ÖuitcnlaniX
Yerkoopingen en aanbestedingen.
Thermometersland.
Staten-generaal.
Gemeenteraad van Goes.
Algemeen overzicht.
Het gedurende 1870 te heffen tolgeld op den straatweg
tussclien Middelburg en Vlissingen volgens de gewijzigde
voorwaarden van heffing, waarbij is bepaald dat liet tol
geld voor de helft onder Middelburg en voor de helft
onder Vlissingen moet betaald worden, is ten raadhnize
alhier verpacht aan den heer A. Monjé voor f 2015,
zijnde 103 minder dan voor het loopende, 135 minder
dan voor het vorige, en f 685 minder dan voor het daar
aan voorafgaande jaar.
25 Nov. 's av. 11 u. 44 gr.
26 'smorg. 7 u.44gr.'smidd.ln.öOgr.'sav. 6u.4Ggr.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag 25 November.
Zonder eenige noemenswaardige discussiën wordt het
wets-ontwerp tot vaststelling der bearooting voor de
gestichten te Ommerschans en Veenhuizen goedgekeurd,
nadat de minister van binnenlandsche zaken verklaard
had dat het denkbeeld van den heer Gratama, om deze ge
stichten onder het departement van justitie te doen res
sorteeren, door de regeering zou overwogen worden.
Door den minister van financiën worden achtereenvol
gens inlichtingen gegeven ten aanzien van verschillende
vragen bij eindverslagen medegedeeld, met betrekking
tot wctsvoordracbten tot wijziging van enkele hoofd
stukken der staatsbegrooting.
De heeren van Lijnden en van Eek brengen bij deze
gelegenheid de handelingen van bet bestuur over de
visscherij op de Schelde ter sprake, waarin beide spre
kers strijd met de belangen van derden en ook met het
rijks-belang meenen te zien. Bij de behandeling der be
grooting van het fonds voortspruitende uit koopprijzen
van domeinen, wordt door den minister breedvoerig uit
eengezet op welae wijze met het sloopen van vestingen
wordt te werk gegaan. De kosten der slooping worden
grootendeels, zoo niet geheel, door de opbrengst der vrij
geworden gronden gedekt; verkoop van kleine kavelin
gen blijft verkieslijk omdat men daardoor hoogere prij
zen erlangt, gelijk met verkoop van gronden in Zeeland
is gebleken. De vraag of het niet beter zou zijn genie
officieren het toezicht op de slooping van vestingen te
doen houden, vindt de minister wreedaardig; wie zou
gaarne zijn eigen werk zien vernielen?
Bij de behandeling van de wetsvoordracht houdende
regeling der ontvangsten en uitgaven van het burgerlijk
pensioenfonds, wijst de heer Stoim op de onbillijke wer
king van de pensioenwet voor ambtenaren, zooals com
missarissen des konings, die eerst op rijpen leeftijd, zon
der soms een andere buigtfrlijke betrekking bekleed te
hebben, aan dat fonds moeten bijdiagen.
De heeren Moei.s en de Bieberstein toonen de onge
lijkmatige werking der wet voor andere categoriën van
ambtenaren aan.
Na repliek van den minister, die verklaart op verbete
ring bedacht te zijn, wordt ook dit wetsontwerp evenals
de vorige bij meerderheid van stemmen aangenomen.
De vergadering gaat daarna over tot het trekken der
afdeelingen. Tot voorzitters worden gekozen de heeren
van de Putte, Sloet, Thorbecke, van Lijnden en van der
Linden; tot ondervoorzitters de heeren Jonckbloet,
Akerlaken, Blussé, Hasseltnan en Heemskerk Bz., en tot
leden der commissie voor de verzoekschriften de heeren
Borret, Pijls, Verheijen, Smitz en de Lange.
Vervolgens komt in behandeling het wetsontwerp tot
wijziging van hoofdstuk VI (marine) der begrooting
voor 1869, waarbij de vraag, of de aanbouw van een ge
pantserd riviervaartuig (waartoe deze wijziging strekt)
bij eene particuliere inrichting goed te keuren is, en de
aangenomen samenstelling van dit vaartuig tot eene
breede gedachtenwisseling aanleiding geeft.
De heeren de Casembroot en Stieltjes achten het ge
projecteerd ramschip ondoelmatig; de heeren de Roo en
Storm beweren met den minister het tegendeel. De
quaestie van aanbouw op particuliere inrichtingen ver
langt men thans buiten het debat te houdende heeren
de Casembroot, Insinger en van Sypesteijn wenschen
echter het beginsel uitgemaakt te zien.
Dit wetsontwerp wordt ten slotte met 44 tegen 20
Stemmen aangenomen.
De commissie voor de verzoekschriften brengt nog
eenige verslagen uit, waarmede de vergadering zich ver-
eenigt. Over een vroeger uitgebracht rapport omtrent
een adres uit Friesland over een verlangde doch door
de regeering geweigerde spoorweghalt, heeft eene korte
discussie plaats ten aanzien van de vraag, of bet we! de
taak der kamer is om over zaken, die het uitvoerend ge
zag aangaan, inlichtingen aan den minister te vragen,
wanneer daaromtrent adressen ir.komen.
De conclusie der commissie voor de petitiën wortd
daarop aangenomen, strekkende om alleen een afschrift
en niet tevens het verzoek om inlichtingen aan den mi
nister te zenden.
Uitdebeantwoordingvan het verslagder tweede kamer
over hoofdstukVIlI (Oorlog) blijktonder anderen dat eerst
wanneer aan de behoeften van nieuwe wapenen en in de
voltooiing van het vestingstelsel is voorzien, aan eer.
minder eindcijfer voor deze begrooting kan gedacht
worden. Eene verbeterde inrichting der schutterijen zal
krachtig bijdragen tot verhooging van onze weerbaarheid
de regeering meent dat die door het aangeboden wets
ontwerp op de schutterijen zal verkregen worden. Van
de oefeningen bij de bnrgervereenigingen en op de
scholen worden gunstige resultaten verwacht.
Reeds dit jaar hebben 70 miliciens der infanterie, na
een maand onderricht bij het korps genoten te hebben,
tengevolge van de onlangs gemaakte bepalingen vroeger
dan anderen met verlof huiswaarts kunnen keeren. Het
voornemen bestaat om vóór het einde van dit jaar de
wetsvoordracht omtrent het verdedigingsstelsel bij den
raad van state aanhangig te makenin dat ontwerp zal
de kustverdediging opgenomen worden in verband met
onze maritiine strijdkrachten. Bij de indiening zal tevens
aangewezen worden hoe het best noodige gelden zullen
gevonden kunnen worden. Nu van do zijde der vertegen
woordiging zoo sterk ook op eene legerorganisatie bij de
wet wordt aangedrongen, za' na aanneming van de rege
ling van het vestingstelsel deze een punt van gezette
overweging uitmaken, hoewel de noodzakelijkheid daar
van nog in twijfel wordt getrokken. Bij het ontwerp op
de schutterijen is eene algemeene dienstplichtigheid
ingevoerd: tevens is daarbij gezorgd voor eene nauwere
verbinding van schutterijen met het leger. Een mindere
afscheiding van het Indische leger van hetNederlandsche
ware wenschelijk, maar sleept te groote onkosten oa zich.
Nadat binnen weinige weken een laatste proef met
een achterlaadgeweer volgens het stelsel Beauinont zal
genomen zijn, kan onmiddellijk tot het aannemen van
een stelsel te dien aanzien worden overgegaan. De voor
genomen vermindering van bet wapen der genie is het
gevolg van de opheffing van eenige vestingen. Aan het
behoud van de bestaande organisatie van de cavalerie
blijft men hechten, uithoofde van de onmisbare diensten
van dat wapen bij de landsverdediging. De onlangs
plaats gehad hebbende ongeregeldheden aan de militaire
academie te Breda kunnen niet aan een verkeerd be
stuur toegeschreven worden. Dergelijke voorvallen zijn
af keurenswaard, maar hebben vroeger ook plaats gegre
pen daarvan wordt echter nu meer ophef gemaakt dan
er vroeger ruchtbaarheid aan gegeven werd. Het denk
beeld om hfct tegenwoordig stelsel van opleiding van
geneeskundige officieren te verlaten en in de behoefte
uit burgerlijke geneeskundigen te voorzien, komt in het
belang der zaak niet uitvoerbaar voor. Het nut van gar
nizoensveranderingen wordt volgehoudenware het niet
dat daaruit zoovele kosten voor het rijk en de gehuwde
officieren voortvloeiden dan zou daartoe meermalen wor
den overgegaan. In het vorderen eener bijdrage voor te
maken verdedigingswerken in geval van spoorwegcon-
cessien kan geene onbillijkheid gezien worden. De
spoorwegen zijn bevorderlijk aan de belangen van handel
en nijverheid, maar 's lands verdediging is ook een alge
meen belang, waarvoor gewaakt moet worden wanneer
een aan te leggen spoorweg soms daaraan afbreuk kon
doen.
Bij de beantwoording van het verslag omtrent, de be
grooting van den arbeid der gevangenen voor 1870 geeft
de minister van justitie te kennen, dat het stelsel hier te
lande omtrent de werkverschaffing aan gevangenen ge
volgd in overeenstemming is met de wettelijke voor
schriften en tevens er op ingericht is zooveel mogelijk
de gevangenen vóór hunnen terugkeer in de maatschappij
tot een handenarbeid, waarmede zij den kost kunnen
verdienen, op te leiden. De voortbrengselen van dien
arbeid moeten te gelde gemaakt worden, en moeten ook
noodwendig voorwerpen van behoefte in het dagelijksch
leven betreffen. Van onbillijke concurrentie kan hier
geen sprake zijn.
In de jl. Woensdag gehouden zitting heeft de heer
Verhagen, op uitnoodiging des voorzitters, een meer
gemotiveerd voorstel gedaan met betrekking tot do
benoeming eencr commissie van onderzoek voor het pro
ductief maken van den modder uit de vest. Dit voorstel
strekt om drie leden uit den raad te benoemen, met het
recht aan die commissie een of meer deskundigen toe te
voegen, welke commissie een voorstel aan den raad zal
doen betrekkelijk het productief maken voor de gemeente
niet alleen van den modder uit de vest, maar ook van de
overige mestspeciën.
Na mededeeling van eenige ingekomen stukken, zijn
de geloofsbrieven onderzocht en in orde bevonden van
het nieuw benoemde lid van den raad dr. G. T. Cullenfels,
tot wiens toelating is besloten.
Vervolgens zijn behandeld en met algemeene stemmen
aangenomen de verordeningen tot heffing en invorde
ring van begrafenisrechten.
Nadat besloten was met l Januari a. weder eene be
deeling te doen, teneinde het bedelen op dien dag tegen
te gaan, is goedgevonden: den heer Fransen van de
Putte uit te noodigen weder het voorzitterschap der
commissie op zich te nemen en de armen-instelliugen te
verzoeken een lid in de commissie te benoemen, den
heer C. Risseeuw, griffier ter secretarie, als secretaris
der commissie aan te wijzen, de inzameling der giften
aan de commissie op te dragen en aan het bestuur van
het weeshuis vergunning te vragen, om voorde uitdee-
ling van de weezen- en armenschool gebruik te mogen
maken,
Tot lid van het bestuur van het gasthuis (ter vervan
ging van den heer A. Nortier Pz., die als voorzitter van
dat college is opgetreden! is benoemd de heer J. H.
Janssen met 5 stemmen, terwijl 3 stemmen werden uit
gebracht op den mede aanbevolen heer Z. D. van der
Bilt la Motthe.
Tot voorzitter en leden der commissie tot voorlichting
bij de classificatie van kinderen van minvermogenden
zijn benoemd de heeren: J. A. A. Fransen van de Putte,
wethouder, als voorzitter; A. Nortier, als lid van den
raad; N. Vervenne, uit het burgerlijk armbestuur; J. A.
Stokmans, uit het college van diakenen der hervormde
gemeente; P. H Timans, uit het roomsch catholiek pa
rochiaal armbestuur; en J. Kooman Az., uit de commissie
voor spij uiitdeeling.
Aan Pieter Buitendijk, aannemer te Goes, is op zijn
verzoek remissie verleend der boete voor te late opleve-
vering van de vergrooting der openbare school L klasse.
Alleen de heer Verhagen stemde tegen de inwilliging als
zijnde die zijns inziens een onrechtvaardigheid tegen
over de concurrenten.
Een voorstel van burgemeester en wethouders tot af-
en overschrijving op de begrooting voor 1869, voorde
jaarwedde van den op 1 dezer in functie getreden hulp
onderwijzer aan de openbare school 2= klasse, wordt
goedgekeurd.
Ten behoeve der aanstaande tienjarige volkstelling is
aan het dagelijksch bestuur een crediet van /T00 verleend
voor vernieuwing der bevolkings-registers.
Omtrent een voorstel van den voorzitter, om met
betrekking tot de door het bestuur van het gasthuis
aangegeven inrichting van het benedengedeelte der
weverij tot badlokaal en provenierswoningen, als begin
sel vast te stellen dat eene badinrichting aan het gast
huis volstrekt noodzakelijk is, en burgemeester en wet
houders te machtigen om zoodra de fondsen het toelaten
een voorstel in te dienen tot uitvoering van dat beginsel,
is de beraadslaging aangehouden.
Een voorstel van het dagelijksch bestuur om de jaar
wedde van den sasmeester te verhoogen met/'150 en
alzoo te brengen op 550, en die van den sasknecht van
250 tot 300, met opdracht om zonder andere beloo
ning behulpzaam te zijn en toezicht te honden bij het
uit- en inhangen der sasdeuren, en steeds een wa
kend oog te houden op de glooiing der buitenhaven,
is gesteld in handen der financieele commissie.
De suppletoire kohieren van den hoofdelijken omslag
en de belasting op de honden over het loopende jaar zijn
vastgesteld.
De heer van Renterghem verlangde ten slotte over
legging van de voorwaarden waarop de heer Leopold is
aangesteld tot leeraar aan de hoogere burgerschool, als
mede van de akten van bevoegdheid van den heer
P. Conradi. De voorzitter noodigde den lieer van Renter
ghem evenwel uit om tegen de volgende vergadering
een schriftelijk voorstel in te dienen, hetwelk alsdan aan
de orde zal worden gesteld, terwijl dit punt in deze zit-
zing niet aan de orde was.
In het Pruisisch huis van afgevaardigden is eergiste
ren een voorstel behandeld, waarbij juist het tegenover
gestelde systeem van den heer von Lippe in het huis der
heeren werd gehuldigd. Men weet dat deze oud-minister
van justitie als lid van laatstgenoemd staatslichaam had
voorgesteld om de door het bondsparleraent aan te nemen