie 2Ü klasse E. Canneman en den scheeps klerk J. Metz. De hevige storm die in den nacht van Donderdag op Vrijdag heeft gewoed, heeft allerwege aan tal van schoor» steenen en daken schade toegebracht. Dat deze gemeente daarvan betrekkelijk weinig te lijden had, bewijst eene vergelijking met de berichten'van stormschade uit andere plaatsen, die zeer ongunstig luiden. Van bijzonder hevi- gen invloed schijnt de wind in België geweest te zijn; van Antwerpen o. a. wordt gemeld dat een ontelbaar aantal schoorsteenen omgeworpen en de straten letterlijk met pannen en puin bezaaid waren. Van een in aanbouw zijnd huis stortten de muren in, evenals zulks bij den orkaan van den 20™ September geschied waseen ander verloor het gansche dak. Veischeidene schepen zijn van hunne ankers weggeslagen en hebben elkander vrij aanzienlijke schade toegebracht. Ook van Brussel en andere plaatsen bericht men dat groote schade aan ge bouwen en boomen aangericht is. De arrondissements-rechtbank alhier heeft jl. Donder dag, behalve de reeds gemelde, nog de volgende vonnis sen uitgesproken. Franciscus Gijzeis, oud 33 jaren, arbeider te Aar denburgbeklaagd dat hij den 12™ November jl., tegen kost en loon in dienst zijnde bij den landbouwer A. Be- heidt in den Izabellapolder onder Aardenburg, ten diens nadeele uit eene kist eene hoeveelheid van ongeveer een kwart hektoliter (haver arglistig weggenomen en zich toegeëigend heeft is schuldig verklaard aan diefstal door een loonbediende ten nadeele, van zijn meester en veroordeeld tot eene maand gevangenisstraf, in eenzame opsluiting te ondergaan, benevens in de kosten. Alphonsus Iserbijt, oud 20 jaren, bierbrouwers- knecht te Sluis beklaagd dat hij den 3™ Juli jl., als voerman van een met een paard bespannen zoogenaamd bierstel, dit voor de woning van A. J. Risseeuw tusschen Oostburg en Zuidzande onbeheerd heeft laten staan ge durende den tijd dat hij een vaatje bier moest helpen lossen werd door den kantonrechter te Sluis van alle rechtsvervolging te dier zake ontslagen op grond dat een bierstel geacht werd niet begrepen te zijn onder de benaming van rij - of voertuigen bij de wet bedoeld. Op het door den officier van justitie tegen dit vonnis inge steld hooger beroep heeft de rechtbank, met verbete ring van dat vonnis, den beklaagde bij verstek schuldig verklaard aan het door een voerman verlaten van een „rijtuig" op een buurtweg en hem veroordeeld tot eene geldboete van f 3, alsmede in de kosten. H. M. de koningin is voornemens in het begin der volgende maand eene buitenlandsche reis te ondernemen. - Volgens een te Scheveningen ontvangen bericht, zou eene der haringschuiten van den heer M. M. Teeu- wissen, stuurman Jan Lcendert van der Zwan, bij of in de haven van Yarmouth zijn gezonken, maar de beman ning zich hebben kunnen redden. De schade, die de reeder te lijden heeft, is niet alleen het verlies van zijn vaartuig, maar ook de lading haring, welke aan boord was, en het verlies is des te gevoeliger, naardien de visschers, vóórdat zij huiswaarts keerden, buiten nood zaak, de haven waren binnengeloopen. {N.-Rolt.-cour Het Vaderland deelt nader mede dat de vermelde oneerlijke praktijken niet hebben plaats gehad aan het hoofdkantoor van de bank van leening, maar zich heb ben bepaald tot eenige fraudes in de wollen goederen, gepleegd door twee bedienden van de hulpkantoren. De heer F. C. G. van Motman te Marrum, heeft onder dagteekening van 6 dezer een adres opgezonden aan den koning, waarin hij zegt: „dat zijn onvermoeid streven thans met den gunstigen uitslag is bekroond, en hij eene machine in het groot heeft doen vervaardigen, waarvan het resultaat is, dat deze de kracht van den stoom verre overtreft; terwijl bovendien bij de noodige en betrekke lijk geringe krachtsaanwending niets daarvan nutteloos behoeft verloren te gaan; dat een locomotief, naar zijn model, van 10,000 kilogrammen oneindig meer trekken en sneller zal werken zoodra hij in zijne volle kracht is, dan een van 50,000 kiligrammen, terwijl, in evenredig heid, de moeite afneemt bij zwaarder gewicht, om de machine in beweging te brengen." Hij verzoekt daarom dat Z. M. een onderzoek van deskundigen doe instellen, waartoe de gelegenheid bij hem is opengesteld. Te Christiana is het volgende verhaal in omloop: Eene vrouw aldaar had door allerlei listen en streken aan haar man, die vrijmetselaar was, het geheim der orde ontlokt. Vervuld met het plan om haar echtgenoot aan dit vreeselijk genootschap te ontrukken, ijlt zij voort naar den grootmeester, vertelt hem,'dat de „broeder" haar alles heeft meegedeeld en eindigt met de bede: „geef mij mijn man terug!" De grootmeester ontvangt haar in eene zaal, geheel met zwart behangen. Hij doorsteekt het portret van den broeder met de woorden„uw man is geen vrijmetselaar meer." Toen zij te huis kwam, vond de rampzalige vrouw het lijk van haar echtgenoot met een dolk doorboord, juist op de plaats waar de groot meester het portret getroffen had. Zij werd krankzinnig van smart. De brief, dien dr. Livingstone van uit Ujiji op den 30™ Mei van dit jaar naar dr. Kirk te Zanzibar geschre ven heeft, is thans te Londen aangekomen en wordt in de bladen gepubliceerd. Livingstone was onder een volksstam, die hem wel geen kwaad deed, maar zoo zorgvuldig mogelijk belette, dat hij brieven afzondzij waren bang, dat hij hun slavenhandel zal bekendmaken en daardoor in gevaar brengen. In Maart was een kara vaan naar de oostkust van Afrika vertrokken, doch nie mand had een brief willen meenemen. De brief van 30 Mei is overgebracht door een neger, die uit Zanzibar ossen had aangebracht, die aan Livingstone gezonden waren. De neger had echter de ossen zoo slecht behan deld, dat zij alle gestorven warenook had hij bedaard toegelaten, dat de inboorlingen het grootste deel van Livingstone's bagage plunderden, zoodat Livingstone hem ook niets meer dan een brief op zijn terugreis durf de meegeven. De werkzaamheden van een Afrika- reiziger treden in een eigenaardig licht als men het slot van Livingstone's brief leest. „Er is zuidwestelijk een nog door geen blanke bezocht meer. De uitstroomingen daarvan 'tzij naar den kant der Congo-rivier, 'tzij naar den Nijl, moet ik opnemen. De volken daar, genaamd Mangema, zijn menscheneters, zoo de Arabische koop lieden waarheid spreken. Ik zal waarschijnlijk eerst daarheen moeten gaan en dan naar Taganyika, wanneer ik onopgegeten wegkom, om dan mijn nieuwen weg naar Zanzibar te vinden." Van Livingstone is dit geen aar digheid, maar de eenvoudige mededeeling van den stand der zaken. De cholera heeft verschrikkelijk in Peshawur onder de Engelsche troepen gewoed. Van den 12cn September tot den 24™ October stierven 93 van de 1000 man, gelijk staande met eene jaarlijksche sterfte van 810 op de dui zend. Alleen het 36« regiment verloor 126 van de 1000 krijgslieden. 17 Dec.'sav. 11 u. 44 gr. 18 'smorg. 7u.43gr.'sav. 6u.53gr. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag, 16 December. Voortzetting der - begrootingsdiscussiën. Ingekomen een wetsontwerp tot goedkeuring eener huwelijksverbindtenis tusschen prinses Marie der Neder landen en Z. D. H. prins Willem Adolph Maximiliaan Karei vorst von Wied. De discussien over de onderafdeelingen betreffende de uitgaven voor onderwijs worden geopend. Die betrekke lijk het hooger onderwijs worden goedgekeurd, na eene korte discussie over de werkzaamheden van een amen- nensis te Groningen en over de lessen in de anatomi aldaar tusschen de heeren Jonkbloet, Idserda en den minister; terwijl de heeren Bergmann en Vader op ver betering van het onderwijs in de klassieke talen aan drongen. De beraadslaging over artikelen betreffende het mid delbaar onderwijs wordt aangevangen door den heer Heemskerk Az. die de vermeerdering van het aantal hoogere burgerscholen van rijkswege afkeurt. Hij stelt daarom een amendement voor teneinde met f 3000. den post te verminderen, zijnde het bedrag dat voor de inrichting eener hoogere burgerschool te Winterswijk noodig was geoordeeld. De heeren Dam en Lenting verdedigen de voordracht der regeering; juist in deze verwijderde, maar belangrijke en ontwikkelde streek des lands voldoet de regeering aan eene groote behoefte met deze school in het leven te willen roepen. De gemeente heeft daarvoor de loka len aangewezen, waardoor zij zich eene jaarlijksche last van f 2000 getroost. De heer Stieltjes wijst op hetgeen in die streek voor het onderwijs reeds gedaan wordter zijn te Winterswijk in haar verspreide ligging 12 scholen van lager onder wijs; hij acht er dus ook eene hooger burgerschool on misbaar. De heer van Kuijk is in beginsel er tegen, maar zal het geld toestaan als de regeering reeds met het ge meente bestuur in onderhandeling is getreden. De minister verdedigt de voordracht; hij is niet be vreesd er nu te veel aandrang van andere gemeenten zal komen. Het amendement van den heer Heemskerk wordt daarop verworpen met 50 tegen 24 stemmen. De heer van Kuijk, na nogmaals eene pertinente ver klaring van den minister ontvangen te hebben dat het voorgestelde bedrag niet van subsidie aan hoogere bur gerscholen voor meisjes zal worden besteed, trekt thans zijn (vroeger medegedeeld) amendement in. Voor den Jhst voor subsidie aan landbouw-en meisjesscholen wordt door den heer Begram een amendement voor gesteld om voor de landbouwschool te Groningen het uitgetrokken bedrag te schrappen. Over het al of niet wenschelijke van een vereenigd tlieorethisch-practisch onderwijs in den landbouw heeft eene gedachten wisse ling plaats tusschen de heeren Begram, van Kuyk, van Houten, Fokker, Borret en den minister, waarna in den geest der voordracht van de regeering die hetpractisch met het theorethisch onderwijs wil doen gepaard gaan het artikel wordt aangenomen nadat het amendement

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 2