Vrijdag
3 December.
1
Middelburg 2 December.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Kerknieuws.
Marine en leger.
Rechtzaken.
Gemengde berichten.
Thermome terslanti
ife'jg.'
Nadat in de zitting der tweede kamer van heden het
amendement van den heer Dumbar met 37 tegen 35
stemmen aangenomen was, werd hoofdstuk III (buiten-
landsche zaken) met 53 tegen 18 stemmen aangenomen.
Daarna werd door zeven sprekers deelgenomen aan de al-
gemeene beraadslagingen over hoofdstuk IV« (justitie).
Betrekkelijk de aangekondigde aanbesteding van het
maken van gebouwen en verdere werken voor het station
te Middelburg, welke, zooals in ons vorig nommer gemeld
is, den 20™ Januari 1870 zal plaats hebben, blijkt uit
de Staats-courant van heden dat de aanwijzing op het
terrein zal worden gedaan den 4™ en 7™ Januari 1870^
telkens des voormiddags te 10 uren.
Door den gemeenteraad van Neuzen zal dezer dagen
aan den minister van oorlog een adres worden ingediend,
waarbij verzocht wordt om die stad-aan de landzijde als
vesting op te heffen. Door een der leden, den heer
C. Leunis Jz., dit voorstel ingediend zijnde, is het in de
jongste vergadering met algemeene stemmen aange
nomen.
Do kiesvereeniging de Marne in het district Zuidhorn,
heeft tot candidaat voor het lidmaatschap van de tweede
kamer der staten-generaal gesteld den heer m'. E. Cre-
mers, oud-minister van buiten landsche zaken.
TEiiEGKArniE, Benoemd tot directeur van een der rijks
telegraafkantoren, de telegrafist 3« klasse C. P. Treffers.
legen. Met ingang van 1 dezer eervol ontslag uit den
militairen dienst verleend wegens ongeschiktheid tot
het gaan hervatten van den werkelijken dienst tenge
volge van lichaamsgebroken, met toekenning van pen
sioen, aan den met verlof hier te lande teruggekeerden
2«» luitenant van het regiment Oost-Indische cavalerie
A. Rodenburgh Mentz.
De minister van binnenlandsche zaken heeft de pro
vinciale besturen bij missive verzocht de gemeentebe
sturen te herinneren dat op een openbare school een
volledig stel maten en gewichten niet mag ontbreken,
iets wat thans nog op vele scholen het geval is.
Naar aanleiding van het dezer dagen door ons uit het
Nieuw kerkelijk weekblad aangehaalde betrekkelijk de
verhouding tusschen den predikant Laan en de Neder-
duitsche hervormde gemeente van Koudekerke, wordt
ons van laatstgenoemde zijde gemeld, dat door den
kerkeraad niet is geschreven hetgeen in dit bericht ge
citeerd wordt. Evenmin zou door den heer Laan geant
woord zijn op eene wijze als door het Nieuw kerkelijk
weekblad gemeld wordt. Wat dan eigenlijk door den
kerkeraad en den heer Laan w e 1 geschreven is, wordt
ons echter niet medegedeeld. Het is voorts, naar men
ons insgelijks schrijft, aan den kerkeraad niet gebleken
dat hij door den heer Laan bij den burgerlijken rechter
zou zijn aangeklaagd, waarvoor dan ook geen grond zou
bestaan, daar de heer Laan reeds voor het beroep be
dankt h eeft.
De heer W. Mense, predikant bij de Nederduit-
sche hervormde gemeente te Bodegraven, heeft voor het
beroep naar die gemeente te Ylissingen bedankt.
Do Staats-courant van Woensdag bevat een staat van
nalatenschappen, afkomstig van militaire gegageerden, in
ïndië overleden, waarin de saldo's, als minder dan f 250
bedragende, doordedaarop rechthebbenden kunnen wor
den opgevraagd en ontvangen bij het ministerie van
koloniën in Nederland. Als uit Zeeland geboortig komt
hierop voor Hendrik Riegel, van Vlissingen geldelijk
bedrag/10.17.
Een Woensdag bij het departement van marine ont
vangen schrijven van den kommandeerenden officier van
Zr. M>. stoomschip Curagao behelst de volgende bijzon
derheden
De kommandant van de Curajao deed, geholpen door
den Oostenrijkschen vice-consul, al het mogelijke om van
de Compagnie du Canal de Suez de vergunning te ver-
kanaal door te gaan.
Den 14en November werd er in het kanaal nabij Sera-
peum nog eene ondiepte gevonden met 16 voeten water,
harde gipsgrond, die door middel van mijnen moest wor
den opgeruimd. Den daaraanvolgenden dag ontdekte
men op mijl van Suez eene tweede ondiepte, waarop
slechts 10 voeten water stond. Beide hindernissen waren
detujjö^Lweggeruimd.
Dien dag zpu de genoemde vice-consul met een kanaal
ingenieur des middags te 3 uren aan boord komen van
de Curacao om dat schip door het kanaal te loodsen. De
kommandant had op verzoek van dien ingenieur het schip
gelijklastig gemaakt en zooveel gelicht als noodig was
om den diepgang, die toegeladen 55 decimeters bedraagt,
te brengen óp 49.5 decimeters, aangezien dit de grootste
diepgang was die kon worden toegelaten.
Tot groote teleurstelling van den kommandant ont
ving men 's middags echter de tijding dat van het voor
genomen plan niets kon komen, aangezien de bagger
molens en elevators de passage van het kanaal hier en
daar nog stremden en eerst moesten worden weggesleept.
Den 17e(| stoomden 3 Turksche oorlogschepen van
40 decimeters diepgang het kanaal in.
1 wee Fransche stoomschepen van de Messageries Im
périales, die ook op 50 decimeters diepgang waren ge
bracht en naar Ismailia moesten opstoomen, om aldaar
te dienen tot logementschepen werden afgezegd.
Gelijk vroeger werd vermeld, is de Oura§ao den 27™
te Fort Saïd aangekomen, en wel met den diepgang van
49.5 decimeters, en zonder bezwaren.
Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Admiraal van
W assenaer, onder bevel van den kapitein ter zee F. II.
loewater, is, blijkens een bij het departement van marine
ontvangen telegram, den h" dezer van Port Saïd naar
Spezzia vertrokken.
Dinsdag heeft de arrondissements-rechtbank te Rotter
dam uitspraak gedaan in de zaak tegen J. Spanjersberg Jz.,
aldaar, drukker en uitgever van het Volksblad.
De geïncrimineerde artikelen waren gericht tegen de
beide klagers II. Berg en van Zijdervelt, en hielden in
hoofdzaak het volgende in. Den eersten klager werd
verweten dat hij aan sjouwerlieden, die voor hem gewerkt
hadden, hun rechtmatig verdiend dagloon gedeeltelijk
onthouden en hen als slaven behandeld heeft, met uit
zondering van het gebruik der zweep. Aan den tweeden
klager werd verweten dat hij een dusdanig min persoon
is dat hij zijns gelijke niet heeft, zich door het geld laat
beheerschen, van het door de sjouwerlieden met inspan
ning van alle krachten zwaar en zuur verdiend geld een
drank (madera) kan drinken, welke, met het oog op zijn
stand, als een uitgave van weelde mag worden aange
merkt, en dat zijn gedrag zoodanig is dat hij (en anderen)
de straffende hand van God verdient, want dat dergelijk
geld niet gedijt, zoodat hij (en anderen) armoede, ja den
dood door vergif waardig is.
De rechtbank heeft den beklaagde schuldig verklaard:
1». aan laster, door in een gedrukt geschrift, dat ver
kocht en verspreid is geworden, aan iemand daden ten
laste te leggen, die, ingeval zij plaats hadden, dengeen
tegen wien zij geduid zijn, aan de verachting en den
haat der burgerij bloot zouden stellen, en zonder dat ter
ondersteuning van die telastelegging het bewijs in rech
ten vereischt is aangevoerd; en 2°. aan het in een ge
drukt geschrift, dat verspreid en in omloop gebracht is
geworden, plaatsen van beleedigende uitdrukkingen die
geenerlei telastelegging van een bepaalde en omschreven
daad, maar van een aangeduide ondeugd behelzenen
hem te dier zake veroordeeld tot eene gevangenisstraf
van twee maanden en twee geldboeten, eene van ƒ25 en
een van f 8, benevens in de kosten, met bepaling der
subsidiaire gevangenisstraf bij wanbetaling der boeten
op twee dagen voor ieder.
De tegenkanting die zich, zooals door ons gemeld
is, herhaaldelijk bij de voorgenomen lichting van de
zegels der nalatenschap aan Sainte-Beuve van de zijde
van prinses Mathilde heeft voorgedaan, is bij minnelijke
schikking opgeheven. Sainte-Beuve schijnt zoodanige
tegenkanting voorzien te hebben en daarom in zijn
testament bepaald dat getracht zou worden de brieven
van prinses Mathilde tegen zijne bij deze prinses berus
tende in te ruilen. De laatste heeft hierin toegestemd en
daardoor hare eigene brieven, die bij openbaarmaking
zeer veel opspraak zouden gegeven hebben, terug ont
vangen.
Aan het Belgische blad TOpinion wordt verzekerd
dat bij de rechtbank van koophandel te Brussel een
onderzoek geopend is betrekkelijk een der ondernemin
gen van den heer Langrand-Dumonceau, en wel den
spoorweg Kaschau Oderberg.
Het stijgen der rivieren heeft in België vele dorpen
in het omliggende land onder water doen loopen.
Een Japansch romanschrijver, Kiong te Bakin,
heeft onlangs de laatste hand gelegd aan een voor veer
tig jaren begonnen roman. Het werk beslaat niet minder
dan honderd en zes deelen. De Japaneezen zullen dus
iets hebben om zich gedurende de lange winteravonden
op een aangename en onderhoudende manier bezig te
houden.
1 Dec. 's av. 11 u. 35 gr.
2 'smorg.7u.34gr.'smidd.ln.34gr.'sav. 6u.32gr
Staten-generaal.
EERSTE KAMER.
Zitting van Woensdag 1 December.
Zonder discussie worden eenparig aangenomen de
ontwerpen betreffende het pensioenfonds voor de burger
lijke ambtenaren en den accijns op het gedistilleerd. De
behandeling der Indische begrooting wordt bepaald op
Vrijdag.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Woensdag I December. Behandeling derstaats-
begrooting.
Over hoofdstuk II (hooge colleges van staat) worden
geene algemeene beschouwingen gehouden. Bij de be
spreking der onderafdeelingen wordt door verschillende
leden de quaestie van het niet openbaar maken van het
verleenen van Nederlandsche orden aan buitenlanders
ter sprake gebracht. De regeering meende die publiek-
making niet raadzaam, uithoofde van reclamaties die zij
daaromtrent ontvangt.
De heeren de Casembroot, van Voorthuijsen, Heems
kerk en van Sypesteijn voeren hierover het woord; de
laatste blijft (nadat door stemming moest beslist worden
of hij in deze zaak ten derde male het woord mocht voe
ren) de behandeling der regeeriug ongepast en inconsti
tutioneel noemen.
Over den toestand der gebouwen op het Binnenhof
heeft eene korte gedachtenwisseling plaats tusschen den
heer Heemskerk en den minister van binnenlandsche
zaken.
Hoofdstuk II wordt daarop met algemeene stemmen
aangenomen.
De algemeene beschouwingen over hoofdstuk III (bui-
tenlandsche zaken) worden geopend. De heer Storm
van 's Gravensande keurt ten hoogste de handeling
van den minister af ten aanzien van het afbreken der
onderhandelingen met Frankrijk en België over de be
kende quaestie der spoor wegconvenlie tusschen die beide
rijken.
De heer van Lijnden van Sandenburg keurt eveneens
do handelwijze der regeering af ten opzichte van de on
derhandelingen met de Rijnoeverstaten omtrent de zalm-
visscherij.