MIDDELBÜRGSCHE COURANT. N<" 230. Zaterdag 18 December. 1869. UimtmlartiX Middelburg 17 December. nommer hier nog niet aangekomen. AANBE§TEDIjVG. OnVriidag den 21™ December 1869,des voormiddags ten 10 ure, zal, onder nadere goedkeuring door den Com missaris des Konings in de provincie Zeeland of by zyne Afwezigheid, door een der leden van de geüeputeerae staten en in bijzijn van den hoofdingenieur van den waterstaat in bet 'll<"> district, aan bet gebouw vaa lict provinciaal bestuur te Middelburg, worden aanbesteed. Het'lierstellcn en onderhouden gedu rende liet jaar 18*0 van de Rij ks haven en bijbehoorende werken te Vlissin- gen, provincie Zeeland. Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrij ving volgens 434 der algemeene voorsehiiften. Het bestek ligt ter lezing aan bet gebouw van het ministerie van binnenkjrdsche ^ken aanda*jan bet provinciaal Zeciand^te M ddelbiu^ en voorts op franco aanvrage tegen betaling der kosten te bekomen b.j den boekhandelaar al.N'J ^hSmst in no. 49, te 's Gravenhage, en door zijne tusschenkomst m de voornaamste gemeenten des rijks. «oodie-e "Den 7en en 4cn dag vóór de besteding, woidt de nooai^e ianwHzing OP de plaats gedaan; voorts zijn nadere inlichtingen te bekomen bij den hoofdingenieur van den waterstaat te Middelburg en bij den ingenieur te Vlis- singen. .0__ 's Gravenhage, 1 December 1869. Voor den minister, De secretaris-generaal, HUBRECHT. Bij de heden in de tweede kamer gevoerde algemeene beraadslaging over liet defensiewezen hebben de hooge uitgaven veel bestrijding ondervonden. De militaire leden verdedigden daarentegen de cijfers der begrootingen voor de landsverdediging, doch bestreden de wijze waar op het leger is ingericht. De post uit Holland was bij bet afdrukken van dit Ook ondervindt het overseinen van telegraphiselie berichten aanmerkelijke vertraging, daar de gemeenschap uithoofde van aan de lijnen toegebrachte stormschade, uiterst gebrekkig is. -4 Van eroot gewicht voor de ingezetenen onzer ge meente is zeker de regeling der plaatselijke belasting overeenkomstig de jongste wijziging c ei ge die dan toch eindelijk zal moeten ondernomen worden Met 31 December 1871 is de tijd ten ^inde dro speciale wet ook aan Middelburg gegund .s ot het no- blijven heffen der door de wet van 7 Juli 1865 (Staatsblad n". 79) afgeschafte belasting op voorwerpen van verbruik. Het is dus waarlijk tijd dat men in den gemeenteraad de banden aan het werk sla, want al is de uiterste ter- miin eerst met het einde van 1871 daar, wenschelijk kan het niet zijn dezen af te wachten, ook al ware het minder twijfelachtig of de bij de wet vereischte koninklijke goedkeuring tot zoolang zal kunnen verkregen worden. T, den 27™ October 11. benoemd is om De commissie, aieuouzi to onderzoeken of bet in bet belang der gemeente te achten zij om over te gaan tot herziening der verorde ningen op de plaatselijke directe belastingen, heeft reeds nu haar rapport uitgebracht en concept-verordeningen ingediend. Deze zijn op de afschaffing der gemaalbcias- ting gebaseerd en bepalen voor de invoering er nieuwe regeling reeds het jaar 1870. Het is ondenkbaar dat over een zoo ingrijpen e ver andering als door deze commissie is voorgesteld inc e weinige dagen die ons nog van het volgend jaar schei den .zal kuunen beslist wordenniet omdat het onder werp voor den raad nieuw is, maar omdat de commissie stelsels en berekeningen voorlegt die, wil men zich eenigermaie voor teleurstelling vrijwaren, aan een strengen toets moeten worden onderworpen. Het onderwerp blijft alzoo zeker nog eenigen tijd aan de orde, en dit is om meer dan eene reden wenschelijk; ook bij bet publiek zal zich dart cene meening kunnen vormen, waarop het zeker voor den gemeenteraad niet onverschillig zal zijn bij de beslissing te kunnen letten. Wij onthouden ons nog van het uitspreken van elke opinie omtrent de voorgestelde wijziging, en de mede- deeling der concept-verordening op de heffing der voor gestelde belasting, welke hier volgt, vindt dan ook alleen baar grond in de begeerte om onze lezers omtrent de inzichten der commissie meer in bijzonderheden bekend te maken dan door de opname van bet verslag der jongste gemeenteraadszitting alleen kon geschieden. Concept-verordening op de heffing eener plaat selijke directe belasting, bij wijze van omslag over de huisgezinnen. 1 Artikel een. Te beginnen met het jaar 1870 wordt jaarlijks in de gemeente Middelburg eene plaatselijke directe belasting geheven bij wijze van omslag over de huisgezinnen, tot een bedrag van hoogstens honderdduizend gulden, on verminderd vijf opcenten voor het bedrag van het sup pletoir kohier. Voor den aanslag wordt jaarlijks ten grondslag geno men, het bedrag waarop deze belasting is uitgetrokken op de door gedeputeerde staten goedgekeurde begroo ting, met vermeerdering van hoogstens vijf procent voor oninbare posten. Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot 31 December. Artikel twee. Aan deze belasting zijn onderworpen: Alle personen, eigen inkomsten hebbende, behoudens het bepaalde bij artikel vijf, meerderjarigen of minderjarigen die in dezo gemeente hun hoofdverblijf honden of minstens drie maanden van bet dienstjaar waarover de belasting loopt in deze gemeente verbfij ven, hetzij achtereenvolgens of bij afwisseling, onverschillig of zij al of niet op het bevol kingregister of verblijfregister dezer gemeente zijn ingeschreven, een en ander met inachtneming van de bepalingen vastgesteld bij art. 245 der wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad 11» 85), gewijzigd bij art. 6 der wet van 7 Juli 1865 (Staatsblad n°. 79). De aanslagen in deze belasting geschieden evenwel alleen ten name van hoofden van huisgezinnen. Als hooiden van huisgezinnen worden beschouwd of daarmede gelijk gesteld a. Zij die een perceel hetzij geheel of gedeeltelijk als hoofdbewoner in gebruik hebben, met dien verstande dat in perceelen door meerdere huisgezinnen gebruikt wordende, van ieder gezin een lid als hoofdbewoner zal worden aangemerkt. b. Meerderjarigen, afzonderlijk of bij anderen inwonende of verblijvende. c. Voogden, curators of bewindvoerders, afzonderlijk voor zooveel betreft de onder hunne voogdij of curateele gestelde personen. d. Alle personen bij huisgezinnen inwonende of verblij vende zonder te kunnen gerekend worden daartoe te behooren. Als leden vaneen gezin worden uitsluitend beschouwd: Echtgenooten en hunne niet persoonlijk in de termen van belastbaarheid vallende bloedverwanten, alleen voor zooverre zij bij den aangeslagene inwonen en niet zelf voor de rijks-belasting op het personeel zijn aangeslagen. Minderjarigen, elders hunne opleiding genietende, worden beschouwd mede tot bet ouderlijke gezin te behooren. Personen die zich aan bet onderwijs wijden, j uf vrouwen of lieeren tot gezelschap of adsistentie in huishouding of bedrijf, /huisbewaarders en verder alle hetzij al dan niet loontrekkende bedienden worden, ofschoon inwonende, niet als leden van het gezin aangemerkt en afzonderlijk aangeslagen. Ter berekening van het inkomen worden in aanmer king genomen: a. Onroerende goederen, waar ook gelegen, uitstaande kapitalen en effecten, allen, onverschillig of zij en welke jaarlijksche inkomsten zij afwerpen, voor de heffing dezer belasting te berekenen op een inkomen van vier procent van de waarde. De bloote eigendom van met vruchtgebruik bezwaarde goederen is hier onder niet begrepen. Ter berekening van deze waarde zullen worden ge schat Onroerende goederen op hunne verkoopwaarde, onder aftrek van de daarvoor onder hypothecair ver band opgenomen kapitalen. Uitstaande kapitalen op hun bedrag, behoudens billijke korting voor kapitalen uitstaande ten laste van insolide debiteuren en niet door pand, hypotheek of voorrecht behoorlijk verzekerd. Effecten, volgens de laatste vóór de uitgifte der aangiftbiljetten vanwege het ministerie van financiën voor de berekening van het recht van successie uit gegeven prijs-courant, onder aftrek van de op die effecten beleende sommen, en voor zooverre zij niet op genoemde prijs-courant mochten voorkomen, alsdan op hunne vermoedelijke verkoopwaarde. b. Het vruchtgebruik van de sub a bedoelde goederen, de inkomsten hieruit op gelijke wijze en op hetzelfde bedrag te berekenen als aldaar isbepaald. c. Bezoldigingen, traktementen en salarissen Pensioenen en wachtgelden Tontines, lijf- en andere rentenjaarlijksche uit- keeringen uit weduwenfondsen, wegens levensver zekeringen en dergelijkeovereenkomsten of uit eenigen anderen hoofde, uitkeeringen tengevolge van wette lijke verplichtingen, toelagen, geschenken in geld of geldswaarde allen naar hun werkelijk zuiver bedrag en voor zoo verre dit op het tijdstip der aangifte niet kan worden bepaald, naar bet gemiddeld bedrag, in de vijf laatst voorgaande jaren genoten. d. Emolumenten van ambten en betrekkingen Belooningen voor tijdelijke iunctiën; De zuivere voordeeleu uit beroepen, bedrijven en neringen welke geacht kunnen worden een regelmatig terugkeerend jaarlijkscb inkomen te geven; Werkloonen en daghuren allen berekend als sub c is bepaald. e. Benten en zuivere voordeelen van aandeelen in ven nootschappen, reederijen, maatschappijen, niet voorko mende op de onder a bedoelde prijscourant, benevens de zuivere voordeelen uit beroepen, bedrijven en ne ringen, waarvan de inkomsten uit hunnen aard onze ker zij nnaar het gemiddelde jaarlij ksche bedrag over de vijf laatste jaren of over zooveel kortoren tijd als de bei lastingscbuldige zoodanig beroep, bedrijf of nering heeft uitgeoefend of de bedoelde aandeelen bezeten. Voor zooverre genoemde aandeelen dividenden ople veren die tegelijk als aflossing van kapitaal te be schouwen zijn, naar den maatstaf van vier procent rente over het primitief kapitaal, jaarlijks verminderd met het surplus dat het dividend meer dan vier procent bedraagt, zonder verhooging evenwel van het kapitaal voor eventueele bijbetaling. Aandeelen in afloopende handelsondernemingen door lien die daarvan geen gewone tak van handel of bedrijf maken en waarvan de uitslag op het tijdstip der aan gifte nog niet te berekenen isnaar den maatstaf eener rente van vier procent. g. Heerlijke-,tiend-, erfpacht-en andere rechten, berekend ais sub c is bepaald, en voor zooverre zij geene inkom sten afwerpen, alsdan naar den maatstaf eener rente van vier procent van de vermoedelijke verkoopwaarde Bij de berekening van het inkomen naar de liiervoren gestelde regelen worden voordeelen die niet in geld worden genoten, als: vrije woning, voeding vuur, licht en dergelijke, op hunne geldelijke waarde begroot. Artikel vier. Yan het totaal bedrag van het volgens artikel drie be rekende inkomen zullen worden afgetrokken

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1