$uitmlaniX
BMijMttgm.
Öctalinij van coupons.
€)anüclsbcricl)tett.
Algemeen overzicht.
Graanmarkten enz.
Prijzen van effecten.
geweest verschil van gevoelen dat hij een ongelukkig
voorbeeld van partijschap acht.
De heer van Blom bespreekt de floreenplichtigheid in
Friesland, een overblijfsel volgens hen van een oud
publiek recht, dat door de publieke macht ook weder
opgeheven kan worden.
De heer van Lijnden en Heydenrijck en Jonckbloet
komen nader terugop bun vroeger medegedeeld gevoelen.
De ministers van Lilaar en van Bosse repliceeren,
laatstgenoemde blijft bij zijne meeningdathet bestaande
college van toezicht, als door de meerderheid van het
hervormd kerkgenootschap gekozen, door de regee
ring moet aangenomen worden als een wettig college.
Eene souvereiniteit in iedere gemeente om over haar
eigen bestuur te beslissen heeft nimmer bestaan. Sedert
de invoering der hervorming is er altijd een centraal-
gezag geweest. De synodes zijn daarvan een bewijs; dat
men echter om politieke redenen geene algeraeene synode,
als die van Dordt in 1618 weder heeft bijeengeroepen,
kan de minister zich begrijpen.
Nadat nog, zonder aanvoering van nieuwe beweeg
gronden, verschillende replieken hadden plaats gehad,
en de heer de Bieberstein een amendement had inge
trokken, na de verklaring des ministers dat voor desnb-
sidiën wegens kerkenbouw toch zou gezorgd worden,
wordt hoofdstuk IV£ (Roomsch-catholieke eeredienst)
met 55 tegen 14 stemmen aangenomen.
Tegen stemden de heeren de Roo, van Eek, Rombach,
van Houten, Jonckbloet, van Beyma, Idserda, van Blom,
"Virnly, Wybenga, Zijlker, van Delden, Westerhoff en
Kien.
Over hoofdstuk VIIc wordt uitsluitend bij art. 4, den
post voor het algemeen college van toezicht op de
hervormde kerk, door de heeren van Lijnden en van
Wassenaer het woord gevoerd. Men laat de gemeenten
niet vrij zich naar eigen goedvinden te organiseeren.
De toetreding tot de ontworpen regeling door een aantal
gemeenten bewees niets, daar een aantal andere zich
daarmede niet hadden vereenigd. De heer van Houten
is het eens met de heer van Lijnden, maar geeft deze in
overweging om nu ook voor te stellen, bij het door hem
Voorgedragen amendement, om ook de som voor het col
lege van toezicht uitgetrokken te doen vervallen.
De minister van financiën verzet zich ten sterkste
daartegen. De regeering moet afgaan op hetgeen de
meerderheid der hervormde kerk wil.
Het amendement van den heer van Lijnden wordt
daarop aangenomen met 33 tegen 31 stemmen.
Tegen stemden de heeren Lenting, Sandberg, van der
Maesen, Akerlaken, van Voorthuyzen, Dam, de Bieber
stein, Idserda, Sloet, Luyben, Guljé, van Blom, Ameron-
gen, Bots, Kops, Blom, Virnly, van DeldeD, Cornelis,
Kien, Thorbecico, Storm, Dumbar, de Roo, Blussé, Be-
gram, Heemskerk Bz., Gratama, van Kerkwijk, Rombach
en de voorzitter.
Het wetsontwerp tot vaststelling van hoofdstuk VIIc
(hervormden eeredienst) wordt daarop aangenomen met
37 tegen 27 stemmen.
Tegen stemden de heeren van Wassenaer, van Houten,
Jonckbloet, van Lijnden, van Beyma, Heemskerk Az.,
Idserda, Hasselman, van. Blom, van Kuyk, Amerongen,
Hoffman, Viruly, Wybenga, Zijlken, Nierstrasz, van
Sypensteijn, van Delden, Haffmans, W esterhoff, Kien,
de Brauw, de Roo, Begram, van Eek. Insinger en Rom
bach.
Heden is het voor de Roomsch-catholieke kerk de
groote dag, waarop de kerkvergadering te Rome een
aanvang neemt. De berichten der laatste dagen uit de
Pauselijke residentie stad vermeldden de aankomst aldaar
van geestelijken uit alle oorden der wereld, waaronder
de heer Dupanloup na zijn laatsten geruchtmakenden
brief aan den heer Veuillot natuurlijk een invloedrijke
positie inneemt als vertegenwoordiger der Gallieaansche
richting. Eergisteren te Rome aangekomen, heeft hij
reeds met verschillende bisschoppen conferentiën gehad.
Ter tere van het concilie heeft het gemeentebestuur van
Rome tegen heden avond eene buitengewone illuminatie
bevolen. Of echter die verlichting van Rome, als vreug-
deblijk over den aanvang Van het concilie, door vele
leden der catholieke kerk later niet zal betreurd worden
mot het oog op de resultaten dier kerkvergadering, is
nog niet met zekerheid te voorspellen. Wel schijnt men
echter met eenigen grond te kunnen aannemen dat de
Gallieaansche geestelijkheid alle pogingen in het werk
2al stellen om het concilie voor alle overdrijving in
Romaanschen zin te behoeden, een overdrijving, welke
toch slechts tot nadeel zou kunnen strekken der naar
het oordeel van paus Pius reeds zoo zwaar beproefde
catholieke kerk. Verschillende brieven uit Rome maak
ten trouwens in de laatste dagen reeds melding van het
besluit in de omgeving van paus Piu3 genomen, om de
verheffing der pauselijke onfeilbaarheid tot dogma buiten
alle behandeling te laten.
Wat nu overigens de concilie beraadslagingen betreft,
daarbij zullen zich eigenaardige bezwaren opdoen, daar
vele bisschoppen elkander niet zullen kunnen verstaan.
Niet alleen dat de zoo verschillende uitspraak van het
latijn reeds vele moeilijkheden zal opleveren, maar er zijn
ook bisschoppen uit het Oosten te Rome aangekomen,
die noch latijn, noch Italiaansch spreken.
Te Madrid is het de gewoonte om, wanneer iemand
ernstig ziek ligt, aan debelangstellende vrienden dienaar
zijn toestand komen vragen, een door den geneesheer
dagelijks gesteld bericht omtrent den zieke ter lezing te
geven, waarop zij dan elk hun naam zetten. Men noemt
dit bericht met de daaronder voorkomende handteeke-
ningende ziekenlijst, la lista del inferno. Spottenderwijze
wordt thans ook aldus de lijst genoemd, welke in de
vergaderplaats van het congres ter onderteekening ligt
en waarop elk, die zijne stem op den hertog van Genua
als candidaat voor de Spaansche kroon wil uitbrengen,
zijn handteekening zet. Het tot dusverre op deze poli
tieke lista del infermo voorkomend getal namen bedraagt'
slechts 163, zoodat nog acht stemmen ontbreken om tot
de helft der Cortes-leden te geraken. De hoop om tot
het, naar men verzekert, door Victor Emmanuel verlangd
tweederde deel van de stemmen der vertegenwoordi
ging te komen is dan ook reeds lang geheel vernietigd.
Volgens sommige beschouwingen, gegrond op de
stemmingen omtrent de geloofsbrieven van leden in het
Fransch wetgevend lichaam, zou meer en meer de on mo
gelijkheid blijken om eene meerderheid te vormen. Noch
een ministerie uit de rechterzijde, noch een uit het lin
ker of rechter centrum of van het centrum in zijn geheel
zou in de bestaande omstandigheden eenige levensvat
baarheid bezitten. Volgens die beschouwingen zou dus
eene ontbinding van het wetgevend lichaam meer en
meer onvermijdelijk worden, tenzij nog door eene of
andere wending verandering in den tegenwoordigen
stand van zaken gebracht werd.
De drukpersvervolging tegen den heer Mires, wegens
beleediging der rechterlijke macht, schijnt het sein ge
weest tot eene nieuwe serie drukpersprocedures. Thans
toch verneemt men dat de heeren Charles Hugo en Bar-
dieux, leden der redactie van le Rappel tegen Vrijdag
gedagvaard zijn voorde bekende zesde kamer der Seine-
rechtbank ter zake van beleediging des keizers en op
zetting van tot het leger behoorende personen tot plicht
verzaking en ongehoorzaamheid aan hunne meerderen.
De ministerieele crisis te Munchen is geëindigd op de
wijze, welke voorspeld werd. De prins von Ilohenlohe
blijft met eenige ambtgenooten van minder politeke
betcekenis aan het bestuur, doch de hoofden der depar
tementen van binnenlandsche zaken en eeredienst zijn
vervangen. Of echter dergelijke oplossing, waarbij toch
een ministerie von Hohenlohe aan het bestuur blijft, de
meerderheid zal bevredigen, mag betwijfeld worden,
hoeveel sympathie de Pruisische minister von Bismarck
voor dat kabinet, ook gevoelen moge.
Gelijk wel te verwachten was heeft de Deensche regee
ring tengevolge der nog altijd uitgebleven ratificatie
door den senaat te Washington van don verkoop van een
deel harer West-Indische koloniën en de verlenging van
den daarvoor gestelden termijn, met financieele moeilijk
heden te kampen. Op de begrooting voor het dienstjaar
18701871 is daardoor een vrij aanzienlijk deficit ver
oorzaakt, hetwelk ten deele door nieuwe belastingen zal
moeten gedekt worden.
Eergisteren is te Washington de zitting der vertegen
woordiging geopend, waarbij als naar gewoonte de bood
schap van den president een uitvoerig verslag leverde
van den toestand der republiek. Daarin werd verklaard
dat die toestand voldoende was, dat met de buitenland-
sche mogendheden vredelievende betrekkingen beston
den, dat de oogst zeer gunstig was geweest en dat de nijver4
heid zich meer en meer ontwikkelde. Tot verlevendiging
van den Amerikaanschen handel werd in het verslag op de
aanneming van verschillende maatregelen aangedrongen.
Voorts uit de president zijn gevoelen omtrent de wijze
van schulddelging, waarbij gewezen wordt op den gun-
stigen toestand der schatkist. Wat de beide voor Europa
van belang zijnde quaestiën der Alabama-schadeloos-
stelling en van den opstand op Cuba betreft, legde de
president belangrijke verklaringen af. Hij constateerde
dat natie en regeering sympathie gevoelen voor de op
standelingen, doch dat deze nog geen recht hebben op
hunne erkenning als oorlogvoerende partij. Daar Ame-
rika's tussclienkomst aan Spanje werd aangeboden doch
niet aangenomen, werd dit aanbod ingetrokken, terwijl
de president hoopt op eene wijziging van de gevoelens
der Spaansche regeering dienaangaande. Wat het Ala-
bamavraagstuk betreft, keurde de president de verwer
ping goed van het veelbesproken ontwerp tot regeling
hiervan door den toen maligen ambassadeur te Londen,
Reverdy Johnson, aangenomen. De heer Grant beves
tigde daarbij thans officieel zijne vroeger geuite gevoe
lens omtrent den inhoud van dat ontwerp als niet beant
woordende aan de groote nadeelen door Amerika geleden,
zoodat de president dan ook liever de quaestie onopge
lost zou laten dan zich met dergelijke oplossing tevreden
te stellen. Eenige zinsneden worden eindelijk gewijd
aan de bij de departementen van oorlog, marine, bin
nenlandsche zaken en het postwezen ingevoerde be
zuinigingen, terwijl de boodschap eindigt met de toe
zegging dat de bestaande wetten van den staat op strenge
wijze zullen worden ten uitvoer gelegd.
Laatste berichten.
Parijs. Volgens vrij algemeen verspreide geruchten
zou de optreding van een ministerie Ollivier-Buffet
aanstaande zijn.
Berlijn. De heer von Bismarck is nog niet genoeg
hersteld om dadelijk weder de leiding der staatszaken
op zich te nemen.
Florence. De heer Cialdini heeft insgelijks het hem
opgedragen mandaat tot samenstelling van een nieuw
ministerie nedergelegd.
Lissabon. Er heerscht hier een algemeene agitatie.
Men beweert dat na eene plaats gehad hebbende volks
manifestatie in den schouwburg tegen den hertog van
Saldanha, door den koning besloten is om het tegen
woordig ministerie niet te ontslaan.
Van de aankomst van het barkschip Burgemeester
van Middelburg ter reede van Vlissingen, gisteren door
ons gemeld, is bij de boekhouders alhier niets bekend.
Vermoedelijk heeft onze berichtgever zich alzoo vergist.
De coupons der certificaten van den Pauselijken Staat,
administratie van Heukelom on Vollenhoven, verschenen
1 Juli 1869, worden betaald:
de coupons groot scudi 4.60 met 10.57.
9.60 - 22.06.
5.- - 11.49.
10.- -22.98.
Antwerpen, 7 December. Vaste markt voor tarwe
Straalsund fr. 26ij, Fehmern fr. 26|, Mecklenburg fr. 261
en Donau fr. 201. Rogge zwak. Gerst vast; Donau fr. 17J
a fr. 181; jarige Hongaarsche fr. 18 de 100 kilogr.
Petroleum: Levendige en vaste markt voor Ameri-
kaansche geraffineerde; blank: disponibel en loopende
maand fr. 61, op Januari fr. 60, op eerste 3 maanden
fr. 581, en zeilende fr. 60 de 100 kilogr.
Amsterdam 8 December. Raapolie op 6 weken /411.
Lijnolie op 6 weken 32
Amsterdam 8 December 1869.
Nederland. *Certific. Werkelijke schuld 21 pet. 53,'r
*dito dito dito 3 621
*dito dito dito 4 „84
*Aand. Handelmaatschappij 41
dito exploitatie Ned. staatssp. 731
België. *Certificaten bij Rothschild 21
Rusland. *0bligatiën 1798/1816 5 93 J
*Certific. adm. Hamburg 5 69
♦dito Hope Co. 1855, 6e serie 5 74}
*dito f 1000 1864 5 91tV
*dito f 1000 1866 5 901
Loten 1866 5 „222
*0blig. Hope Co. Leening 1860 41 81J
*Certific. dito4
♦Inscript. Stieglitz Co. 2«a 4« L. 4 „631
*Obligatiën 1867 4 n 641
*dito 1869 4 641
♦Certificaten6 40|
♦Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 2141
♦Oblig. dito 4 -
♦dito dito 41
dito spoorweg Poti-Tiflis 5 821
dito dito Jelez Orel
dito dito Charkow Azow, 5 791