MIDDELBURGSCHE COURANT. N0, 245. Maandag W 18G9 13 December. Middelburg 11 December. Benoemingen en besluiten. Kerknieuws. Gemengde berichten. Do stoomboot van Rotterdam, op wier komst te Vlis- singen waar zij reeds Donderdag had moeten aanko men ook gisteren tevergeefs werd gewacht, is gisteren middag omstreeks éen uur, tengevolge van den mist, nabij den wal van Stavenisse tegen een steenen berm gevaren, waardoor een gat ontstond en het schip van voren vol water liep. Er bevonden zich een veertigtal passagiers, waaronder vrouwen en kinderen, aan boord, die natuurlijk in den grootsten angst verkeerden. De sloep werd echter onmiddellijk uitgezet en zoowel daar mede als met later van den wal opdagende hulp is men lende stroomingen van het volksleven hare sporen ver- agage toonen, op dat gevaar af, wensch ik pns zeiyen geluk heeft men vervolgens zooveel mogelijk trachten te ber>^^fg cordaatheid en zelfstandigheid van Hen, die het er in geslaagd allen te redden. Ook de lading en bagage gen, waartoe een lichter en een schokker, die fti^le nabijheid lagen, behulpzaam zijn geweest. De boot bleef in steeds zinkenden toestand, en toen heden morgen de van Rotterdam komende Middelburgsche stoomboot voorbij Stavenisse voer was van de Vlissingsche boot niets meer te bespeuren. Daar het water daar ter plaatse zeer diep is, is het te vreezen dat het vaartuig verloren zal zijn. De Middelburgsche boot, die gisteren morgen van Rotterdam is afgevaren, is eerst heden morgen te negen uren hier aangekomen, zoodat zij heden, uithoofde van het verloopen tij, niet naar Rotterdam is kunnen ver trekken. De post van /200,000 voor een nieuw uitwaterings kanaal in bet voormalig vierde district van Zeeland, op de begrooting van binnenlandsche zaken voorkomende, is heden door de tweede kamer met 26 tegen 24 stemmen goedgekeurd. In de gisteren gehouden avondzitting zijn de posten voor het onderhond der kleine rivieren verworpen. Ook heden wordt ter verdere behandeling der begrooting van binnenlandsche zaken eeno avondzitting gehouden* Uit den Haag schrijft men ons van 10 dezer: „Zoo er al geen homogeniteit bestond tusschen de heeren van Bosse en van Lilaar in hunne opvatting van de bestaande en voor de toekomst wenschelijke verhou ding der administratiën van catholieke, hervormde en andere eerediensten tot den staat, gij herinnert u dat ik er in mijn vorig schrijven op wees, de kamer heeft het nog vrij wat erger gemaakt en de inconsequentie ten top gedreven. Ten opzichte van den catholieken eere- dienst heeft zij met den minister, door haar votum, de opheffing der afzonderlijke, of liever staatsadministratie voor onbepaalden tijd (ad calewlas graecus, zooals de heer Heijdenrijck met verklaarbare zelfvoldoening con stateerde) verschoven. Ten opzichte van den hervormden eeredienst heelt zij, wederom door een votum (over het amendement van Lijnden), maar nu tegen den zin des ministers, met het ontnemeQ van zijn officieel karakter aan het algemeen college van toezicht, een stap gedaan in de lijnrecht tegeovergestelde richting, die leiden moet tot de volkomen scheiding van kerk en staat. „Opmerkelijk is het dat beide beslissingen werden ge nomen met behulp van geheel de conservatieve partij en dat deze zoowel als de anti-revolutionairen getoond heb ben, volstrekt niet bang te zijn voor den familietrek met dien boschgod, die de logica van den boer in de war bracht met zijne theorie van koud- enheetblazerij. Ook een deel der liberale partij heeft zich aan dezelfde inconsequen tie schuldig gemaakt, waarover ik mij trouwens niet verwonderd heb,nadat de heer Thorbecke den vorigen dag zijne milddadige gezindheid jegens de catholieken aan den dag gelegd had, waar zij subsidiën van staatswege mochten behoeven. Wat beteekent dit verschijnsel? Dat de con- ssrvatieven bevreesd zijn degunstder catholieke partij te verliezen, is niets meer dan natuurlijk; maar dat de libe ralen zich, na de opgedane ondervinding, zouden vleien haar te kunnen herwinnen komt mij even onverstandig als karakterloos voor. „Logischer en in alle opzichten verkieslijker is de houding van die kleine fractie der liberalen die, na eene discussie waaruit bleek dat de heer van Lilaar volstrekt niet gezind was mede te werken tot de losmaking der banden tusschen kerk en staat, tegen zijne begrooting stemde, en ook niet schroomde consequenter te zijn dan de heer van Bosse, die, ofschoon niet afkeerig van het beginsel, toch voor de toepassing scheen terug te deinzen. „Op gevaar af van de Arnhemsche courant boos te maken, die het kwalijk neemt als men het bestaan van verschillende nuancen in de liberale gelederen consta teert en het een gelukkig verschijnsel acht wanneer in de vertegenwoordiging van het pai/s légal de verschil- hunner onwaardig achten ter wille van een mogelijk politiek belang, met een gewichtig beginsel de hand te lichten. „Wij hebben hier op den laatsten avond der vorige week een klein, klein revolutietje gehad, niet op staat kundig, maar op een maatschappelijk gebied, niet op de straal maar in de bedompte vergaderzaal van het Nut. Vroeger had ik gelegenheid u te schrijven over den echt conservatieven geest van het bestuur des Haagschen departements en ook over den cauchemar, dien de toe treding van eén zeker aantal liberale leden aan dat be stuur bezorgde. Toen nu uit den boezem van dat nieuwe element het voorstel tot benoeming eener commissie ter herziening van het reglement werd gedaan, wist het bestuur dat voorstel te écarteeren door de verklaring dat het die moeite zelf wel op zich zou nemen. „Inderdaad is het met een ontwerp-herziening voor den dag gekomen in genoemde vergadering, die zeer tal rijk bezocht was, vooral door de fractie der leden, die op de herziening had aangedrongen. Reeds bij de alge- mecne beraadslaging bleek het echter dat althans som mige bestuursleden zeer malgré eux daartoe waren over gegaan, want nauwlijks had een van de leden zich verzet tegen de opvatting des voorzitters ten aanzien van een principieele quaestie, of men Israëlieten die in 't alge meen de beginselen van het Nut verklaarden te zijn toe gedaan als leden van het departement kon toelaten, of de secretaris werd zoo boos dat hij zijn jas aantrok en zijn hoed opzette, en de vergadering verliet. „Ik kan hier natuurlijk in geen bijzonderheden treden omtrent de discussie en de daaruit gevolgde reglements herziening, maar wil alleen releveeren dat, na eene ver- geefsche poging van eenige conciliante leden om de beslissing omtrent dit punt te verdagön, het artikel, waarbij werd bepaald dat zjj die tot het departement toetreden, niet slechts door de onderteekening van het reglement blijk moesten geven van met de beginselen der maatschappij in te stemmen, maar ook bovendien nog eene verklaring onderteekenen, die ten opzichte der christelijkheid veel verderging dan de algemeene maat schappelijke wet, dat dit artikel, zeg ik, met eene imposante meerderheid werd verworpen. „Terwijl vroeger het bestuur steeds bij coöptatie werd aangevuld, had men nu voorgesteld dat de bestuursleden zouden gekozen worden uit een dubbeltal door het be stuur voor te dragen. De meerderheid had blijkbaar geen zin om zich met dit kluitje in het riet te laten sturen en wist het zoo ver te brengen dat het beginsel van vrije keuze werd gehuldigd, met bepaling evenwel dat het bestuur personen voor de benoeming zou aanbevelen. „Terwijl tot nogtoe, volgens het reglement, de bewaar school der maatschappij alleen voor „fatsoenlijke" kinde ren openstond, zal zij thans alleen door het nog altoos hooge schoolgeld voor eene invazie van „onfatsoenlijke" kinderen gevrijwaard zijn, enz., enz. Summa summarum zegevierde het liberale element over de gansche linie, en het bestuur, dat door eene krachti ger houding in den beginne wellicht den stroom had kunnen keeren, werd er ten leste door overvleugeld, zoodat het zich, het moet gezegd wordenvrij goed schiks executeerde. Die einduitslag moge voor den verontwaardigden secretaris en zijne geestverwanten pijnlijk zijn, ik voor mij hoop en geloof dat het be stuur geen berouw zal gevoelen van zich aldus in de richting des tijds te hebben laten voortstuwen. En voor de toekomst van het departement kan deze omwenteling geene andere dan goede gevolgen hebben, daar zij den weg heeft gebaand tot krachtig handelen in den geest eener maatschappij, die steeds gestreden heeft voor volks verlichting en volksbeschaving, en tegen bekrompenheid en reactie. „Vooral in de residentie is elke schrede in die rich ting dubbel opmerkelijk en verblijdend, hier waar men, nadat een van Vloten in Elisabetli Wolf de kam pioene tegen protestantsch, nadat een Vuylsteke een van de oorzaken van de achterlijkheid der Vlaamsche provinciën van België in het catholiek clericalisme hadden doen aanschouwen, het bestuur van Oefening kweekt kennis, in welks vergaderingen genoemde heeren als sprekers optraden, meende te moeten herinneren aan de statuten, die verbieden dat er iets gezegd wordt, waardoor leden in hunne overtuiging zouden kunnen ge kwetst worden. Inderdaad, eene overtuiging moet niet recht gezond zijn, die zoo licht gekwest wordt. „Dr. A. van der Linde, die eene spreekbeurt in dit seizoen had op zich genomen, moet zich reeds als spre ker hebben doen schrappen omdat hij het bestuur niet aan eene nieuwe vermaning van dien aard wilde bloot stellen. Ik hoop dat onze geestverwanten, als zij 't een of anderen tijd door sprekers als ten Kate, Beets, Gohen Stuart, of anderen in h u n n e overtuiging gekwetst kon den achten, zoo wijs zullen zijn, het voorbeeld van de andere zijde gegeven, niet te volgen." In eene Dinsdag avond te Winschoten gehouden bij eenkomst van ingezetenen, om te beraadslagen over een adres aanden koning in zake de oorlogskosten, is, nadat vooraf was uitgemaakt, dat het zou zijn een zelfstandig adres, na gehouden uitvoerige discussie zoodanig adres met bijna algemeene stemmen vastgesteld, waarvan de conclusie luidt, dat tot Z. M. het eerbiedig verzoek wordt gericht: middelen te willen beramen, dat de uitgaven voor de defensie belangrijk worden verminderd en in evenredigheid worden gebracht met de krachten des lands. Een voorstel, om daaruit te doen wegvallen de woor den „belangrijk worden verminderd," werd verworpen met eene meerderheid van éene stem. ridderorden. Vergunning verleend aan A. H. Bakker Korff, kunstschilder te Leiden, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der Leopolds orde, hem door Z. M. den koning der Belgen geschonken; en aan S. Verkooy, te Amsterdam, tot het aannemen en dragen van de gouden medaille 2« klasse, hem door Z. H. den paus toegekend. registratie. Op verzoek eervol ontslag verleend aan L. Dittlinger, uit zijne betrekking van ontvanger der registratie en domeinen te Doesburg, behoudens aan spraak op pensioen. De heer G. J. Vos, predikant bij de Nederduitsche her vormde gemeente te Zevenhuizen, heeft voor de toezeg ging van beroep naar Zaamslag en voor het beroep naar Oud-Vossemeer bedankt. De a fgevaardigden der plaatselijke cominissiën te Amsterdam, 's-Gravenhage en Rotterdam hebben eene circulaire gericht aan al de plaatselijke cominissiën voor het nationaal monument voor 1313, om een geschenk aan prins Frederik aan te bieden. In San Francisco (Californië) heeft het korps inge nieurs hoogst belangrijke waarnemingen gedaan. Door den slinger van een chronometer met den telegrafiscben draad te verbinden, werd de slingering met bliksemsnel heid overgebracht; iedere tik van het uurwerk werd op een afstand van 70C0 mijlen, over bergen en dalen, door rivieren en volkrijke steden en wildernissen, in minder dan éene seconde van San Francisco tot Boston overge bracht. (Ned. Industrieel.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1