MIDDELBURGSCHE
COURANT.
1\°- 236,
Donderdag
2 December.
1869.
Middelburg 1 December.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Gemengde berichten.
In de zitting der tweede kamer van heden is hoofd
stuk II (hooge colleges) met algemeene stemmen aange
nomen. Bij de algemeene beschouwingen over hoofdstuk
III (buitenlandsche zaken), welke in deze zitting
geëindigd zijn, werd voornamelijk gesproken over de
onderhandelingen omtrent het spoorwegconflict tusschen
Frankrijk en België, de zalmvisscherijen en de beuzeif-
stichtingen.
Den 20en Januari a. zal te 's Hage de aanbesteding
plaats hebben van het maken der gebouwen en verdere
werken voor het spoorwegstation te Middelburg.
De reeks der muzikale ontspanningen voor het win
terseizoen moge zij groot en vooral van goed gehalte
zijn! heeft zich hier gisteren avond met een in vele
opzichten gunstig debut geopend. Het concert van den
heer J. M. Gottschalk, violoncel, met medewerking van
de heeren A. de Jong, viool, en C. W. Coenen, piano,
onderscheidde zich zoowel door de goede keuze der
stukken als ten deele door eene geacheveerde voordracht.
Bepaaldelijk bedoelen wij de uitvoering van het trio van
Beethoven, voor piano, viool en violoncel, en de liefelijke
Rêverie voor viool van Vieuxtemps, welke laatste door den
heer de Jong met uitdrukking en geheel in den geest der
compositie werd voorgedragen. Het ensemble in het trio
van Mendelssohn was niet zoo gelukkig; de violoncel
partij kwam daarin te weinig uit en was te zwak voor
het krachtige viool- en pianospel der heeren de Jong en
Coenen. De moeilijk geschreven compositie van Chopin
voerde de heer Coenen met bravour en aplomb uit; doch
als solostuk grijpt dit werk niet zoo aan als de Rêverie
van Vieuxtemps, waarin eene tot het hart sprekende
melodie, ongekunsteld, zonder effectbejag, heerscht. Zóo
voorgedragen zal deze laatste wel nooit zijn doel missen,
maar op den hoorder steeds een hoogst aangenamen
indruk maken.
Als afwisseling gaf de mannen-quartetvereeniging,
die met goed succes medewerkte, 2 nommers van Abt,
êen van den heer Kirrwald en de Speisezettel van Zöll-
ner. Ofschoon dit laatste geestig werd voorgedragen,
kwam ons dit na de lieve compositie van den heer Kirr
wald, minder geschikt voor.
Over den violoncellist als concertgever kunnen wij
kort zijn. Hij kan een goed musicus en repienist wezen,
maar solist is hij niet.
De vlugge vingers en het solide spel van den heer
Coenen deden den vollen krachtigen toou der voor dit
concert afgestane vleugelpiano glansrijk uitkomen.
Uit de door het burgerlijk armbestuur alhier gedane
voordrachten zijn heden door den gemeenteraad benoemd
tot gemeente-heelkundige de heer J. G. de Waal en tot
secretaris van het burgerlijk armbestuur de heer A. E-
Verwijs.
De minister van justitie heeft aan de procureurs
generaal bij de provinciale gerechtshoven eene circulaire
gezonden, waarin naar aanleiding van opmerkingen, voor
komende in het voorloopig verslag, door de commissie
van rapporteurs van de tweede kamer der staten-gene-
raal over het IVC hoofdstuk a der staatsbegrooting uit
gebracht, aangedrongen wordt, dat door de politie overal
geregeld worde gelet op den tijd van aankomst en vertrek
der spoortreinen, en dat afwijkingen van de dienstrege
lingen geconstateerd en, daartoe termen bestaande,
vervolgd worden.
schutterijen. Op verzoek eervol ontslag verleend,
uithoofde van verandering van woonplaats aan den
lcrl luitenant van het lc bataljon rustende schutterij
G. H. Jonker.
rijks-entrepot. Met ingang van 1 Januari 1870 her
benoemd tot directeur vanwege den handel bij het
rijks-entrepot te Rotterdam J. W. Bunge.
eeretëekenen. Vergunning verleend aan d"\ H. Brom,
te Utrecht, tot het aannemen en dragen der versierselen
van ridder der orde van den Heiligen Gregorius den
Groote, hem door Z, H. paus Pius IX geschonken.
-\VASJIMtïHen van het athenaeum illnstre te Amsterdam
hebben eene missive aan den gemeenteraad gezonden,
waarin zij te kennen geven, dat de geneeskundige school
aldaar door oorzaken, van hun wil en macht geheel onaf
hankelijk, in hare ontwikkeling gestoord wordt, en dat
bij langer voortbestaan daarvan het gevaar dreigt, dat
gaandeweg het aantal studerenden, vooral dat der mili
taire studenten, niettegenstaande het volledige van dat
onderwijs zal verminderen. Onder die oorzaken sommen
Iff op de nietgelijkstelling dezer instelling ten opzichte
der af te leggen examina met de rijks hoogescholen. Zij
verm^enen toch, dat de inrichting der staatsexamina,
waaraan de kweekelingen dezer instelling zijn onderwor
pen, oneindig bezwarender is dan de wijze, waarop het
den kweekelingen der hoogescholen wordt toegelaten in
drie afgebakende gedeelten (propaedeutisch, candidaats-
en doctoraal examen), over onderscheidene vakken ver
deeld, de bewijzen hunner kennis te leveren. Tegen de
mate van kennis, die van de aanstaande geneeskundigen
door de wet gevorderd wordt, bestaat bij curatoren geen
bezwaar. Zij zijn ten volle overtuigd, dat die mate van
kennis vereischt wordt en dat ze aan de instelling, aan
hunne zorgen toevertrouwd, ten volle verkregen kan
worden. Hun bezwaar geldt den te grooten omvang
vooral van het natuurkundig examen. Dat toch staat,
wat de voornaamste vakken betreft, schier gelijk aan do
eischen die gedaan worden ter verkrijging van den aca-
demischcn graad van candidaat in do geneeskunde. Ook
ten aanzien van het voor de aflegging bij het natuur
kundig examen gevorderd voorbereidend examen in talen,
wis- en stelkunst, zijn de eischen geheel verschillend en
veel bezwarender, dan die voor de kweekelingen van
hoogescholen.
Curatoren vragen nu aan den gemeenteraad om zich
tot herstel dezer grieven met aandrang tot de wetgevende
macht te wenden, opdat de aanzienlijke opofferingen,
door dé gemeente Amsteidam in het algemeen belang
gedaan, niet vruchteloos wordenopofferingen waarbij
de staat voor zijn militairen geneeskundigen dienst
voorzeker niet het minste belang heeft.
Den 14™ November schijnt het tusschen Messina
en Alexandrië nog al gestormd te hebben, hetgeen niet
voor alle reizigers naar Suez even aangenaam is geweest.
Verschillende dagbladen deelen hieromtrent berichten
mede, waaruit ook blijkt dat het stoomschip de Guyenne
door een Italiaansclie brik is aangevaren, tengevolge
waarvan de raderkasten en een paar kajuiten der
Guyenne zeer beschadigd zijn, doch de passagiers, die
zich op dat oogenblik aan boord met schaak- en andere
spelen vermaakten, met den schrik zijn vrijgekomen. Den
17™ hebben de genoodigden die de reis met de Guyenne
maakten dat schip te Port-Said, waar het den vorigen
dag was aangekomen, moeten verlaten en op een ander
overgaaD, daar de Guyenne te veel diepgang heeft
voor het kanaal.
Thans is te 's Hage ook het ijzeren hek rond het
monument op het plein van 1813 geplaatst. Dat ijzeren
hek is vanwege de gemeente ten geschenke gegeven.
Aangaande het ongeluk, dat bij de in aanbouw
zijnde spoorwegbrug over den Rijn bij Dusseldorf heeft
plaats gehad, verneemt men dat het gelukkig niet zoo
veel menschenlevens gekost heeft, als men aanvankelijk
vermoedde. Terstond omgekomen zijn drie personen,
zwaar gekwetst veertien, waaronder drie zóo zwaar, dat
aan hun levensbehoud sterk wordt getwijfeld; licht ge
kneusd werden zeven werklieden, terwijl nog elf worden
vermist. Op het vaartuig, dat de oorzaak van de ramp
is geweest, bevonden zich vier personen, waarvan drie
zijn omgekomen. De Volks-Zeitung stelt de vraag: Heb
ben wij hier met een ongeluk te doen, of met een ramp
waarvoor iemand verantwoordelijk kan worden gesteld?
Een kolenaak moest eene brug, die millioenen kost, niet
in zulk een gevaar kunnen brengen. Van een van men-
schelijken wil onafhankelijke oorzaak kan geen spraak
zijn. Er woedde geen storm; eene aardbeving heeft niet
plaats gehadde Rijn is niet buiten zijne oevers getre
den, slecht een kolenaak geraakt in het verkeerde vaar
water, en door zulk een toeval, dat schier dagelijks op
de rivier plaats grijpt, verliezen zoovele werklieden het
leven. Dit moest niet mogelijk zijn, daartegen moesten
maatregelen genomen worden. Het blad beschouwt liet
als een plicht der koninklijke directie van de Bergisch-
Markische spoorbaan, die de brug laat bouwen, om het
publiek te overtuigen, dat zij alles gedaan heeft wat op
haren weg lag. Dat de directie naar die vermaning zal
luisteren, is echter niet waarschijnlijk.
Maandag-avond is koning Leopold II met zijne
dochter na een vrij gevaarlijken overtocht te Ostende
aangekomen. Van daar bereikten zij nog dienzelfden
avond Brussel, liet verblijf in Engeland en zijne terug
reis schijnen den koning zichtbaar afgemat te hebben.
Volgens een te Londen openbaar gemaakte statis
tiek telt Engeland 2405 katoenfabrieken, waarin 152,656
mannen en 204,396 vrouwen werkzaam zijn. Er zijn
1420 linnenfabrieken die 52000 mannelijke en bijna
50000 vrouwelijke werklieden en 587 zijdefabrieken die
bijna 12000 gebruiken. Het totaal der fabrieken in En
geland en Wallis is 5698, bevattende 278,788 mannelijke
en 390,880 vrouwelijke werklieden. In Schotland bevin
den zich 507 fabrieken die aan 30000 mannen en 82000
vrouwen werk verschaffen. Ierland telt 198 fabrieken
met 22,622 mannen en 50,301 vrouwen.
Als een bewijs hoe moeielijk te regeeren en twist-
graag de Ieren onder alle omstandigheden zijn, kan het
volgende dienen: In Munroe, een stadje dicht bij Limme-
rick, moest een nieuwe gemeente geneesheer verkozen
worden. Nu weet ieder hoe pijnlijk en bezwaarlijk de
keuze is, wanneer men den dokter, die ons lief geworden
is, door den dood verliest en door een ander moet ver
vangen; doch in weinige landen zou men huzaren te
hulp roepen, om die keuze in kalmte te kunnen doen.
In Munroe echter drongen twee geneesheeren om den
voorrang; onmiddellijk verdeelde het stadje zich in
twee partijen, en 200 politie-agenten, drie compagniën van
het 70« regiment en een troep huzaren, gezamenlijk eene
macht'Van 500 man uitmakende, moesten de orde hand
haven, en den gekozen dokter beschermen. Alleraange
naamst moet dit geweest zijn voor de ongelukkige pa
tiënten die, het geweld op straat hoorende, hiervan aan
hunne oppassers de reden vroegen en tot antwoord be
kwamen: daar zijn de huzaren, de politie en de infanterie
met mijnheer den dokter, om u te genezen."
Omtrent de plechtigheden die bij de opening van
het Fransche wetgevend lichaam in acht genomen wor
den deelt een Fransch blad het volgende mede.
Zoodra de keizer het paleis der Tuileriën verlaat zwaait
een man, die op den top van den koepel van het pavil-
lon de 1'Horloge geplaatst is, een vlag verscheidene malen
heen en weer. Een ander, die op het hotel des Invalides
geposteerd is, geeft een dergelijk signaal, waarop de
artilleristen, die op de vlakte met een brandende lont in
de hand wachten, onmiddellijk hun salvo van een en
twintig kanonschoten lossen. Evenals Napoleon I hecht
Napoleon III veel gewicht aan de hofetiquette. Van alle
plechtigheden is echter de opening der kamers die waar
van de bijzonderheden het zorvuldigst te voren bepaald
worden. Daarom maakt ook, vijf dagen voor de zitting,
de opperceremoniemeester een soort van reglement open
baar dat op de keizerlijke drukkerij in kleinen getale
gedrukt en aan de hoofden van den dienst van het huis
des keizers rondgedeeld wordt.
Zoodra zijn niet de kanonschoten gelost of de stoet
zet zich in beweging. In de zittingzaal gekomen plaatst
de keizer zich op den troon en plaatsen de kroonprins
zich aan de rechterzijde en prins Napoleon aan de linker
zijde; alle dignitarissen der kroon begeven zich achter