Gemeenteraad ran Vlissingen. Zitting van Maandag 23 November Wijziginar kohier liouf'delijken omslag; wijziging tarief gasthuis adres wed. J. Baale; idem I lassenr; missive commissie vieemans-en vissebersbenrs; voorstel uitbreiding gasfabriekmachtiging verkoop bukliont begraafplaats; proces-verbaal ojmemmg gemeentekas; slaat maximum onderstand 1>70; missive ge deputeerde staten, voordracht vernietig ng verordeningen begraafplaats; missive kamer van koopl andel en ft brieken wijziging verordening invordering belading gedistilleerd. Voorzitter de heer Winkelman. Waarnemend secre taris mr. A. E. Dronkers, griffier. Afwezig de heer Verkuyl Quakkelaar. De notulen der laatste gewone en buitengewone zittin gen gelezen en goedgekeurd zijnde, wordt mededeeling gedaan van eene missive van gedeputeerde staten van Zeeland, waarin wordt opgemerkt dat het bedrag van het suppletoir kohier van de plaatselijke directe belas ting op de inkomsten, gevoegd bij dat van het vroeger goedgekeurde primitief kohier dier belasting, te hoog is om te worden goedgekeurd, zoolang niet blijkt dat bij koninklijk besluit lot die heffing vergunning is verleend. Naar aanleiding dezer missive stellen burgemeester en wethouders voor, het maximum der heffing van ge noemde belasting te bepalena voor het loopende jaar op 6,200 en L voor het vervolg op 12,000. Dienover eenkomstig wordt zonder beraadslaging met algemeene stemmen besloten. Regenten van liet arm-gast- en weeshuis worden, op hun daartoe gedaan schriftelijk verzoek, gemachtigd tot het in overweging houden eener door hen te doene voordracht betreffende het tarief van genoemde instel ling totdat de wijzing der armenwet zal hebben plaats gehad. Ver volgens geschiedt voorlezing van een aan burge meester en wethouders gericht, doch door dezen bij den raad overgebracht adres van de wede. J. Baale, houdende verzoek om als provenierster in hot gasthuis te worden opgenomen. De adressante is 71 jaar oud, weduwe zon der kinderen, woont te Vlissingen, en is bereid tot be taling der vereischte tegemoetkoming, alsmede tot stor ting van 60 voor behoud van huisraad enz. Op dit adres is door burgemeester en wethouders het advies ingewonnen van regenten over het arm-gast- en weeshuis, uit wier voorgelezen schriftelijk antwoord blijkt dat zij, hoewel de adressante niet gedurende de laatste tien jaren te Vlissingen heeft gewoond, toch geen bezwaar maken tegen de inwilliging van het verzoek. De gronden hiervoor zijn in hoofdzaak: dat gelijk ver zoek van den tegenwoordigen provenier van Boven ins gelijks is toegestaan; dat de adressante haar intrek zou willen nemen in een sinds lang niet meer in gebruik zijnd kamertje, en hare opneming in het voordeel van het gesticht zou zijn. Burgemeester en wethouders meenen daarentegen dat geen termen tot inwilliging van het verzoek der adres sante beslaan, omdat als het wordt toegewezen de bij de verordening gestelde uitzondering (opneming van lieden die niet de laatste tien jaren in de gemeente heb ben gewoond) weldra regel en liet gesticht bevolkt zou worden met aan de gemeente vreemde personen. Zij stel len mitsdien voor, het verzoek af te wijzen. Nadat de beraadslaging is geopend, verdedigt de heer Mestdagh, als voorzitter van bet college van regenten, het door dezen uitgebracht advies. Vooral wijst hij erop dat de adressante zich vergenoegen wil met een kamertje, dat zoolang hem heugt nooit in gebruik is geweest: dat vrees voor gemis aan ruimte in het gesticht voor ingeze tenen der gemeente niet behoeft te bestaan, daar er be halve het bedoelde nog een ander kamer'je ledig is; dat de vrouw 71 jaar oud is en dus veimoedelijk wel niet zoo heel lang meer zal leven, en dat hare opneming voor het gesticht een belangrijk voordeel zou opleveren. Nadat de voorzitter heeft opgemerkt dat als regel be hoort te gelden de opneming in het gesticht van ingeze tenen, releveert de heer Mestdagh nog dat van Boven, die nooit te Vlissingen heeft gewoond, ook wel is opge nomen, hetgeen regenten tot hun advies heefr geleid. Dit laatste wordt door den heer van Uijc Pieterse juist aangemerkt als een motief voor het voorstel van burge meester en wethouders, want, op deze wijze wordt de uitzondering van opneming van niet gerechtigden meer en meer regel, waarvan het gevolg is benadeeling van de ingezetenen der gemeente, voor wie de inrichting hoofdzakelijk bestemd is. Ook het argument dat nog een kamertje ledig blijft pleit zijns inziens tegen het advies van regenten, aangezien er dan slechts een ingezeten zou kunnen opgenomen worden wanneer zich twee inge zetenen aanmeldden. Ook meent hij dat men hier niet spreken moet van geldelijk voordeel, zooals de voorzitter van het college van regenten heeft gedaan, terwijl dit voordeel bovendien nog niet zoo zeker is en de vrouw, die thans 71 jaren telt, nog wel lang zou kunnen leven. De heer Pot verklaart zich ten gunste van het advies van regenten. Het moge waar zijn, dat volgens het regle ment het gesticht alleen voor ingezetenen is bestemd maar toen dat reglement is gemaakt was de bevolking^ stationair, hetgeen thans niet meer het geval is. Zijns inziens zal men in het vervolg het stelsel om allen die geen tien jaren in de gemeente gewoond hebben vreem den te noemen, wel moeten laten varen. Onrechtvaardig zou hij het noemeu de bepalingen dier verordening op eene oude vrouw te laten drukken en hij is overtuigd dat de burgerij zich tegen de opneming van zoodanige personen nooit verzetten zal. De heer Pot is zeer medelijdend, zegt de heer van Uije Pietei'se, en dit is eene deugd te noemen, maar men mag de gemeente niet blootstellen aan eene aanmerkelijke verhooging van subsidie. Het'gasthuis is eene gemeente- instelling en de verordening bepaalt dat alleen ingezete nen of zij die minstens tien jaren in de gemeente gewoond hebben daarin mogen opgenomeu wordende adressante woont nauwelijks een half jaar te Vlissingen. Besluiten van den raad behooren geëerbiedigd en de belangen der gemeente behartigd te worden, zijnde dit de eerste plicht van ieder raadslid. De heer Pot meent te mogen tegenspreken dat het gasthuis uitsluitend eene gemeente-instelling is: naai zij ne meening is het eene instelling die slechts door de gemeente gesubsidieerd wordt. De voorzitter ant woordt echter dat het gesticht wel degelijke eene ge meente-instelling is. Het voorstel van burgemeester en wethouders, tot afwijzende beschikking op het adres, wordt alsnu in stemming gebrachr, doch de beslissing is tot eene vol gende zitting aangehouden moeten worden, aangezien de stem men staakten. Voor dit voorstel stemden de heeren Hector, van der Hijden, de Kruijff, de Groof, Callenfels, Kleijnhens en van Uije Pieterse. Tegen de heeren Schraver, Laernoes, de Gelder, Pot, Mestdagh, van der Os, en Ockers. Voorts wordt gelezen een ingekomen adres van J. Fas- seur, van beroep lichtwaehter, die te kennen geeft dat hij wettig is gescheiden van zij ne vrouw, die thans wegens schending der eerbaarheid gevangen zit, terwijl hij niet in staat is zijne kinderen naar eisch op te voeden, aange zien hij tengevolge zijner betrekking minstens twee derden des jaars van huis is, reden waarom hij verzoekt dat zijne kinderen tegen betaling in het weeshuis mogen worden opgenomen. Volgens het hieromtrent ingewonnen advies van regenten, nader door den heer Mestdagh toegelicht, geeft het reglement geen aanleiding tot inwilliging van het verzoek en kunnen zij geen gunstige beschikking voor dragen, evenmin als vroeger het gelijksoortig verzoek van schipper de Kam is toegestaan. De voorzitter deelt mede, dat burgemeester en wet houders evenmin vrijheid hebben tot eene voordracht tot opneming der kinderen van den adressant, daar dit afstuit op het reglement. Iets anders ware het als er alleen sprake behoefde te zijn van medelijden met of -belangstelling in het lot dier kinderen. Het verzoek van den adres-ant wordt rian ook met 11 tegen 3 stemmen verworpen. Voor stemden de heeren van der Hijden, Pot en Schraver. Nog is ingekomen een brief der commissie voor de zeemans- en visschersbeurs, die te kennen geeft dat zij kennis heeft genomen van het raadbesluit waarbij zij is gemachtigd voor tien aandeelen van 1000 deel te nemen in de geldleening door de Koninklijke Ncderlandsche stoombootmaatschappij uitgeschrevenzij houdt zich overtuigd dat genoemd besluit is genomen in het. be lang der gemeente, maar aan de andere zijde wensclitzij de gelden van het fonds onaangeroerd te laten en uit sluitend te bestemmen tot het doel waarvoor zij bestemd z in. Het is om deze reden dat zij thans den raad ver zoekt garantie van kapitaal en interest te willen verlee- nen voor alle schaden welke uit de deelneming in de geldleening mochten kunnen voortvloeien. Op dit verzoek wordt door burgemeester en wethou ders geadviseerd tot niet- inwilliging, vooral omdat de deelneming in die geldleening overeenkomen met het doel van het fonds, zeifs volgens de oude statuten, en ook uitsluitend in het belang is van dat fonds. Boven dien mag de gemeente zich niet tot schadevergoeding verbinden, evenmin als zij deelen kan in de eventueele winsten der onderneming. Overigens verklaren burge meester en wethouders dat zij de zorg der commissie tot het intact bewaren der gelden van het fonds op prijs stellen Zonder beraadslaging wordt, overeenkomstig genoemd advies, met 8 tegen 5 stemmen besloten, dat de raad dc gevraagde garantie niet wenscht te vi-rleenen. Tegen stemden de heeren Pot, Schraver, van der Hij den, de Kruijff en de Groof. Wordt gelezen een brief der commissie voor de gas fabriek, houdende voorstel tot uitbreiding der fabriek, noodig tengevolge van het toenemend gasverbruik. Ter toelichting van dit voorstel der commissie deelt de voorzitter de volgende cijfers mede met betrekking tot het aan particulieren geleverde gas, t. w.: in 1862, 53,000; in 1863,69,000; in 1864, 93,000in'1865, 130,000; in 1866, 142,000; iu 1867, 164,000; in 1868, 174,000, en in 1869 tot dusver 139,000 steres, zoodat dit volgens denzclfden maatstaf bij het einde des jaars 179,000 steres zal bedragen De toestand der fabriek kan niet blijven zooals hij thans is, wil men aan de behoefte voldoende eenige vraag is thans echter, of men ook nu reeds op de toekomst zal letten en de fabriek uit breiden met het oog op de latere verlichting met gas van den toegangweg en de stationsgebouwen van den spoorweg. De lieer dc Kruyff stelt voor, om, aangezien het voor stel der commissie van ingewikkelden en gewichtigen aard is, dit tot het geven van advies te stellen in handen van burgemeester en wethouders. De heer Schraver vraagt of, wanneer nog een derde gashouder wordt aangebracht, dit niet. voldoende is ter voorziening in de thans bestaande behoefte, zoodat men dan verdere uitbreiding der fabriek tot later zou kunnen uitstellen De voorzitter antwoordt dat het aanbrengen van een gashouder alleen niet voldoende is; hij noemt ver schillende andere noodige voorwerpen op. De heer van der Os herinnert dat indertijd terrein voor een derde gaskuip is aangekocht. Wordt, die derde gaskuip geplaatst, dan acht hij dit ruim voldoende, want dan kan de fabriek gas leveren aan 300 a 400 personen meer dan thans. De voorzitter wil thans doen beslissen over het voor stel van den heer de Kruyff en de verdere beraadsla ging staken. De heer Laernoes merkt nog op, dat de voorzitter ge sproken heeft, van de verlichting der stationsgebouwen met gas; naar aanleiding hiervan vraagt hij, of in dat geval de tegenwoordige fabriek wel voldoende zou zijn en of het wellicht niet beter ware nu slechts eene kleine uitbreiding aan de fabriek te geven en later eene nieuwe te bouwen. De beraadslaging wordt, op herhaald voorstel des voorzitters, gesloten en het voorstel van den heer de Kruyff, om het advies van burgemeester en wethouders iu te wachten, zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Op verzoek wordt aan burgemeester en wethouders machtiging verleend tot verkoop van eenig hakhout op de begraafplaats. Het proces-verbaal van de opneming der boeken en kas van den gemeente-ontvanger wordt voor kennisge ving aangenomen. Een ontwerp-staat van het maximum van den in 1870 te verleenen onderstand wordt tot onderzoek en advies gesteld in handen der financieele commissie.' Wordt gelezen eene missive van gedeputeerde staten, waarin wordt bericht dat eenige bepalingen der door den raad vastgestelde verordeningen op de begraafplaats en het. begraven van lijken door hen in strijd met de wet worden geacht, zoodat zij die verordeningen aan den koning ter vernietiging hebben voorgedragen. Deze missive wordt, op voorstel des voorzitters, voor kennis geving aangenomen. Yan de kamer van koophandel en fabrieken is ingeko men een exemplaar van een door haar algemeen verspreide circulaire ter aanbeveling van algemeene deelneming in de geldleening der Koninklijke Nederlandsche stoomboot maatschappij (zie het nommer dezer courant van jl. Vrij dag), met eene begeleidende missive, waarin het ver trouwen op de ondersteuning van de zijde van het ge meentebestuur wordt uitgesproken. De voorzitter gelooft, dat de raad evenals burgemeester en wethouders gaarne hulde zal willen brengen aan de kamer van koophandel voor hare ijverige bemoeiingen in deze belangrijke zaak, en stelt, voor den brief voor ken nisgeving aan :e nemen. Dienovereenkomstig wordt besloten. Ten slotte worden, op voordracht van den controleur der plaatselijke belastingen, in overeenstemming met het voorstel van burgemeester en wethouders eenige wijzi gingen gebiaeht in de vei ordening regelende de invor dering der plaatselijke belasting op het gedistilleerd, in verband met de onlangs gewijzigde verordening tot heffing dier belasting. Hierna wordt de vergadering gesloten. SNELPERSDRUKKER!.! VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 6